Als in een kruik heb ik het opgeslagen belevenissen door de jaren heen.
Het goede drijft gelukkig boven het mindere ligt onder als een
steen.
Zo kent een ieder kruiken van hun leven die opgevuld zijn
met wat overkwam zoveel verschillen liggen hierin besloten en legden
soms het verder vullen lam.
Geweldig als de volle vulling tot nu
toe het geluk gestapeld ziet doch anderzijds de kracht toont rond
zorgen , gehad maar toch te niet.
Kruiken gevuld met dankbaarheid en
blijdschap blijven uniek en roepen zo iets op van dank aan Hem die
deed vervullen en zo ons plaatsten op de volle top.
Mogelijk ook
dat wij iets van de inhoud opdelen met die minder zijn gevuld en zo
elkaar blijdschap aanreiken het solidair zijn zich zo doend onthult.
Op een camping in de Ardennen werd eens een internationaal feestje georganiseerd. De Belgen brachten bier mee, de Fransen wijn de Engelsen gin en de Hollanders hun familie
't geluid van de
waterfontein de warmte van de
zonneschijn Kikkers aan het
kwaken spinnen die een
web gaan maken Op een bloem een
blije bij zomer, wat een
prachtig jaargetij.
Stil, rust, zondagmorgen Een dag zonder zorgen. Even niet werken, even niks doen Vanuit mijn luie stoel uitkijken op het plantsoen. Niet nog even dit of snel dat. Het is zondag en we hebben het even gehad. Doe maar rustig, doe maar stil Vandaag ga ik doen wat ik wil.
In de boeken van de wereld vind ik niks dat mij verlicht. 't Is de schuld niet van de schrijvers het ligt ook niet aan 't gedicht. Maar de reden is te vinden in mijn leven zonder feest, in mijn hart da'k heb gestoken in 't gevang van mijn geest. (Wannes Van de Velde)
Er was eens een slakje die kroop op zijn gemakje met zijn huisje op zijn rug langs een paadje niet te vlug Wat een luxe, niet gewoon met zijn eigen mobilhome.
Tijdens een biologieles vraagt de lerares:" "Ben, hoe onderscheidt een man zich van een vrouw?" "Niet zo heel veel juf, Van achteren gezien zijn ze gelijk en van voren passen ze precies in elkaar!"
Een man wil een papegaai kopen, maar er is geen voorradig. Zegt de verkoper: "Ik kan u wel aan een mooie specht helpen." "Die kan toch niet praten?" "Neen, niet direct, maar hij beheerst wel het morse-dialect..."
"Zolang ik God niet kan zien, loochen ik zijn bestaan", zei de atheïst tegen de pastoor. "Als dàt uw enig argument is," antwoordde de geestelijke, "dan loochen ik om dezelfde reden uw verstand."
Zij; "Waarom ga je eigenlijk altijd de hond uitlaten als ik aan mijn zangoefeningen begin?" Hij: " Ik zou niet willen dat de buren denken dat ik jou sla."
Een man stapt een winkel binnen waar ze damesondergoed verkopen. "Ik wil graag iets heel apart voor mijn vrouw" zegt hij. "Wat dacht u van een kort, doorzichtig nachthemdje?" vraagt de bekoorlijke verkoopster "Zal ik het u eens laten zien?" "Als dat zou kunnen," is het opgetogen antwoord. "Zullen we maar meteen naar het pashokje gaan?"
"Heb je het gehoord? Onze chef is gestorven?" "Ja, en ik vraag mij af wie er samen met hem gestorven is." "Hoezo samen met hem?" "In de krant stond toch : Met hem stierf één van onze bekwaamste medewekers....."
Twee mannen zitten aan het kanaal te vissen. Ze halen achtereenvolgens een hoed, een laars en een WC-borstel op. "Laten we maar weggaan," zegt de een. "Volgens mij woont hier beneden iemand."
Een meisje dat de gelijkenis van de zeven boze geesten moet navertellen, doet dat als volgt: "Vervolgens komt de onreine geest terug met nog zeven andere geestelijken, die nog erger zijn dan hemzelf."
Een dom blondje kijkt vanuit haar raam naar een vuurtoren. "Amaai, wat hebben die mensen veel geduld," zegt ze "Die lamp is al 32 keer uitgegaan en ze hebben ze telkens weer aangestoken!"
Twee meisjes zitten in de bioscoop. "Die man naast mij zit aan z'n piemel te friemelen" fluistert de ene tegen haar vriendin "Gewoon niet op letten" "Jij hebt gemakkelijk praten, hij gebruikt mijn hand daarvoor!"
Twee feestneuzen zwalpen in het holst van de nacht huiswaarts. "Geloof maar dat mijn vrouw kookt van woede" zegt de een. "Bof jij even," meent de ander. "Ik krijg om deze tijd niets warms meer."
Twee vrienden, beiden al ver in de zestig, hebben er woorden over dat de een op het punt staat te trouwen met een meisje van even in de twintig; "Ik kan er niets aan doen", zegt de ander, "maar ik heb een hekel aan die mei-december huwelijken." "Allicht: de decembermaand vind in de meimaand natuurlijk de frisheid en de schoonheid van de lente. Maar wat vindt de meimaand in de decembermaand?" "Sinterklaas en het kerstmannetje," is het gevatte antwoord.