Drie
recente landenvergelijkende studies (3 december-17 februari) bevestigden eens te meer de Europese topscore van ons Vlaams onderwijs
en van onze lagere cyclus s.o. in het bijzonder. Zowel de sterkere als de
zwakkere leerlingen scoren beter en is er minder schooluitval. Uit PISA-2012 bleek op 3 december j.l.
dat Vlaanderen samen met Zwitserland de Europese topscore behaalt, gevolgd door
Nederland. Deze toplanden presteren ook
opvallend beter dan landen met een gemeenschappelijke (comprehensieve) lagere cyclus
- de Scandinavische inbegrepen. Zweden,
Noorwegen en Ijsland scoren zelfs heel zwak. Het ongenoegen en de paniek in de
- destijds zo geprezen - comprehensieve Scandinavische landen is heel
groot.
Een nieuwe wetenschappelijke studie en
berekening door prof. Wim Van den Broeck (27 februari) toonde eens te meer aan dat Vlaanderen ook aan leerlingen uit lagere milieus (relatief) veel onderwijskansen biedt. Van den
Broeck concludeert dat Vlaanderen tot de absolute wereldtop behoort, niet alleen op het
vlak van het algemene niveau, maar ook wat betreft de kansen die we geven aan
de zwakkere leerlingen, ongeacht wat de kenmerken zijn van deze groep (bv.
kansarm of allochtone herkomst). (Relatief) veel leerlingen uit
lagere milieus slagen er ook in een
goede score te behalen en sociale promotie te maken. Vanaf TIMSS-1995 en
PISA-2000 wisten we al dat ook Vlaamse leerlingen uit lagere milieus (relatief)
goed presteren. De Vlaamse PISA-verantwoordelijken hebben naar aanleiding van
PISA-2000 en -2003 zelf de aantijging
weerlegd dat de sociale ongelijkheid in Vlaanderen groter zou zijn dan elders. We
tellen ook nog steeds meer toppers (25%) meer ook dan Finland (14%). Ook op
het vlak van het welbevinden, het zich gelukkig voelen op school en de huiswerkstress scoren Vlaamse 15-jarigen stukken beter dan
hun lotgenoten in het zo geprezen onderwijsparadijs Finland.
Uit
de laatste Eurostat-cijfers (februari 2014) over schooluitval bleek opnieuw dat Vlaanderen beter
presteert dan vergelijkbare Europese landen, merkwaardig genoeg zelfs iets
beter dan Finland - een land met weinig allochtone leerlingen en armoede. Ook De sociale staat van Vlaanderen-2013,
een overheidspublicatie van eind december j.l., bevestigt dat de schooluitval
in Vlaanderen relatief beperkt is. Volgens de Leuvense auteurs -Van
Damme, Nicaise, De Fraine ...- is dit mede te danken aan early tracking (differentiatie vanaf 12 jaar) en aan het
vroegtijdig aanbieden van technisch georiënteerde richtingen. In Onderwijskrant
stellen we al vele jaren dat onze gedifferentieerde eerste graad veel voordelen
biedt; en dat is ook de mening van bijna alle leerkrachten. Die vroege
differentiatie levert tevens ook meer
toppers op. De voorbije maanden wordt het beperkte aantal toppers in
comprehensief Zweden (3%), Noorwegen, Finland ...er door de leraars,
onderzoekers en beleidsverantwoordelijken
in verband gebracht met de gemeenschappelijke (nivellerende) lagere cyclus. De
Finse onderwijspropagandist Pasi Sahlberg en de Finse autoteiten konden ook
niet langer verzwijgen dat de Finse 15-jarigen volgens eigen evaluatiestudies
allang blijken laag te presteren. Met zijn Finnish lessons belazerde en
misleidde Sahlberg de burgers wereldwijd (zie b.v. de paradijselijke
voorstelling in het septembernummer van Klasse); enkel het Fins tourisme vaarde
er wel bij. Met het verschijnen van PISA-2012 kwam er plots een einde aan die
zelfverheerlijking.
Uit PISA-2012 blijkt jammer
genoeg ook dat het aantal toppers in
alle Europese landen is gedaald sinds 2000. Vlaanderen behaalde in TIMSS-1995 zelfs nog de bijna hoogste wereldscore voor
wiskunde en enorm veel toppers. In PISA-2003 waren er ook nog 33%, in PISA-2012
nog 25%. Die daling is deels het gevolg van het stijgende aantal allochtone en
anderstalige leerlingen en deels van de nivellering van het onderwijs in veel landen.
Ook in Vlaanderen worden een deel van de sterkere leerlingen eerste graad in
het huidige eenheidstype (sinds 1989) - met zijn te grote mate van gemeenschappelijkheid
- te weinig uitgedaagd. Dit eenheidstype leidde samen met met de invoering van
nivellerende eindtermen en leerplannen -
tot een niveaudaling, tot een minder aantal toppers, tot meer
getalenteerde arbeiderskinderen die te weinig worden gestimuleerd in de brede
optie Moderne Wetenschappen. In onze eerste graad zijn er merkwaardig genoeg zelfs
meer gemeenschappelijk stam-uren en -leerinhouden
dan in de meeste comprehensieve landen.
De veralgemening van VSO-structuur ( 3 cycli van 2 jaar i.p.v.
de overal gangbare lagere en hogere cyclus van telkens 3 jaar) leidde er ook
toe dat te veel leerlingen pas na het 4de jaar aso nog willen/moeten
overstappen naar het tso. Die structuur leidt tot een toename van het aantal
zittenblijvers in de hogere cyclus en tot meer leerlingen zonder einddiploma.
In recente studies wordt ook
bevetigd dat de schooluitval
(ongekwalificeerde uitstroom) zich vooral voordoet in steden en regios met veel allochtone en
anderstalige leerlingen. Met Onderwijskrant
ergeren we ons allang aan het grotendeels herleiden van de problemen van die
leerlingen tot sociale discriminatie. We voeren sinds januari 1993 campagnes
voor intensief NT2- en effectief taalachterstandsonderwijs om frequente
schooluitval vooral ook in regios met veel allochtone leerlingen - te
voorkomen. In een VRT-programma van 1971
over onderwijskansen stelden we al dat de schooluitval en de problemen van
sociaal en/of cognitief benadeelde kinderen, aangepakt moesten worden bij de
start van de schoolloopbaan. Voorstanders van de invoering van het VSO (Vernieuwd
secundair onderwijs) en egalitaire ideologen verwachtten in die tijd echter al
veel heil van comprehensief secundair onderwijs en de overheid investeerde
enorm veel geld in het VSO. Het Masterplan wil VSO in het kwadraat invoeren met
afschaffing van de specieke technische opties. Een verkeerde keuze en
investering die enkel tot niveaudaling en nivellering en tot meer uitval zou
leiden.
De vele weldenkenden en de kankeraars over
sociale discriminatie ontkennen of minimaliseren al 20 jaar de taal- en
culturele problemen van allochtone leerlingen en de leerachterstanden. Ze bestrijden tegelijk de nood aan intensief NT2
en achterstandsonderwijs. Ides Nicaise (Hiva) en co drukten dit in 2007
zo uit: De jonge allochtone leerlingen
zijn taalkundig niet gehandicapt; het gaat enkel om achterstelling in de
maatschappij en op school. NT2-onderwijs
en het schuchter talenplan van minister Vandenbroucke kregen veel kritiek (De school van de ongelijkheid, EPO, 2007).
Zelfs de directeurs van de drie GOK-steunpunten - (1991-2010) - Kris Van den Branden, Piet Van Avermaet
& Ferre Laevers - ontkenden de taal- en leerproblemen: Het leerpotentieel en de bereidheid
leerinspanningen te leveren zijn gelijk verdeeld over de verschillende volkeren
en bevolkingslagen. Van zodra kinderen van een andere etnische afkomst slechter
presteren, is er dus sprake van systematische kansenongelijkheid en
discriminatie. (Steunpunt GOK;
Beter, breder en met meer kleur, 2004). De drie directeurs vonden steeds intensief
NT2-onderwijs overbodig, maar verwachtten in die tijd wel veel heil van de
invoering van comprehensief secundair onderwijs.
Binnen enkele maanden krijgen we een nieuwe
Vlaamse regering en een nieuwe beleidsverklaring voor het Vlaams onderwijs. We
pleiten eens te meer voor het invoeren van intensief NT2- en
achterstandsonderwijs vanaf de eerste dag van de kleuterschool als prioritaire
ingreep en investering. We deden dit ook in onze vorige memoranda voor de
nieuwe regeringen en in onze Onderwijskrantinterviews met de ministers Van den
Bossche, Vanderpoorten en Vandenbroucke. Maar tot nog toe werd al te weinig
gerealiseerd.
We beseffen dat we de komende jaren geen
extra geld van de overheid mogen verwachten. De scholen zullen met moeite hun
vele schulden kunnen betalen en zullen minder werkingstoelagen kunnen investeren
in achterstandsonderwijs. De huidige GOK-investering moet en kan o.i. wel op
tal van punten omgebogen worden. Zo moeten
b.v. de centen die momenteel gestopt worden in extra-werkingstoelagen,
rechtstreeks en gecontroleerd besteed
worden in NT2 en effectief achterstandsonderwijs. GOK-subsidies moeten
gekleurd/doelgericht zijn en de aanwending moet
worden gecontroleerd. GOK-operaties moeten ook ondersteund worden door
instanties die ijveren voor intensief NT2 en bewezen hebben iets af te weten
van achterstandsonderwijs. Enzovoort.
In het vooruitzicht van de nieuwe legislatuur
start Onderwijskrant met een nieuwe
campagne voor intensief NT2 en effectief achterstandsonderwijs vanaf de eerste
dag van de kleuterschool.Ook minstens nog in de eerste graad lager
onderwijs moeten er voor die leerlingen veel meer uren taalonderwijs zijn en
moet het leerprogramma dus aangepast worden.
We pleiten in onze nieuwe campage tegelijk tegen
de uitvoering van het Masterplan dat tot meer schooluitval en minder toppers zou leiden. In veel comprehensieve landen worden
niet enkel de zwakkere leerprestaties, maar ook de schooluitval deels toegeschreven aan de gemeenschappelijke
lagere cyclus . De middenschool valt voor een deel van de leerlingen te
theoretisch uit en leidt dan tot leermoeheid en schooluitval; voor de betere
leerlingen is die cyclus te weinig uitdagend. De Noorse onderwijsminister verwoordde het onlangs als volgt: The fact Norwegian schools werent arming students
with basic skills was deeply concerning, especially given Norway is one of the
worlds richest countries. He said more options were needed for young people
who arent academically inclined.
Vlaanderen moet er ook voor
zorgen dat de ontscholing en nivellering van de voorbije jaren weer worden
weggewerkt. Dit zou leiden tot meer
ontwikkelingskansen voor zowel de sterkere als de zwakkere leerlingen. De
O-ZON-campage van Onderwijskrant die begin 2007 werd opgestart, kon de voorbije
jaren op een grote instemming rekenen, maar in de praktijk veranderde er nog al
te weinig.
|