een verhaal van wachten op het onmogelijke... Omdat niemand me kan verbieden te dromen.
24-10-2015
I've got you under my skin (Frank Sinatra)
je zit inderdaad diep... zo diep dat het zelfs niet meer gewoon "under my skin" is. Je zit in mijn hoofd, op élk moment.
Jij zegt mij "ik sta nog steeds met jou op, en ik ga nog steeds met jou slapen". Dat kan best... maar daartussen besta ik naar mijn gevoel minder en minder.
Ik wijs weer met de beschuldigende vinger naar Haar. Meer en meer lijkt het erop dat ik een relatie heb met jullie, en niet enkel met jou. Vandaag kon ik het zo regelen dat ik voorbij jouw huis terug naar hier zou rijden. Het zou maar een kort moment geweest zijn, maar nadat de afgelopen week 2 korte ontmoetingsmomenten last-minute geannuleerd werden door jou, was het een kans, een kort gestolen momentje. Letterlijk gaf ik het aan... de kans. In de hoop dat jij het zou begrijpen. Een wandeling met de hond. Een snelle boodschap doen. Iets uit de auto halen. De kans op enkele minuutjes elkaar zien. Mijn aanzet werd opgepikt... maar niét zoals ik hoopte. Neen, jij stelde voor dat ik "even langs huis" kwam.
Hoe komt het dat jij ervan uit gaat dat ik, als ik maar enkele minuutjes heb, Haar wil zien? Zij is momenteel de laatste die ik wil zien, eerlijk gezegd. Nog liever had ik gelezen dat je niet weg zou geraken, dat het niet zou lukken. Maar Haar onder ogen komen, ik zag het niet zitten. En dat schreef ik je ook eerlijk. Mijn eerlijkheid bleef zonder enige reactie... weeral.
Dus ik zal nog méér moeten liegen. Of gewoon zwijgen. Wat rest er ons nog om over te praten? Wat bindt ons nog op termijn? Ik voel me zo on-echt bij jou, meer en meer. Dit kan nooit de bedoeling geweest zijn. Meer en meer zie ik in dat dit geen kans meer heeft. Al maanden niet meer, als ik eerlijk ben met mezelf. Ik probeer me voor te bereiden op het onvermijdelijke... Mentaliseer. Rationaliseer. Probeer...
wat moet ik met stilte? Deze absolute afwezigheid van reactie? Ja, we waren vanavond beiden bezig, elk in onze eigen realiteit. Maar toch maakte ik tijd vrij om je even een zoen te sturen... stiekem. Ik ken jullie functioneren, en ik wéét dat je online geraakte. Maar desondanks kreeg ik niets. Weeral...
Wat moet ik maken van dit stilzwijgen? Desinteresse of zelfbescherming? Ik krijg het gevoel dat ik voor jou niet meer verdien. Was ik vanmiddag, ondanks al mijn voorzorgen, toch net iéts te scherp, te sarcastich? Intussen durf ik amper nog iets te sturen, uit schrik je te provoceren. Ik weeg elk woord dat ik stuur, ik wis tien antwoorden voor ik iets verzend. Is dit die "openheid" die je in het begin eiste?
Hele nachten zat ik op met jou op facebook. Ik moest mezelf corrigeren, aanpassen. Vol onbegrip las ik jouw berichten, probeerde te voldoen. Paste me steeds weer aan. Steeds weer las ik "denk na over wat je zei, lees zelf wat je net schreef". En ik las... ik las... en kreeg dan het verwijt dat ik conversaties bijhield om ze te kunnen herlezen.
Je eiste totale eerlijkheid. En nu moet ik zwijgen, zelfs liegen, om jou niet kwijt te geraken. Hoe moet ik dit rijmen met elkaar?
Ik vrees onze volgende afspraak. Ik vrees vrijen met jou. Ik vrees dat het nooit meer wordt zoals voordien. Dat onze "uniekheid" verdwenen is, ergens in al die harde woorden van de afgelopen maanden. Maar meest van al vrees ik weer die woorden "ik kan niet komen". Ben ik klaar voor het afscheid? Kan ik afscheid nemen? Hoe kan je afscheid nemen van je man?
ik belde je... in de vaste overtuiging dat het de laatste keer was dat ik je stem zou horen. Toen reed ik naar je toe, in dezelfde overtuiging. En we wandelden, we praatten. En je zei, zoals altijd, nét voldoende om me te overhalen om het niet op te geven. "jij maakt mijn leven compleet"
Je hebt schrik gekregen van mij, van mijn woorden. En dus zwijg ik. Maar waar moet ik dan over praten? Het weer? Politiek? Wat ons speciaal maakte, de connectie die wij hadden, onze verbondenheid... die is verdwenen. Ik verzwijg mijn gevoelens. Ik zwijg als ik niets kan zeggen dat niet verwijtend kan opgevat worden. Ik verstop mijn teleurstelling dat je wéér annuleert, last minute. En ik twijfel weer... aan jouw gevoelens.
Jou angst inboezemen... een vreselijk gevoel. Jou horen zeggen dat je facebook amper nog durft openen, uit schrik om een bericht van mij te vinden met verwijten. Als je me zo ziet, waarom blijf je dan? Ik krijg het gevoel dat ik gewoon "deel uitmaak" van jouw wereldbeeld. Je bent behoudsgezind, dat werd al snel duidelijk. Je houdt niet van verandering. Je gaf me een plaats in jouw leven, en nu mag ik er niet meer uit. Maar "bij jouw systeem horen" is geen liefde... dat is angst.
Ik wilde dat ik sterker was. Ik wilde dat ik kon afscheid nemen, dankbaar voor wat we hadden. Ik wilde dat ik verder kon gaan met mijn leven, ondanks zijn beperkingen. Ik wilde dat ik zowel jou als mij terug rust kon schenken.
Maar wat ik écht zou willen... het ondenkbare. Het onmogelijke. Het ondoenbare.
waarom noem ik mezelf nog "zijn vrouw"? Want er is die Ander, die zo overduidelijk jouw vrouw is.
Maar ik noem je -in mijn hoofd tenminste- nog steeds mijn man. De enige die ik ooit écht kon zien als de man tegen wie ik die woorden "ja ik wil" zou uitspreken. Ik kan je niet anders zien... omdat het de enige waarheid is.
Ik zei het "ik mocht naar je kijken, en dat was dubbel. Want ik keek naar de man van wie ik houd, de man bij wie ik zou willen zijn. Maar dan besef ik weer dat het niet kan, niet zal zijn. En dàt doet pijn." Mijn woorden bleven, zoals meestal tegenwoordig, zonder enige reactie. Het maakt me onzeker. Ik heb behoefte aan geruststelling... en die krijg ik nergens.
Waar is die empathische, gevoelige (overgevoelige zelfs) man naartoe? Die man die me halsoverkop verliefd liet worden? Het maakt me gek, me zitten afvragen of Zij nu weer die woorden "ik houd van jou" te horen krijgt. Maar ik durf het niet te vragen... omdat ik het antwoord niet wil horen. Waarom voelt jij me niet meer aan, zoals in het begin? Ik twijfel, stel me voor dat ik hier een einde aan maak, en jij merkt het niet? Hoe kan dit? Hoe kan iemand eerst zo close, bijna fusioneel, zijn, en daarna zo koel, afstandelijk, rationeel?
"begon ik net te wennen aan gisteren... en toen werd het morgen"
Alles verandert. Jij verandert. Meer afstand... minder intensiteit... minder aandacht... minder behoefte om mij te zien/horen/lezen/voelen.
In het begin irriteerde het me. Het steeds willen weten wàt ik deed, met wie. Signaleren wanneer ik opstond, wanneer ik ging slapen. Laten weten dat ik ging douchen en dus tien minuutjes niet bereikbaar zou zijn. Dit was ik niet gewend, het voelde aan als controle.
Maar gaandeweg wende ik eraan. Het was "jouw manier van mij lief te hebben". Alles of niets, zo ben jij, dacht ik. En dus nam ik "alles", en werd het een tweede natuur om je "alles" te laten weten, elk klein detail van mijn dagdagelijkse leven. Overal liet ik weten wat ik deed, stuurde ik foto's door om je te laten "deel uitmaken" van mijn leven.
En toen kwamen die zomermaanden. Moeilijke maanden, vol afgelaste afspraken. Keiharde confrontaties met de realiteit. Ik keek ernaar uit, die zomermaanden. Want er waren mogelijkheden, kansen om elkaar 24 uur te zien. Ik dacht dat ik het allemaal goed gepland had...; machiavelliaans haast. Ik manipuleerde mijn leven, privé en professioneel, om die kansen te creëren. Om tot de ontdekking te komen dat jij niets geregeld had. Al jouw "ik regel dat wel"... woorden maar geen daden. En dus maakten we ruzie, werden er harde woorden gesproken, van beide kanten.
Sindsdien is alles anders. Geen interesse of vraag meer in wat ik doe, met wie, wanneer, waar... Jij ontkent de verandering, noemt het "evolutie". Voor mij voelt het aan als "verlies". Ik ben je kwijt. Kwijt aan Haar. Maar kan je kwijt geraken wat je eigenlijk nooit had?
"When I saw you, I fell in love, and you smiled because you knew" (Shakespeare).
Meer was er niet nodig. Jouw blik, jouw blauwe ogen, en je lachje... dat lachje rond je lippen. Onweerstaanbaar werd ik er door aangetrokken. Word er nog steeds door aangetrokken. Het was alles, maar het was genoeg. Meer dan genoeg. Om me volledig en onherroepelijk van jou te laten houden. Wat ik nooit kon denken, nooit had durven dromen, gebeurde: die eerste kus. En toen moest ik je laten buitenstappen... ongerust dat dat het zou zijn. Dat je zou buitenwandelen, niet zou wachten.
onze allereerste afspraak liep al fout... moest last minute al worden verplaatst. Het had een teken aan de wand moeten zijn?
Afspraak na afspraak vervalt tegenwoordig... steeds weer komt Zij ertussen, met een boodschap, een taakje. Ik lieg. Ik vervorm de waarheid. Soms is het je gezondheid. Soms is het je werk. Maar natuurlijk is het in mijn perceptie altijd Haar schuld. Die over-aanwezige 'andere'. Zij-die-jou-heeft. Zij-die-jou-ontmoette-voor-mij.
Die eerste ontmoeting. Nu bijna 8 maanden geleden. Het lijkt gisteren, en het lijkt een leven geleden. Was het nog maar gisteren... kon ik maar terugkeren naar die eerste avond. Kon ik die eerste weken maar opnieuw beleven. Zou ik iets anders doen? Zou ik meer weerstand bieden? Of zou ik daarentegen net nog minder weerstand bieden, in de wetenschap dat elke weerstand enkel uitstel van het onvermijdelijke was?
Misschien is dàt wel de opzet van deze blog voor mij: nadenken over wàt ik anders zou doen, als ik opnieuw zou kunnen beginnen met jou. Als daar al een antwoord op bestaat...
Een toevallige ontmoeting, meer was het niet. Een oproepje waarop ik reageerde... boek gezocht. En voor ik het wist, hadden we de hele nacht zitten chatten. Je leek zo bekend, onmogelijk dat ik je nog niet eerder ontmoette. Je schreef de woorden terwijl ze nog maar nét in mijn hoofd opkwamen. Je maakte de bedenking op hetzelfde moment als mij. Je bracht mijn gevoelens onder woorden voor ik me er bewust van werd.
Die eerste avond was ik een weekendje alleen thuis met de kids. Alle tijd om je terug op te zoeken, op chat. Sinds dat allereerste moment..; steeds ging ik kijken of je toevallig online was. Je weet het nog steeds niet, maar vanaf die allereerste avond had ik kriebels. Vlinders in mijn buik, die ik zo lang niet meer gevoeld had. Na 18 jaar is mijn relatie ingeslapen... en bij jou voel ik me weer leven.
Kwam je gewoon op het juiste moment in mijn leven? Of was dit écht voorbestemd? Ik heb altijd geloofd in een soort lotsbestemming, kismet. Maar als ik jou moést onmoeten, waarom dan nu pas? Waarom niet 20 jaar geleden, toen alles nog mogelijk was? Het is zo oneerlijk van het lot: me jou laten ontmoeten, zonder dat het mogelijk is om bij jou te zijn.
Ik kàn geen deel uitmaken van je leven. Nooit zal ons verhaal gekend zijn door anderen. En toch wil ik laten weten dat ik van je gehouden heb. Houd. Zal houden. Ik heb er behoefte aan érgens een spoor te laten van ons verhaal...