Een chique madame arriveert in haar BMW coupé bij de dokter,
nadat ze gestoken was door een wesp. Vraagt de dokter: "Waar
bent u gestoken mevrouw?" Zegt zij verlegen: "Oh dokter,
dat kan ik u niet zeggen, want dan schaam ik me zo." "Maar
ik moet het toch echt weten hoor, anders kan ik u niet
helpen", reageert de dokter verbaasd. "Nee dokter,
als andere mensen dit weten dan word ik uitgelachen en schaam ik
me dood." "Luister," zegt de dokter, "ik heb
een geheimhoudingsplicht, dus ik zal echt tegen niemand zeggen
waar u gestoken bent." "Oké dan," zegt de vrouw
opgelucht... "... in den Aldi."
Rond sluitingstijd staat een agent bij een café te wachten ,
om te zien of hij nog wat mensen kan betrappen die met een
slok of twee teveel op achter het stuur willen kruipen. Op
een gegeven moment strompelt er een vent zo blauw als een balletje
en stom lazarus de kroeg uit, struikelt over de drempel, schopt
de kat, hangt enige tijd aan een paal, zwalkt dan rond over de
parkeerplaats, probeert zijn sleutel op 5 verschillende auto's uit
in alle gaatjes vooraleer hij zijn eigen auto gevonden heeft en is
nog zeker 10 minuten bezig om zijn sleutel in het deurslot te
krijgen . Alle overige bezopen bezoekers zijn intussen al lang en
breed zwalkend vertrokken, maar de agent heeft enkel oog voor deze
ene dronkenlap. Eindelijk lukt het hem om in de auto te komen
. Als hij uiteindelijk al startend, hortend en stotend met de auto wil wegrijden, laat de agent de bestuurder stoppen om een
blaastest te ondergaan. Zelfs na meerdere pogingen en
andere batterijen geeft het apparaat nog steeds 0,0 promille
aan. De agent vraagt stom verbaasd aan de man hoe dat in
's hemelsnaam mogelijk is, waarop de man antwoordt: "Vanavond
was ik Bram"
Een tunnel kan heel lang zijn, maar het eind komt ooit
in zicht. De
nacht kan pikken donker zijn, maar 's ochtends wordt het licht. Een
deur die kan gesloten zijn, maar er is altijd een bel. Tot
ziens kan soms verdrietig zijn, maar is geen vaarwel.
In een heel klein kamertje Staat een mannetje met
een heel klein hamertje Hij heeft een rode puntmuts op Die
staat een beetje scheef op zijn kop Een witte krulbaard rond zijn
mond En een tuinbroek aan zijn kont Hij woont in een
paddenstoel in het bos Maar het dakje dat zit los Dus daarom
timmert hij het vast Want van die tocht daarvan heeft hij last En
als het regent dan wordt het nat En nat worden dat doet hij alleen
in bad In een prachtig witte aronskelk Gevuld met wat druppels
lammetjesmelk
Een lichamelijke Een mentale Een sociale En een spirituele.
De meesten van ons zijn
geneigd om in één kamer te leven. Maar zolang we niet iedere
dag in iedere kamer komen, al was het maar om ze te luchten, dan zijn
we geen heel mens
Ze
overleven iedereen elke keer maar weer golven groot en
klein breken soms door dijken heen tijdloos zijn de golven in
mijn gedachten dag en nacht net als de liefde die altijd
wacht tijdloos dag en nacht