Weer effe geleden. Wel het zit zo. Als je met gescheurde enkelligamenten naar je plafond ligt te staren en alleen buiten komt voor brood en sollicitaties...tja dan maak je niet veel mee om over te schrijven.
Zelfs niet in de city.
Maar vandaag had ik voor het eerst in weken weer genoeg energie over op het eind van de dag om toch maar naar een meeting te gaan.
Ik had er naar uit gekeken. Eindelijk nog eens sharen. Mijn zegje doen. Al mijn frustratie over mijn enkel lekker kunnen loslaten en oh wat een opdoffer.
Of zo leek het toch.
Chaos alom op de zondag meeting.
Iedereen te laat, een Engelstalige bezoeker van de States, niemand die weet welke taal hij nu moet spreken, de bezoeker die 3 pagina's uit de NA bijbel leest in plaats van 3 zinnen.
Tja, egocentrische , verslaafde ikke zat zich na 20 minuten dik op te boeien over het feit dat ze op hààr meeting, na bijna 3 weken afwezigheid, geen tijd zou hebben om te sharen.
Die verdomde verslaafden altijd, bende knoeiers. Maar goed, net op het moment dat mijn innerlijke controle freak op ontploffen stond viel alles in zijn plooi. De bezoeker bleek een ontzettend beleefde en eerbiedige gast. De stoelen stopten met schuiven. De neuzen waren gesnoten en die heerlijke stilte waarmee een meeting steeds begint viel over de groep. Het zal me de rest van mijn leven elke keer opnieuw verbazen. Dat gevoel van verbondenheid dat tussen die fuck ups aller landen waait , eeuwig als de wind buiten. Prachtig is dat gevoel. En toen de bezoeker een stuk over vergiffenis voorlas voelde ik de liefde even sterk door die groep trekken als de verbondenheid. De warmte die er dan hangt. Dat is wat ik mis in tijden van verstuikte enkels. Niet het sharen, niet het lekker egocentrisch kunnen uitlaten van mijn verslaafde ikke. Nee, het is de warmte die een meeting creëert. De warmte van een bende ongewenste misfits die toch elke dag weer proberen om er, ondanks hun gebreke, een goeie 24 van te maken.
Ja, vergiffenis, het was een goede topic, hetgene waar we allemaal naar snakken. Het was ook cruciaal voor mijn herstel.
De eerste persoon die ik moest vergeven was mijn vader. Ik had hem tot op mijn rock bottom punt altijd al mijn miserie verweten. Er nooit bij stilstaand dat hij al 11 jaar geen rol meer speelde in mijn leven.
Toen ik rock bottom haalde was het eerste dat ik dacht: "Mijn vader is in geen velden of wegen te bekennen, ik heb het gewoon verkloot, me, almighty, me, just royaly fucked things up"
En toen kon ik hem voor het eerst in 11 jaar vergeven. Hij was een klootzak, het was goed dat ik geen contact met hem had maar hij was niet verantwoordelijk voor mijn malaise. Het was dat inzicht dat me tot de eerste stap bracht. Het was toen dat ik voor het eerst controle nam over mezelf.
De tweede persoon die ik moest vergeven was mijn dealer. Had ik hem nooit tegengekomen was ik dan verslaafd geraakt, misschien niet, misschien wel. Maar wat ik zeker wist was dat hij me nooit fysiek bedreigd had. Hij had mind games gespeeld, die ik amusant had gadegeslagen om er dan met open ogen in mee te gaan. Hij had me emotioneel gemanipuleerd, ik had dat beseft en laten gebeuren. Hij misbruikte me maar ik liet dat gewillig gebeuren. Want het was makkelijker om een slachtoffer te zijn dan om voor mezelf te zorgen. Het kostte minder moeite.
Tot op de dag van vandaag vraagt hij me nog regelmatig waarom ik niet kwaad ben op hem. Dat beangstigd hem. In zijn bijgelovige, verslaafde geest lijk het alsof ik een bovennatuurlijke macht heb. Hij begrijpt het niet. Hij zou begrijpen dat ik hem aangaf bij de politie, dat ik hem op zijn gezicht sloeg, dat ik mijn geld terug eiste. Wat hij niet begrijpt is dat ik hem vergiffenis vraag voor mijn fouten. Dat beangstigt hem. Daar loopt hij van weg.
En hij beseft niet dat ik daarmee mijn doel bereik. Als hij me benadert tril ik op mijn benen, van angst wat ik mezelf ga aandoen als hij in de buurt blijft. Als ik hem vergiffenis vraag wordt hij bang en gaat hij weg. Vergiffenis is cruciaal voor herstel. Het geeft je inzicht, het geeft je tools om verder te gaan en het is een wapen tegenover mensen die bang zijn van liefde.
Hèhè, het is effe geleden. Ik heb absoluut geen inspiratie gehad de laatste tijd.
Niet dat ik er nu veel heb, maar een blog moet net als alles onderhouden worden anders heeft het geen nut.
Dus fit in the city.
Ik had een programma voor vandaag. Het is één van de belangrijkste suggesties van het 12 stappen programma.
Zorg dat je een programma hebt om te volgen.
Dus, tja, aangezien ik in stap 3 zit...volg ik tegenwoordig suggesties.
Het programma voor vandaag was
6u15 Opstaan , douchen, ontbijten, wandeling.
7u45 vertrek werk
8u15 werken
12u00 lunch (gezond!)
12u30 werken
16u15 vertrek centraal station voor diner met moeder
17u00 Diner in Churro's Borgerhout (yum, yum)
19u00 fitness
20u30 thuis tv
21u30 slapen
And geuss what, I did it. Met een kwartier vertraging en met uitzondering van de ochtenwandeling, maar al de rest... CHECK!
En nu lekker high zitten wezen op het gevoel van een job well done.
Ik heb de postkamer op mijn nieuw bedrijf een uurtje op stelten gezet, maar heb het er uiteindelijk goed vanaf gebracht.
Ik ben nog steeds een betrouwbaar gezicht voor klanten, oef.
En ik heb nog steeds een hekel aan prutswerk.
Maar oh, hoe graag zet ik karretjes koffie met koekjes klaar voor vergaderingen. Ha, zalig. Als je daar nu eens groot geld mee kon verdienen was ik al lang euro-millionaire.
Dus al bij al was het een normale eerste werkdag, hopelijk scan ik morgen vlotter de post in , nooit geweten hoe moeilijk dat is
Diner met moeder was een succes, ik weet niet of ik hier reclame mag maken maar ik ga het toch doen.
De Churros in Borgerhout voor alle hongerlijders der wereld.
Sandwich kip met friet én groenten, frisdrank naar keuze, groot stuk marmercake en perfecte café latte, met stomende melk en alles voor, hou je vast, 9 euro! Mijn moeder zal daar nog een week over praten
Maar toen, toen moest ik nog die fitness waarmaken. Dus volledig verzadigd en gapend zat ik op de tram naar huis een innerlijke strijd te vechten die me nog net op het nippertje aan de juiste halte deed afstappen. Nogmaals, de high toen ik daar buiten huppelde...
Just for today, I made it! Iedereen nog een goeie 24!
De naam viel me direct op. Ik klikte onmiddellijk op 'meer info'. Ik las onmiddellijk het hele artikel. En besloot meteen te gaan. Maar toen ik een stap naar buiten wou zetten ging dat niet.
Wat ging ik daar doen, wat voor zin had het en ik had van zijn vorige tentoonstelling ook niets begrepen. Dus waar ging ik nu geld aan geven? Aan een naam die me opgevallen was?
Dus bleef ik thuis. Maar elke keer als ik surfte naar bezienswaardigheden was daar die naam weer. Panamarenko, renko, renko...
En elke keer stond ik in tweestrijd. Een deel van me zou zo op de fiets gesprongen zijn , een ander wou absoluut niets te maken hebben met de klinkende naam.
Tot het lot voor mij besliste. Toen ik naar familie belde liet iemand vallen dat mijn zus zo zou vertrekken naar de tentoonstelling van...Panamarenko. Het was mooi weer, ideaal voor de fiets en ik dacht. Fuck it, ik ga gewoon en we zien wel.
Ik zei tegen mijn zus: "Ik ga mee, maar jij moet me wel uitleggen wat het betekent, ik vind zijn werk altijd wel cool maar ik begrijp er niets van" Mijn zus lachtte en zei "Ik ook niet". Voor haar is dat blijkbaar geen bezwaar om zijn werk te bezichtigen, voor mij wel.
Om één of andere reden is voor mij alles zinloos en onbeduidend als ik niet begrijp waarom iets gebeurt. Het hoe interesseert me niet, de wie interesseert me niet, de wanneer nog minder en het waar maakt me helemaal niets uit maar de waarom moet ik begrijpen, anders werk ik niet.
Schoorvoetend trad ik dus binnen, om compleet uit mijn comfortzone te treden.
Ik zag zijn 'Brazil' werk en dacht 'hey, cool' en voelde me meteen weer schuldig én oppervlakkig omdat ik niet begreep waarom ik dat dacht.
Gelukkig kwam er vlak na dat werk een openbaring, in de vorm van een tv interview met de genaamde, die in dat interview uitlegde vanwaar de namen van zijn werken kwamen.
En tot mijn verbazing kwamen die voornamelijk uit films die hij had gezien. 'Close encounters of the third kind', 'Thunderbold' en 'Star trek' om er maar een paar te noemen. En plots begreep ik waarom hij deed wat hij deed.
Het was te simpel voor woorden. Hij wou helemaal geen verhaal vertellen of een boodschap brengen zoals ik altijd gedacht had. Nee , hij maakte gewoon dingen die hij zag en tof vond en die hij wou delen met anderen. Ik wist plots waarom ik bij zijn werk altijd dezelfde gedachte had 'hey, cool'. Omdat dat was wat hij zelf dacht toen hij zich het werk inbeelde.
Als er al een boodschap was die ik moest begrijpen was die heel simpel. "Hey , jij daar, ja, jij, met je blauwe trui, kijk eens hoe neig!?" Dat was alles wat ik nodig had om met een glimlach de tentoonstelling te bezichtigen en zonder schuldgevoel te denken. 'Hey, dit is zo cool!'
Goh, dat waren twee nogal deprimerende posten hieronder.
Daarom wat goed nieuws. Voor iedereen die met zijn kop tegen de muur gelopen is. Er is hoop. What doesn't kill you makes you stronger. En dat is zoals de meeste gezegdes meestal waar.
In het vorige bericht sprak ik over een verloren vriendschap. Ik sprak niet over diegene die ik won. Met mensen die al in mijn leven waren en wel met onoplosbare pijn om konden. Mensen die de laatste 3 jaar wél aanwezig waren terwijl ik recht krabbelde.
En er kwamen nieuwe vriendschappen. Met mensen die niet gaven om mijn verleden maar alleen om het nu.
Nieuwe verbindingen in deze wereld. Oude verbindingen die sterker werden. En nieuwe gevoelens van verbondenheid.
Nieuwe mensen die ik beetje bij beetje terug probeer lief te hebben op de manier van voor de crisis. Want stoppen met liefhebben is natuurlijk geen optie. Ook al lost het niet alle pijn op. Je moet alleen zorgen dat de mensen die je liefhebt het waard zijn.
Een nuance die ik pas een paar dagen geleden op een meeting aanbracht in mijn denkpatroon.
Ik hoorde een fellow zeggen. "Ja , mijn ex heeft me in het zak gezet, ja, hij is een eikel, en ja ik ben diegene die iemand vertrouwt heeft, dus ik ben degene die de verantwoordelijkheid moet nemen." Dat was vanzelfsprekend een heel mooie oefening in verantwoordelijkheidszin van die fellow. Maar ik bracht meteen een nuance aan.
"Je kan die specifieke persoon niet vertrouwen, je fout was niet iemand te vertrouwen, het was hem te vertrouwen, je moet dat nuanceren, anders vertrouw je helemaal niemand meer en dat is ook geen leven."
Soms is het goed om te beseffen dat je ook naar je eigen raad moet luisteren. Mijn vrienden hebben het de laatste jaren te verduren gehad. It's time to give them a break.
Liefde...het was een woord dat ik, voor ik tegen de rock bottom te pletter sloeg, in elke zin 3 keer gebruikte.
Ik was er door geobsedeerd, ik dacht dat als ik maar genoeg lief had en mensen mij genoeg lief hadden niemand pijn zou hebben. 'De mensen" niet en ik niet. Want dat is wie ik ben , wie elke verslaafde is, kleinzerig. Dus ik had lief. Ik observeerde de mensen rond me en als ik zag dat ze iets nodig hadden of verlangden dat ik ze kon geven viel ik over mijn voeten om het hen snel genoeg te kunnen brengen. Of dat nu aandacht was, of een verzameling van hun favoriete hebbedingetjes of geld. Het maakte niet uit.
Ik heb ontelbare toekomstplannen mee helpen opstellen, heb veel ontroerde blikken gekregen bij geschenken en heb ooit 10000 euro schulden opgestapeld om mijn geliefde en mijzelf pijn te besparen.
En ik zou dat zijn blijven doen als ik niet te pletter was geslagen op die rotsige bodem. En die rotsige bodem was geen dakloosheid , iemands dood of de schulden. Nee, het was een idee dat genadeloos tot me doordrong en plots on ontkenbaar was geworden. Het hielp niet. Liefhebben was niet de oplossing.
Er was pijn die niet op te lossen viel, zoals die van verschillende van mijn familieleden. Mensen van wie ik me al lang afzijdig hield omdat hun pijn overweldigend en onoplosbaar was. Pijn die niet overging met een avond luisteren, een attent cadeau of een briefje van 100 euro.
Er waren mensen die weigerden lief te zijn hoeveel liefde ze ook kregen. Mensen die hard en koud wilden zijn. Voor wie het een keuze en een manier van leven was.
Alles waar ik ooit in geloofd had stortte in. En plots wou ik niets meer. Niets had nog zin. Alle betekenis was uit mijn leven verdwenen.
Ik verloor mijn soulmate en beste vriend omdat ik nu diegene was die een onoplosbare pijn had. Ik heb het hem toen heel kwalijk genomen. Maar ik had het moeten snappen. Hij kon alles verdragen en vergeven. Behalve onoplosbare pijn. Hij was niet voor niets mijn soulmate.
Verslaving is , zoals het programma zegt, een spirituele ziekte. Ze slaat toe bij mensen die hun geloof verloren zijn.
Triggers. Gevaarlijke dingen. Dingen die je hoofd op hol doen slaan. Die allerlei ongewenste gevoelens boven brengen en die je herinneren aan een verleden waar je afscheid van genomen had.
Ik had een goede dag vandaag.
Ik was met mijn moeder op wandel. Ze moest naar het ziekenhuis. En ik begeleidde haar.
Na een raadpleging met de dokter moest ze een maagonderzoek ondergaan. Je weet wel, zo'n onderzoek waar ze een tube in je keelgat stompen om hem door te duwen tot diep in je maag.
Ik keek toe hoe ze overgaf, hoe ze zich door de dokter de les liet spellen over het feit dat ze gegeten had die ochtend en hoe ze schokte bij iedere beweging die de tube in haar ingewanden maakte.
Het gaf me een gevoel van machteloosheid en schuld.
Machteloosheid omdat ik niet in de positie was om haar dokter eens goed door elkaar te schudden en te verklaren dat mijn moeder nooit iets fout doet. Dat het arrogant was om deze vrouw de les te spellen. Dat het wraakroepend was om een moeder die een, zwaar gehandicapte, dochter heel haar leven uit instellingen gehouden had, die 25 jaar getrouwd bleef met een depressieve en verbitterde man omdat ze alleen het goede in mensen zag en die haar oudste dochter door depressie, verslaving en stommiteiten steeds met evenveel empathie bleef opvangen de les te spellen omdat ze het lef had gehad te ontbijten met havermoutpap en kruidenthee.
En schuldig omdat ik deze moedige, fantastische en in en in goede vrouw zoveel verdriet heb bezorgd in haar leven. Ik probeerde het allemaal goed te maken met een hand op haar schouder.
We brachten de dag door en ik hoop dat ik bij ons afscheid een blik van hoop voor mij en haar in haar ogen zag. Al maak ik dat mezelf misschien wijs.
Toen ik daarnet op een meeting was kwam er tot mijn grote verbazing een grote groep nieuwkomers.
En tot mijn schok was daar een jongen bij die Redouan heette.
En die schok had niets met racisme te maken. Integendeel.
Het was gewoon een trigger.
Toen ik nog gebruikte had ik een relatie met mijn dealer, Redouan.
En gewoon door het horen van die naam, toebehorend aan een onschuldig iemand, zich van geen kwaad bewust dat hij net mijn hele emotionele wereld doorheen had geschud door zich voor te stellen.
De hele meeting door probeerde ik oogcontact te maken met de onschuldige newbie. De hele meeting sprak en gedroeg ik me op een manier waarvan ik hoopte dat ze hem zou doen terugkeren naar de meetings. Heel de weg naar huis dacht ik aan de schuldige Redouan. En nu moest ik wel een nieuwe entree schrijven. Want ik ben aan het denken aan Redouan.
De jongen met de mooiste ogen van de wereld, de jongen die ijs aan een Eskimo kon verkopen en de jongen die onlangs nog een trapje hoger steeg in de verkoperskant van het drugsmilieu. Want dat weet ik. Omdat ik hem na 2.5 jaar in herstel nog steeds van op afstand volg, zijn doen en laten in de gaten hou en zelfs vanuit een nieuwe stad er in slaag om via 1000 omwegen te weten te komen of hij nog leeft.
Ook al weet ik dat ik voor hem op zijn beste momenten een voorwerp van medelijden ben en op zijn slechtste een voorwerp van walging. Ook al weet ik dat hij nooit van mij heeft gehouden. Ook al weet ik dat ik geen enkele reden heb om van hem te houden.
De onschuldige Redouan triggerde een gevoel dat ik al heel lang ontken.
Dat ik bij elke meeting stiekem hoop dat dit de meeting is waarop de schuldige versie binnenloopt. Dat ik bij elke meeting hoop , wens en bid dat dit de meeting is waarop hij zijn vrijheid van verslaving vind. Dat dit de meeting is waarop hij ontdekt dat we beiden meer waard zijn dan hij denkt.
De schuldige Redouan is waarschijnlijk één van de meest ongewenste individuen in Vlaanderen. Een jonge man van Marokkaanse origine met een strafblad en zonder diploma. Een dealer en een verslaafde. Een gokker en een oplichter. Waarvan ik eeuwig zal blijven hopen dat hij binnenwandelt en beseft dat hij in ieder geval door één iemand gewenst is. Niet omwille van voorgaande maar om zijn levensvreugde, zijn mooie ogen en zijn onbegrensde doorzettingsvermogen. Dat er één iemand is die moeite moet doen om een totaal onbekende jongen niet aan zijn stoel te binden en hem daar te laten zitten tot hij beseft dat hij door minstens één iemand elke dag opnieuw innig in haar wereld gewenst wordt.
Cadeaus van herstel. Je hoort de oldtimers er over praten.
Ze hebben het over blauwe luchten die ze nooit eerder gezien hadden.
Over wandelen met de hond.
Over de glimlach van een kind.
En dan denk je.
"What the fuck? Waarover hebben die gasten het toch?"
En je denkt dat omdat je met je hoofd in je kont rondloopt. Je bent net 3 maanden clean. Hebt net 90 of 80 meetings in 90 dagen en je bent euforisch omdat je voor het eerst in een jaar 8 uur geslapen hebt. Maar blauwe luchten? Komaan, man.
Je beseft het niet maar door te stoppen met gebruiken krijg je stil aan terug aandacht voor dingen buiten je hongergevoel, je geil gevoel en je moe gevoel. En dat is waarover die oldtimers het hebben.
Aandacht. Aandacht voor jezelf en je herstel. En aandacht voor de dingen om je heen.
In het begin begon het met aandacht voor mezelf, al had ik niet door dat het dat was dat ik deed.
Als ik aankwam in mijn thuisstad kon ik soms 20 minuten aan het station blijven lummelen omdat ik probeerde te voelen wat ik wou doen.
Ik stopte met leven op automatische piloot. Ik ging niet naar huis omdat het dat was wat ik hoorde te doen. Nee, ik probeerde te voelen of ik wel écht naar huis wou en als mijn gevoel" nee" zei, wel, dan deed ik iets anders.
Voor ik een zak chips kocht dacht ik niet , "goh, kan ik me dat wel permitteren?" Waarop het antwoord in die tijd gegarandeerd "nee" was.
Nee, ik probeerde te voelen of ik écht zin had in een zak chips of hem gewoon kocht uit gewoonte.
Ik gebruikte de term bewust leven maar had nog steeds niet door wat mensen bedoelden als ze zeiden "Hou je aandacht er nu eens bij"
Mijn respons was steeds dezelfde. "Maar mijn aandacht is er bij!"
Ik had het echt niet door, snapte er geen snars van, werd heel verdrietig van de verwijten over mijn ontbrekende aandacht. Ik ben 3 jaar nuchter moeten blijven om te snappen wat mensen er mee bedoelden. Ik heb er mijn huidige job voor moeten verliezen.
En ook dat is een cadeau van herstel. Tegenslag gebruiken om te groeien en niet als een excuus om weg te lopen. Als dit inzicht me evenveel oplevert als het inzicht dat het tijd was om te stoppen met drugs staan er me mooie tijden te wachten.
Vandaag al werd ik ervoor beloond toen een newbie me aansprak. Dat hij een newbie was merkte ik omdat hij zei dat hij àl 3 maand clean was. Alsof dat een lange tijd is.
Herstellende verslaafden lijken een fase door te maken waarin ze newbies vermijden als de pest. De echte oldtimers hebben er geen last van, die zijn gek op newbies, maar de tusseninners zoals ik , wel, eerlijk gezegd hebben wij een hekel aan newbies.
Je hebt jezelf leren wapenen tegen teleurstelling, hebt stil aan voor jezelf leren zorgen en wil niet te veel emotioneel investeren in iemand die nog elk moment kan hervallen.
Bovendien herinner je je hoe newbies kunnen zeiken. Ze denken nog dat ze ziek zijn, leuteren oeverloos over hun hogere macht die ze gevonden hebben in hun handschoen en vragen zich luidop af of hun gebrek aan succes een gevolg is van 10 jaar niets anders doen dan stoned naar de Simpsons kijken.
Ik was dus niet meteen geneigd om de overduidelijk eenzame jongen mijn aandacht te geven.
Maar mijn nieuwe inzicht leidde me er toe behoedzaam en schoorvoets enige appreciatie te tonen voor het gesprek dat hij moeizaam op gang bracht.
Hij vertelde me over zijn schilderijen en ik dacht, " Meen je het? Een kunstzinnige verslaafde, nog nooit van gehoord." Hij vertelde me over zijn eenzaamheid en ik dacht "No way dat jij me ooit in bed krijgt" Hij vroeg om ooit samen naar een tentoonstelling te gaan en ik begon over de loslopende hond.
Maar hij volhardde en beetje bij beetje werd mijn aandacht oprechter. Uiteindelijk luisterde ik een uur naar hem en al zijn hersenspinsels, inclusief die over de hogere macht in zijn handschoen.
Op het eind van de conversatie vond ik dat het tijd werd dat ik zelf wat aandacht kreeg en begon te vertellen over de eerste keer dat ik steak gegeten had nadat ik clean geworden was. Ik wou zeggen dat dat één van mijn eerste cadeaus van herstel was geweest. Dat ik de energie door mijn lichaam had voelen stromen na een jaar van cake en pizza eten. Maar hij onderbrak me en zei met een minzame glimlach.
"Het maakte je euforisch"
Ik keek hem verbaasd aan.
"Dat heb je me 2 jaar geleden verteld."
"2 jaar geleden?"
"Ja, ik ben naar één meeting geweest en daarna hervallen, maar ik herinner me jou. Je was vriendelijk tegen me. Zoals vandaag. Jij bent één van de redenen dat ik teruggekomen ben."
En plots ontdooide ik en vroeg: "heb je al gegeten? Hier is een goed frituur vlakbij"
Als hij 2 jaar clean tijd haalt krijgt hij me misschien toch nog in bed.
Drugverslaafden zijn ongewenste individuen. Ze beliegen, bestelen en kwetsen andere mensen.
Op 1 januari 2012 besloot ik dat ik niet meer iemand wou zijn die loog, stal en kwetste.
Op 2 januari 2012 ging ik naar mijn eerste Narcotics Anonymous meeting.
Ik moest ervoor naar een grote stad, een grotere dan diegene waarin ik was opgegroeid.
De enkele reis naar de meeting duurde even lang als de meeting zelf. Maar het was het waard. Als nieuweling krijg je eigenlijk maar één advies van die absurd succesvolle oldtimers.
"90 meetings in 90 dagen"
Ik deed er 80 in 90 dagen en kickte af van mijn drug of choice. Toch voel ik me op datum van vandaag nog steeds een ongewenst individu.
En na bijna 3 jaar met een nuchter brein besef ik eindelijk waarom. Niet de drugs waren het probleem, nee een diep gewortelde manier van denken was het probleem.
Al zolang ik me kan herinneren ga ik er vanuit dat alleen een kracht van buitenaf mij energiek en gelukkig kan maken.
Daarom stampen getrainde herstellende verslaafden van in het begin een godsbesef in de newbies. Niet omdat ze zelf zo fucking religieus zijn. Nee. Ze doen het omdat ze de aard van een verslaafde begrijpen.
-Ze doen het omdat ze weten dat je niet gelooft in jezelf.
-Ze doen het omdat ze weten dat je lui bent en alles van iets of iemand anders wil krijgen.
-Ze doen het omdat ze weten dat je een hoopje ellende bent en dringend een straal hoop nodig hebt die je in jezelf niet vindt.
Want jij hebt het tenslotte verkloot. Al doet een verslaafde er alles aan om dat te ontkennen. Tot op het punt dat ie het zelf gelooft.
Maar wat op mij de grootste indruk maakte was dat ik daar mensen zag die ik als normaal beschouwde. Ik was toch op een meeting van eeuwige losers? Waarom zagen die er zo verdomd succesvol en gelukkig uit?
Ze gaven me hoop, ze motiveerden me om iets te proberen, ze overtuigden me om te stoppen met vluchten.
Nu, op de dag van vandaag heb ik mijn eerste volledige dag in die stad achter de rug. De stad die ik ooit vervloekt heb omdat ze zo ver weg was is nu mijn thuis.
De niet verslaafde medemens vraagt zich af waarom dit van belang is. Ik zal het je uitleggen. Als je verhuist naar een nieuwe stad doorloop je de eerste 3 stappen van het 12 stappen programma.
1) Je aanvaard dat je leven onhanteerbaar is geworden en dat je machteloos staat over je verslaving.
-Mijn appartement in mijn oude stad was te groot voor mij. Ik hanteerde niet mijn appartement , mijn appartement hanteerde mij.
-In mijn oude stad woonde ik ver van mijn werk. Ik stond machteloos als het erop aankwam mijn baas (het buitenaf staand element) te overtuigen naar een andere stad te verhuizen.
2) Je wordt klaar om je wil en leven over te dragen aan de zorg van god zoals jij hem begrijpt.
-Je begint te beseffen dat je dus misschien kleiner moet gaan wonen.
-Je begint te beseffen dat jij je zal moeten aanpassen aan de wil van je baas en niet andersom.
3) Je besluit je wil en je leven over te dragen aan god zoals jij hem begrijpt.
-Je verhuist naar een kleiner appartement, dat maakt je leven hanteerbaarder
-Je verhuist naar de stad waar je werkt, dat maakt je afstand tot god kleiner waardoor het makkelijker word om hem te dienen.
Voor mensen die hoofdschudden bij het idee om je baas god te noemen. Als verslaafde geloof je dat alleen je baas je werk kan geven. Dat alleen je baas je een loon kan geven en dat alleen je baas je stabiliteit kan geven.
Dus ja, voor een verslaafde is zijn baas god. Want zijn baas is cruciaal voor zijn overleven.
Dit doet begrijpen waarom ik in het begin van mijn herstel, toen drugs, alcohol en seks nog mijn goden waren, 80 keer op 90 dagen 2 uur reisde door bar winterweer om naar een meeting van een uur te gaan.
Het was de meeting die me clean hield. Niet mijn zelfdiscipline, niet mijn hoop en niet mijn diepe en oprechte wens om een gewenst individu te zijn.