Drogredenen
van Steunpunt-GOK & - Onderwijsvoorrangsbeleid om NT2 als overbodig te
bestempelen en om nefaste taakgerichte aanpak van taalonderwijs op te dringen
De directeurs van het Steunpunt-GOK
(Steunpunt NT2 , CEGO
) formuleerden in 2004 drogredenen voor het overbodig verklaren van NT2 voor anderstalige kleuters e.d. en beweerden NT2=NT1. (De Steunpunten ontvingen in de periode
1990-2010 niet minder dan 30 miljoen euro voor de ondersteuning van NT2 e.d.)
De
drie Steunpunt-directeurs, Kris
Van den Branden, Ferre Laevers & Marc Verlot, hielden hierbij geenszins
rekening met het feit dat anderstalige
kleuters nog het ABC van het Nederlands moeten leren en ook buiten de school
veel minder de kans krijgen om het spreken van het Nederlands te oefenen. (Breed,
breder en met kleur. Onderwijs voor
wetsbare leerlingen in Vlaanderen, 2004).
1.Drogredenen van Steunpunt-directeurs voor overbodig
verklaren van NT2
Het erkennen van de waarde en het potentieel van
heterogeniteit, en de gevaren van al te sterk homogeniseren, bracht in
Vlaanderenin de loop van de jaren 90 een levendig debat in het onderwijsveld
op gang over geïntegreerd onderwijs Nederlands als eerste taal (NT1) en
Nederlands als tweede taal (NT2). (Lees:integratie betekent het schrappen van NT2)
Dit debat (= schrappen van NT2) werd een flink eind
verder geholpen door het verschijnen van de eindtermen voor het basisonderwijs(1995).
.Daarin werd een duidelijke klemtoon op (schoolse) taalvaardigheid Nederlands
gelegd, en werden doelstellingen op het vlak van taalkennis ondergeschikt
gemaakt. Met het verschijnen van de eindtermen beschikte het basisonderwijs
meteen ook over minimumdoelstellingen die ze met alle leerlingen, ongeacht hun
etnische of socio-economische afkomst, moesten halen.
Aangezien
(a) die doelstellingen voor allochtonen en autochtonen
dezelfde waren,
(b) er ook geen
fundamenteel onderscheid viel op te maken tussen de manier waarop allochtonen
taal verwerven en autochtonen dat doen,
(c) en allochtonen
en autochtonen mekaar konden ondersteunen bij het verwerven van die minimaal
vereiste schoolse taalvaardigheid,
leek het onderscheid tussen NT1 en NT2 voor steeds meer
actoren in het onderwijsveld irrelevant (Jaspaert, 1995), en maakten de beide
afkortingen in de loop der jaren 90 in steeds meer segmenten van het
onderwijs, en ook in de omzendbrieven van OVB en ZVB, plaats voor een andere,
overkoepelende afkorting: TVO (Taalvaardigheidsonderwijs).
2.Commentaar van Raf Feys:
-
De directeurs van het GOK-Steunpunt hielden geen rekening
met de totaal verschillende beginsituatie van 3-jarige Vlaamse kleuters die al
behoorlijk Nederlands spreken en van anderstalige kleuters die nog het ABC van
het Nederlands moeten leren (vele duizenden woorden achterstand e.d.) en die
buiten de school ook weinig kans krijgen om het Nederlands thuis te oefenen. Het
is ook niet omdat er eindtermen zijn eind lager onderwijs dat de weg erheen
voor alle leerlingen dezelfde moet zijn.
-
Het Leuvens Steunpunt NT2 veranderde zijn naam in CTO
(Centrum voor taal en onderwijs)
-
Het Leuvens Steunpunt misbruikte verder zijn
oorspronkelijke opdracht om zijn eenzijdige en nefaste taakgerichte
taalaanpak op te dringen
-
Ook inzake achterstandsdidactiek propageerden de
Steunpunten CEGO e.d. een aanpak die haaks staat op een effectieve aanpak.
|