een verhaal van wachten op het onmogelijke... Omdat niemand me kan verbieden te dromen.
29-03-2016
bange blankeman (Vermandere)
ik speel het harder en harder... confronteer je. Ik ben het zo beu, jouw eeuwige ontwijken, jouw "pin me vooral nergens op vast". Je bent er goed in, het is je natuur.... Zo rechtuit als ik ben in mijn uitspraken, zo voorzichtig ben jij.
Je blijft het spelen... houdt me een wortel voor. Een denkbeeldige wortel. En als ik je confronteer met je woorden van "ik probeer" en "ik doe mijn best" (over het feit dat ik hoop dat je een nacht met me doorbrengt deze dagen, ik alleen thuis), zeg je initieel "dat heb ik nooit gezegd". Mijn reactie van "ik heb al onze chats van de afgelopen dagen nog" lokt een "ik leg het je vrijdag uit" uit. Ik kan er enkel mee lachen.... ik krijg het beeld van een dier dat in het nauw gedreven is niet uit mijn hoofd. Je maakt rare sprongen, en als ik je vast zet, kom je met "ik leg het je vrijdag wel uit". Of "je noemt me een leugenaar, onbetrouwbaar" (wat ik dus niét zei, ik heb onze chats om het te bewijzen). En je eindigt met de dooddoener "je bent te ver gegaan".
Ik kan zonder jou intussen. Kan jij ook al zonder mij??? Wat een ontdekking: ik kan zonder jou.
En ik meen het. Ik heb jou niet meer nodig. Ik ben terug vrij. Vrij van jou, vrij van jouw goedkeuring, vrij van jouw erkenning.
We droomden zo veel dromen... zo veel plannen. En ik zal er je dankbaar om blijven, dat je die dromen in me deed ontstaan. Wat ik toen niet zag aankomen, was dat jij niet zou doorzetten. Dat je me met die dromen alleen zou laten. Maar ik realiseer ze, één voor één. Zonder jou.
Bange blanke man... het nummer van Vermandere komt in mijn hoofd op. Associatief, zo werkt mijn hoofd. Jij bent bang... bang om het zonder Haar te moeten redden. Bang omdat je niet zeker bent van mij, niet zo zeker als je van Haar bent.
Wat ik me realiseerde de afgelopen week: telkens als ik sprak over jou en Haar verwijderen van mijn fb, reageerde jij met "Zij heeft dit niet verdiend". Jouw éérste ongerustheid is niét hoe IK me voel, maar hoe Zij zich zou voelen als ik plots verdwijn, onze vriendschap stop. Ik ken mijn plaats nu.
Het doet er niet meer toe. Je bent me kwijt, mijn lief... Wat ik hier begon als het achterlaten van een spoor van onze gevoelens, werd een echt afscheid. Ik huil een laatste keer om jou... om wat we waren.
Je beweert dat je "je best doet" om een nacht met me door te brengen deze week. "ik probeer". Wie houd je voor de gek? Zij is op verlof, had ik het niet voorspeld? Ik durf zelfs vrijdag in twijfel te trekken, ondanks jouw verzekering dat je er zal zijn. Ik geloof er niet meer in...
Maakt het me uit? Ja en neen. Ik wil hier korte metten mee maken, in de hoop dat het me lukt. Ik wil verder... alhoewel, verder waarmee???
Wat ik jou moet nageven: ik trek alles in twijfel. De situatie hier thuis... wat rest er mij nog van mijn relatie? Een vriend vroeg het me: "is dat nog een relatie tussen jullie, of een partnership?". Een vriend die ik wel meer zag worden... maar hij stelt zijn grenzen. Maar goed voor hem... laat hem maar een vriend zijn.
Maar zonder het te beseffen stelde hij DE vraag: zijn wij hier thuis nog geliefden of partners? Het antwoord is in mijn hoofd duidelijk: we zijn partners. Partners die verdomd goed op elkaar ingesteld zijn, die perfect samenleven, een soort bedrijf runnen. Ons huishouden draait op rolletjes, de kids doen het goed onder ons gemeenschappelijke bestuur.
Is dàt het leven? Blijkbaar is het mijn leven... en zolang hij me de vrijheid laat die me toestaat om ernaast genot te zoeken, moet ik er tevreden mee zijn, denk ik. De Ander blijft aanwezig... al geraakte ik al weken niet meer tot bij hem. Hij blijft me berichtjes sturen, soms plagend, soms gewoon vertellend. De waarheid is dat ik meer over zijn dagen weet dan over de jouwe...
Geloof ik jou nog? Geloof ik dat je écht je best gaat doen om een nacht met me door te brengen deze week? Geloof ik dat je écht 15 maanden geen vorm van sexuele intimiteit had met Haar? Geloof ik dat je van mij houdt?
Je verwijt me dat ik je niet meer geloof... Je hebt gelijk, vrees ik.
Eergisteren hadden we een chat "zoals vroeger". Er gebeurde iets op het werk, en daar vertelde ik over. Daaruit vloeide een chat voort, over het leven, zin en onzin ervan. Zoals we in het begin hadden.
Maar wat ik nu pas opmerkte: zo'n gesprek bestaat uit mijn verhaal, en jouw cliché reacties "idd", "da's erg", "hoe voel je je?". Jouw kracht zit 'm in het luisteren, zeg jij dan. Maar eigenlijk luister je niet écht, merk ik. Je geeft gewoon de "juiste" reacties, zodat ik verder vertel. En als ik me zwak toon, kan jij me redden. Kan jij je mijn held voelen, degene die écht naar mij luistert.
En toch... in mijn herinnering vertelde jij ook vroeger. Daar stopte je al lang geleden mee. Jij blijft op de oppervlakte, geeft niets prijs. Dan kan je niet van mij verwachten dat ik mijn diepste gevoelens nog deel. Eergisteren was een moment dat het me even hoog zat... Wat jij echter niet weet, is dat ik over mijn dag aan 2 andere personen vertelde, op hetzelfde moment als tegen jou. Twee mannen. Twee mannen die veel voor me betekenen, elk op een andere manier.
Maar het gevolg is direct. Dezelfde avond krijg ik een "slaapwel xxx" ipv de "slaapwel" van de afgelopen maanden. Vandaag had ik een uitje met het hele gezin, een optreden. En dus krijg ik vanochtend plots "ik zal aan je denken vanavond". De enige uitleg die je bereid bent te geven is "ik voelde het zo aan, om dat te zeggen". Maar ik krijg ook "tot morgen" ipv "tot straks". En inderdaad: bij thuiskomst rond middernacht blijk jij vroeg in bed gekropen... abnormaal vroeg. Zij ook. Wat wil je me nu zeggen?
Ik zit nog wat te piekeren... te mijmeren. Over vroeger... veel over vroeger. Ik zoek wat liedjes op, luister naar teksten. Val op "for the longest time" van Billy Joel. Je zong dat voor mij, in een ander leven. Ik durfde niet naar je te kijken, uit schrik dat alle andere aanwezigen zouden zien wat ik hoorde. Je zei me dat de tekst je gevoelens weerspiegelden. Ik luister naar de tekst, en plots komt een andere herinnering opzetten. Een herinnering waarvan ik niet weet of ze écht is, een voorgevoel of geconfabuleerd.
De herinnering aan een gesprek met Haar. De herinnering aan Haar stem die me vertelt over jullie ontmoeting. En over hoe jij voor Haar zong aan de telefoon... dàt nummer. Is dàt echt gebeurd? Of maak ik het ervan?
Ik besef dat het er niet meer toe doet. Op dit moment voel ik me klaar voor 1 april. Ik prent mezelf in dat ik dit gevoel moet vasthouden!!!
is het écht bijna 1 april? De tijd vliegt, en ik zou hem willen stopzetten. Nog even de illusie behouden dat "wij" nog bestaan.
Je belt me vandaag... "per ongeluk", via messenger. Een videochat. En even zie ik je gezicht op mijn scherm. Meteen daarna hoor ik Haar stem. Ik hang op... Hoe "per ongeluk" is dit, als dit gebeurt, nét als ik een ronduit sarcastische reactie stuurde naar jou?
Het geeft me het gevoel dat je met me speelt... me in je netten tracht te lokken. Maar misschien geef ik je te veel krediet, zie ik in jou een grotere manipulator dan je eigenlijk bent? Kan het écht zo zijn dat ik zo veel houd van zo'n doortrapt persoon? Of kan ik stilaan zeggen "hield"? Een stuk van mij zal altijd van je blijven houden, besef ik.
Gisteren... je drukt je spijt uit dat ik nog geen feedback gaf op jouw verhaallijn. Mijn reactie is direct "ik wacht al 4 maanden op feedback op mijn vertaling". Altijd opnieuw hoor ik van jou "binnenkort". Maar ik laat me niet kennen, lees jouw verhaallijn, zet mijn opmerkingen op papier en stuur je je document terug, binnen het half uur. Mijn stuk herwerk ik wel zonder jou... met een vriend. Kan je wéér jaloers worden, ongetwijfeld.
Vandaag zat ik meerdere uren in de auto...onderweg. Veel tijd om na te denken. Veel tijd om gesprekken te herinneren. Ik tracht me ons vrijen te herinneren, en moet erkennen dat het te lang geleden is. Ik wéét dat het geweldig was, iedere keer opnieuw. Jij hebt me een genot leren kennen als niemand ooit eerder. Dàt zal ik altijd blijven missen. Maar zo zal het nooit meer kunnen zijn. Zoals ik me aan jou gaf... daarvoor moet ik volledig vertrouwen hebben. Daarvoor moet ik me volledig geven. En dàt ga ik bij jou niet meer kunnen...
Ik kan je nét niet haten. Daarvoor herinner ik me te veel. Maar ik kan ook niet meer van je houden zoals voordien. Daarvoor herinner ik me ook te veel.
sinds eergisterenavond, mijn bezoekje aan "jullie", krijg ik voortdurend insinuaties: "ik heb het begrepen, nu is alles duidelijk". "je zal het elders vinden"... ik begrijp je werkelijk niet. Okee, dat je aanvoelt dat ik afstand neem, dat het over is. Maar er IS momenteel niemand anders. Nog niet... voorlopig niet.
Dus wààr haal jij je insinuaties? Vanochtend ben ik het, na een zoveelste opmerking, grondig beu. Ik vraag je of ik je kan bellen, want via chat zeg jij toch niets. Normaal zou je alleen thuis zijn, maar je meldt me dat Zij thuis is, ziek (weeral). Maar ik heb geluk: je doet boodschappen, en dus kan ik je even bellen.
Aan telefoon zeg je wél dingen (oh, die eeuwige achterdocht van jou... niéts schrijven, enkel zeggen, zo is er geen bewijs). En hoor ik éindelijk waar je al 2 dagen op aanstuurt... Blijk je jaloers te zijn op een vriend van me, die homo is. Want je hebt het anders begrepen. Door het feit dat hij kinderen heeft, denk jij dat hij ook nog een vrouw heeft. En wie een vrouw heeft, zou er wel eens met de jouwe vandoor kunnen gaan. Is een gevaar, als hij tijd met me doorbrengt.
Ik kan er enkel om lachen. Al 8 maanden vertel ik je over hem, over zijn privé troubles met zijn echtgenoot (en niét echtgenote!!!). En alles wat jij kan zeggen, weeral, is "dan heb ik het fout begrepen". Geen "sorry voor mijn insinuaties". Geen verontschuldiging. Enkel "jij hebt gelijk dan".
Ik zal hier nooit aan kunnen wennen. Zo'n jaloezie. Vond ik het in het begin flatterend, vleiend (iemand die jaloers was om mij!)... je had geen reden. Zo lang liet ik alles om jou draaien.
Maar je hebt gelijk: intussen heb je reden om jaloers te zijn. Ik geef mijn lichaam aan een ander. En stilaan geef ik zelfs mijn gevoelens aan een ander. Ik heb jou losgelaten. Of liever: je bent mij kwijtgeraakt. In al onze ruzies, in al jouw incoherenties en leugens, ben je mij kwijt geraakt.
I've moved on... Je hebt me mezelf beter leren kennen. Je hebt me bevrijd van schuldgevoelens. Je hebt me doen inzien waar het misloopt thuis, wat ik mis. Maar je hebt me ook geleerd wat ik niét wil. Of ik ooit een betere versie van "ons" zal vinden, weet ik niet. Maar of ik die nu ooit vind of niet... bij jou zal ik het ultieme geluk duidelijk niet vinden. Dat heb je me de afgelopen maanden pijnlijk duidelijk gemaakt.
vanavond kwam ik even langs bij jullie. En ja, ik schrijf bewust "bij jullie".
Toen ik je belde dat ik vanavond zou langsrijden om iets terug te brengen, stelde je dé vraag: "waarom vandaag en niet morgen?". Want... morgen ben jij alleen thuis. Morgenavond is Zij weg naar repetitie.
Het zou je duidelijk moeten maken dat het over is. Vroeger zou ik alles gemanipuleerd hebben om morgen langs te komen. Het had zelfs niet veel moeite gekost, want hier thuis had ik geregeld dat ik morgen overal alles zou terugbrengen (bij jullie was één van de 3 haltes die ik moest aandoen). Maar eigenlijk kwam het mij een stuk beter uit om dat gewoon vanavond te doen. En voor het allereerst keek ik naar mezelf, en niét naar de kans om jou te zien.
Onderweg naar jou kwamen er andere herinneringen terug boven. Ik vertrok bij een vriendin (waar ik ook spullen moest terugbrengen), richting jouw huis. Een eeuwigheid geleden reed ik datzelfde traject. Na een meisjes-avond bij haar thuis, zorgde ik ervoor dat ik het niet te laat maakte. Excuusje "ik moet morgen vroeg op". En reed naar jou... voor een korte ontmoeting, even wandelen in de regen. Even jou kunnen zien... hoe vaak reed ik niet het halve uur tot bij jou, om een kwartiertje te kunnen gaan wandelen samen, stiekem, samen de hond uitlaten?
De eerste keer dat ik dat deed, vond je het lief van me. "zoveel moeite deed nog niemand ooit voor mij". Al snel vond je het echter evident, mijn inspanningen, de manier waarop ik mijn leven (en dat van mijn partner en kinderen) rond jou liet draaien. Alles regelde en manipuleerde ik zodat ik jou toch maar even kon zien. Maar nooit bedankte je me voor de moeite...
Vanavond... ik bel aan. Zij doet open, laat me binnen. Jij zit op de zetel, tokkelt nog iets op je GSM. Je staat niet recht om me te groeten, en ik ga niet tot bij jou stappen en me bukken om je een welkomstzoen te geven. Dan maar niet... ik zal het nog wel horen later.
Ik zit in jullie zetel, en besef: ik geniet ervan hier te zitten en met Haar te praten, de honden te aaien en te knuffelen. Jij... jij zit erbij. Je vertelt een aantal verhalen, tegen Haar. Ik krijg geen plaats in jouw blikveld, lijkt het wel.
Oh, ik ken je wel... geen welkomstzoen. Maar jouw "blijven zitten" was zo ostentatief en veelbetekenend voor mij. Als je iemand die binnenkomt wil groeten, sta je even recht. Blijven zitten en verder doen op je GSM is niet bepaald een teken van interesse. Of ben je "gekwetst" door het feit dat ik verkies vanavond te komen in plaats van morgen?
Ik zit daar, tussen jullie, en besef dat het me niet meer kan schelen. Ik ben er, ik ben daar waar ik al zo lang tracht te geraken. Het land van onverschilligheid. Waar jij een ander bent, waar ik besta, los van jou.
je beweert dat je er was, vanavond. Maar ik kon je niet zien "de omstandigheden dwongen me te vertrekken". Okee, je hond is niet goed. Maar dat je zomaar zou vertrekken, zonder me minstens dag te komen zeggen... dàt had ik niet kunnen denken.
Wat ik met die houding moet, ik weet het niet. Ik verwittigde je: ik geef mijn GSM aan iemand, en kom niet meer op fb. Hij is ... wàt is Hij? Er speelt iets, maar Hij stelt duidelijke grenzen. En die ga ik respecteren. Maar Hij leest me, nét zoals jij een jaar geleden. Alleen.. Hij is niet zo getormenteerd als jij. Ik geloof Hem best: Hij heeft een duister kantje. Maar toch... Hij stelt zich open, zonder angst om zichzelf te tonen. Maar stelt ook zijn limieten.
Oh, ik weet het: jij stuurde me nog berichtjes. Maar mijn GSM ligt bij Hem. En zelfs zonder verklaring, beloofde ik Hem één ding: dat ik niét op fb zou komen vannacht. Ik houd me aan mijn belofte... hoe moeilijk ook. Hoe vaak hoorde ik vandaag van Hem "wat is er toch aan de hand met jou? wat speelt er?" If only He knew...
Ons verhaal is over. Zei ik dat niet? Eens mijn voorstelling er ook op zat, is ons verhaal over. En zo voelt het inderdaad. Jij ging weg, zonder een woord. Ik moet erachter vragen. Hoe kan dit, dat jij gewoon vertrekt, zonder een woord van verwittiging? Is dàt dan die liefde waar jij het over hebt?
Zoals je vandaag zei: je bent bitter. Vannacht kreeg ik berichtjes, dat je "niet meer zou storen", dat je "geen plaats ging innemen in mijn leven." The usual... Ik ben op. Je horloge ligt klaar in mijn bureau. Of we zullen praten, 31 maart of 1 april... Zij is op vakantie die week. Maar oh neen, mijn lief, mij zal je niets horen zeggen daaover. Deze keer laat ik jou praten. Laat ik jou verklaren waarom het nu weer niet doorgaat, ons gesprek.
I'm a mess... Kon ik maar opnieuw beginnen... met alles.
net thuis... al voelt het niet als een thuis. Jouw armen voelen als thuis. Maar een thuis waar ik niet meer thuishoor.
Ik stap binnen en zie je blik. Een zoen op je wang, ik negeer je blik. Wandel langs je heen, de woonkamer binnen. Ik ken de weg blindelings intussen. Ik begroet Haar enthousiast, praat met Haar. Je wil de vrolijke ik, je krijgt de vrolijke ik.
De 'ik' waar je naar verlangt, dat weet ik maar al te goed.
Als Zij weg is, stel ik de vraag. Waar slaan al die opmerkingen, de afgelopen week, op? Niets nieuws onder de zon... je voelt het als een afwijzing, dat ik soms uren op fb kan doorbrengen, zonder jou aan te spreken. Ik pareer met "jij kan mij ook aanspreken als je met me wil praten". Je voelt het aan als afstand nemen, dat ik je niet bel wanneer ik zou moeten weten dat je alleen thuis bent. Ik reageer met "de laatste weken was Zij ziek, en dus soms thuis... ik kan niet weten wanneer Zij er is of niet is."
Wat voel ik me rustig, ijzig kalm. Je probeert door mijn schild te breken. Een terloopse aanraking. Gaandeweg word je duidelijker "je moet nu niet denken dat ik je niet wil kussen, maar ik durf niet meer." Ik voel je blik, zie je ogen naar mijn gezicht staren. Ik vraag je wat je ziet. "Je ogen. Je lippen." Iets later "ik houd nog steeds van jou." Wanneer die woorden zonder reactie blijven, hoor ik de bekende woorden "ik kan het tenminste nog zeggen."
Ik geef toe. "ik houd ook nog steeds van jou." Het is niet moeilijk om die woorden te zeggen. Het is de eenvoudige waarheid. Maar het is even waar dat jij van Haar houdt.
Je vraagt me wat ik wil van jou. Ik kaats de vraag terug: wat wil jij? Al ken ik het antwoord... toch stel ik de vraag. Woord voor woord kan ik je antwoord voorspellen: "wat ik wil, is wat jij niet meer wil". Ik vraag je waarom je dat denkt. Er zijn drie redenen. De eerste heb je meteen juist (gezien in mijn handtas...): "maandelijks ongemak". De twee volgende zijn zoals verwacht: "omwille van de persoon die ik ben" en "omwille van wat ik jou aandoe". Je bent gebuisd... de andere twee zijn "het is niet de plaats" (niet bij jou thuis, waar je steeds alert bent op elk geluid) en "mijn antidepressiva hebben een libido-verlagend effect" (al kon ik die eigenlijk nog niet testen).
Die antidepressiva... je reageerde er amper op, toen ik het je vertelde dat ik ze startte, enkele weken geleden. Zelfs nu blijf je er koel onder "ik vind het vreselijk dat je die nam", en that's it. Je denkt warempel dat ik ze al stopte, amper 3 weken later. Ik doe een poging om je uit te leggen hoe ik eraan toe was, die laatste week voor ik ze startte: angstaanvallen, zwarte gedachten, huilen op elk moment van de dag. Nog terwijl ik het uitleg, besef ik dat je het niet begrijpt.
Je zoent me. En ik kan genieten van ons zoenen. Niets mis mee... integendeel. Maar ik blijf alles als op een afstand bekijken, lijkt het wel. Je kreunt. Je tracht mijn hand te leiden, maar ik bied weerstand. Je zegt dat je jezelf wil bevredigen, op dat moment. Ik weiger het. Uiteindelijk streel ik je... door je kleren heen. Je vraagt om huidcontact. Weer weiger ik.
Ik wil je verlangend achterlaten. Het is wreed, maar ik wil dat je een fractie voelt van het onvervulde verlangen dat ik afgelopen zomer onderging. Ik wil de deur uitstappen, wel wetende dat je jezelf zal bevredigen zodra ik weg ben. Maar je zal het moeten doen met de herinnering aan mij. Net zoals ik sinds deze zomer leefde met de herinnering aan hoe intens, close, samen wij waren in het begin.
Je tracht me mee te trekken, in dromen. Maar ik ben dat meisje niet meer, dat zich door dromen laat verblinden. Je stuurt aan op een ontmoeting, doet vage beloftes, spreekt woorden van spijt over komend weekend (Zij is 2 nachten weg, en ik heb mijn voorstelling dus ik kàn onmogelijk weg). Spreekt over onze afspraak op 31 maart of 1 april (het gesprek dat ik je vroeg, enkele weken geleden). Wat jij niet weet, is dat ik intussen hoorde van Haar dat Ze verlof nam die hele week. Ik had er met jou om gewed, dat Zij verlof zou nemen, de eerste week van de paasvakantie. Jij beweerde bij hoog en bij laag dat het niet zo was. En zelfs nu spreek je er niet over...
Ik ben geleerd. De laatste keer dat ik je confronteerde aan je incoherentie (me beloven dat je me zal ontmoeten, ondanks Haar vakantie), kreeg ik te horen "misschien wilde ik bewijzen dat ik wél zou komen, ondanks dat Zij thuis is." Ik zie wel... maar reken er niet op gewoonweg.
Ik speel hoog spel, dat besef ik. Ik laat je praten over ontmoetingen, momenten samen, mijn lichaam tegen het jouwe.
De volgende keer dat je me ziet, sta ik op een podium. Ik weet wat jij zal zien. Je zal me mijn partner zien kussen. Je zal me een andere man zien kussen. En je zal me nog 2 andere mannen zien omhelzen. Je zal voelen wat ik voelde, alleen in een bed, terwijl jij in de kamer ernaast naast Haar sliep. Je zal voelen wat ik voelde, al die lange dagen en nachten dat ik naar jouw armen en omhelzing verlangde. Je zal voelen wat ik voelde, telkens je me teleurstelde, afspraken annuleerde zonder een sorry.
Voor mij is mijn rol dit jaar meer dan een rol. Een vrouw wacht in een hotelkamer op haar minnaar... een jaar geleden was ik dat echt. Maar vanaf nu is het de man die op mij wacht. Dàt maakte je van mij...
stilaan begin je te ageren. Ik krijg tenloopse opmerkingen, meer in de trant van de "ander en beter ongetwijfeld". Ik hoor de al te bekende zinnen terugkomen: "ik zal je niet meer storen", "je beslissing is genomen", "ik zal wel zien".
Ik lijk al jouw woorden veel meer van op afstand te lezen. Hierdoor lees ik de incoherenties, steeds weer. Veel ervan leerde ik van jou. De woorden letterlijk nemen, uitleg vragen.
Een typische jij-ik-chat (context: ik moet dinsdag langskomen om iets op te pikken):
Ik: "je beloofde me de uitleg ivm die 'ander en beter'"
Jij: "ik zie het wel"
Ik: "wat zie je wel?"
Jij: "dindag"
Ik: "ik vroeg niet wanneer, maar wat"
Jij: "jou"
Ik: "je schreef: ik zie HET wel"
Jij: "hoe en wat dinsdag"
Ik: "wat zie je wel dinsdag? Of je me de uitleg geeft?"
Jij: "dat doe ik sowieso"
Ik: "wat moet je dan nog zien?"
Jij: "dinsdag"
Ik: "je zegt me dinsdag wat je nog moet zien?"
Jij: "neen"
Ik; "je moet nog zien of dinsdag nog doorgaat?"
Jij: "maar neen"
Ik: "ik begrijp het niet. Ik vraag je wat je dan nog moet zien, en jij antwoordt dinsdag. Dus ofwel bedoel je dat nog moet zien of dinsdag doorgaat, ofwel bedoel je dat je het me dinsdag zegt"
Jij; "het tweede"
Ik: "ik vroeg net letterlijk 'je zegt me dinsdag wat je nog moet zien'. Jouw antwoord was 'neen'. Nu zeg je het tegenovergestelde"
Jij: "slaapwel"
en weg was jij...
Zo gelezen is het onbegrijpelijk, deze conversatie. Wat moet ik hiermee? Ik kom morgen langs, en merk het wel.
Maar ik ken je, denk ik. Wat je volgens mij bedoelt is: je zal zien of ik nog naar je verlang, of ik je kan weerstaan. Maar als ik dàt schrijf, ontken je het toch. Dus ik doe de moeite zelfs niet meer... Ik ben altijd zeer rechtuit geweest naar jou toe, ook op pijnlijke momenten. Stelde me steeds opnieuw kwetsbaar op, door je mijn gevoelens te laten kennen. Steeds opnieuw schreef ik, zelfs op moeilijke momenten, hoeveel ik van je houd. Nam het risico.
Die tijd is voorbij. Ik zeg het niet meer, en ik vraag er niet meer achter. Je leerde me voorzichtig te zijn, mijn gevoelens voor mezelf te houden. Dat heb je voor elkaar gekregen...
ondanks het soort "wapenstilstand" dat we sloten de afgelopen week, brak je het pact. Het is ruim 2 uur 's morgens. Ik stuurde geen 'slaapwel" omdat ik nog niet slaap. Na de repetitie kwamen enkele vrienden mee naar huis iets drinken. Iedereen is nét de deur uit... maar jij stuurde niets.
Ik voelde de bui al hangen vanmiddag.... ik kreeg al uitspraken als "en nu niets meer" (toen ik niet meteen reageerde) en daarna "zeker anders en beter gevonden". Ik kan er hooguit schamper om glimlachen. Ik heb dit soort uitspraken te vaak gehoord, en reageer er niet meer op. Tegen wie zeg je het?
Vond ik anders intussen? Ja. Vond ik beter? Neen. Ik besef het maar al te goed: beter als jou zal ik niet meer vinden. En dan kan ik het over het puur fysieke hebben, maar ook emotioneel. Zoals ik in jou investeerde.... dat doe ik nooit meer. Ik scherm mezelf af in de toekomst. Wat ik bij jou voelde, het is het niet waard.
Ik denk vaak na over mijn relatie. We hebben een soort partnership, denk ik. We zijn een goed team, een uitstekend team zelfs. Is passie daarin een noodzakelijke? Of gaat het op het einde van de rit uiteindelijk over "hoe goed zijn wij samen?". We runnen een huishouden, laten we het als een soort bedrijf zien. En het draait. Onze kids hebben een kader, een stabiliteit, een draaiboek. Moet dat eigenlijk meer zijn? Of is passie iets dat je daarbuiten moet zoeken?
Gelukkig zijn zij die beiden in één persoon vinden. Het is duidelijk niet mijn geval. Maar mijn huidige partner is absoluut mijn "partner". We brengen samen drie kids groot, ons huishouden draait op rolletjes (hoe druk we het ook hebben). Ik dacht passie bij jou gevonden te hebben, ik droomde van meer. Maar intussen besef ik maar al te goed: jij past niet in het plaatje.
Heb ik te groot gedroomd? Had ik jou meer moeten beperken, minder ruimte en plaats moeten geven in mijn leven? Hadden we langer kunnen bestaan als we de passie hadden kunnen afschermen, niet integreren in ons dagelijkse leven? Ik leer... misschien zal ik bij een nieuw iemand niet meer dezelfde fout maken.
Als er ooit een nieuw iemand voorbij komt bij wie ik dezelfde passie kan voelen....
Samengevat: ik had een relatie van 1990 tot 1994. In die 4 jaar keek ik naar geen enkele andere man. Sinds eind 1996 ben ik samen met mijn huidige partner. Die eerste jaren waren... tja, let's face it: ik was niet altijd trouw, maar niets ernstigs (en met de meeste van die mannen onderhoud ik nog een fijn contact, zo af en toe, via chat). Maar toen begonnen we aan kids, en dàt veranderde alles. Ruim tien jaar lang was ik hoofdzakelijk bezig met 'mama zijn'.
Ik was daar tevreden mee. Mijn kids, ze zijn mijn alles. Alhoewel, ze delen hun mama met haar werk, en sinds enkele jaren met haar hobby. Maar toch... ze zijn belangrijk.
Jou ontmoeten, 7 februari 2015. Een kantelmoment. Alles kwam op losse schroeven te staan. Voor het eerst in 12 jaar stelde ik me voor hoe het zou zijn om mijn kids niet non-stop bij me te hebben. Zou ik dat aankunnen? Ze zijn zoveel beter af bij hun papa, die tijd voor hen vrijmaakt. Die voor hen kookt, voor hen zorgt, met hen speelt, uitstapjes maakt. Wat is mijn deel? Het onzichtbare deel: zorgen voor leuke en proper gewassen kleren, en het niet-leuke deel: meegaan naar dokters.
Dus jij vertegenwoordigde ongetwijfeld een stukje vrijheid. Niet meer die eeuwig 'zorgende' rol. Vrouw zijn ipv mama. Jij slaagde zelfs waar mijn kids niet slaagden: me een stukje meer losweken van mijn werk. Ik, workaholic pur sang, neem voor jou halve dagen verlof. Alles om jou te kunnen zien. Alles om samen met jou enkele uurtjes te kunnen doorbrengen. Vier heerlijke maanden lang, van maart tot juli.
En toen... veranderde alles. Die dag in juli veranderde mijn leven. De dag dat jij me zei dat alle plannen, alle dromen niet meer waren dan een illusie, een zeepbel.
Vandaag las ik van jou "jouw beslissing is genomen". Ik ga er niet tegenin. Dat JIJ de beslissing nam voor mij, met jouw inertie, jouw verbroken beloftes... nooit zal je dàt kunnen erkennen. Jij hebt het nodig om je te kunnen positioneren als slachtoffer. Ik laat je doen... moe van de discussies. Het is het niet meer waard... jij bent het niet meer waard.
Ik speel jouw spel. Kaats jouw eigen zinnetjes en uitspraken terug. Ik voel me steeds sterker... en ik hoop die positie te kunnen vasthouden als ik je in je ogen kijk...
stilaan kom ik in de fase dat ik aftel. Aftel naar de datum die ik je gaf voor een gesprek. Een rustig moment.
Ik ben binnenkort 5 dagen alleen thuis. Volgens jou gaat Zij die dagen gewoon werken, en jij bent dan thuis, schoolvakantie. Vorig jaar was ikzelf in die periode in het buitenland op reis, met het hele gezin. Ik herinner me de dagen ervoor... Je ging me een teken meegeven, dat je op me zou wachten.
Een romantisch gebaar: jouw horloge om mijn pols. Elke dag, op het afgesproken uur, keken we ernaar, in de wetenschap dat de ander precies hetzelfde deed. We stuurden elkaar, als het mogelijk was, een foto van onze horloge, op "ons" uur. Ik liep overal te zoeken achter internet, zodra ik kon stuurde ik je foto's, verslagjes, Elke avond kroop ik vroeg in bed, en chatte tot diep in de nacht. Soms was dat liefdevol, soms erotisch, soms ruzieënd.
Ik herinner me mijn nachtmerrie tijdens die reis. Ik droomde jullie huwelijk. Ik droomde dat ik daar zat, en naar jou en Haar keek. Ik hoorde de priester die klassieke woorden uitspreken, over "als er iemand bezwaar heeft, dat hij nu spreekt of voor eeuwig zwijgt". In mijn droom zag ik jou omkijken, mijn ogen zoeken. Je spoorde me met jouw blik aan om iets te zeggen, alles te stoppen.
Ik herinner me dat ik jou mijn droom vertelde. Ik stelde de vraag, of jij een idee had hoe mijn droom eindigde. Jouw antwoord sneed recht door mijn hart "ik kijk je aan, en ik huil één traan. En daarna draai ik me om en zeg ik 'ja' tegen Haar".
We chatten even vanavond. Voorzichtig. Jij zegt "jij hebt al lang je beslissing genomen". Ik wilde dat ik daar zelf ook zo zeker van kon zijn...
Ik weet welke dagen eraan komen, ik ken jouw verdriet in deze periode. Vorig jaar liet je me mondjesmaat toe daarin, iets wat niet van jouw gewoonte is. Dit jaar... ik weet niets meer over jou.
Neen, dat is niet helemaal waar. Ik blijf normaal doen tegen Haar, en dus chat ik, zoals voordien met Haar, af en toe. Ik wil geen enkel vermoeden laten ontstaan. Maar ik vraag niét naar jou, vermeld jou nooit meer. En nu valt het me pas op hoe Zij steeds weer het gesprek op jou brengt. Jij bent Haar alles, da's duidelijk.
Zij is ziek, maar ik hoor meteen dat jij ook ziek bent. Mijn partner zet vanavond een film op die mij niet interesseert, en dus vertel ik haar dat. Zij zegt meteen dat jij die ook niet goed vond, Ze zegt zelfs niet wat Ze er zelf van vond. Steeds weer brengt Ze het gesprek op jou. Ik negeer elke verwijzing naar jou, en praat eroverheen. Ik heb iéts te vaak gehoord dat ik Haar uitvraag...
Maar van jou hoor ik niets. Al twee dagen enkel "gdm" en "slaapwel". Verder stuur ik niets meer. Dàt is er van ons geworden... Maar ik wil niet dat je me over enkele weken iets kan verwijten, dus stuur ik die twee woorden braafjes. Het laatste restant van wat er ooit was...
En toch... jij bent grotendeels offline op fb. Maar zodra ik Haar aanspreek, verschijn jij ook. Toeval? Ik denk het eigenlijk niet. Ik vermoed dat Zij meteen zegt dat Ze mij op chat heeft. Zoals ik al langer vermoedde: ik heb geen relatie gehad met jou, maar met JULLIE. Op alle vlakken heb je mij geïntegreerd in jullie leven, niet in jouw leven.
Ik bedank hiervoor. Ik keek afgelopen week naar de doos in de kast op mijn bureau. Jouw horloge... het wacht op jou. Hoe ga je daarop reageren? Het is mijn laatste grote cadeau voor jou, het meest veelbetekenende. En meteen komt de vraag in me op: ik ben bijna jarig. Een jaar later is mijn cadeau van vorig jaar er nog steeds niet... mooie verhaaltjes, over "geen tijd". Onzin. Je bent een fantast... hoe heb ik me ooit zo kunnen laten verblinden?
ik herinner me gisterenavond, een jaar geleden, steeds meer... de details van die avond komen terug.
We reden naar een vergadering van mij; lang zou die niet duren. We hadden een excuus gevonden, zodat jij mee kon. En zo zouden we, voor het allereerst in mijn leven, op kamer gaan. Ik had in die buurt een rendez-vous hotel gevonden. Jij, de man met ervaring met dat soort ontmoetingsplaatsen, zou reserveren.
In het oprijden bleek al: je had niet gereserveerd. Ik vroeg je dat te regelen tijdens mijn vergadering. Bij buitenkomst bleek je nog steeds niet gebeld te hebben, klonk het van "geen netwerk" (toch vreemd dat ik ginder wél netwerk heb, en jij niet?). Achteraf gezien herken ik het schema: jouw achterdocht (Zij zou eens moeten ontdekken dat jij dàt specifieke nummer gebeld had?), maar ook jouw inertie.
Achteraf gezien had die eerste keer al kunnen mislopen. Alle kamers volzet, of niet bereikbaar. Maar er was plaats. We werden ontvangen door een man die zo uit een vreemde film gestapt leek. Kregen een kamer, met een laag bed, enkel een laken op het bed, een zetel in de hoek. Onwennig... voor het eerst samen in een kamer, met een bed.
Wat voelde jouw lijf meteen vertrouwd aan. We brachten de avond zoenend, pratend, vrijend door. Wat leek toen alles simpel. Wat hield ik van jou, die avond. Het voelde als thuiskomen... in jouw armen hoorde ik thuis.
Wat is er gebeurd met die twee mensen? Wat is er gebeurd met die twee mensen die zich zo in elkaar konden verliezen, voor wie geen enkele inspanning of leugen te groot was om maar een kwartiertje samen te kunnen zijn? Wat was ik naïef. Wat was ik verliefd. Wat hield ik van jou....
vandaag de derde en laatste 'verjaardag'. Maar geen enkele indicatie dat je eraan denkt, dat je je zelfs maar bewust bent van de dag.
Terwijl ik het verhaal al hoorde, meerdere keren zelfs: jullie eerste ontmoeting. Het 'waar, wanneer, wat' in alle detail, zowel van Haar als van jou. Je herinnert het je alsof het gisteren was.
Maar onze keer vrijen (tot voor kort noemde ik het 'liefhebben' maar vandaag noem ik het 'vrijen' of zelfs 'sex hebben')... de datum lijkt je compleet te ontgaan. Ik verwachtte ook niet anders. Onze kennismaking, onze eerste ontmoeting... de data ontgingen je compleet. Waarom zou deze datum wél meer indruk gemaakt hebben op jou?
Huilen doe ik niet meer. Ik dank de antidepressiva. Maar het speelt wél al heel de dag door mijn hoofd. Ik leg me neer bij het feit dat ik je seffens een boodschap zal sturen, om duidelijk te maken dat vandaag een betekenis had. Dat ga ik niet kunnen laten, ik ken mezelf. De tweede verjaardag vergaf ik je, in de aanloop naar je allereerste optreden. Stress doet rare dingen met mensen, vergoeilijkte ik je. Maar vandaag is er geen enkel excuus... enkel inattentiviteit.
Ik zou willen roepen, schreeuwen, je een klap in je gezicht geven om je te wekken. Je verliest me. Ik weet niet of je beseft waar ik zit, waar ik intussen geraakt ben. Jouw annulatie deze week was zo evident, zo verwacht. Ik gaf je enkele data om te praten, over een paar weken pas. Gedaan met me in alle bochten wringen, gedaan met mijn leven op jou af te stemmen. Momenteel heb ik andere prioriteiten, en ik respecteer die. Jij moet maar wachten...
Je horloge ligt klaar in mijn bureau... ik kijk er meerdere keren per week naar. Het wacht op jou.
wat ben jij voorspelbaar. Of moet ik zeggen: wat zijn JULLIE voorspelbaar?
Want daar komt het op neer. Haar boodschap op fb gisterenavond is duidelijk: jij hebt haar gezegd dat ze moet rusten op de zetel. En vandaag samen naar de huisarts, die jullie weer beiden thuis schrijft voor de rest van de week. Voor een verkoudheid (tja, noem het een rhinosinusitis, het komt neer op een flinke verkoudheid). Nu ja, ik wéét dat ik hard ben in die dingen, ga zelf werken met hoge koorts, met antibiotica. Ik ben opgevoed met een vreselijke werkethiek, en om thuis te mogen blijven van school (en nu het werk) moet het ernstig zijn.
Net zoals ik mijn kinderen grootbreng. Thuis blijven van school vraagt serieus ziek zijn, en nooit zonder een attest van de dokter. Mama schrijft zelf géén briefjes voor school... ook niet voor één dag. En het loont... één van de kids wilde enkele dagen geleden zelfs voor een uurtje naar school, voor hij naar de dokter moest voor controle na ziekte "want dan kan ik toch nog een uurtje de les volgen".
Op het jaar dat ik jullie ken, hoor ik steeds weer "ziek thuis" ("voor één dag heb ik geen attest nodig"). Ja, een punt van kritiek, dat ik nooit zal uiten. Het is jullie zaak, jullie eigen ethiek. Maar weer een punt dat mij bevestigt dat "wij" kansloos zijn. Ik zou het niet verdragen, die houding...
Maar ik had er het raden naar. Vermoedde het. Wat is het eenvoudig: haar eventjes aanspreken op fb, fijne werkdag wensen, en ik krijg de waarheid. Jij zweeg erover vandaag, wist me enkel te vertellen dat jijzelf je niet geweldig voelt, en naar de dokter gaat. Ik zwijg, confronteer je er zelfs niet meer mee. Je antwoord ken ik "ik heb toch niet gelogen". En inderdaad: je liegt niet. Je verzwijgt enkel dingen.
Ik doe hetzelfde. Ik verzwijg meer en meer, vertel het strikte minimum. Wat valt er immers nog te zeggen, behalve "vaarwel"?
ben ik verbaasd? Als ik even nadenk: eigenlijk niet. Vermijdend... je vreest wat ik kom zeggen.
Dus de woorden "vanavond lukt niet, Zij blijft thuis"... Natuurlijk kan ik het niet weten, maar ik stel me zo voor dat Zij zich niet super voelde. Ik kan me zo voorstellen hoe jij zegt "blijf dan maar thuis vanavond van de repetitie". Hoe dan ook... het berichtje rond 16h verrast me niet.
Zoals altijd weer... zonder een woord van spijt over onze geannuleerde afspraak.
Afspreken was al een moeizaam proces gisterenavond. Waar spreken we af? Ik voel hoe jij aanstuurt op een afspraak op kamer. Ik blijf vaag, houd het op "ik rijd wel in jouw richting, laat maar weten waar ik moet zijn". Maar op geen enkel moment stel ik voor dat we op kamer gaan. Dus eindigt het met een "kom dan maar naar hier zeker" van jouw kant.
Dus weer moest ik thuis last minute een "vergadering" annuleren... Gelukkig komen er nooit vragen, zijn ze zoals altijd blij dat ik een extra avondje thuis ben.
Het maakt me zelfs niet meer droevig, dat je annuleert. Ik laat geen traan. Is dit nu het effect van de antidepressiva? Ik klamp er me aan vast, vergat ze nog niet één keer (voor mij een hele prestatie). Twee weken ver ben ik nu... het kan dus enkel nog maar beteren. Gedaan met de angstaanvallen, de huilbuien te pas en te onpas, het obsessieve checken of je je fb of whatsapp opende.
Loslaten... Laat ik jou los, of ben jij mij kwijt? Ach, wat maakt het ook uit... belangrijkste is dat ik volhoud, niet meer herval. Geen idee of ik daar al sterk genoeg voor ben. Ik kan het enkel hopen...
mijn lief... ik keek naar jou vandaag... op het podium. Ik vroeg me af: "is dit de man van wie ik houd?"
Het antwoord is nog steeds "ja". Maar met een nuance... Houden van jou gaat niet meer samen met "jou hebben". Ik zag je van het podium stappen... voorbij onze rij wandelen. Jouw blik ging enkel naar Haar en jouw dochter, mij negeerde je. Instinctief maakte je de keuze. Ik leg er me bij neer.
Gisteren was Zij er niet... zocht ik je op na de voorstelling. Even praten in de kleedkamer, alleen. Ik bleef bij je tot iedereen weg was. En je gaf me een snelle zoen op mijn lippen. Maar jouw eerste vraag zei alles "heb je me gemist?" terwijl het juiste om te zeggen geweest zou zijn "ik heb je gemist".
Altijd weer... alles draait om jou. Jouw geruststelling, jouw eigenbeeld. Als ik iets gezegd zou hebben, ik zou begonnen zijn met "ik heb je gemist". Jij niet.
Ik heb niet geantwoord, heb je het zelfs maar gemerkt? Ik heb de vraag teruggekaatst: "heb jij mij gemist?".
Ik ken het antwoord op die vraag. Denk ik toch. Je hebt mij niet gemist, al zeg je van wel. Je hebt mijn lichaam gemist, dat wil ik nog geloven. Maar mij??? Je hebt Haar. Ik ben intussen zover om te zeggen: Ze mag je hebben. Want dit gaat nooit werken, jij en ik. Ik pas niet in jouw leven, jij past niet in het mijne. Ik heb bet nochtans gewild, ik wilde het proberen, er alles voor opgeven.
Ik geloof in instincten, in eerste blikken. En jouw eerste blik zei alles. Die ging niet naar mij maar naar Haar. Je mag me nog 1000 keer zeggen dat het niet zo is, ik zag jou Haar blik zoeken. Of was het die van jouw dochter? Je zal me dàt vertellen, maar ik zag je wel kijken. Ik kan er niet meer in geloven.
Het is niet erg... ik kom hier wel over. It's better to have loved than to have never loved at all, nietwaar? Je gaf me een blik op hoe het had kunnen zijn, maar toen was het al gedaan. "So be it"... hoe vaak heb ik die woorden al niet geschreven?
Het is goed zo. Dinsdag kom ik met je praten. Neen, ik ben vastbesloten, ik kom niet vrijen. Sowieso, zoals je zelf zei: we vrijen niet meer bij jou thuis. Ik ben de vluggertjes beu. Ik kom praten. Ik heb lang getwijfeld, maar ik kom nog even zonder horloge. Omdat ik eerst mijn eigen optreden niet in gevaar wil brengen. Ik wil nog rust, nog enkele weken. Ik wil mijzelf hetzelfde gunnen als ik jou gunde, afgelopen weekend. Rust, kalmte. Wat ik kom zeggen, weet ik eigenlijk nog niet. Ik kom vooral luisteren, denk ik.
Ik weet nu al wat je zal vertellen. Jouw nieuwe project. Maar mij sleur je deze keer niet mee... je mag het werk zélf doen.
Ik kàn dit!!! Nog even volhouden... over 5 weken ben ik 5 dagen alleen thuis. Tijd genoeg om te huilen, te rouwen, te treuren, zonder mensen in huis. Daarna moet het gedaan zijn. Symbolisch of niet, maar jouw verjaardag valt in die periode.
ruim een week verder onder antidepressiva... en al wéét ik maar al te goed dat ik 3 weken moet wachten op het volle effect: ik merk het verschil al. Ik barst niet meer in tranen uit op de gekste momenten. Ik heb al twee dagen zelfs niet meer gehuild om jou.
Mis ik je er minder om? Neen, absoluut niet. Heb ik minder spijt van hoe alles gelopen is? Zeer zeker niet. Ik rouw nog steeds. Maar ik rouw steeds minder om jou, steeds meer om wat had kunnen zijn en nooit meer zal zijn. Ben ik duidelijk? Dat weet ik eigenlijk niet... maar voor mij voelt het zo.
Maar elke dag neem ik meer afscheid van de toekomst zoals we ze samen droomden. Liggend op een bed, ergens op een kamer. Want natuurlijk vrijden we geen 2 of 3 uur non stop. We praatten veel, over alles en nog wat, maar vooral over dromen, over "ooit". Mijn dromen en jouw dromen, en we zochten hoe we beide konden combineren. We fantaseerden, in afwachting van onze "ooit", over uitjes met mijn kids, enkel jij en ik, "om te voelen hoe het zou kunnen zijn". We planden reisjes, jij zou wel een excuus bedenken om eens enkele nachten weg te kunnen van thuis (voor mij is dat een stuk minder moeilijk, enerzijds professionneel, maar ook omdat het hier geen probleem oplevert om eens enkele nachten alleen weg te gaan).
Wat hadden we mooie dromen, mijn lief. We droomden groot, grenzeloos, eindeloos. Onze gezichten dicht bij elkaar, pratend, zoenend, onze vingers verstrengeld.
De realiteit speelde spelbreker. Niet enkel Zij, maar ook jouw inertie, jouw gebrek aan durf en ondernemingszin. Ik besefte al snel dat ik al jouw excuses bedacht om elkaar te zien, weet je nog dat ik die opmerking maakte? Toen het moment kwam dat je zelf een excuus moest bedenken, afgelopen zomer, viel élk plan in het water, bleek er niets gepland. Het keerpunt...
Dromen... ik was bereid om ze allemaal te helpen realiseren.
nu precies 1 jaar geleden.... 1 jaar geleden keek ik voor het eerst in jouw ogen.
Wat was ik zenuwachtig. Om de stress te minderen, hadden we elkaar in de loop van de namiddag al even gebeld, om alvast te wennen aan elkaars stem. Ik hoorde jouw stem, die al te bekende klanken. Wat klonk je meteen al vertrouwd...
Mijn hart bonste. Ik trachtte me te concentreren op mijn werk, maar wachtte vol ongeduld op de bel... de bel die niét van de volgende afspraak kwam, want ik had een leegte in mijn agenda. Een leegte die jij zou opvullen, met jouw komst. De initiële reden was op dat moment al een excuus geworden voor onze ontmoeting. Hoeveel uren chatten we in die eerste 2 weken? Elke avond zaten we 5-6 uur te praten, vertrouwden we elkaar alles toe. Elke vraag kon gesteld worden... van in het begin geen geheimen tussen ons, geen taboes.
En toen... ik opende de deur, en daar stond je dan. Ik keek in je ogen, en was verkocht. Je zat tegenover me, in mijn bureau. Onze knieën raakten elkaar nét niet. Onze vingers vlak bij elkaar, zonder huidcontact. En toch... we voelden het beiden. We praatten... we keken... we luisterden... we voelden. Tot de bel weer ging...
Tijd voor het afscheid. We stonden beiden recht, en ik zei "we horen elkaar weer" (of zoiets). En jij... jij kuste me. Een zachte aanraking, jouw lippen die de mijne raakten. Wat ik toen voelde, valt met geen woorden te beschrijven. Magie...
Ik vroeg je of je wachtte tot ik klaar was. Je zei ja, maar even later stuurde je dat je even naar buiten ging. Mijn hart sloeg een slag over... zou je nog wel terugkomen? De rest is geschiedenis: je kwam terug, we praatten nog meer... en we zoenden. Meteen zo vertrouwd, zo vanzelfsprekend. Alsof we elkaar altijd al gekend hadden.
Vandaag precies een jaar geleden. En ook vandaag besef je het niet.