een verhaal van wachten op het onmogelijke... Omdat niemand me kan verbieden te dromen.
08-02-2016
reality check
vandaag bel ik je. Correctie: ik vraag of ik je kan en mag bellen, deze namiddag. Ik weet goed genoeg dat Zij werken is, en dat jij thuis zit. Maar ik bel niet meer "zomaar". Ook dààrop krijg ik commentaar, waarom ik plots "toestemming vraag om te bellen?" Het gevoel komt weer op: I can't win...
Ik heb erover nagedacht... gewoon niets meer van me laten horen. Maar ik ben zo bang. Ik moét het minstens volhouden tot het laatste waarin jouw en mijn leven zich vermengen. Ik kreeg het zo geregeld dat jij deelneemt aan het optreden van mijn kids over 2 weken. Maar ik besef ook dat ik vol angst uitkijk naar de woorden "ik doe niet meer mee, zoek maar een ander". Dus ik moet erin slagen om beleefd te blijven naar jou toe, correct, ...
Berichtjes ontaarden echter steeds weer tegenwoordig. Of zijn frustrerend omdat jij amper reageert. Dus ik gebruik chat of whatsapp enkel nog om kort te communiceren, ik zeg wel wat er te zeggen valt aan de telefoon. En als je niet kan bellen, en ik niets te vragen heb, contacteer ik je niet meer. Of dat neem ik me in elk geval voor om te doen... vanavond slaag ik er in elk geval in. Stel de vraag die ik je moet stellen, en bedank je voor het antwoord. En sluit daarna mijn fb af. Zonder "slaapwel"... zelfs niet zonder de xxx.
Ook telefoon blijkt vandaag echter moeilijk. Je draait je overal uit... altijd een verklaring klaar. En weer besef ik hoe voorzichtig jij bent in je uitspraken... laat je nergens op vastpinnen. Het lukt me niet om zo in het leven te staan, what you see is what you get. Ik kàn hier niet meer mee om. Maar ik slik mijn trots in, zonder mijn standpunten verloochenen. Ik zeg de dingen zoals ik ze denk, geef mijn ongelijk toe (sarcasme ontsnapt jou echt volledig). Oh ja, je wist dat Zij verlof nam. En ja, je wist dat ik diezelfde twee dagen kon afspreken. Maar je had beide niet samengevoegd. En neen, je wist niet wanneer jouw dochter zou langskomen, het is niet waar dat ze komt als Zij verlof neemt. Maar natuurlijk komt jouw dochter tijdens Haar verlofdagen. Nog durf je beweren dat je desondanks zou afgesproken hebben... Je wint altijd. Want ofwel zeg ik het op voorhand, en beweer jij dat je niet "de kans kreeg om te bewijzen dat je wél zou afgesproken hebben". Ofwel zeg ik niets op voorhand, en beweer jij dat je "nooit zei dat we gingen afspreken". I can't win...
Maar het kwetsende is: zelfs als ik je letterlijk vraag "weet je wat gisteren was?" is jouw eerste reactie "neen". En als ik weiger het te zeggen, gok je "oh ja, 1 jaar geleden ontmoetten we elkaar voor het eerst". Tja, 1 kans op 3... verkeerd gegokt. Jij die steeds maar zegt hoe belangrijk herinneringen voor jou zijn, verjaardagen (zowel geboortedagen als gebeurtenissen)... zo belangrijk ben ik dus voor jou.
Reality check... hoe vaak moet ik het nog krijgen, voor ik definitief met jou kan breken?
vannacht kwam het er nog uit... de reden voor jouw houding van de afgelopen twee dagen...
Want ik "veranderde mijn plannen plots"... kwam niet, zoals ik gezegd had, naar jou gisteren, met mijn dochter. Terwijl ik héél duidelijk had vermeld dat ik enkel zou langskomen als mijn andere plannen niet doorgingen (en dat hing af van een levering). Ik had jou donderdag meteen, toen ik hoorde dat mijn levering er was, dat laten weten. Maar ach... gemakshalve vergeten...
En dààrom was jij dus zo kil en kort de afgelopen twee dagen...
Maar de reden van onze ruzie vannacht lag bij mij, geef ik grif toe. Ik zit te chatten met Haar (jij was nog steeds kort, en dus zag ik het nut niet in een moeizame conversatie). En zo krijg ik plots te horen dat Zij verlof neemt de tweede helft van jouw vakantieweek. Op de dagen dat je mij vroeg of ik verlof zou kunnen nemen. Ik maak me geen illusies, jij zal nooit komen als Zij thuis is... heb je het lef niet voor, remember? Maar dat Zij verlof neemt, verneem ik niet van jou, maar van Haar...
Dus ja, ik ontplof. Verwijt je het feit dat je mij niets vertelt... Oh wat ben jij glad. "ik heb met niemand iets afgesproken" Natuurlijk niet, maar mij vragen wanneer ik verlof kan nemen, en zeggen dat een afspraak zal afhangen van of je dochter langskomt... Maak mij niets wijs, als Zij verlof neemt, komt jouw dochter dié dagen langs. Dat weet jij, dat weet ik. Maar je laat mij liever hopen en geloven...
Het is onherstelbaar... we zijn beiden zo voorzichtig, zo snel gekwetst. Dit komt nooit meer goed.
Ondanks een duidelijke hint over "one year ago" op mijn fb reageer je daar niet op... Ik haalde half maart niet. Maar het zou niets veranderd hebben. Ik probeer me voor te bereiden: ik zal jou nooit meer zien zoals vroeger. Nooit meer als mijn man, ik nooit meer als jouw vrouw. Dus vrijen is zinloos geworden, en wil ik niet meer. Doen alsof online, of in gezelschap... tot daar toe. Maar doen alsof tijdens het vrijen?
Dus vermoedelijk is dit het beste: het is voorbij. Hoe vaak zei ik die woorden al? Ik zal nog 100 keer hervallen, ik maak me geen illusies meer. Maar mijn beslissing wordt steeds zekerder... ons verhaal is afgelopen.
het is bijna voorbij... het moment. Had ik iets anders verwacht? Natuurlijk niet... het contrast kon niet groter zijn met een jaar geleden. De enkele contacten die we vandaag hebben, verlopen uiterst moeizaam... Ken je dat, het soort gesprekken waarbij één persoon zijn uiterste best doet om een gesprek gaande te houden, terwijl de ander geen input geeft? Enkel één-lettergrepige antwoorden "ja", "neen", "ok", "fijn voor je", ...
Mijn zaterdag was druk. Jouw reactie daarop is koel en bijna verwijtend. Hoe durf ik me te amuseren, terwijl jij thuis zit? Bovendien zit je vanochtend alleen thuis, Zij is werken. En dat laat je me ook weten... zelfs als ik je een fijne dag wens, krijg ik een bittere reactie "mij amuseren? in mijn eentje of wat?"
Tijdens het rondrijden, denk ik daarover na... Ik kan niet goed meer doen. Als ik mijn gevoelens toon, laat weten hoe triestig ik me voel door de situatie tussen ons, zeg je dat je weer de vrolijke ik wil zien. Maar als ik mijn dag opvul, me bezig houd, me amuseer, is het blijkbaar ook niet goed.
Het meest schrijnende aan de hele situatie is natuurlijk dat ik aan jou enkel dàt beeld laat zien dat ik jou wil laten zien. Het is geen leugen - toch niet meer. Ik kan terug genieten van momenten, soms gaat er een héél uur voorbij dat ik niet aan je gedacht heb. Maar dan, zo plots, gebeurt er iets, zie ik iets, hoor ik iets, denk ik iets... en rollen er tranen over mijn wangen. Maar die momenten deel ik niet meer met jou. Jij krijgt enkel mijn goede momenten te zien. Zoals je wilde.
de laatste dagen komen er veel herinneringen in me op, over die eerste dagen dat we elkaar spraken. Na dat eerste contact op facebook, ging het zo snel.
We vertelden onze levens aan elkaar... zo vaak kruisten onze levens elkaar, ontmoetten we elkaar nét niet. Zo vaak liepen we rond op dezelfde plaatsen, sinds ik een tiener ben. Ondanks het leeftijdsverschil, of misschien nét omwille van het leeftijdsverschil, merkten we elkaar nooit op.
En nu, 100 km van toen, 35 tot 25 jaar na toen, kwamen wij samen. En wat er vorig jaar gebeurde, was ... magisch. Ik kan er, zelfs na alle pijn, nog steeds geen ander woord voor bedenken. Dat gevoel van herkenning, van "thuis komen" bij elkaar... het was er, vanaf die allereerste avond.
Ik herinner me jouw woorden nog, hooguit een week na onze eerste chat. We spraken over dat we elkaar moesten ontmoeten (want de aanleiding was nog altijd jouw "gezocht"-annonce waarop ik reageerde). En plots waren ze daar... die woorden "ik ben bang voor die ontmoeting... ik ben bang om, als ik je écht ontmoet, verliefd op jou te worden". Ik was zo zeker dat dàt mij niet zou overkomen, en stelde je gerust.
Maar je belde aan, ik opende de deur, keek in je ogen, en... was verloren. Na dat éne moment was niets nog hetzelfde. Ik wist meteen dat ik voor jou alles zou opgeven...
Nu, een jaar later, worstel ik om me los te maken. Steeds weer schieten er flitsen van toen door mijn gedachten. Flarden van gesprekken... uitspraken... woorden die me jou lieten liefhebben. Wat schiet er van dat alles nog over na een jaar? Hoe ga ik de komende 6 weken door komen, zonder je dié vraag te stellen? Want zodra ik je dié vraag stel, zonder dat jij ooit de opmerking maakte over "een jaar geleden..."... Het gaat me kwetsen, dat jij er niét aan terugdenkt... een jaar geleden.
vandaag kon ik je voor het eerst betrappen op een échte leugen... niet te ontkennen. Oh ja, natuurlijk gaf je er snel een draai aan. Maar ze was er... uitgesproken.
Eigenlijk niets belangrijks... zoals altijd wil jij veel. En zo ook naar het optreden van Voice male gaan kijken. Je ging Haar gisteren vragen om te kijken of er nog kaarten zijn. Nu ja, maanden geleden zei Zij zelf ook al dat ze ook kaarten ging bestellen... maar nooit gedaan. Weeral zo'n typische houding van Haar.
Jij moet écht denken dat ik naïef ben... als ik vraag of je nu kaarten hebt kunnen te pakken krijgen voor het optreden, komt de leugen vlotjes "neen, er waren geen kaarten meer". Maar moeilijk is het niet... ik zag gisteren al dat er nog 2 kaarten vrij zijn. Dat zeg ik je ook. Even snel komt de correctie "ik heb het eigenlijk niet meer gevraagd aan haar, of ze al keek, en of er nog kaarten waren".
Ik reageer zelfs niet meer op je leugen. Confronteer je er niet meer mee. Het feit dat ik me dààr niet meer moe aan maak, dat ik een leugen laat passeren, een leugen waarop ik je eindelijk echt kan betrappen, dàt zegt veel voor mij. Want als je me zou kennen, écht kennen, zou je weten dat dit laten passeren een teken is dat het me echt niet meer kan schelen.
Ik schrijf en zeg het je vaak tegenwoordig: "het maakt niet meer uit" of "kan me niet schelen". Woorden die ik al sinds het begin van jou hoor bij elke ruzie, elk conflict. Maar het was telkens een manier om mij te doen reageren... en ik liep er iedere keer in. Begon dan te verzoenen, verklaren, verontschuldigen... zodat jij me kon "terugnemen". Slaan en zalven.
Het verschil is dat ik het meen. Het maakt niet meer uit. Neen, ik ben nog niet los van jou. Maar het maakt me allemaal steeds minder uit. Of het maakt me toch minder vaak iets uit.
Zaterdag zal het exact 1 jaar geleden geweest zijn. 1 jaar al...
wat een toneelspel... Ik babbel, vertel, hang een beeld op van "niets aan de hand". Maar tegelijkertijd zeg ik ook wat ik denk. Net zoals jij dat doet: op een dusdanige manier dat je er niets op kan aan te merken hebben.
Deze week kan jij nergens een moment vrij maken om elkaar te zien. Mij goed. Volgende week heb jij een hele week vrij, terwijl Zij gaat werken. Ik wacht nog steeds op een voorstel, zodat ik mijn agenda kan blokkeren. Jij zegt het me nogmaals: "ik ben geen planner". Mijn antwoord is dan ook duidelijk: "dan vult mijn agenda zich verder op". In jouw ogen ligt het niet aan jou... jij moet eerst weten wanneer jouw dochter langs komt. Jouw onmogelijkheid om positie in te nemen, zelfs tegenover jouw volwassen dochter, vind ik weeral getuigen van een absoluut gebrek aan lef. Alsof ze jou zal verwerpen als jij duidelijk zegt "ik wil weten wanneer jij komt, want ik wil ook nog andere dingen plannen, en ik wil natuurlijk bij jou zijn als je er bent".
Ik ben en blijf de enige die jij durft teleur te stellen. Voor alle andere mensen, je dochter, Haar, een vriendin uit je lagere schooltijd die je anderhalf jaar geleden (dus amper enkele maanden voor wij elkaar ontmoetten) terug tegen kwam, collega's, je schoonzus, je buurvrouw,... voor al die mensen sta jij altijd klaar, laat jij alles vallen. Enkel ik moet er steeds weer aan geloven.
En dàt noem jij liefde?
Ik heb het lang vergoelijkt. Overtuigde mezelf dat je tenminste bij mij jezelf durfde te zijn, niet bang was om me te verliezen als je me teleur zou stellen. Maar ook aan mijn incasseringsvermogen zijn er grenzen. En die heb je bereikt, mijn liefste. Dus ik zet mijn leven niet meer on hold... ik neem steeds meer afstand. Oh neen, ik ben er nog lang niet. Het is een echte processie van Echternach: 3 vooruit, 2 achteruit. Maar ooit kom ik dààr waar ik moet geraken: los van jou.
Je slaagt er trouwens in om me vandaag weer teleur te stellen. In mijn gebabbel toon ik je waar ik mee bezig ben: mijn keuze opsturen voor het optreden van Voice male pop up. Op de eerste plaats staat het nummer dat je afgelopen juni voor me zong op de karaoke "for the longest time". Een tekst die zo veelzeggend is. Jij bekijkt de lijst, en kiest een ander nummer. Zelfs mijn opmerking dat ik hoopte op een ander nummer doet bij jou geen belletje rinkelen... Ik geef mijn keuze niet vrij, en zeg je enkel dat ook jouw onmogelijkheid om in te zien welk nummer ik als eerste kies een duidelijk teken is. Maar het raakt me niet meer zo hard als je zou kunnen denken.
Vandaag raakt het me in elk geval niet... morgen is dat misschien weer anders. Maar vandaag ben ik sterk... vandaag kan ik het me niet laten raken. Geen enkele traan... vind je dàt niet triestig?
Je hebt gelijk... als ik bij jou ben, huil ik. Om alles wat we kwijt zijn. Om alles wat jij laat verloren gaan. Om een toekomst die we samen droomden maar die zich nooit zal realiseren.
Lachen, dàt kan ik nog niet. Maar ik maakte vandaag wél een start met mezelf terug op te zoeken. Ik stond even stil bij "wie was ik voor ik jou leerde kennen, nu 361 dagen geleden?". Hoe bracht ik mijn avonden door, voor ik elke avond uren met jou chatte? Het antwoord was niet moeilijk: als ik niet werkte, bakte ik. En dus bracht ik vandaag mijn vrije avond tussen mijn bakboeken door. Niet de snelle gewone standaardcake, maar bladeren in mijn bakboeken, recepten kiezen, uitdagingen zoeken. Het resultaat staat overal in huis... allerlei baksels, de één al beter geslaagd dan de andere.
Ik maakte ook werk van mijn andere droom. Een droom die we op een gegeven moment sàmen droomden: een midweekje weg. Mijn plan, en jij ging meekomen. Ging een excuus vinden: een opleiding ofzo. Intussen weet ik dat het jou aan het nodige lef ontbreekt om dat te realiseren. Maar dàt mag mij niet tegenhouden. Dus boekte ik het hotelletje dat ik indertijd uitkoos om naar toe te gaan; voor mij alleen. 4 nachten weg van alles. Je bent welkom om mee te gaan, dat laat ik je weten. Maar ik weet gewoon dat je niet zal meekomen... en ik laat het niet aan mijn hart komen.
Ik speel mijn rolletje... ben vrolijk tegenover jou. Vertel je over mijn boeking, en krijg de te verwachten dubbelzinnige reactie "dan kan je je laten gaan". Ik weet wel wat je insinueert, maar ga er niet op in. Ik stuur je foto's van mijn baksels, net zoals in het begin. De vrolijke ik, je vroeg ze, je krijgt ze. Dat je niet de échte ik te zien krijgt, lijk je niet te merken.
Een stukje meer mezelf... een stukje verder van jou weg.
Het is een vraag waar ik niet langer omheen kan. Wat vind ik aantrekkelijk aan jou?
Fysiek ben je vast en zeker geen adonis. Niet veel groter dan mij, 10 jaar ouder, buikje, dubbele kin, je gebit is niet zoals ik het graag zie. Roker. Maar je ogen... je ogen fascineren me. Je kan zo aandachtig kijken, liefhebbend. Maar hard als we vrijen... dan is je blik staalhard. Beangstigend. Waarom blijf ik die blik dan toch steeds weer uitlokken, opzoeken?
Karakterieel vind ik je zwak. Onstabiel. Onzeker. Laf. Opportunistisch. Manipulerend. Een echte calimero. Geen man waarop ik kan bouwen. Maar wel iemand die mij vleugels geeft, het beste uit mij weet te halen. Al komt gaandeweg het besef: het ben niet jij die al die creativiteit uit mij haalt, ik haal ze uit mezelf als ik me geliefd voel door jou. Op momenten dat ik me door jou geliefd voel, kan ik de wereld aan. Durf ik te creëren op een niveau dat ik anders niet durf op te zoeken.
Misschien gaat het dus niet om of ik van jou houd. Misschien gaat het erom dat ik houd van wie ik ben als ik mij geliefd voel door jou.
Is deze liefde die ik voor jou voel, dan ook zuiver egoïsme? Ben ik eigenlijk niet beter dan jou... alleen is mijn reden een ander soort egoïsme. Niet beter of slechter, maar enkel... anders?
vandaag veel gepraat... we zaten samen op een repetitie, en in de pauzemomenten in mijn bureau. Waar we rustig konden praten. Dacht ik.
Maar je praat over onbenulligheden, faits divers... waar we over moéten praten, vermijd je. Uiteindelijk breek ik, begin te huilen. Dat snap jij dan weer niet... jij begrijpt niets van mijn verdriet.
Toch komt er een moment dat we praten. Je probeert het wel... me te zoenen. Maar ik houd de boot af. Wat zou het makkelijk geweest zijn om erop in te gaan. Het zou geëindigd zijn met een vrijpartij... weeral snel, zonder voldoening. Dat wil ik niet meer, en daar moet ik mezelf streng in toespreken. Jij reageert gekwetst "het is duidelijk, zelfs een zoen kan niet meer".
We praten. Of moet ik zeggen: ik praat. Niets nieuws. Ik analyseer de situatie. Durf voor het eerst te zeggen dat jij nog nooit mij een échte positie hebt gegeven in jouw leven. Tuurlijk, ik heb een plaats. Ik weet dat jullie over mij praten, dat ik geestelijk een ruimte inneem in jullie gezinnetje. Maar dàt is niet wat ik vraag.... ik wil een plaats in jouw leven, niet in dat van jullie! Waarom kan jij wél met een vriendin gaan sporten, of eens afspreken met een andere vriendin uit een vereniging? Maar met mij kan dat niet. Ik noem het een "gebrek aan lef". En jij geeft het toe... door de situatie durf je mij niét dezelfde plaats te geven als een andere vriendin. Hierdoor moet elke ontmoeting ofwel "officieel" (dus moet ik een reden verzinnen), of in het geheim (als zij dus niet thuis is, en dan nog vraag je me meestal om te blijven hangen tot ze thuis komt).
Ik zal er je over laten nadenken... Je komt er zelf ook nog wel achter.
Ik heb je ook rechtuit gezegd: "volgens mij pas jij bij Haar, niet bij mij". Die woorden kregen geen enkele reactie... je liep naar buiten. Als ik bij je terugkomst vraag waarom je gewoon wegliep, is het antwoord "ik wilde een sigaret gaan roken, mag dat?". Wat een onzin... maar je ziet het zelf niet in, dat je dan gewoon wegloopt.
Maar okee, geen geschreven woorden meer. Als ik iets wil zeggen, zal ik het je mondeling zeggen. Wanneer ik erin slaag je te zien... want veel moeite doe jij niet. Jij zoekt geen enkele kans overdag, en ik kan niet elke dinsdagavond een excuus bedenken om hier thuis weg te geraken...
We eindigen de dag met mijn woorden "ik wacht op de dag dat jij me weer kan zeggen wat je me in het begin kon zeggen". Je beweert te begrijpen wat ik bedoel... we zullen wel zien. Ik geloof er niet meer in...
Ik kan zonder jou. Denk ik. Maar ook ik koester de herinnering aan onze eerste maanden, zou die liefde terug willen vinden. En tegelijkertijd besef ik meer en meer: het is voorbij. Die dagen komen nooit meer terug. Ik hield onvoorwaardelijk van jou, zonder enige reserves, geen grenzen, geen muren.
Het is dié herinnering die me doet vasthouden, me steeds weer doet hopen. Want meer is er niet meer, volgens mij. Jij beweert van wel. Beweert nog steeds van me te houden. Je zegt het niet meer... behalve afgelopen week. Eén keer... meer niet. Maar je blijft ook wie je bent.
Als ik iets stuur dat je niet zint, word ik meteen afgestraft, krijg ik geen "slaapwelxxx". Na afgelopen week waagde ik het nog één keertje... stuurde je de waarheid "ik houd van jou". Mijn woorden bleven zonder enige reactie. De volgende ochtend verontschuldig ik me. Niét voor de inhoud van mijn woorden, maar voor het simpele feit dàt ik ze stuurde. Het zal niet meer gebeuren.
Ik bel je even (om een geldige reden). Meteen vuur je de vragen op me af: hoe was mijn dag? Hoe voel ik me na mijn kleine ingreep gisteren? Ik voel dat je het wil weten, maar het zal vertikken om zelf het initiatief te nemen om mij te contacteren. En ik ben het beu... beu om steeds weer in de vragende positie te zitten. Jij moet voélen dat iemand je nodig heeft. Maar ik wil mijn zelfstandige ik terug vinden!
Gisteren besefte ik plots: jij hebt, sinds half november, mijn littekens nog steeds niet gezien. Vroeg er zelfs niet achter om ze te zien? Het besef maakt me weer duidelijk hoe over dit alles is...
Vrienden die dingen samen doen? Laten we het houden op vriendschap, want meer zit er niet meer in... Het moment is voorbij. Je bent me kwijt, maar dat besef je nog steeds niet denk ik. Ik wil het nog niet zeggen... niet met zoveel woorden. Er staat nog te veel op het spel de komende 7 weken. Ik heb rust nodig, heb andere focuspunten.
Maar over 7 weken zullen al "onze" verjaardagen voorbij zijn. Ik maak me geen illusies, jij zal er op geen enkele manier aan denken. Twee weken na onze 3de verjaardag, de dag dat we elkaar voor het eerst beminden, zit alles erop. Dan ben ik vrij. Geen projecten meer die eraan komen, geen implicaties als jij boos wordt.
20 maart is het voorbij. Jij krijgt het horloge dat ik besteld heb... als teken van de tijd die voorbij is, en de tijd die jij nog zonder mij zal mogen doorbrengen. Ik hoop dat je nooit beseft wat je weggooide... maar ik zie in: ik ben meer waard dan dit. Waar mijn toekomst me heen zal brengen, of ik in mijn huidige relatie blijf... de tijd zal het uitwijzen. Maar een toekomst met jou is er niet.
we bljven praten... maar ik vermijd chatten. Want gesprekken online ontaarden steeds weer. Jij blijft stil... ik ook. Af en toe stuur ik iets kleins, maar niet meer.
Gisteren hebben we bijna 2 uur zitten praten. Jij zegt "we moeten stoppen met elkaar steeds dingen te verwijten, vooral ik". En iets verder herbegin je: "wat je afgelopen zomer zei, kan ik niet vergeten". Het zal nooit veranderen, dat besef ik. Maar tegelijkertijd heb je gelijk: ik kan niet zonder jou, jij kan niet zonder mij.
Ik doe mijn best. Houd afstand. Af en toe een berichtje. Jij doet geen inspanning, en de bom zal wel weer eens barsten. Dan doe je maar...
Gisteren kroop ik in bed, vroeg. Ik stop mezelf vol met pillen, en slaap 10 uur. Ik wil gewoon niets meer weten, niets meer horen, niets meer denken. Wat is het alternatief? Ik verbaas mezelf door mijn gedachten... "wat als ik een doos zolpidem neem en in het kanaal spring? " Ik weet: ik zal dat nooit doen. Het ligt niet in mijn karakter. Maar gewoon al het feit dat ik het denk, beangstigt me.
Die dingen zeg ik je niet. Waarom zou ik ook? Het zou klinken als goedkope chantage, en zo bedoel ik het niet. Ik deel al zo lang mijn gevoelens niet meer met jou... ik ben eraan gewend geraakt. Ik deel niets meer met jou... behalve de obsessie voor elkaar. Een obsessie die nergens op slaat, nergens op gebaseerd is.
Vandaag hoor ik je amper. Ik geef je nochtans alle kansen... kan vanmiddag vrij nemen. Maar jij negeert die kans. Ik zoek en vind een alternatief. De ander ziet me graag genoeg komen. En het contact met hem wordt steeds persoonlijker... vandaag ontving hij me in zijn huis, toonde me de kamer van zijn dochter. Maar ik zal nooit verliefd worden op hem, daar ben ik zeker van. Maar ik apprecieer hem, praat graag met hem. Hij is recht door zee... zoals hij zelf zegt "ik ben niet de persoon om je naar de mond te praten, what you see is what you get". Wat een verademing...
Ik besef: ik ben nog niet los van jou. Maar ik moet... ik ben géén tweede keuze!!!
Plots bedenk ik: wie kan niet zonder wie? Zou het echt zo zijn dat jouw behoefte aan mij groter is dan mijn behoefte aan jou?
daar sta je dan... ik wilde horen waar ik stond. Ik kreeg het.
Op jouw manier... omslachtig... omfloerst.... ontwijkend. Maar ik heb enkele duidelijke antwoorden kunnen uit je halen.
Jij wil Haar niet kwijt, maar je wil mij ook niet kwijt. Zij is jouw houvast, Haar huis jouw veilige haven. Ik confontreer je met je veranderende taal: Haar huis werd de afgelopen maanden "ons huis". Vandaag noemde je de katten, Haar katten, plots "mijn katten". Je herhaalt het feit dat ik zelfstandig kan zijn, financieel, en jij niet. Maar door die uitspraken maak je me duidelijk dat je er niét in gelooft dat ik jou die veilige haven ook zou kunnen bieden.
En toch blijf je beweren dat jullie een innige vriendschap hebben, meer niet. Jij stelt vriendschap boven liefde.
Je vraagt me herhaaldelijk waarom ik huil. Ik vertel je de waarheid: bijna elke dag huil ik om jou. Meteen reageer je "ik ben een slecht mens, dat ik jou dit allemaal aandoe". Om jou, het draait altijd weer om jou.
Oh ja, ergens, in ons gesprek, zeg je dat je van me houdt. Het doet me nog meer pijn. Want als je écht van me zou houden, dan zou je me niet zo behandelen...
Op één punt heb je gelijk: jij kan niet zonder mij, en ik kan niet zonder jou. Steeds weer worden we naar elkaar toe getrokken. Ik vraag je welke toekomst je dan ziet? Jouw antwoord slaat me met verstomming: je wil vriendschap, maar dan als vrienden die dingen samen doen die ze niet met eender wie doen.
Ik huil. Maar ergens heb ik medelijden met jou. Jij zit in een relatie omdat je niet anders kan. Denk je. Maar je vindt het te beangstigend om verandering door te voeren. Dus blijf jij bij Haar.
Sorry mijn lief... je kan ons niet beiden hebben op hetzelfde niveau. Zolang ik me de belangrijkste voelde, jouw vrouw, kon ik leven met haar aanwezigheid. Maar jouw weigering of onmacht om me je gevoelens te uiten, hebben me weggeduwd.
Ik ben buitengestapt bij jou vanavond. Niet één zoen... zelfs niet bij het afscheid. Ik hoorde je nog mompelen: "bedankt". Ik keek niet meer om, stapte in mijn auto. De rit naar huis was vreselijk... huilend. Je had zoveel kunnen doen: me iets sturen, me bellen... iets. Maar neen, jij liet me uit je leven vertrekken, en deed geen enkele inspanning om me terug te halen.
Kan ik het deze keer? Kan ik deze afstand bewaren?
"of je me nu gelooft of niet"... hoe vaak heb ik dàt zinnetje al niet gehoord, de afgelopen 12 maanden? Het is jouw manier om mij te destabiliseren, me te doen terugkrabbelen. Want je gebruikt dat zinnetje op een beschuldigende manier. De eeuwige calimero... "als je me niet gelooft, hoeft het niet meer".
Ook vanavond krijg ik dat zinnetje te lezen. En het doet me nadenken: geloof ik je eigenlijk nog?
Geloof ik al jouw verhalen en verklaringen? Ik heb er altijd bewust voor gekozen om je te geloven. Omdat ik niet wil en kan leven met achterdocht, met wantrouwen. Er zijn zoveel zaken die ik niet kan controleren. En dus heb ik de keuze: je geloven of je niet geloven.
Geloof ik je, als je al 9 maanden beweert dat je mijn verjaardagscadeau bestelde en betaalde, maar nog niet ging afhalen?
Geloof ik je, als je zegt dat je al bijna 12 maanden, sinds de dag dat wij elkaar online ontmoetten, geen sex meer hebt gehad met Haar?
Geloof ik je, als je zegt dat jouw gevoelens voor mij niet veranderd zijn?
Ik weet wat ik niét meer geloof.
Ik geloof niet meer dat jij gelooft in een "ooit".
Ik geloof niet meer in een toekomst samen.
Ik geloof niet meer in jullie broer-zus-relatie.
Vanavond reageer ik op jouw "of je me nu gelooft of niet". Ik ga eens niet in de verzoenende rol... maar reageer met "ik geloof je nog altijd... ik geloof nog altijd dat er ergens een cadeau in een winkel ligt te wachten, besteld maar nog niet afgehaald". Provocerend, dat besef ik maar al te goed. En jij? Jij verdwijnt, zonder enige reactie, van facebook.
"wat doe ik hier eigenlijk? Wat doe ik in een vreemde kamer, in een bed, naast de kamer waar jij met Haar ligt te slapen? Hoe ben ik -of liever jij- erin geslaagd om me daar dan toch te krijgen?"
Het was niet de eerste keer dat je het me voorstelde, om de één of andere reden te vinden om een nacht bij jullie te blijven slapen. Oh, niét als Zij weg is, zoals vorig jaar één keertje mogelijk was... onze énige nacht samen. Maar gewoon bij jullie in huis... in de kamer naast die van jullie. De afgelopen week vroeg je het me herhaaldelijk, om -in plaats van bij de vriendin met wie ik gisteren iets ging eten- bij jullie te komen slapen. Steeds dwingender kwam de vraag wààrom ik in hemelsnaam bij die vriendin wilde blijven slapen?
Ik begrijp nog steeds niet wat er zo bedreigend is aan een nachtje uit logeren bij een vriendin en haar gezin? Er komen kleine bij-vragen: waar slaap ik dan? waar is haar man als wij uit gaan eten? hoe kom ik terug naar huis de volgende ochtend?
Gisterenmorgen zette je weer het offensief in... stelde zelfs voor om me -zelfs 's avonds laat- nog te komen ophalen bij haar (45 min rijden). Ik werd er moe van... beloofde om het in overweging te nemen. Het wordt bijna een conflict... weeral. Dus ik sluit af, wens je succes met je examens, en vraag je me op de hoogte te houden.
In de middagpauze beslis ik, in afwezigheid van elk nieuws rond je examens, toch maar even te vragen hoe het al gaat met de eerste examens. Ik sta perplex van je antwoord: "ik heb beslist niet te gaan". Informatie die ik dus niet mocht krijgen? Ik sluit mijn gsm voor de rest van de namiddag.
Na mijn dag opleiding herbegin je: "kom ik je halen straks?" Ik houd de boot af, zeg dat ik zal zien met mijn vriendin. Er zijn redenen om toch in te gaan op je voorstel, houd ik mezelf voor. Het feit dat er, onverwacht, geen trein terug naar huis zal zijn vanochtend. Tuurlijk, ik kan andere trajecten gaan uitzoeken, mijn vriendin kan me naar huis brengen, ... Ik besef dat ik zelf ook redenen zoek om de nacht bij jou- -neen, jùllie door te brengen. In mijn hoofd is het bij "jou", al weet al ik natuurlijk al te goed dat het bij jullie is.
Alle omstandigheden in acht genomen is het geen slechte oplossing, en mijn vriendin rijdt me tot halverwege jullie stad, waar jij me komt oppikken. En dus zit ik vannacht op jullie zetel, tussen jullie en de honden, te praten. En ik wacht... ik wacht tot Zij eindelijk beslist om te gaan slapen, zodat ik even... héél even maar met jou alleen kan zijn. Ik zie jou vechten tegen de slaap, maar uiteindelijk kruipt Zij dan toch in bed.
Lui liggen we nog een beetje te praten in de zetel... jouw hand streelt mijn been... en hoger. Het windt je op, en dat zeg je dan ook. Maar we zijn voorzichtig, het risico is te groot. Je vraagt wel of er vandaag ruimte is om ergens heen te gaan (voor we samen naar een voorstelling gaan, zoals al even gepland is). Ja, dat kan...als jij me zogezegd naar huis brengt, anderhalf uur voor je normaal naar mij zou vertrekken. Vannacht is dat geen probleem. Maar de zaken lopen anders... vannacht bevredig ik jou dan toch. En wat ik dan mag verwachten, gebeurt: vanochtend zie jij plots geen mogelijkheid meer tot vroeger vertrekken om op kamer te stoppen, een uurtje.
Jij hebt je pleziertje gehad, en de drang en interesse en motivatie is meteen weer weg. Ik neem de trein naar huis, weet zelfs niet meer of ik hierover moet huilen. We gaan naar onze voorstelling, samen, en ik zeg niets hierover.
Ik ben op... vannacht confronteerde me aan alles wat ik nooit met jou zal kennen. Zo gezellig in de zetel liggen samen, tv kijkend, pratend, of gewoon samenzijnd... Maar zoals altijd zie jij het niet. Voor jou ging alles prima... weeral: jouw twee vrouwen samen in huis, bij jou. Maar ik wil dit niet... niet op deze manier.
Ik wil geen "friends with benefits". Zonder vooruitzicht op alles wil ik niets meer...
wat is dat met mannen? Waar komt hun behoefte vandaan om degene met wie ze vreemd gaan te integreren in hun dagdagelijkse leven?
Van in het begin maakte jij die plannen, alle plannen van dingen die we "als vrienden" zouden doen, samen met Haar. Julle zouden langskomen op vakantie, jullie zouden komen eten,.... Ook vandaag krijg ik het voorstel om te komen slapen (en toegegeven, deze keer zou het me wél uitgekomen zijn, zou me een langere nacht hebben opgeleverd, gezien mijn reistraject morgen). Jij hebt niet liever blijkbaar dan dat ik langskom bij jullie thuis... en liefst nog als Zij er is. Het perfecte excuus, "voor de buren". Zelfs als ik op de avond dat jij alleen thuis zit, langskom, dring je aan dat ik blijf tot Zij thuis is "stel dat de buren je zagen...". Maar ook op andere momenten... jij zoekt steeds dingen die ik bij jullie thuis kan komen doen. Omgekeerd kreeg ik je hooguit een keer of 3-4 hier...
Op deze manier ligt de leugen telkens bij mij. Ik verzin plaatsen waar ik heen ga, terwijl ik eigenlijk bij jou zit. Maar juist hierdoor weer ik jou, en vooral Haar, steeds meer uit mijn leven. Om ontdekking te voorkomen. Dus wat jij "afstand nemen" noemt is ook gewoon nodig...
Maar wat is dat met mannen? Hun behoefte om hun vrouwen te verenigen?
Ook die ander begint daar stilaan mee. Waar niemand weet over hem, zelfs niet dat ik hem ken, kent zijn vrouw mijn naam. Vanochtend stond ik zelfs ingeschreven in zijn professionele agenda, met een smoes. Toen zij hem even belde, zei hij dat we nog zaten te praten (toegegeven, we zaten ook écht te praten!), noemde mijn naam tegenover haar.
In dat gesprek groeide bij mij het besef dat ik een enorme vrijheid heb. Bij jou benauwt het me al, dat fusionele leventje, dat "alles samen doen" waardoor het ook zo moeilijk is om af te spreken buiten de uren dat Zij werken is. Maar ik stak het op jouw achterdochtige jaloerse karakter. Misschien ook op jouw leeftijd? Maar ook die ander maakt me duidelijk dat hij verrast is door alles wat ik mag. En ik besef dat het niet zo evident is blijkbaar, uit gaan eten, op stap gaan, laat staan op vakantie gaan zonder je partner.
Ik ken niet anders. En ik zou het niet anders kunnen. Is dàt de reden waarom ik instinctief niet wil huwen? Uit schrik dat ik mijn gevoel van vrijheid kwijt ben. Nochtans... ik heb nooit veel misbruik gemaakt van die vrijheid. Mijn vrijheid ligt in een rijk gevuld sociaal leven, opleidingen, activiteiten,... En daar moet mijn partner niet voortdurend bij te zijn... liefst niet zelfs. Zonder geheimen, heb ik behoefte aan een deel dat enkel van mij is.
Het doet de vraag rijzen: zou ik kùnnen samenleven met jou? Want ik besef dat jij mijn manier van leven niét zou kunnen aanvaarden. Als ik jouw reactie al meemaak op mijn sociaal leven (dat ik inderdaad terug oppik, nu ik niet meer élk vrij moment voor jou moet vrijhouden, nu ik niet meer mijn hele agenda op jou afstem maar wacht op initiatief van jou uit... initiatief dat er duidelijk niet komt)... Hoe kan jij van mij verwachten dat ik thuis zit, enkel en alleen omdat jij ook thuis zit, in een ander huis? Wat als onze "thuis" hetzelfde huis zou zijn?
natuurlijk nam jij terug contact op.... gisterenavond was het al zover. Aangezien ik jou niet hoor na je examens, en ik Haar tref op fb 's avonds ("hij slaapt, moe"), vraag ik aan Haar hoe je examens waren. Twee uur later boet ik hiervoor, verwijt je me dat ik je, als ik iets over je wil weten, het maar aan jou moet vragen. Dat je de hele dag niet reageerde op mijn woorden en mijn vraag om nieuws, negeer je. Als ik wil reageren, blijk ik -weeral- geblokt. Ik bel je, nog steeds uiterst kalm, om uitleg te vragen. Jij praat naast me heen, maakt me duidelijk dat Zij in de buurt is, en hangt op.
natuurlijk neem jij terug contact op... vandaag krijg ik telefoon van je. Ik ben winkelen met mijn vriendin, maar dat lijk je weer vergeten te zijn. "heb je even tijd?" Ik krijg een hele uitleg over je werk, hoe ze je buiten willen werken. Je vraagt mijn professionneel advies. Wat moet ik denken? Dat ik dan wél goed genoeg ben om te contacteren, of dat het gewoon een excuus is om me te contacteren? Ik antwoord zo goed als ik kan, blijf kalm. Maar met een nieuwsgierige vriendin vlak naast me kan ik gewoon niet met je praten. Al probeer ik wel... maar je komt eronderuit.
in de auto terug naar huis vraag ik je of je tijd hebt. Eeuwige achterdocht "waarom?" Ik bel je, wil rustig praten. Ik verwonder mezelf, blijf rustig, coherent, stel je enkel de vraag wat dat allemaal is sinds eergisteren. Jij draait de zaken om: "je ging me niet meer bellen". Dat jij dit conflict startte, eergisterenavond, ruim 24 uur voor mijn telefoontje, zie je niet in.
Ik heb maar één vraag voor jou: waarom? Waarom die woorden eergisterenavond? Waarom dat zwijgen gisteren? Wat bedoel je met "mijn plannetje van zondag"? Na veel aandringen komt het hoge woord eruit: je voelt dat ik afstand neem. Jouw gevoel. En dus ageer je naar mij toe. Hoe rijm je dat met zondag? Ik zag je 's morgens, stelde jou nog even praten voor op mijn bureau, wat jij weigerde. Ik zag je de hele namiddag, toen ik met Haar aan tafel zat te werken. Waar in hemelsnaam haal jij het dat ik afstand neem? Ik was op dat moment net weer aan het verzoenen... en jij noemt mij afstandelijk???
"sorry, mijn gevoel, ik was fout". En daar moet ik het mee doen. Moet erover zwijgen. Kan jij dan echt niet begrijpen dat die afstand er komt door jouw eigen gedrag? Dat je me zo hardhandig wegduwt, dat ik moe ben van het steeds weer terugkrabbelen?
Ergens, tussen de regels, hoor ik de ware reden... Jij moest niet werken vandaag, en ik "verkoos" te gaan winkelen met mijn vriendin. Een afspraak die ik al een maand geleden maakte, zou ik hebben moeten afzeggen omdat jij plots vandaag vrij was (jouw uurrooster veranderde afgelopen maandag, onvoorzien). Jij vroeg me niets, en ik had dat dus zelf moeten vragen? Bovendien kwam ik eergisterenavond niet langs "zoals meestal". Ik herhaal: ik kom niét meer langs zonder een uitnodiging van jou.
Ik ben moe... zo moe... Maar ik blijf kalm, vriendelijk, correct. Je hebt gelijk: ik neem afstand. Om te overleven... maar dàt ga jij nooit inzien. Jij houdt niet van mij... wat jij liefde noemt, is iets heel anders. Wàt precies,dat zoek ik nog...
You did not love me. You just loved the fact that I was there for you. You loved the attention I gave you, you loved the fact that I would drop anything for you. You dit not love me, but god, I loved you.
ondanks al mijn kalmte gisterenavond slaag jij erin om in je eentje ruzie te maken met mij. Ik ben er zeker van dat er, behalve mijn "bedankt voor de xxx" geen onvertogen woord van mij uit kwam. En desondanks krijg ik het hele arsenaal: "hoeft allemaal niet meer", "doet er niet meer toe", "vaarwel", "ik hul me vanaf nu in stilte". Elke reactie van mij is neutraal. Ik bevestig dat ik je succes zal wensen vandaag, voor je examens.
En ik houd woord. Start de dag met "gdmxxx, succes met het studeren". 's Middags "succes met de examens, hoop dat je me even laat weten hoe het geweest is". Jij houdt ook woord, hult je in complete stilte.
Waarom? Heel de dag stel ik me die vraag. Waaraan heb ik gisterenavond en vandaag verdiend? Je verwijt me dat " je liever recht in je gezicht de dingen hoort, dat mijn gedrag zondag je duidelijk maakte wat ik van plan ben". Ik denk en denk... overloop zondag. Ik weet het écht niet. Zondagochtend repetitie, zag ik je even. Neen, je wilde niet mee naar mijn bureau om even rustig te praten. Verdenk je me ervan dat ik op dat moment er een einde aan zou maken? Je moest eens weten.... ik wilde je geld lenen voor een rekening waarvan ik weet dat je ze niet kan betalen, had geld in de achterzak van mijn broek zitten. Heel de namiddag zat ik met Haar aan jullie tafel, te werken.
Of gaat dit weer om jouw eeuwige jaloezie? Het feit dat ik op stap ga zonder jou = kans op een ontmoeting met een andere man? Je zei me ooit dat je het kwestie van respect vindt dat een persoon niet met een persoon van het andere geslacht uit gaat eten, alleen. Ik heb je toen duidelijk gezegd dat ik dat wél doe, uit gaan eten met een mannelijke collega of een vriend, om bij te praten. Maar komend weekend ga ik uit eten met een vriendin.
Natuurlijk weet jij, beter dan wie ook, dat een ontmoeting in een klein hoekje zit. Op een onverwachte plaats. Niet gepland. Maar wil dat dan zeggen dat we elkaar moeten opsluiten, om elk risico te vermijden? Statistisch gezien ontmoeten de meeste mensen hun toekomstige partner tijdens een opleiding of op hun werk. Moeten we dan ook maar stoppen met werken?
Stilaan vervloek ik de dag dat ik je ontmoette. Weer huil ik.... Ook ik heb mijn breekpunt. Ik zal geen contact meer opnemen. Al besef ik dat jij mij weer zal contacteren... zo loopt het altijd. Ik zoek afleiding... nu naar huis, een slaappil en mijn bed in. Ik wil niet in de verleiding komen om je iets te sturen... wiste al meerdere keren vandaag een reactie.
Weer huil ik... deze keer niet om je woorden, maar om de afwezigheid ervan.
Somebody asked me if I knew you. A million memories flashed through my mind. I just smiled and said "I used to"
wat is jouw probleem? Ik ben de rust zelve, vriendelijk, neutraal, stuur elke ochtend en avond xxx, heel af en toe zelfs tussendoor, als we gechat hebben... Maar zodra ik vertel over mijn plannen de komende dagen, krijg ik te horen "fijn om dat allemaal te horen. Maakt niet uit. Geniet er maar van. Bye".
Jij zit elke avond thuis, gaat nergens heen. Je noemt jezelf een huismus. Ik ben dat niet. Wàt is het probleem?
Van jou hoor ik tegenwoordig last minute dat je iets te doen had, of zelfs achteraf maar.. die enkele keer dat je eens ergens heen gaat (en da's altijd een activiteit van Haar: mee naar een receptie met Haar, naar Haar familie, of heel af en toe uit eten met je dochter). Ik laat me niet doen, en vertel wat mijn plannen zijn. Onschuldige plannen: winkelen met een vriendin, naar een voorstelling (in mijn eentje dan nog), een avondje gaan uit eten met een vriendin. Jou kennende vermeld ik ook nog de naam van de persoon met wie ik weg ga, duidelijk een vrouwennaam. En zelfs dàn krijg ik dit soort reactie.
Het resultaat is ernaar... je neemt afscheid, zonder xxx. Ik heb zin om te reageren, één korte reactie ontsnapt me "bedankt voor de xxx". En ik sluit af, gooi fb toe. Neen, ik kom niet terug om ruzie te maken. Ik ga hier niét op in. Geen kans voor jou om me na een ruzie te verwijten dat je niet meer kan studeren, dat je examens niets zullen worden. Dat ik "bedankt word voor de ruzie, nét op dit moment".
Jij zit thuis, en dus moet ik dat ook doen? Ik dacht het niet, mijn lief. Jouw pessimisme mag mijn dagen niet meer vergallen... Wees maar zielig in jouw hoekje, ik zal gelukkig zijn in het mijne...
Weer een dag zonder jou... Niet dat ik je niet gehoord heb (of liever: gelezen heb). Maar onze gesprekken blijven compleet leeg, nietszeggend.
Je bent in een achterdochtige bui vandaag. Meerdere keren krijg ik, op mijn vragen "waarom wil je dat weten?" Onschuldige vragen, omdat je niets meer uit jezelf vertelt. En dus stel ik vragen "ga je studeren vanavond?", "hoe was je dag?", "hoe liep het werk?", "heb je lekker gegeten?"... Ik ga er niet op in, antwoord één keertje op jouw vraag "waarom?" gewoon "om dezelfde reden dat jij me vraagt of ik nog veel afspraken heb vanavond".
Weer een dag zonder jou... weer een dag zonder jouw liefde.
Weer een dag waarop je mij niet meer jouw vrouw noemt. Ik verras mezelf met deze laatste zin... het overvalt me, hoe hard ik het mis jouw vrouw te zijn. Maar het is nu al zo lang geleden dat je me zo noemde.
Plots besef ik het: dit is écht over. Wij zijn onherroepelijk, onherstelbaar, definitief voorbij. Ik ben jouw vrouw niet meer, jij bent mijn man niet meer.
Ik mis jou. Ik mis wie jij was. En ik mis wie ik was bij jou.
je verspreekt je... en even snel corrigeer je je woorden.
Vanochtend zag ik je even, op repetitie. Bij het afscheid vraag ik of jullie iets bijzonders doen vandaag, want ja, ik wil onze affiche afwerken, met Haar. Zij stelde me immers voor me te helpen dit jaar, en ik nam het aanbod indertijd aan. Dus ik doe ermee verder...
Je reageert "kom zeker langs, dat zou ik fijn... euh... dat zou fijn zijn".
Ik klamp me er aan vast. En tegelijkertijd doet het me ergens bitter weinig. Ik reageer er zelfs niet op, op je verspreking. Ik haat jouw voorzichtigheid, jouw onmogelijkheid om iets vrij te geven van gevoel. Nét datgene wat me aantrok in jou, intussen bijna een jaar geleden, is volledig verdwenen. Nog steeds toon jij niets van gevoel.
Jij noemt het "het oog". Je moest eens weten... Vannacht kwam ik laat thuis, van een uitje naar vriendinnen. We praten nog even na mijn thuiskomst, en plots begin je "ik weet amper nog iets van jou". Je valt over het feit dat je niet begrepen had dat hij mee ging. Ik reageer even snel "ik wist niet dat Zij gisteren niet werkte". Dat noem jij "het oog"... oog om oog, tand om tand. Ik noem het "gedaan met twee maten, twee gewichten". Het resultaat is hetzelfde, maar de bedoeling erachter is anders. Het eerste is wraak, het tweede is rechtvaardigheid. Maar ik ga er niet op in, verander van onderwerp. Kondig aan dat ik ga slapen. Ga niet in op jouw "nu al?"... het is dan ver 2 uur voorbij...
Je bent in je element deze namiddag. Ik zie je letterlijk genieten... je twee vrouwen samen in dezelfde ruimte, gezellig samen bezig. Je zou een prima bigamist zijn, bedenk ik me. Alleen weet Zij niet wat er speelt. En ik... ik slaag er in vandaag om jou zelfs te vergeten, terwijl ik met Haar werk. Er zijn momenten dat ik vergeet dat jij in de ruimte bent. Wanneer je me, bij het inschenken van een glas, even aanraakt, schrik ik zelfs op, verwacht het niet.
Maar het is ook confronterend. Want op die momenten krijg ik nog meer het gevoel: Zij heeft jou op affectief vlak, ik heb jou op lichamelijk vlak. Wat een verschil met die eerste maanden, toen ik je alles was...
Je voelt het aan, ik merk het. Ik laat je los. Af en toe maak je er een opmerking over. En ik praat er rond, verander van onderwerp. Ik noem het "jou behandelen zoals jij mij behandelt". Maar zelfs dàn zal ik niet meer reageren op jouw woorden... ik ben daar overheen. Ruzie is het me allemaal niet meer waard.
De Ander blijft aanwezig, laat me voelen dat hij mijn aanwezigheid op prijs stelt. Waar ik geen enkele aanzet geeft, spreekt hij van kansen, zoekt hij opportuniteiten. Het zal duren zolang het duurt, zolang beiden het leuk vinden, da's de afspraak. Maar ergens besef ik: ik ken hem nu al iets meer dan 2 maanden, en er was geen enkel conflict. Wat een verschil met jou.
We praten over gedichten vanavond... ik voel me zo on-echt. Want wat ik écht wil zeggen, moet ik voor mezelf houden...