Er was eens een hond Die rond rende in een kamer waarvan alle wanden van spiegels voorzien waren. Plotseling zag hij veel honden. Hij werd woedend, liet zijn tanden zien en gromde. Alle honden in de spiegel werden even woedend, lieten hun tanden zien en gromden. De hond schrok en begon rondjes te lopen tot hij uiteindelijk in elkaar stortte. Had hij maar éénmaal met zijn staart gekwispeld: Al zijn spiegelbeelden hadden hem hetzelfde vriendelijk gebaar
teruggegeven.
|