Inhoud blog
  • Tweede dag acclimatisatie, toch zeg ik je geen vaarwel mijn vriend, dra zien w'elkander weer.
  • Wat is het hard om te wennen.
  • De definitieve aftocht is begonnen!
  • Een mooiere afsluiter van deze missie kon ik niet dromen.
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Onder mijn voeten en handen.
    40 jaar kinesitherapie praktijk - 95 dagen wandelfeest.
    30-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tweede dag acclimatisatie, toch zeg ik je geen vaarwel mijn vriend, dra zien w'elkander weer.
    DAG 92: Maandag 30 juli 2018. 

    Onder mijn voeten: Herent - mijn laatste blogartikel. 

    Tweede dag acclimatisatie. Ik zeg je geen vaarwel mijn vriend, dra zien w’elkander weer….. 

    Normaal moest ik op deze dag zijn aangekomen in Finisterra. Het zet me aan het denken hoe snel de tijd (en ik ook een beetje) wel vliegt. Ik voel me niet triest maar toch wat aangedaan. Met enige melancholische ondertoon, en niet bijzonder happy meld ik dat dit mijn laatste blogzinnen worden. Het is goed geweest, neen, zeer goed tot uitmuntend. Er zijn geen nare dingen gebeurd en de meeste geplande acties zijn ook verlopen zoals eze waren voorzien.Dingen die je graag doet geef je niet graag af. Mijn goede vriend, Ludo Thys vanuit Ter Borcht destijds schreef me een lieve en wijze brief. Ludo was de man die 3 jaren lang in ter Borcht in het stapelbed boven mij heeft geslapen. We zijn er steeds de beste vrienden geweest. Ter Borcht was de school waar de Rosse (Pater-directeur van de sportschool) van al die lang uitgeschoten pubertjes na 3 jaren zwoegen, intensief trainen en karaktervorming, ware kleerkastjes van kerels maakte. Diezelfde Ludo schreef me een realistische mooie tekst waar elke zin barstte van de inleving en markant overkwam omwille van de gelijkenis in denken van ons beiden. Ik werd er zowaar wat stil van. En een Smedtje dat stil wordt is nog niet veel gezien. Wie de natuur afwijst, die wijst ook het geluk af. De ontboezemingen die onvertaald en dikwijls ongenuanceerd recht uit mijn hart kwamen heeft ook Ludo sterk aangevoeld. Meerdere lezers bedankten mij om de inwendige emoties die ik vorm gaf in heel eenvoudige woorden en teksten. Leesbare zinnen schreef er mij iemand. Het las als een TGV werd me gemeld. Opmerkingen die me toch wel plezier doen. Als de teksten hier en daar stof waren tijdens het avondeten om er binnen het gezin over verder uit te wijden, dan heeft het zeker toch iets los geweekt. Belangrijk was dat ik dit heel graag heb gedaan. Je moet je geen bedenkingen maken bij de verhouding energie dat het wandelen en het schrijven heeft gekost. Het was één groot feest, en wanneer je feest denk je niet aan energie . Ook niet die energie die je dan naar binnen gaffelt. Dingen die je graag doet, gaan veelal gemakkelijk. Wat zou ik dom zijn moest ik u als lezer op de eerste plaats geen proficiat wensen. Jij die elke dag uitkeek naar een nieuw dubbelverhaal. Jij die mijn pen zin moest geven en vooral jij die geen aanstoot nam aan mijn dichterlijke vrijheid. Steeds werd getracht u een boeiend beeld te brengen alsof u mijn schaduw was die met me mee wandelde. Jij gaf werkelijk de opdracht om die foto’s op een interessante manier over te brengen. Jij was de reden waarom ik naaldje bij draadje vertelde dat ik niet achterover viel, maar wel vooruit na mijn sanitaire stop. Ik zou dom zijn om U voor uw interesse en je empathie niet te bedanken. Ik dank daarvoor elke individuele lezer hartelijk. Het was me een eer dat jij de teksten wou lezen en mijn dankwoord kan nooit doen voelen wat ik je verschuldigd ben. Toch zeg ik je heel graag : DANK. 
    Wellicht voel ik me wat aangeslagen omdat ik nu afscheid in schoonheid wil nemen, maar het neemt niet weg dat ik u zeer gaarne wil weerzien op de voorstelling van mijn boek, waar tegelijkertijd ook mijn pensioenreceptie zal plaats vinden. Als je er bij bent weet ik dat je de blog hebt gelezen. Werkelijk iedereen is welkom. Ik heb het allemaal zo graag gedaan en zal het altijd graag blijven doen. Ik zeg je geen vaarwel, maar wel tot binnenkort. Het ga je goed. 
    Boeken kunnen altijd besteld worden per e-mail, inlichtingen en uitleg kan je allemaal krijgen via johan.de.smedt1@telenet.be 

    Achter mijn handen  

    PIJNBELEVING VERSUS PIJNUITING: TWEE BEGRIPPEN ! 

    In ons vakterrein hebben we elke dag te maken met het symptoom pijn. Zonder het goed te beseffen is een groot deel van ons al of niet comfortabel gevoel bepaald door een zeer belangrijk onderdeel: de sensatie van welbehagen. Elke dag die we “be-leven” kan verschillend zijn. Dit omdat ook onze persoonlijke perceptie en de emotionele vertaling ervan afhankelijk is van vele externe invloedrijke parameters. Eén daarvan is de al of niet aanwezigheid van “geluk hebben” in zijn algemeenheid, maar ook het klimaat of het weer, een professionele en familiale meevaller, humane verrijking of zelfs het zien van een mooie afbeelding kan ons goed gevoel een duwtje geven. Minder aangename ervaringen kunnen ons echter ook een duwtje geven in de minder goede richting. Pijn, verlies, afscheid, traumata, ontgoochelingen en zelfs mislukkingen kunnen op ons harmonieus gevoelsleven een storende invloed uitoefenen. Moet ik je hierbij vermelden dat negatieve parameters ons comfortabel gevoel ondermijnen? Ik dacht van niet. Heel vaak ontmoeten we binnen ons werkveld ontredderde mensen die omwille van hun pijnsensatie mentaal totaal overhoop liggen. Kleine details worden dan dikwijls onterecht uitvergroot en alle redenen zijn goed om zuur te denken en negatief te ventileren. Er tegenin gaan is absoluut geen optie, want het enge denken is meestal een onderdeel van hun slechte argumentatiestijl. Pijn behoort dan tot één van de ventilatiemogelijkheden om toch maar aandacht te krijgen en de hunker naar een luisterend oor is dikwijls veel groter dan de pijnintensiteit op zichzelf. Het zijn dikwijls erg theatrale patiënten. Een dikwijls gekoppeld probleem is de beoordeling van een pijn door de observator. Vermits de pijnsensatie een individueel gegeven is, kan geen enkele observator zich uitlaten over een pijn bij een patiënt. Er zijn echter hulpmiddelen die ons als beoordelaar heel goed kunnen bijstaan. Wij reiken in de praktijk de patiënt- die een belangrijke expressie van pijn etaleert- nogal eens een pijnfiche aan. Daar waardeert hij zijn pijn op een aantal belangrijke parameters op de dag dat de behandeling start. Hij duidt daar eigenhandig op een schaal een cijfer van 0 tot 10 aan. Op het einde van de behandeling wordt deze identieke pijnevaluatie nogmaals aangeboden. Enkel de twee data van beoordelen verschillen. De evaluatielijst is identiek. De aanvangsdatum is de start van de behandeling. De einddatum, de datum van het einde van de behandeling of de datum van het opmaken van het verslag. De beginsituatie geeft naderhand heel belangrijke informatie vrij, wanneer de eindevaluatie vergeleken wordt met deze aanvangssituatie. De pijnevolutie wordt zo heel objectief in kaart gebracht en vooral belangrijk is dat de patiënt nadien geconfronteerd wordt gebracht met een geëvolueerde toestand -al of niet positief, al of niet negatief- na een toegepaste behandeling. Een pijn die tussen de aanvang van het behandelen en het einde van het behandelen niet veranderd is, komt uiteraard voor een verdere zelfde behandeling niet meer in aanmerking. Bedoeling van zo’n fiche is de patiënt te kunnen wijzen op de eventuele evolutie van zijn aandoening. De intensiteit van de pijn is echter niet de enige parameter die op deze fiche wordt beoordeeld. Ook de regio, de oppervlakte, of de zone waar de pijn zich uit kunnen aanduidingen geven over een veranderende pijn. Zo is de uitlokkende factor van de pijn, de tijdsduur van het optreden en het tijdstip zelf ook een heel belangrijk te evalueren parameter. De aard van de pijn kan tijdens het herstel veranderen en dus betekenen dat er zich een herstel voordoet. Wanneer een stekende pijn bijvoorbeeld langzaam overgaat naar een smeulend wangevoel is dit een veranderende evolutie die ons prachtige informatie geeft. Waar we heel intens moeten naar vragen zijn dikwijls de perioden waarin de patiënt geen pijn heeft. Immers aanwezige pijn stelt men wel vast. Geen pijn stelt men niet vast. Men moet dan bewust gaan denken op het ogenblik of men pijn heeft of niet en dat uitdrukkelijk noteren op een papiertje, omdat men de tijdsduur van geen pijn hebben niet automatisch gaat vaststellen. De pijnbeleving en uiting die hoort bij de sensatie is net zoals de pijn zelf, een heel individueel gegeven. In de praktijk werden pijnschalen van een spoedgevallenpijn van 8/10 genoteerd waarbij de zieke zich uitte in een heel rustige en gelaten sfeer. De pijn werd verbaal op een zachte en weinig krachtige verbale manier verteld met een decibelwaarde van een biddende monnik. Anderzijds waren er beoordelingen van 5/10 waarbij ik bij manier van spreken zou hebben durven vragen of de zieke bloemen en kransen zou willen op de uitvaartplechtigheid. We spreken dan wel eens van majeure klachten voor mineure aandoeningen. Er was de man waarvan een deel van zijn meniscus aan de knie was verwijderd via een kijkoperatie. Wanneer ik die knie moest behandelen was een blik naar het verband reeds voldoende om de man in paniek te doen schieten en een afwerende beweging met beide handen verticaal boven de knie te laten maken. Zijn angst om de eventuele mobilisatie van deze knie was elke behandeling duidelijk groter dan de pijn van het buigen van deze knie. Dat je als therapeut dan met heel kleine vorderingen tevreden moet zijn, en je steeds met extreem positieve feedback zijn kleine toegiften dik in de verf moet zetten, zijn dan echt frustrerend. Eénmaal heb ik tegen zo’n patiënt gezegd dat ik duidelijk in het verslag aan de behandelende chirurg zou schrijven dat de kleine vordering in het revalidatieproces echt niet aan mijn goede bedoeling en therapie hadden gelegen, dan wel aan het niet-coöperatief gedrag van de behandelde zieke. Ook dat heeft toen geholpen. Eénmaal dreigde ik aan de patiënt de behandeling bij het verder doortrekken van zo’n laagdrempelig pijngedrag te zullen stopzetten. Ik meldde dat ik geenszins mijn goede naam en faam op revalidatiegebied omwille van het niet meewerken van een preutse patiënt in de weegschaal wou gooien. Ook dat heeft toen heel goed geholpen. Ooit belde ik in het bijzijn van de patiënte naar een behandelende huisarts met de vraag of er een afspraak met een dienst orthopedie kon geforceerd worden. Een elleboog van een patiënte diende mijns inziens dringend onder narcose gemobiliseerd te worden. De arm was bij haar niet te behandelen omdat de patiënte niet meewerkte. De arts volgde die vraag en legde bij een volgend bezoek door de zieke aan zijn adres haarfijn uit wat zo’n mobilisatie onder narcose inhield. De goniometer waarmee we de hoek meten die een gewricht maakt, werd doeltreffend gebruikt en moest elke dag hogere waarden noteren. Hier was de schrik voor de post-narcotische periode dan weer groter dan de angst voor een intensieve mobilisatie. Ook dit kan een methode zijn om slapende angstpatiënten eens wakker te schudden. Tenslotte heb ik in extreme pijnuitingen ook door volledige negatie al eens terrein gewonnen. Je kan als therapeut soms meer winnen door niet in te gaan op al die oei oei’s en ai-ai’s. Ik heb toen tijdens die pijnlijke (zogenaamde) mobilisaties geen aandacht geschonken aan het verbaal geklaag en deed toen mijn ding. Ook dat heeft toen geholpen, al moet ik bekennen dat zo’n houding je ook als therapeut frustreert. Wellicht heeft dit meer te maken met een significant verschil tussen de gedrevenheid van de patiënt en de therapeut. Wat ik gedurende die hele duur van mijn loopbaan aanleerde was vooral naar de lichaamstaal van de patiënt te luisteren. Wanneer empathie getoond werd, wanneer een pijn begrepen werd of wanneer een degelijke argumentatie aangeboden werd waarom die pijn er was, kon je al heel snel rekenen op een coöpererende patiënt. Ik gaf mijn fysieke lijders heel regelmatig vertrouwen, vertelde hen dat het heus wel allemaal goed zou komen. Net dat greintje vertrouwenssteun was zo broodnodig en werd dan zo fel gewaardeerd. De mentale peptalk ging erin zoals cola uit het flesje opgezogen wordt. Niet veel raadplegingen en consultaties geven de patiënt gedurende dertig minuten de tijd om zijn verhaal te doen. Net dat tikkeltje personalisatie van je behandeling en van de patiënt zijn persoonlijk gevoel zich bij jou te kunnen uiten geven je dat kleine voordeel meer dat ze bij veel andere zorgverleners niet krijgen. Daar heb ik heel dikwijls dankbaar gebruik van gemaakt, en het werkte!

    30-07-2018 om 19:01 geschreven door JohanDS  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat is het hard om te wennen.
    DAG 91: Zondag 29 juli 2018. 

    Onder mijn voeten: Herent – Heist Op Den Berg (zondagmarkt)  

    Wat is het hard om te wennen. 

    Wanneer deze morgen naar het slechte nieuws werd geluisterd was er toch één pluspunt; Israël had het 17-jarig Palestijns meisje vrijgelaten na 8 maand gevangenis. Ze was veroordeeld omdat ze twee Israëlische soldaten een veeg rond hun oren had gegeven als vergelding voor de opzettelijke zeer zware verwonding ( met rubber kogels van op zeer korte afstand schieten) van haar 9 jarig neefje. Van strafrecht gesproken en de straffeloosheid van de Joden. Nu was mijn hoofd eens leeg… We reden richting Heist op den Berg, omdat daar een heel grote zondagsmarkt plaats vindt. Het is er rustig kuieren en het aanbod van rommel is er ook groot. Waardevolle oude dingen besnuisteren die ons bijzonder aantrekken. Ook groenten en fruit in groot aanbod. De blog loopt langzaam op zijn einde. Morgen is de ultieme dag met verhaal 93. Vandaag krijgen jullie er twee omdat ik ergens een verhaal ( door vermoeidheid hoogst waarschijnlijk) ben vergeten mee te sturen samen met het dagverhaal. Ik heb ditmaal getracht om de blog niet plots te stoppen maar hem langzaam te doen uitdoven. Nogal wat lezers van het vorige boek vonden dat het einde verleden keer erg abrupt en te plots kwam. Daarom dat ik deze maal nog een paar dagen extra voorzag met de verhalen van de praktijk. Vergeet zeker niet donderdag 18 oktober 2018 om 18.30 aan te stippen in uw agenda. Donderdag na de verkiezingen zal het boek publiek gaan en de lat ligt zoals u weet, zeer hoog. Voor liefst 500 exemplaren tekende ik om alzo Oostrem een extra cadeautje te kunnen doen. De deelneming aan de receptie is voor IEDEREEN gratis en er wordt ook geen voorwaarde gesteld om er aan deel te nemen. Er is live muziek, voorzien door Bricallon, en ook Oostrem zal zijn woordje doen. Opschrijven en komen is de boodschap. Op die avond kan je ook ter plaatse het boek aanschaffen voor de prijs van 40 Euro en ook op die avond krijg je bij aankoop een fiscale strook waardoor deze aankoop fiscaal aftrekbaar wordt. Je kan betalen met cash geld. De voorstelling gaat door in Wijgmaal in de Baron Descampslaan in de oude jongensschool aan de winkel De Spar. Iedereen wordt vergast op Cava en hapjes. Mag ik erop rekenen dat ik de overschot van alle drank en hapjes niet zelf moet verwerken? Gegroet, jij waardige lezer en morgen komt het laatste nieuws. Achter mijn handen ARTSEN EN VOORSCHRIFTEN Kinesitherapie wordt uitgevoerd op voorschrift van een voorschrijvende arts. Wij kunnen onze act maar uitvoeren indien een arts een voorschrift maakt voor een aanvaarde en nauw omschreven therapie die leidt tot herstel van een genoteerde diagnose. Het voorschrift moet nauwkeurig voldoen aan allerlei specificaties die bepaald worden door het Rijks Instituut voor Ziekte en Invaliditeitsverzekering (RIZIV). Wanneer dat voorschrift onvolledig is, niet juist is of onvoldoende duidelijkheid geeft, kan het aanleiding geven tot weigering van terugbetaling door de mutualiteit of kan zelfs ons werk als therapeut nietig worden verklaard. Bovendien mag de kinesitherapeut niet eigenhandig deze voorschriften verbeteren. Het is dus geen bagatel wanneer een arts de voorschrijfprocedure niet strikt opvolgt. Op vraag van de federatie hebben we gedurende een tijdsduur van een jaar telkens een kopie gemaakt van een slecht of onvolledig voorschrift. De inkt toner van de kopieermachine was aan vervanging toe: liefst 54 voorschriften waren ontoereikend om een normale terugbetaling te verkrijgen. In geval van incorrecte voorschriften is de procedure zo dat de huisarts op de hoogte wordt gebracht en verzocht wordt een nieuw te maken of het oude te verbeteren. Het telefonisch bereiken van een huisarts is zoals het rijden van een etappe in de race Parijs-Dakar. Herhaaldelijke telefoontjes en wanneer je de arts dan toch aan de lijn hebt, is het spreken als een opgejaagde hond, want tijd dient niet om te verspillen. Wanneer de bij wet gereglementeerde voorwaarden voorzien dat er duidelijk omschreven modaliteiten zijn vermeld op het voorschrift, en artsen hiervan ook zeer nauwkeurig zijn ingelicht, hangt daar de verantwoordelijkheid aan vast dat dit voorschrift degelijk dient te worden ingevuld. Het is een feit dat de moderne geneeskunde meer en meer de specialistische kant op gaat. Verregaande specialisaties maken dat we meer en meer gekwalificeerde mensen moeten aanspreken en vertrouwen omdat ze nu éénmaal spreken over hun product, over hun specialisme. De tijd dat de arts globaal alle gestelde problemen kan oplossen in zijn huispraktijk gaat teloor. Meer en meer wordt die man een coördinerende rol toebedeeld, en wordt het algemeen aanvaard dat hij doorverwijst naar de juiste deskundige. En niet ten onrechte. Hij weet raad met vele doorverwijzingen omdat hij ook vele linken kan leggen tussen pathologieën en raadsheren op hun specifiek terrein. Ik vraag mij af wat die immense druk in de geneeskunde voeding geeft. Sommige betrokken verzorgers en hulpverleners geven de indruk erbij te lopen met een soort tunnelvisie. Hoe meer men spreekt over communicatie met de patiënten, over rechten van patiënten, over respect en waardering in het geheel van de collegiale zorgsector, over afname van de administratieve lasten, enzovoort, hoe minder ik van dat alles merk. Men is er wel steeds mee bezig. Van het uiteindelijke toepassen in een praktijkveld heb ik sinds het begin van mijn loopbaan tot nu toe op mijn veertig jaar durende carrière nog niet veel gezien. Voorschriften kunnen soms onleesbaar zijn. Het is de faam van vele helers dat hun geschrift niet te ontcijferen viel. Alsof ze schreven in een soort codetaal. Hier wordt dan regelmatig gebruik gemaakt van de regel: wat verwacht je dat er op papier zou staan bij de aanbieding van deze patiënt en het zien van zijn symptomen. Het komt al eens voor dat de verplicht in te vullen diagnose niet bestaat of een verzamelnaam is van verscheidene symptomen. Rugpijn is zo een typisch voorbeeld. We kregen ooit van een adviserend geneesheer een onvolledig voorschrift terugbezorgd omdat er vermeld stond “schouderpijn”. De adviseur schreef erbij dat schouderpijn geen diagnose was en dus werd de terugbetaling van de behandeling uitgesteld tot dit euvel verholpen was. Ook datum en zelfs namen van patiënten durven als eens ontbreken op een verwijsbrief. Daar het zelf invullen kan uitdraaien op een beschuldiging van schriftvervalsing moet ook deze fout door de arts zelf worden verbeterd. Binnen afzienbare tijd behoren al deze bezwaren tot het verleden want elektronische voorschriften rukken op. De nieuwe internettechnologie laat niet toe dat op een voorschrift een noodzakelijk gegeven niet wordt ingevuld. Dus wat nu reeds opgang maakt en vlot loopt in apotheken is binnen afzienbare tijd ook ons deel: duidelijke, volledige en perfect ingevulde elektronische voorschriften. Hierdoor loopt geen van de drie partijen nog enige kans op het beleven van frustraties: niet de patiënt, niet de kinesist en last but not least, de arts zelf ook niet. Achter mijn handen DE EERSTE PRAKTIJK SOFTWARE Mijn generatie is er eentje die nog verschijnselen meemaakte die de huidige adolescenten zich niet kunnen voorstellen. Als twaalfjarige straatvoetballer was er welgeteld één televisietoestel in onze woonomgeving. We konden dat gemakkelijk zien aan de al of niet aanwezige antenne op het dak. Bovendien wisten we als jongeling ook heel goed wie er zoal in Herent over een televisietoestel beschikte. Zo verspreidde zich heel snel het nieuws als een lopend vuurtje dat onze buurman van de nummer 55 in onze straat zich een televisietoestel had aangeschaft. Met vijf buurtkinderen mochten we dan op woensdagnamiddag bij die kinderloze mensen naar Nonkel Bob gaan kijken. Uiteraard in zwart-wit, want kleuren TV bestond toen nog niet. Wij stammen uit de tijd dat vrouwen haast niet achter het stuur van de auto plaatsnamen. Het mocht wel, maar hoorde niet zo. De dames droegen in die tijd praktisch geen lange broeken. We gebruikten de houten telefoonpaal op de stoep als paal voor onze goal bij het straatvoetbal. We rolschaatsten met de hele buurgemeenschap wedstrijden in het midden van de enige geasfalteerde straat in Herent. Ik tracht maar duidelijk te maken dat in de jaren zestig veel mogelijk was wat nu niet meer voor te stellen is. Wanneer er dan toch eens een voertuig de straat kwam ingereden dan gingen we met z’n allen gewoon even op de stoep staan en speelden daarna onze match voetbal in het midden van de straat verder. Dat was heel gewoon. Tijdens mijn laatste jaar universitaire studies in Leuven was er welgeteld één fotokopieerapparaat in gans het Universitair Ziekenhuis Sint-Rafaël aanwezig. Dat kon dan door een personeelslid bediend worden. Die maakte jouw kopieën. Het moest wel dagen op voorhand aangevraagd worden, want de planning zat boordevol. Eén computer stond er in de hele universiteit. Op de Celestijnenlaan aan de campus van werktuigkunde stond er naar ik hoorde een toestel dat ingewikkelde berekeningen kon maken en dat door de studenten gebruikt mocht worden. Veelal waren het aspirant burgerlijke ingenieurs die met dat wondertoestel omgingen. Wij, als fysiek wel goed ontwikkelde leerlingen, maar met onze wiskundige restafval, waren niet het uitgelezen publiek om in concurrentie te gaan met die nerds. Daar en op dat ogenblik werd er een ernstige bres geslagen in onze potentiële toekomstige digitaliseringsontwikkeling. Zelfs rond het gebruik van zo’n denkwonder van een computer werd door niemand van het onderwijzend ambt aan ons enige uitleg gegeven. Aan het toekomstig belang van de computer werd totaal geen aandacht besteed. Wanneer ik mijn praktijk opstartte, verliep alles nog met fichebak en dossier. Voor elke nieuwe patiënt werd een groene fiche ingevuld en door een ingenieuze nummering van die fiches (die op hun beurt alfabetisch in een fichebak terechtkwamen) kon ik op het einde van het jaar heel nauwkeurig nagaan hoeveel splinternieuwe patiënten mijn praktijk rijk was, en hoeveel oude patiënten er weerkeerden voor een nieuwe behandeling. Toen in die tijd van de jaren zeventig was dat al een huzarenstuk. Want op de unief hadden we geleerd dat meten, weten is. Ik kende dus het verloop van de nieuwe patiënten, en het verloop van de nieuwe behandelingen. Op het einde van het jaar kon ik dan zien in welke mate mijn patiënten in aantal groeide of stagneerde. Gedurende veertig jaar heb ik mij bij elk jaareinde vergewist van die zeer belangrijke cijfers, en eigenaardig genoeg, het verliep steeds in stijgende lijn. Joke, mijn dochter, is ook aan deze manier van evalueren verslaafd geworden… Gaandeweg ondervond ik de opkomst van het computergebeuren binnen een praktijkmuur. Het belang ervan werd ook juist ingeschat. We konden daar echt niet omheen, omdat enerzijds het geschreven en manueel gebeuren rond een patiënt zijn medisch dossier omslachtig en tijdrovend bleek, maar anderzijds was er ook het feit van de ereloonnota’s. Een rekening met de hand maken vroeg al gauw een tweetal minuten. Een matrixprinter doet dit met invulling van alle velden ongeveer op tien seconden. Dat feit heeft toen echt de doorslag gegeven. In 1983 werd overgestapt op de elektronische versie van de praktijkadministratie. Alhoewel er op dat ogenblik een wereld van verwondering openging, moet ik echt wel toegeven dat enige diep verscholen trekjes van mijn autistische kantje als luchtbellen in water naar boven dwarrelden. Ik ben toen enige keren echt diep wanhopig geweest. Dikwijls ging ik ongelukkig slapen en stond ik enkele uren later zonder slaap weer op omdat een probleem zijn oplossing niet kreeg. Verscheidene keren ben ik na mijn werkdag met mijn PC naar Kapellen gereden om bij mijnheer Peeters van het toenmalige kine-soft programma het vraagstuk een oplossing te kunnen bieden. Enkele keren stuurde ik mijn floppy disk met de back-up van mijn programma op en kon ik gedurende een week niet werken omdat mijn software in “onderzoek” was. Heroïsche tijden waren het met heel veel vallen en evenveel opstaan. Onze generatie had echt geen kennis van computers en hun werking, en dat heb ik aan den lijve gevoeld. Hoeveel keren heb ik aan Mike, mijn schoonzoon, die toen in het “milieu” van netwerkbeheer en IT-gebeuren zat, niet gevraagd om me te komen depanneren. Mijn respect voor mijn dochters lief was reeds groot maar steeg bij elk opgelost probleem. Mike is meermaals mijn reddende engel gebleken. Beetje bij beetje leerde ik door samen met de herstellers de opgeloste problemen mee te doorgronden en te analyseren. Ik durfde hun actie al eens na-apen en ook zelf af en toe eens een opdracht in te tikken. En opnieuw verwierf ik zo kennis door te lukken en te mislukken. Ik durfde al eens wat verder te gaan dan de enterknop in te drukken en testte ook al eens andere functies uit. Bovendien had ik het grote voordeel om hier en daar ook al eens een patiënt te behandelen die raad wist met mijn obstakels. Patiënten hebben mij onnoemelijk veel hard -en software geheimpjes prijsgegeven. Beetje bij beetje werd ik ondergedompeld in het binaire bad. Heden moet ik bekennen dat van al de medewerkers binnen onze praktijk de PC problemen het meest door mij worden opgelost. De digitalisering van de praktijk liet ook toe om vele aanvragen en verslagen reeds via een vooraf gemaakt tekstveld heel snel te kunnen samenstellen. Op zichzelf betekende dat al een heel grote tijdswinst, al moet er wel onmiddellijk bij verteld worden dat het inbrengen van alle datagegevens van zoveel jaren praktijk mij meer dan enkele dagen heeft doen stilzitten op mijn stoeltje voor het toetsenbord en scherm. Op dit ogenblik is alle dossierverkeer en praktijkbeheer in zo’n snelle vaart geëvolueerd, dat een mens zich geen praktijk kan voorstellen zonder computer. Afspraken, behandelingen, verslagen, voorschriften, ereloonnota’s, en eindevaluaties worden allemaal opgeslagen op een server die elke 3 seconden een back-up maakt van al de praktijkgegevens. De vijf collega’s hebben inzage in elkaars agenda- en patiëntendossiers zodat er heel eenvoudig bij afwezigheid van een therapeut kan overgeschakeld worden. Wie niet mee is, is gezien, want werken zonder digitaal systeem is in deze eenentwintigste eeuw niet meer mogelijk.

    29-07-2018 om 15:34 geschreven door JohanDS  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    DAG 90: Zaterdag 28 juli 2018. 

    Onder mijn voeten: Aankomst Herent 

    Na drie maanden terug thuis, raar gevoel. 

    We reden gisteren met de camper in één trek van Bédoin tot thuis. Om 10.00 uur vertrokken en om deze nacht om 00.30 stonden we geparkeerd op de oprit van ons huis. Nog een Cava gedronken op de thuiskomst en dan slapen tot deze morgen. Vandaag de Globetrotter-car gans leeggemaakt en de binnenkant een opkuisbeurt gegeven. Normaal zou ik hem morgen langs buiten hebben gekuist, maar hier geldt dus een waterverspillingsverbod. Dus wordt dat uitgesteld. Alhoewel een auto na drie maand rondrijden een wasbeurt geven voor mij helemaal geen verspilling betekent. Ook heb ik wat licht herstelwerk en onderhoud uitgevoerd. Kledij wordt nu gewassen en alles wordt weer netjes opgeborgen in de kast voor een volgende uitdaging.  

    Achter mijn handen 

    HYSTERISCHE HEMIPLEGIE  

    Niet alles aan voorkomende pathologieën word je onderwezen. Het gebeurt dat je tijdens je beroepsloopbaan geconfronteerd wordt met een aandoening die je wel binnen de literatuur diagonaal hebt gelezen, maar waar je nooit dieper bent op ingegaan. Je weet van het bestaan ervan, maar verder ook niets meer. Gelukkig zijn er dan opleidingscursussen die je hebben geleerd om via zelfstudie en opzoekingswerk deze medische hiaten op te lossen. De psychogeriatrische dienst van het toenmalige Sint-Rafaël briefde mij over een niet veel voorkomend probleem van een patiënt met een hysterische éénzijdige verlamming. Eugène was een 74-jarige man die op rust was na een succesrijke loopbaan in het federaal apparaat van de Belgische rechterlijke macht. Hij had binnen het gerechtelijke apparaat aardig wat aanzien opgebouwd met zijn justitieel onderzoek en enquêtes rond criminele feiten. Zoals het binnen die kringen ook gangbaar is, komt hiërarchie op de eerste plaats en pas naderhand kunnen magistraten hun resultaten gebruiken om bepaalde geloofsbrieven wat meer kracht bij te zetten. Deze man was van het pure soort geweest die via onderzoek en resultaat heel veel respect verkregen had en mee hierdoor had hij zijn aanziensfactor uitgebreid kunnen laten gelden gedurende zijn ambtsperiode. Tijdens de fase van pensioen was hij thuis zwijgzamer geworden. Hij had zich dikwijls en gedurende langere tijd teruggetrokken in zijn eigen bureau en was er min of meer een eenzamer leven gaan leiden. Steeds, elke dag opnieuw, was hij gekleed in wit hemd met gouden manchetknopen en bijhorende perfect geknoopte das. Ook het gilétje en de bijpassende vest ontbraken niet. De man zat er aan zijn bureau als kon hij op elk moment vertrekken naar het plechtige feest van zijn dochter. Aan zijn rechterhand pronkte een breed gemengde witte en geelgouden trouwring. Aan de pink schitterde een blinkende saffieren ring. Pure klasse was dat en bovendien straalde de man met zijn wit achteruit geborstelde haar een zeer dominante kracht uit. Deze lichaamsglans werd door zijn kristalheldere blauwe ogen nog meer luister bijgezet. Ik had te maken met een man die imponeerde door zijn houding, zijn lichaamstaal, zijn kledij, zijn voorkomendheid, het maakte niet uit, ik onderging zijn charismatische impressie. Tijdens de zelfstudie werd het mij vrij snel duidelijk dat, door de hinten die ik kreeg van de dienst geriatrie, er moest gezocht worden in de gespecialiseerde literatuur rond geestelijke gezondheidszorg. Daar vond ik dat hysterie inderdaad verantwoordelijk kon zijn voor bepaalde gedragsvormen. Zo werd voor het eerst in 1903 een hysterie bij een vrouw beschreven die symptomen uitlokte van facialis paralyse. Perfect werden alle symptomen van een aangezichtsverlamming beschreven bij deze patiënte, zonder dat er echter één enkele fysieke schade of oorzaak kon worden weerhouden die deze aandoening zou hebben kunnen uitlokken. Verder onderzoek leidde me tot het onderwerp van de hysterische hemiplegie. De aandoening en de behandeling werd in vroegere literatuur reeds uitvoerig beschreven. Ook de houding van de zorgverstrekker werd uit de doeken gedaan. Ik stelde mijn eigen attitude ten overstaan van zo’n zieke in vraag omdat ik voor mezelf immers de opmerking maakte dat iemand die niets mankeert, die geen letsel heeft, automatisch en onlosmakelijk aan deze voorwaarde verbonden niet kan hersteld worden omdat hij eenvoudigweg niet ziek is of was. Dat bleek ook uit de documentatie die ik erover las. De behandeling centraliseert zich vooral rond aandacht schenken en de zieke confronteren met bewegingen, houdingen, functies en gedragingen die nog wel kunnen uitgevoerd worden. Daar bouwt men dan een oefenschema op verder. De aandacht die hij zozeer miste en nu via zijn (gespeelde) ziekte wel terugkrijgt moet de symptomen doen verdwijnen. Tijdens de behandelingen baseerde ik me vooral op zijn fijne motoriek. Tijdens de anamnese vertelde die man mij dat hij vooral zijn schrijven erg miste. Het minieme huishoudelijke klassement en de beperkte administratie wou hij zo heel graag terug zelf onder controle krijgen. Het was fascinerend hoe die persoon de hemiplegie speelde. Geen acteur zou, zelfs niet na maandenlange research, deze rol op deze manier hebben kunnen vertolken. Zijn grijpen, zijn arm buigen, zijn vingers strekken en plooien, zijn pincetgreep ter hoogte van duim en wijsvinger waren perfect geïmiteerd. Ook zijn gang en transferts waren rimpelloos. Het enige verschil met de echte patiënten was dat hij gaandeweg en in snel tempo aanleerde en herstelde. Eugène kreeg aandacht en respect om zijn aandoening en dat alleen was al voldoende om deze ziekteverschijnselen op te lossen. Familiaal ondervond de man veel aandacht van gans het gezin. Door zijn gemotiveerde houding richting herstel stond hij meermaals in het middelpunt van de belangstelling. Ook dit heeft geholpen. De support die zo’n mensen krijgen van de directe omgeving heeft een waardevolle invloed op het herstelproces. In de voorafgaandelijke briefing legde men de nadruk op de positieve attentie die de patiënt gulzig wil opslurpen. Soms volgt na een opruststelling van een persoon met verantwoordelijkheid tijdens zijn job een neerslachtige periode omdat ongewild en ongeweten zijn waardigheid en respect worden aangetast of zelfs verdwijnen. Er kan dan al eens gebruikt gemaakt worden van compenserende attitudes om een gebrekkige opstelling of houding van de “nieuwe” omgeving zachtjes op te eisen. Hier gebeurde niet anders. Eugène herstelde van zijn hemiplegie en ging nooit gebukt onder enig gezichtsverlies. De gezinsleden vertelden hem dat hij heel veel geluk had bij zijn aandoening. Vitale delen van de hersenen die verantwoordelijk waren voor de primaire hemiplegie bleken niet fataal getroffen en zo konden vrijwel alle functies worden herwonnen. Hij bleef sindsdien opvallend minder achter in zijn bureau en werd door zijn vrouw en kleindochter regelmatig in gesprekken en gezinsanimatie betrokken. De man bleef nog jaren in zijn afgeborstelde outfit functioneren en heel regelmatig zag ik hem uitgedost in maatpak samen met zijn Maltezer-hondje aan de lijn een wandeling maken bij ons in het dorp. Hij groette mij dan met een statig gebaar van een kleine buiging van de rechterpols geheven op borstkas hoogte. Een respecterende en beleefd gevormde glimlach kreeg hij dan terug van mij, samen met een wuivende hand. Ook van jou, Eugène, leerde ik dat respect in het leven altijd belangrijk blijft.

    28-07-2018 om 20:44 geschreven door JohanDS  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    27-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De definitieve aftocht is begonnen!
    DAG 89: Vrijdag 27 juli 2018. 

    Onder mijn voeten: Bodoin - Beaune met de camper.

    De definitieve aftocht is begonnen.  

    Ruim acht uur was het vooraleer we spraken van op te staan. We hadden beloofd aan Arend en Frieda om nog voor ons vertrek eventjes goeiendag te komen zeggen. We hadden gisterenavond in Les Beaux een prachtige zomeravond en alles wat in de plooi moest vallen deed dat ook. Geweldig uitzicht op de wijngaardvelden rond de Ventoux, prachtige avondtemperatuur, tof gezelschap, Frieda kreeg dan nog telefonisch goed nieuws, en Arend was in zijn nopjes want de Ricard die je hier drinkt is buitengewoon lekker. Dat vond ik trouwens ook. De mega-pizza was niet op te krijgen voor normale eters, dus kon ik de mijne netjes oppeuzelen, maar meer kon er ook niet meer bij. Als dessert nam ik dan maar een zogenaamd digestiefje om mijn maag te doen keren. Een “Jupiler pression” kan dan wonderen doen…Heel laat zwaaiden we af richting dorp Bédoin met de looplamp want donker was het al een hele tijd. De foto’s zijn de zonnebloemvelden in Labastille-de-Beauvoir en een paar van de Ventoux. Vandaag volgt er een mooi verhaal van een geneesheer specialist die gedurende heel mijn loopbaan en nu nog steeds heel veel manden vol respect van me kreeg omwille van zijn heel normale menselijke en begrijpende houding en omgangstaal naar al zijn patiënten toe. Ik schreef dit verhaal omdat deze persoon steeds in schril contrast stond met de soms minder joviale, meer ijdele en sociaal mindervalide attitude van veel van zijn collega’s. Laat dit verhaal een ode zijn aan de persoon zelve, want nimmer heeft hij zich enige moeite ontzien om de patiënt in het middelpunt zijner professionele interacties te plaatsen. Een minzaam man bij wie het hart op de goede plaats zat… Morgen nog een nieuw verhaal. 

     Achter mijn handen 

     ALS ARTS EN ALS MENS EEN ERG EENVOUDIGE SPECIALIST 

    Het zou verkeerd zijn en volledig van de pot gerukt om steeds te blijven kloppen op de kop van dezelfde nagel. Er bestaan wel degelijk heel aanspreekbare artsen die in alle eenvoud hun zieken op een degelijke manier beluisteren, voorlichten en uitleg verschaffen. Die ook hun technieken van behandelen prachtig beheersen en die uit hun grote dosis ervaring zodanig veel empathie putten dat je als patiënt wel moet besluiten dat het hier om een “goede” arts gaat. Het zijn geen geïsoleerde casussen, je moet alleen het geluk hebben om ze te vinden. Doorgaans zitten de afsprakenboeken van deze soort artsen propvol, omwille van hun succes. In Leuven en Tienen zit er zo’n witte raaf. Ik had reeds heel snel vastgesteld dat de man beschikt over een combinatie van enerzijds geen fraai en anderzijds een haast onleesbaar handschrift. Toen ik na een aantal hardnekkige pogingen tot decodering van zijn voorschrift toch maar besloot om telefonisch uitleg van de betrokken arts te vragen, zat ik uit angst haast met mijn ogen en billen hard toegeknepen. Het was in het jaar 1978, ik was nog zo groen als een pas geplant koolplantje, en besefte maar al te goed dat ik op heel glad ijs aan het joggen was. Maar ik besloot in het belang van de patiënt toch maar tot dit spontaan initiatief. Ik durfde van die arts, die ik nog niet zo goed kende, helemaal geen begripsvolle reactie verwachten of verhopen. Maar dat viel wel heel goed mee. De jeugdige stem aan de andere kant van de lijn maakte tijdens zijn drukke consultatie rustig tijd om mij zijn verontschuldiging aan te bieden en me er op te wijzen dat ik niet de enige was die moeilijkheden had met zijn schriftuur. Hij expliceerde me van naaldje tot draadje de etiologie en de anamnese van de doorgestuurde patiënt zijn aandoening. Bovenal gaf hij me nog een zeer gespecifieerde uitleg van de aandoening zelf en daarmee argumenteerde hij waarom die specifieke soort oefeningen moesten worden uitgevoerd bij deze patiënt. De man straalde zo’n warm gevoel uit en niets uit zijn stijl en toonaard van de communicatie zou doen vermoeden dat deze persoon een doorsnee geneesheer-specialist was. Ik voerde het telefoongesprek van mijn carrière en het feit dat ik het hier beschrijf beduidt dat het heel veel indruk op mijn praktijkbeleving heeft gemaakt. Ik onderhield met de orthopedist in kwestie nog jarenlang professioneel contact. Hij heeft mijn vrouw, mijn dochter en mezelf behandeld. De arts was een uitblinker in zijn soort, want hij kon als geen ander zijn patiënten motiveren en diets maken waarom er voor deze of gene behandeling werd geopteerd. Daarenboven hanteerde de naaldenprikker zijn instrumentarium zoals een violist zijn Stradivarius. Bij infiltraties in gewrichtsholten en kraakbeenoppervlakten met het bekende Hyaluronzuur waren de potentiële slachtoffers als de dood voor deze behandeling. Niet één keerde er van weer met klachten van pijn tijdens de infiltratie en ik schat dat zowat 80% van de behandelden zich positief tot uiterst tevreden uitlieten over het resultaat. Een paar keer was ik een gelukkige toehoorder van enkele voordrachten die de arts hield tijdens verscheidene symposia. Hij was een boeiend spreker die er niet voor terugdeinsde om via een auditief of visueel grapje het vuur van de verzwakkende aandacht van de luisteraars wat aan te wakkeren. Hij beheerste de redenaarstechniek alsof hij de geprefereerde Griekse leerling was geweest van Homerus. Vooral vrolijkheid typeerde de man. Ondanks een zware ziekte die hij doormaakte werd zijn zin voor humor en sentiment niet echt aangetast. Meer nog, hij projecteerde deze positieve zienswijze en aanpak op zijn patiënten. Hij kon door zijn overwonnen strijd zich als geen ander inleven in de emotionele materie die elke zieke doorworstelt tijdens het proces van herstel en genezing. Zonder dat hij het zelf wist noch besefte was hij voor menig patiënt die hijzelf behandelde een voorbeeld van overwinnen door vastbijten en overtuigd geloven in de goede afloop. Instinctief, onopgemerkt en gedreven verzocht hij vele zieken zich positief en geloofwaardig op te stellen en zo de strijd aan te gaan tegen de kwaal die men algemeen pijn pleegt te noemen. Voorkomend en integer durf ik de arts noemen. Hij zou nooit mensen schofferen noch brutaal van antwoord dienen. Ondanks zijn status van specialist orthopedist, zou hij nooit deze positie gebruiken om zich te affirmeren of een dominantie op te wekken. Hij werd ook om deze evidentie door de grote meerderheid van zijn patiënten op handen gedragen. De arts moet nu de leeftijdsgrens van 70 jaar hebben bereikt, maar blijft alsnog actief in het wereldje van de orthopedie. Het was en is nog steeds deugddoend dat je als praktijkdeskundige bij eender welk orthopedisch probleem een veilige informatieve haven kan binnenvaren met een vuurtoren die je leidt naar de oplossing waar je zelf geen antwoord op had. Bij deze en bij wijze van ultiem eerbetoon, dank ik je heel oprecht en uitgebreid. Om zoveel hulp, bijstand, begrip en begeleiding. Jouw invloed en slimme, stille inbreng zal ik nooit vergeten. Weet dat veel van je behandelde patiënten je meer erkentelijk zijn dan je ooit zelf werd verteld.


























    27-07-2018 om 14:55 geschreven door JohanDS  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een mooiere afsluiter van deze missie kon ik niet dromen.
    DAG 88: Donderdag 26 juli 2018. 

    Onder mijn voeten: Bédoin – Mont Ventoux en afdalen tot Chalet Raynard 25,8 kilometer. 

    Een mooiere afsluiter van deze missie kon ik niet dromen. 

    Het is 05.25 uur in de ochtend wanneer Don Henley zijn Boys of summer begint te zingen op mijn I-Phone. Het liedje brengt je zo in de stemming die je nodig hebt want op dit uur van de dag is er nog niet zo veel licht of zonneschijn en kan je dus wat extra enthousiasme, desnoods artificieel, goed gebruiken. Ik ben dus direct in de stemming. Eerst ons Jakske nog eens laten plassen en dan maak ik me klaar om de ultieme krachtinspanning van deze missie vorm te geven en hopelijk heel de zaak mooi af te sluiten. Ik ben al een paar maal de Ventoux opgeklommen met de fiets en te voet, maar elke keer is er toch weer die speciale sensatie en denk ik: “Hier is ik weer”. Ook vandaag heb ik weer een ander tochtje getekend, verschillend van al de vorige. Ik loop als het ware in een grote halve cirkel rond de top en kom dan op het laatste langs de noordzijde aan het kapelletje boven. De maan-fase (het terrein waar geen bomen staan en enkel rotsblokjes en keien de bodem bedekken) was dus de laatste 3,5 loopkilometers en ik denk dat ik daar ongeveer een uur over deed. Dat was het meest harde nootje om te kraken. Eenmaal aan de kapel ben je zo aan de top en dus was de wind weer mijn bondgenoot. De temperatuur bedroeg er 26 graden, beneden was 34 graden. De temperatuur boven op de top tegen in het dorp Bédoin scheelt ongeveer 8 graden. We hadden met Arend en Frieda afgesproken om ons boven aan Chalet Raynard op te pikken nadat we daar wat gegeten en gedronken hadden. Ik zat er weer bij met een dubbel gevoel. Enerzijds ben je blij dat je de klus helemaal hebt gefikst, maar anderzijds is er de realiteit die me wijs maakt dat aan mijn bescheiden sportieve fase hier dit jaar een einde komt. Maar ik heb het meegemaakt en afpakken zal niemand mij dit nog doen. Alles verliep dus prima en het feit dat je dit leest betekent dat ik heelhuids dit avontuur afrondde. Straks nog een idyllische afsluiter in het dorpje “Les Beaux” met pizza en wijn en dan morgen terug richting Herent, waar op zondag namiddag met heel de familie reünie is voorzien op zijn Belgisch. We zijn bij Annemie uitgenodigd om frietjes te komen eten, samen met alle andere kinderen en kleinkinderen. Als ik dat maar overleef. Belgische frietjes, die heb ik wel erg gemist ja…Foto”s van de Ventoux zijn genomen maar liggen per ongeluk nog in de wagen van Arend. Dus morgen alles in één keer. Blijven lezen want er volgen nog een paar mooie verhalen. 

    Achter mijn handen 

    NIEUWJAARSPATIËNTEN 

    In de zorgsector gebeurt het dat je als eerstelijnszorgbemiddelaar, de onvoorziene situaties dikwijls met de nodige flexibiliteit dient op te vangen of met andere woorden dat je samen met de patiënt naar oplossingen zoekt die zijn immobiliteit of afhankelijkheid grotendeels opvangen. Planning van je ongeval of je ziekte in de tijd is net zo realistisch als planning van het weer. Een acute situatie overvalt je, en de manier waarop je daar als patiënt, als mantelhelper, als arts, als therapeut inventief mee omspringt is determinerend voor de rest van het psycho-motorisch revalideren. Je moet je neerleggen bij de acute vorm van het ziektegebeuren, maar hoe je omgaat met het zoeken naar oplossingen is de sleutel van menige herstelprocedure. Het is een beetje zoals een zeiler op zijn boot. De lijn tussen zijn positie en het einddoel kan hij bepalen. De richting van waaruit de wind komt moet hij aanvaarden. Maar het positioneren van zijn zeilen kan hij wel degelijk in functie van zijn te varen route zelf bepalen om zo zijn uiteindelijk doel te bereiken. Het gebeurde verschillende keren dat je gedurende een revalidatie personen van je entourage willens nillens moest betrekken bij dit gebeuren. Praktische afspraken hingen dan dikwijls af van je mobiliteit. Vermits het in ons vak heel dikwijls de revalidatie betrof van het motorisch gestel, kwam het veelvuldig voor dat een slechte werking van dit locomotorisch systeem de patiënt afhankelijk maakte van ons huisbezoek of externe logistieke hulp en/of steun. De zelfredzaamheid van zo’n patiënten hing dus letterlijk voor een groot deel af van onze doelstellingen die we in eerste instantie formuleerden, en de mikpunten die we bereikten. Bij belangrijke feestdagen zoals Kerstmis, Nieuwjaar en Pasen of met langere vakantieperioden maakten hospitaaldiensten en dus hun verantwoordelijken werk van een opruimingsactie. Omwille van het tekort aan personeel. In tweede instantie was het dan aan de perifere eerstelijnszorg, wij dus, om die verschuiving op te vangen. En niet altijd was dat een gemakkelijke opgave. Zo’n patiënten hadden dikwijls recht (lees : het was onze plicht) op een doorgedreven behandeling tijdens die periode van feestdagen. Ik heb een paar toffe herinneringen aan behandelingen op Kerst -of Nieuwjaarsdag. Er was de Niels, die een vijftal dagen voor Kerstmis door professor Lammens in Pellenberg geopereerd werd voor een unilaterale (aan één zijde van het lichaam) beenverlenging via een Elizarov operatie. Via een soort mecano van bogen rond het been en verticale verankeringen worden de twee helften van een onderbeen, dat tijdens de operatie wordt gebroken, tegen elkaar gehouden. Elke dag worden die twee beenuiteinden een millimeter van elkaar geschroefd (verwijderd) door een ingenieus vijzensysteem. Tussen die verwijde ruimte gaat zich dan kalk vestigen die ervoor zorgt dat het been in zijn geheel langer wordt. Als kinesist kun je je dan niet veroorloven om die revalidatie drie dagen stil te leggen. Het werd dus een Kerstdag en Nieuwjaarsbehandeling, zo niet zou de pijn achteraf alleen maar groter geworden zijn. Niels maakte tijdens die paar extra behandelingen op die feestdagen een zodanige progressie dat de winst in mobiliteit eigenlijk zijn voorziene revalidatie met drie weken versnelde. Hij schonk mij uit dank een witte T-shirt met de vermelding van : mijn kinesist was Johan De Smedt en met vermelding van mijn telefoonnummer. Ik herinner mij Simonne. Een alleenstaande en kinderloze vrouw die begin december geplaagd werd door een ischiasaanval om U tegen te zeggen. Die mevrouw was dus echt letterlijk aan haar bed gekluisterd. Al haar activiteiten van eten tot toiletbezoek gebeurden in haar kamer. Ze kon gedurende een vijftal weken niet rechtop gaan staan. We spraken in het team af om haar gedurende die mooie dagen toch te blijven verder behandelen. Zo was er toch een minimum aan sociaal contact, en kon de behandeling worden verdergezet, zodat het herstel niet onderbroken werd. Op Kerstdag bracht iemand van ons team warm eten voor haar, en op nieuwjaarsdag ook. De mevrouw is dat nooit vergeten. De dankbaarheid kent geen einde maar bovendien was onze voldoening ook groot. Brigitte brak haar onderbeen en dijbeen bij een verkeersongeluk op 18 december. Zij mocht en moest het hospitaal verlaten op 24 december met een uitgebreide osteosynthese. Probleem was wederom dat er snel moest worden gemobiliseerd met het knie- en heupgewricht. Ook hier hebben we tijdens de eindejaarsfeesten deze juffrouw gezellig vermaakt op haar kamer thuis. Maurice was een man van ongeveer 67 jaar en woonde alleen. Hij had Multiple Sclerose in een reeds vergevorderd stadium. Het stappen lukte niet meer autonoom, wel een beetje met behulp van twee krukken. Zijn hoogbejaarde buurvrouw waar hij elke dag samen koffie mee dronk en waar hij kon op rekenen om kleine opdrachten en boodschappen uit te voeren, was net voor Kerstmis overleden. Natuurlijk was die rouwende man zijn noorden kwijt tijdens de eindejaardagen. Wanneer mijn vrouw aan Maurice voorstelde om die Kerst bij ons te komen vieren hadden we niet alleen de voldoening van een goede daad te hebben verricht, bovendien hadden we de grote genoegdoening om vast te stellen dat die dankbare man eigenlijk terug een beetje gelukkig was en ons nog jarenlang daarna hiervoor erkentelijk was. We behandelden in die zeer specifieke jaarlijkse periode van feestdagen dikwijls ook kindjes met bronchiale klachten. Vooral kleine kinderen en hoogbejaarden waren tijdens die feestfagen een erg kwetsbare en meteen dankbare groep om te behandelen. Chronische patiënten die erg gestructureerd moesten leven omwille van hun aandoening konden we dikwijls met zo’n feestperiode niet aan hun lot overlaten. Het waren echter stuk voor stuk erg dankbare en waarderende lui om wat we niet moesten doen en toch deden. Dit verhaal wil geen lof uitlokken voor ons eigen werk, maar wil duidelijk stellen dat voor elke verzorgende hulpverlener enige inzet en overgave nodig is wanneer je met zieke mensen dient om te gaan. Wanneer je enige gedrevenheid, toewijding en voldoende dosis enthousiasme niet bezit, dan hou je dit beroep niet vol.

    26-07-2018 om 16:43 geschreven door JohanDS  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Morgen nog eens een lap op geven.
    DAG 87: Woensdag 25 juli 2018.  

    Onder mijn voeten: La Bastide De Beauvoir – Bédoin 380 kilometer. 

    Morgen nog eens een lap op geven. 

    Het was 9 uur vanmorgen toen we vertrokken op een mooi plaatsje. Het was hoog boven de velden en onder ons lag er een tapijt van zonnebloemen. De voornaamste bezigheid in deze streek is wel de landbouw. We rijden via Montpellier naar Nimes en dan verder naar Carcasonne om te eindigen in Bédoin. Het is snikheet, en wanneer gisteren je hand nog koelde wanneer je ze buiten het vensterraam van de auto stak, ging ze vandaag opwarmen door de felle zon en de warme wind. Bedoeling was om tegen de middag daar eerst iets te eten en dan te douchen en de daarna de vrienden bezoeken. Het viel wat tegen want de reis duurde ruim langer dan ik dacht. We arriveerden pas na 14.00 uur en vanaf dat uur was de keuken in de meeste restaurantjes reeds gesloten. Dus dan maar een terrasje gedaan en een goed Jupillerke gedronken. De camping hier laat geen honden toe, dus mochten we op een aparte ruimte buiten de camping gaan staan (eigenlijk nog beter dan binnen de camping) en zo staan we hier volop tussen de krekels. Morgenvroeg begin ik van hier mijn tocht en kom ik ook hier toe. Ik laat je het verhaal wel lezen. Tot maandag loopt de blog en op die maandag doe ik nog een ultiem verhaal om af te sluiten. Bedankt Eddy en Greetje om de felicitaties en we zien elkaar gauw terug in Herent. Vanavond eten we een slaatje bij Frieda en Arend en morgen in Les Beaux (oneindig mooi gelegen restaurantje aan de voet van de Ventoux) een Pizza gebakken op een stenen plaat. Groetjes en veel leesgenot. 

     Achter mijn handen 

    DOKTER, IK BEGRIJP UW TAALGEBRUIK NIET  

    Hoeveel patiënten moest ik duidelijk maken wat hun aandoening inhield. In zekere zin niet mijn taak. Er zijn betrokkenen die de spreekkamer van de arts of de specialist verlaten en huiswaarts keren met meer onduidelijkheden dan toen ze de onderzoekskamer binnenkwamen. Regelmatig werd mij de vraag gesteld wat er op het voorschrift stond (onleesbaar handschrift) en aangezien wij als experten in ons vak weten naar wat een bepaald woord kan leiden was een decodering niet altijd een moeilijke opdracht. Minder eenvoudig bleek het om aan de patiënt uit te leggen wat er precies misliep in het motorisch gestel van zijn lichaam. De bezochte arts of specialist had wel degelijk tijd gemaakt om een explicatie te doen, maar doorgaans was het woordgebruik en de (Latijnse) technische terminologie van die aard, dat je die enkel kon begrijpen als je dezelfde studies had doorgemaakt als de persoon die de uitleg gaf. Verscheidene keren wisten de patiënten niet wat er verteld was en hoe de vork in de steel zat. Ze kwamen dan van die kale reis bij ons terecht en vroegen ons om het op een heldere en duidelijke wijze uit te leggen. Ik heb daar gedurende mijn carrière een klein trucje voor bedacht. In de natuur zijn er zoveel fenomenen die helder te verklaren zijn omwille van het logisch denken zelf. Ik trachtte de aanwezige pathologie of de toegepaste revalidatietechniek te kaderen in een uitleg die zich aanbiedt in een natuurlijk proces dat wij wel begrijpen. Ook dit zal ik met een paar voorbeeldjes trachten uit te leggen. ISHIALGIE of in de volksmond het “sciatiek” genoemd is heel eenvoudig uit te leggen. Je moet je alleen maar willen verplaatsen in de denkwereld van de mensen en beelden gebruiken die ze wel begrijpen. Soms moeilijk maar de moeite om het te proberen. Als je in de tuin een boom plant, moet die in volle aarde staan en moet die water krijgen om te kunnen groeien. Je legt een tuinslang naast de wortels van die boom en laat druppelsgewijs die boom (via die tuinslang) water krijgen zodat hij voeding krijgt en dus kan groeien. Wanneer je nu echter op die tuinslang tussen de kraan en de boom met een zware steen die tuinslang toeknijpt en dus de watervoorziening onderbreekt, dan krijgt die boom geen water meer en zal hij afsterven. Laat nu even de boom een spier in je been zijn, laat de kraan je hersenen zijn en laat de tuinslag de zenuw zijn die via je hersenen stroom naar je spieren stuurt. De zenuw (niet meer dan een elektrische draad) is het middel om via stroom je spier te doen samentrekken. De steen die de tuinslang plat duwde is vergelijkbaar met een versmalde opening tussen twee wervels die net niet groot genoeg meer is om de diameter van die zenuw comfortabel door die opening te laten lopen. Er ontstaat dan frictie van de zenuw tegen de zijkanten van die tussenwervelschijf zoals een elektrische draad waarbij door die wrijving tegen de harde kant van de buis waar hij door moet, de isolatie beschadigd geraakt. Bij die zenuw gebeurt dat ook. De boom of de spier in dit geval krijgt te weinig water of signaal. De spier in dit geval krijgt niet genoeg stroom. Een lamp die te weinig stroom krijgt gaat ook onvoldoende licht verschaffen of zelfs helemaal niet branden. Die spier die niet kan reageren omwille van te weinig stroom (omwille van de afknelling tussen die twee wervels) gaat dit ontbreken van stroom vertalen of doen uitmonden in verzwakking of zelfs tijdelijke verlamming van je been, je voet…. Wanneer de zenuw een spier bedient, spreekt men van motorische zenuw. Wanneer die zenuw een gevoel moet vertalen naar de hersenen spreekt men van een gevoelszenuw of sensibele zenuw. De eerste brengt een signaal van de hersenen naar de spier om een beweging te veroorzaken (afdalend naar beneden of afferente baan) de tweede sensibele zenuw brengt een signaal van onze gevoelens (warm-trillend-hard-…) naar de hersenen (opstijgend of efferente sensibele zenuw). Mensen begrijpen deze eenvoudige uitleg sneller en wat meer is, ze gaan verantwoordelijker om met de oefeningen die ze meekrijgen om thuis zelfstandig te oefenen. Door inzicht weten ze ook waarom ze bepaalde bewegingen of uitlokkende houdingen niet mogen aannemen. Het is misschien voor de zorgverstrekker zelf wat denigrerend om deze beeldtaal te gebruiken, maar zelf heb ik niet de minste moeite om mij te plaatsen op het niveau van de mens die voor mij staat. Ik heb zo verhalen over de diepe dwarse frictietechniek. Diepe dwarse frictie is een massagetechniek waarbij de zachte weefsels bij een patiënt zodanig dwars gewreven worden tussen duim en wijsvinger, zodat er op en in de buurt van het behandelde weefsel een soort van wondje ontstaat. Meestal is de techniek het meest accuraat bij weefsels die weinig doorbloed worden, zoals pezen bijvoorbeeld. De met opzet gemaakte verwonding onder de huid is dan verantwoordelijk voor een bloeding in de omgeving van dat weinig doorbloede weefsel. De massa bloed die er vrijkomt in de omgeving van de pees zorgt dan voor een betere evacuatie van etterstoffen en andere vervuilende reststoffen. Ook is dat bloed broodnodig om de voedingsstoffen ter genezing aan te brengen. Het mooie voorbeeld is een puistje met een geel kopje. Wat doe je dan? Je pitst dat uit zodat de gele etter de lichaamsholte kan verlaten en dat het bloed dat mee verschijnt de nodige herstelstoffen kan aanbrengen. Het is niet meer of niet minder dan deze techniek onderhuids toe te passen. En zo’n uitleg verstaan de mensen heel gemakkelijk. Ik heb zo voorbeelden aangehaald over een neuropathologie en die vergeleken met de droge bedding van een Franse rivier in de zomer. Eénmaal als het begint te regenen in het najaar, zwelt deze rivier aan en neemt de stroom van daaropvolgend water alle restanten van de zomer mee en wordt die rivier met de stroom helderder en helderder. Alle verdorde planten en verdroogd terrein krijgen hierna voldoende water om terug wat te overleven… Voorbeelden van oedeem (gezwollen been) dat na langdurig negeren niet meer kan ontzwellen omdat de zwaluwklepjes in de aders niet meer volledig sluiten. Ook je gekwetst gewricht ter hoogte van de enkel dat opgezet blijft, en dus niet meer zijn oorspronkelijke vorm kan aannemen is ook zo’n voorbeeld. Een ballon, na lang te zijn opgeblazen, neemt ook zijn kleine oorspronkelijke vorm niet meer aan. Zo ontstaat vervolgens ook een chronisch letsel. Proprioceptie (bijvoorbeeld bij het opheffen van een lege kan koffie gaat je hand met de pot de lucht in omdat je verwachtte dat die koffiepot vol was) is een mooi voorbeeld van hoe je zenuwstelsel zich voorbereidt op een acute toestand en via de reflexkring zich vergist in de verwachte belasting. Je kan dat vergelijken met de wet van actie en reactie. Ik heb de ziekte van Parkinson ooit vergeleken met een verstoorde telefooncentrale waardoor signalen de overbrugging tussen twee connecties vertraagt, uitstelt of niet kan maken. Het is een waarheid zo groot als een koe dat je als zorgverstrekker de taal van je patiënt moet durven en kunnen spreken. Voor het ereloon dat de patiënt betaalt aan de eerstelijnsverzorger moet hij kunnen rekenen op een coöperatie van die verzorger in de brede zin van het woord. Bovendien is die degelijke en verstaanbare uitleg door de arts zo belangrijk als zijn stellen van een juiste diagnose. Sterker nog, de juiste diagnose met de juiste uitleg maken dat de zieke op zijn beurt inzicht krijgt en ook bijdraagt tot beter herstel van deze aandoening. En dat blijft toch wel de prioriteit voor de patiënt.

    25-07-2018 om 16:40 geschreven door JohanDS  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    DAG 86: Dinsdag 24 juli 2018. 

    Onder mijn voeten: Muxia – La Bastide de Beauvoir 1140 kilometer. 

    Dikke voeten en benen van …te rijden. 

    Heel vroeg deze morgen reeds op weg om de afstand tussen Muxia en De Mont Ventoux te kunnen overbruggen. Het verhaal zal dus niet al te lang zijn en het avontuur was nihil. Buiten een paar reclamewagens van de ronde van Frankrijk die we in tegengestelde richting op de péage tegen kwamen valt er niet veel te vertellen. Morgen krijg je een mooier verhaaL; Het afscheid met Sonja viel ons allen zwaar. Er vloeiden traantjes en heel de meidengroep staat achter mij als één vrouw om volgend jaar toch nog iets te organiseren. Daarom geen 6 weken, maar een maand moet dat kunnen. Ik kreeg nog reacties van de familie Vallons. Ze zijn zo triest dat de blog volgende week eindigt. Er zijn nochtans nog vele verhalen…Deze avond zitten we te overnachten in een God vergeten opening. La Bastide de Beauvoir, ligt op een 380 kilometer ten westen van Mont Ventoux. Ik laat jullie graag het verhaal lezen van de beklimming donderdag langs het bos. Tot morgen en slaap wellekes nu.  

    Achter mijn handen

    DE PATIËNT EN ZIJN WAGEN 

    Wie me beter kent, heeft weet van mijn interesse in kogelpennen, horloges en uitzonderlijke wagens. Niet dat ik ze begeer, dan wel dat ik ze adoreer. Vooral hebbedingen die dus niet dagelijks worden gepresenteerd aan mijn visueel zintuig. En het is opvallend, wanneer iemand mijn pad kruist met zo’n persoonlijke aandachtstrekker wordt mijn blik levend en vivant gefixeerd op het bijzondere object. Zo zag ik soms meermaals, maar ook soms éénmalig per toeval heel mooie en uitzonderlijke wagens die ik in de rest van mijn leven nooit meer zou opmerken of tegenkomen. Wanneer een patiënt zich aanbood met een duur polshorloge met specifiek herkenbaar icoontje had ik het gezien. Het werd een soort tweede natuur, dat ik mijn slachtoffers ook aan een polsdiagnose onderwierp. Ook hun schrijfgerei hield ik nauwgezet in het oog. Je hebt geen idee hoeveel belang mannen in het algemeen hechten aan schrijfstokken. Bij gelegenheid kreeg ik van een patiënt een Mont Blanc pen. Zomaar. Van een andere patiënt (hij stopte met zijn kleinhandel in bureaumaterialen) kocht ik tegen een spotprijs de Monte Carlo collectie van drie Waterman stukken. Een potlood, een vulpen en een ballpoint in bruin gemarmerde uitvoering. Zo exclusief dat ik ze amper durf gebruiken. Maar beter was het gesteld met de wagens van sommigen in mijn kennissenkring. Ik kreeg een dokter in behandeling die met een Porsche 911 Carrera rondreed en eigenlijk weinig respect had voor dit mirakeltje op vier aangedreven wielen. De wagen kwam er voor als een bolide die niet echt de erkentelijkheid kreeg die hij verdiende. Vuil aan de buitenkant, binnenin een bureau waar allerlei papiertjes op allerlei plaatsen rond dwarrelden. Gedroogde modder op het tapijt, vettige ramen binnenkant waar je nog amper veilig kon door kijken. Kortom mijn hart kromp in elkaar als hij de parking op reed. Enerzijds van pijn bij het zien van zoveel besmeurd moois. Al vrij snel werd er over de wagen gepraat en of de dokter wel wist in wat voor een exclusieve bom hij zat. Zijn respect voor cultuur en monumentale gebouwen was onevenredig groter dan de waardering om dat spitstechnologische wondertje op vier wielen. Hij erkende dat rijden met deze wagen hem een groter genot bezorgde dan hem te onderhouden. Ik stelde hem voor dat ik hem eens een grondige reinigingsbeurt zou geven (ik kuis zo graag mijn eigen wagen) maar enkel op voorwaarde dat ik er eens mocht mee toeren. De deal was gemaakt. Ik heb er drie volle uren aan gekuist en het resultaat was dat hij netter was als de dag nadat hij uit de showroom kwam gereden. Alles blonk werkelijk zoals het nooit had geblonken, zelfs de lederen zetels had ik behandeld. De huisarts was verbijsterd over het resultaat en heeft woord gehouden, ik mocht eens gaan toeren met dit “Kilo-joule-monster”. Een sensatie die ik nooit meer zal vergeten. Een andere keer ging ik op huisbezoek bij een gepensioneerde garagist. Hij had net zijn zeventiende Mercedes aangeschaft. Een fonkelnieuwe S-klasse. Hij had van de fabrikant in Duitsland een gunst verkregen omdat hij enerzijds een heel fidele klant was en anderzijds omdat hijzelf van beroep een garagist was. Hem werd aangeboden de fabriek te mogen bezoeken waar Mercedes de S-klasse bouwde. Het is dan ook niet moeilijk te begrijpen dat onze gesprekken tijdens de behandeling altijd over wagens gingen en vooral over het merk Mercedes. Aan de hand van zijn ervaringen kon ik uitmaken dat het Duitse sterrenmerk wel een heel goede reputatie kreeg omwille van de kwaliteitsvolle gebruikte materialen. De onderdelen blonken uit in afwerking, sterkte, kwaliteit en vooral bedrijfszekerheid, zo overtuigde mij die man. Op zekere dag loodste hij me mee naar zijn garage. Hij toonde me fier zijn laatste aankoop. Voorwaar het was een fantastisch mooie S-klasse. Ik mocht eens achter het stuur gaan zitten. Zijn commentaar op mijn sprakeloosheid was een belofte. Als tegenprestatie voor mijn inspanning bij zijn knierevalidatie (knieprothese) zou ik eens met zijn S mogen rijden op de A-2 (die was toen net aangelegd en echt veel kalmer dan nu). De voorwaarde was dat hij zonder pijn moest kunnen wandelen. Ik aanvaardde de uitdaging met plezier. Man, ik heb daar aan die knie gewerkt en gewreven en gemasseerd dat het een schone lust was om te zien. En wandelen zonder pijn dat kon hij, geloof me gerust. Ons afscheid na de laatste behandeling was dat hij de wagen uit de garage reed en me naar de autostrade richting Lummen voerde. In Rotselaar gaf hij het stuur af en mocht ik links vooraan plaatsnemen. Het was liefde op het eerste gezicht. Daar is iets in mij geknakt. In alle zachtheid heb ik daar de tweede keer in mijn leven een liefde verklaard. En ook daar ben ik trouw aan gebleven. François was de man die veel met jacht te maken had en die van zijn rente leefde na een geslaagde carrière als groothandelaar in dierenvoeding. Hij reed in zijn vrije tijd met wat wij toen een “Jeep” noemden, maar eigenlijk was het een Nissan Patrol. Toen in die periode waren SUV’s niet zo’n sportieve auto’s. Ze dienden niet in de eerste plaats voor personenvervoer. Ze waren veelal functionele wagens die goed moesten kunnen presteren in en op het “terrein”. Derhalve vroeg ik aan de man of hij soms wel eens in het veld ging rijden. Het was één van zijn hobby’s, zei hij opzij schuddend met zijn kaalhoofd. Als ik dat wou, mocht ik gerust met hem eens mee rijden. In Wezemaalbos aan de Wijngaardberg had hij een voorkeursterrein waar hij kon ravotten. Toen was er nog geen sprake van bos en groen en waren de paden nog toegankelijk voor eenieder die er wat te zoeken had. Hij nam me dus mee en we reden van de Wijngaardberg door de appel -en perenboomgaarden richting Moedermeulen op holle wegeltjes vol putten en boomwortels. Op een spatje vloeibare aarde werd niet gekeken. De donkergroene terreinwagen veranderde in een mum van tijd in een bruin amfibievehikel. We rollebolden van links naar rechts en gingen op en neer als in een schip tijdens een zware storm. Wel drie kwartier deden wij de natuur daar geweld aan maar we amuseerden ons als twee kleine jongens. Het is daar dat ikzelf ook een bergwegel van ongeveer 30 % mocht oprijden in een veldversnelling. Dat gaat dus heel traag maar o, toch zo krachtig vlot. Het was als een stoomstrijkijzer over een net gewassen en kastdroog beddenlaken. Erover en geen enkel plooitje in de carrosserie noch in het wegdek. De ervaring was gigantisch aangenaam. Ik denk er nog regelmatig aan wanneer ik daar voorbijrijd. Verscheidene keren trok ik met de patiënt mee naar buiten om op de parking hun opvallend eigendom te gaan besnuffelen en met plezier te bekijken. Het is weer één van de kantjes van dit beroep die mij toelieten een grote verscheidenheid in persoonlijke smaken en voorkeuren te kunnen bewonderen.

    24-07-2018 om 21:43 geschreven door JohanDS  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ik leef op een wolk, net niet in de mist.
    DAG 85: Maandag 23 juli 2018. 

    Onder mijn voeten: Finisterra – Muxia 22 kilometer.  

    Ik leef op een wolk, net niet in de mist…. 

    Mag ik even nagenieten, want gisteren drong het niet grondig door dat mijn einddoel was bereikt. Ik ben een gelukkig mens, en ik ben er ook niet verlegen om. Waarschijnlijk wordt dat te weinig verteld. De vreugde die ik gisteren voelde was vooral een vertaling van grote voldoening dat dit was gelukt. Nooit heb ik ernstige twijfels gehad, maar je einddoel bereiken is niet alleen afhankelijk van je fysieke capaciteiten, ook je geest stapt mee en de diep menselijke gevoelens die je tijdens zo een tocht laat passeren zijn soms toch ook wel medebepalend voor een afloop, goed of slecht. Een evaluatie van heel het circus hier maak ik nu nog niet op. Er zouden alleen maar positieve punten op de lijst staan. Ik wacht een beetje af tot Walter en de Hiesentriets hun lijstje afgewerkt hebben. De begeleiders hebben zoveel recht van inspraak als ikzelf. De begeleid(st)ers krijgen via de reacties heel veel lof en terecht. Met een individu optrekken dat elke dag tot op de draad uitgerafeld vermoeid toe komt aan de mobilhome is niet zo vanzelfsprekend en eenvoudig. Hier werd veel water bij de Picon en de wijn gedronken…Gisteren vertelde ik nog aan Walter dat heel dit avontuur mij enorm diepe indrukken heeft nagelaten, meer dan de vorige keer. Het was ook zwaarder en de natuur sprak me ook veel meer aan. Wellicht zou ik hier en daar parcoursaanpassingen uitvoeren (Parijs – Bordeaux – Pamplona…). De drukte ligt me echt niet tijdens zulk een wandeltocht. Vandaag werd hier samen met de dames nog een laatste ritueel uitgevoerd. Normaal worden in Muxia aan de rand van de Atlantische oceaan de schoenen en de kleren die je gebruikte tijdens de tocht, verbrand en in zee geworpen. De plaats Muxia zelf is zo buitengewoon mooi dat dit bezoek zichzelf verantwoordt. Dit moet je echt nog eens aanschouwen voor je dood gaat. De rotsen verdwijnen langzaam dalend in de zee en de branding beukt op die rotsen dat het een ware bovenmaatse indruk op je maakt. Ik wenk mijn hoofd een beetje weg van die spattende druppels die mij waarlijk fascineren. Water wordt door die granieten blokken gespleten tot kleine partikels die op je lichaam uiteengespat neerploffen, prachtig gevoel. Alsof hier een gebaar van respect in schuilt. Ik voelde me een moment ongemakkelijk maar niet verdrietig. De kousen die mij drie maand bijna elke dag hebben geleid en gesteund heb ik plichtbewust in de zee gegooid. Dit afscheid nam me wel beet in zijn pitsende klauw. Ik nam afscheid van domme spullen die me echter zo getrouw mijn doel hielpen bereiken. Toen werd ik heel even emotioneel en heel stil. Niemand heeft het gemerkt… Ik dank allen die reageerden op mijn aankomst in Finisterre. Iedereen was er blijkbaar ook happy mee. Enkelen niet omdat de blog zo langzaam op zijn einde loopt. Constant en Francinne schreven me dat ze hun dagelijkse lectuur gaan missen. Ook André zal zijn bijnaam en zijn Annie missen. Ik dank Sonja Crab, Martinne Pauwels, Ludo Thijs, Ingrid Vallons, Arend en Frieda de buren, Eddy en Sonja uit Wibrin, Jan Kruf uit Spanje, Mijn dochters Annemie en Joke, mijn zoon Kris, Leen Segers, Chris Ceelen, Nicolle en Guy Sellifet. Nancy Devos, Rita Hubert en Yolande Colyn, Walter Van Den Broeck, Philip Decorte, broer Luc en schoonzus Lieve. Ik sta verstomd dat er zoveel lezers zijn geweest die dit spel mee volgden. Ook Gudi Jaenen was me genegen, Viki en Jop uit Merksem, Guy Van Keerberghen, en gans de familie George. Ik ben hen dankbaar want met zoveel dragers werden mijn vleugels bijna overbodig. Vandaag gaf ik de camper een grondige binnenbeurt. De frigo werd opgepoetst, de vloer en zetels gestofzuigd en met dweil en handdoek opgeblonken. Het fornuis kreeg een grondige beurt en ook de ramen werden gelapt. De volgende uitdaging is net zoals over drie jaar, te voet de Mont Ventoux omhoog. Met deze conditie moet me dat lukken. Ik laat u morgen weten hoever we ons al verplaatsten want de reis naar de Spaans- Franse grens bedraagt snel 1000 kilometer. We zullen er dus maar een goei lap op geven. Tot morgen en blijven volgen. 

     Achter mijn handen 

    DE ONFORTUINLIJKE MOTARD 

    Glen is een jongen die tot aan zijn huwelijk opgroeide in mijn buurt van mijn privéadres. Hij is ongeveer zo oud als mijn oudste dochter en zodoende liepen we elkaar her en der bij festiviteiten wel eens tegen het lijf. Heel regelmatig wanneer ik naar huis reed met de wagen, zag ik Glen met zijn fiets op straat kunsten uithalen. Hij reed dan bijvoorbeeld met zijn zitvlak op de steun boven het achterwiel en stuurde met de voeten, hij deed een “Saganneke” waarbij hij enkel op zijn achterwiel reed, hij steunde met zijn twee voeten op slechts één pedaal op de zijkant van de fiets, zat rugwaarts op zijn stuur de pedalen aan te drijven en stuurde dan met de handen achter zijn lichaam. Ik heb regelmatig halt gehouden om deze capriolen beter te kunnen volgen. Later, wanneer zijn leeftijd het toeliet, gebruikte Glen deze psychomotorische talenten om ze te transformeren naar een gemotoriseerd object. Hij ontwikkelde zich nogal vrij snel tot een begaafde trialbestuurder. Hij verplaatste zich over obstakels en door allerlei ondergronden als ware het slechts details die zijn te berijden route wat spannender maakten. Geen artiest zou bij zijn proefexamen voor Cirque du Soleil betere cijfers scoren dan deze beredeneerde tweewielperformer. Het was ook in deze fase van zijn leven dat hij zich aangetrokken voelde tot het snellere werk op een motorfiets. Hij kocht zich een baanmachine met redelijk wat pk’s en zocht het wat hogerop in de meer opgedreven tweewielers. Ook daar bleef hij uitblinken in zijn machine-beheersing en gedisciplineerde rijstijl. Ik schrijf dit ter introductie om de eenvoudige reden dat het aantoont dat Glen degelijk geen groentje was in het besturen van een motor. Op een vroege zonnige lentedag besluit hij om samen met een vriend een eerste motortoertje te maken na de winterperiode. Het verloopt allemaal zalig en voor hun beiden was het één groot feest. Tussen Veltem-Beisem en Bertem loopt er een kilometerslange rechte weg die verschillende keren daalt en stijgt. Het is een wit betonnen lint dwars door de velden, de bemeste akkers en groene beemden die langs weerszijden van dit wegdek leunen. Hier en daar zijn er aardewegen die enkel dienen om de landbouwers met hun zware tractoren toegang te verschaffen tot hun aanpalende weiden en landbouwgronden. Laat nu de lente de periode zijn dat diezelfde landbouwers veel aandacht besteden aan het bemesten van hun terreinen. Zware mestkarren spuwen en werpen dan de uitwerpselen van de boeren hun beesten of vice versa hoog en horizontaal achter de tractor op de wei. Fosfor, stikstof en nog meer chemisch gedoe moeten dan zorgen dat er nadien prachtige vruchten worden geoogst die door ons kunnen worden geconsumeerd. Het onmogelijke gebeurt. In de verte duikt plots, van rechts uit een karrespoor, een klassiek monster van een mestwagen op. Die tractorbestuurder heeft nooit, op geen enkel ogenblik, de aanrazende snelle pk-machines van links zien naderen. Een aanrijding is niet te vermijden. Glen kan zich nog net naar links wringen, maar smijt zich net iets te laat. Een aanraking met het linker achterwiel van de strontkar is onvermijdelijk. Wat dan gebeurt heb ik uit het verhaal van de vriend van Glen. De rubberen mastodonten van de haast twee meter hoge karrewielen met grote bandennoppen doen door de wet van actie en reactie Glen over zijn motor naar voor katapulteren, en Glen belandt met zijn lederen outfit op het achterwiel van de kar. Hij wordt door de gigantische grijpnoppen van de banden mee naar boven afgevoerd en tussen de modderplaat boven het wiel naar onder geleid waarna de kar over zijn rechterhelft van het lichaam rolt. Als een vodden pop wordt hij op enige hoogte boven de grond door de noppen los geworpen. Glen wordt zo een drie à vier meter verder op de betonnen bodemplaat van het wegdek naar achter geworpen. De vriend ziet het allemaal zo een vijftig meter voor zijn ogen gebeuren. Hij is een bevoorrechte getuige om de mogelijke overlevingskansen van zo’n tragisch ongeval te zien. Heel snel zijn de hulpdiensten ter plaatse. De plaats van het ongeval en Gasthuisberg liggen amper zeven kilometer uit elkaar. Glen is de hele tijd bij bewustzijn gebleven en smeekt alsmaar door om hem te bevrijden van zijn helm. Door de ervaring van zijn vriend om een helm uit te doen worden verkeerde handelingen die gevaarlijk zouden zijn voor de nek, zo goed als volledig uitgesloten. Bovendien wist Glen met zijn linkerarm heel goed mee te werken. De ganse rechterzijde van zijn lichaam is functieloos en heel snel stelt Glen voor zichzelf vast dat deze rechterhelft niets pijnloos kan uitvoeren. In het ziekenhuis wordt hij heel deskundig en bijzonder adequaat opgevangen. De meest levensbedreigende letsels krijgen prioriteit en pas daarna volgen de minder gevaarlijke wonden en fracturen. De milt is gescheurd. Die wordt tijdens een spoedoperatie verwijderd. Het rechter heupbeen is op enkele aparte plaatsen multifragmenteel gebroken en op één plaats zelfs verbrijzeld. Onder de Trochanterkop is een moeilijke te stabiliseren fractuur. Het wordt hersteld met twee externe fixatoren, metalen plaatjes en bouten. Ook een proximale lange femurnagel wordt van naast de zitbeenknobbel dwars door het beenmergkanaal heen, naar beneden geheid. Links wordt een middiafysaire femurfractuur vastgesteld waardoor hij langs deze kant ook voorzien werd van een initiële fixateur en een vergrendelende mergnagel. Een hersenschudding, rib 1 links en rechts, en rib 4 rechts waren gebroken. Het linkse dwarsuitsteeksel van de eerste borstwervel en de eerste lendenwervel waren allebei gebroken en licht verplaatst. Een klaplong moest worden behandeld. Het bekken vertoonde aan de rechts laterale zijde twee fractuurlijnen en de bovenste bekkenrand toonde radiografisch een opmerkelijke barst. De dikke teen rechts bleek na controle enkele weken later, ook te zijn gebroken. De rechterpols was aan één zijde verbrijzeld; wat de latere krukkengang, broodnodig voor de revalidatie, danig in de weg stond. De schouder was niet gekwetst maar bezorgde de patiënt toch veel pijn en bewegingslast. Het stappen met twee okselkrukken werd hierdoor zwaar gehypothekeerd. In tegenstelling van wat de gemiddelde lezer zou denken is de tijdsduur van de revalidatie van zo’n meervoudig trauma niet gelijk aan de som van de individuele tijdsbestekken die nodig zijn om elk trauma individueel te herstellen. Gelukkig maar. Glen herstelde snel. Heel snel, maar intensief en via een revalidatie die ik hier evenwel durf afschilderen als uniek en haast bovenmenselijk. Dikwijls heb ik mezelf in vraag gesteld, afgevraagd of zo’n doorgedreven revalidatie bij deze jongeman wel zou lonen. Geruststellend hierbij was dat ik steeds het ritme, de signalen, de lichaamstaal van de patiënt heb gevolgd. Ik baseerde me niet op het fysieke herstelbeeld van de breuken of zachte weefsels. Nooit heb ik me gedurende deze specifieke revalidatie laten leiden door een specialistisch tussenverslag of radiografische controle van de specialisten. Van bij het prille begin heb ik de mogelijkheden van Glen zijn inspanningen getoetst aan de mogelijkheden die zijn herstel hem toelieten. Voortdurend was het balanceren op een slappe koord. Wat gisteren ging moest morgen ook lukken, met een klein percentje erbij. Glen en ik werkten hierbij heel nauw samen, en na een drietal weken ken je de betekenis achter elkaars glimlach en toegeknepen ogen wel. Glen was een superpatiënt. In het hospitaal wisten ze met hun verbazing rond het herstel geen blijf. De pijnstillende medicatie werd heel snel afgebouwd, te snel zelfs volgens een supervisor. Wonden herstelden haastig en gedroegen zich ongeduldig naar een volgende nieuwe fase van fysieke belasting. Op sommige motorisch belastende situaties werd door ons met enige angst groen licht gegeven, uit vrees dat onze opportuniteit en therapeutische positieve instelling als een boemerang terug in ons gezicht zou vliegen. Niets van dat alles is gebleken. Glen herstelde als een uit de lucht vallende komeet. Heel sereen en doortastend voor zichzelf, zonder enig zielig zelfbeklag en reeds na vier maanden heeft Glen zijn job als mobiele verkoper van een heel bekend merk vorkheftrucks kunnen hervatten. Regelmatig bereikt mij het nieuws dat hij nu nog steeds, na 9 jaar, zeer getrouw nog elke dag zijn oefenschema herhaalt dat hij destijds leerde tijdens zijn revalidatie. Omdat het zo goed en efficiënt heeft geloond, klinkt het dan. Ook zijn oude trial motorliefde tussen de rotsen en bomen en heuvels heeft hij opnieuw opgenomen. Heel recreatief en met zoveel meer eerbied voor een eens zo zwaar geteisterd lichaam dat op zijn beurt van een verre reis ook terugkwam. Glen en ik zijn elkaar eigenlijk nooit echt helemaal uit het oog verloren. Zo’n revalidatie creëert banden, gevoelens van wederzijds respect en inleving. Ook voor U Glen, een gevoel van erkenning en waarde.




































    23-07-2018 om 16:14 geschreven door JohanDS  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hier wordt vandaag de finale tocht gelopen.
    DAG 84: Zondag 22 juli 2018 

    Onder mijn voeten: Oliveiroa – Finisterre 35,6 kilometrer.  

    Hier wordt vandaag de finale tocht gelopen. 

    Niets dat mij doet nadenken over mijn laatste tocht van deze opdracht, al heb ik deze nacht elk uur op mijn horloge gekeken om zeker te zijn dat ik niet te laat zou vertrekken. Om 06.42 wordt het mij te veel en daal ik van mijn bovendek naar benden en besluit mij klaar te maken om deze ultieme trip aan te vatten. Ondertussen hoor en zie ik reeds enkele mede-compostella-pelgrims langs onze overnachtingsplaats passeren. We stonden deze nacht op één der mooiste in Spanje tot heden toe. OIliveiroa is een piepklein dorpje dat volledig leeft van de pelgrims die de Camino lopen. Er zijn twee grotere bars en restaurants die alle pelgrims eten geven en bovendien zijn er een paar herbergen die slaapgelegenheid en ontbijt aanbieden. Alle lokale economie draait hier rond de pelgrim en het is die pelgrim die hier ruim bijdraagt tot de lokale economie. De dames hebben nog een late "date" (achteraf in bed krijg ik de details te horen) met een Brazilliaan die ons al een paar dagen heeft ontmoet tijdens zijn tocht en gisterenavond had hij net genoeg gedronken om de laatste vezel verlegenheid weg te vijlen en de Hiesentriets aan te spreken. Hij heeft de Camino al 4 maal gelopen en weet te zeggen dat hij de Camino del Norte (de variante dus) wel de mooiste maar tevens zwaarste vindt (net wat ik gisteren ook beweerde).Vandaag ontmoette ik hem onderweg, en ik moet zeggen, zijn tempo was niet al te strak en zijn stokjes kwamen niet al te synchroon neer naast zijn voeten. Ik liep er dus in een grote bocht rondom heen, maar groette hem toch sportief met de woorden: “Ohla, my Brazillian friend, greetings of the ladies”. Hij lachte breed en begon plotseling over de puike prestatie van de rode duivels. Dat Brazilië zulk een pandoering wel verdiende en dat wij eigenlijk wel als eerste hadden moeten eindigen. Ik bleef niet lang aan zijn zijde want had graag voor het donker werd, Finisterra bereikt. Deze tocht vandaag was weer opnieuw een pareltje aan de reeds rijkelijk mooie halssnoer. Wat een mooie en variabele tocht. Ik liep tussen varens, Euclyptusbomen, mossen, brem en allerlei vreemde bloemen die ik nog niet zag. Ook de heuvels en de hoogtemeters lieten zich noteren. De meteo begon sterk grijs en koud en eindigde fel warm en zout. Heel de tocht was een schoolvoorbeeld van variatie en afwisseling. De 35 kilometer waren een aaneenschakeling van afwisselende natuurbeelden en parcours. Veel wandelaars onderweg heb je al enkele dagen achter elkaar ontmoet. Er ontstaat geen vriendschapsband maar wel een gevoel van solidariteit en elke wandelaar die je voorbij gaat zegt je vriendelijk “Bueno Camino” en soms volgt er al eens “see you in Finisterre”. Heel tof en zonder regels of voorschriften. Langzaam aan herken je wandelaars aan hun rugzak of hun hoed. Heel veel jeugd ben ik al voorbij gelopen. Heel moedige jonge mensen die blij gemutst en met open mind hun wegje lopen. Het respect voor al wie deze laatste kilometers loopt is er wel. Deze groep van Camino lopers zijn echt wel gemotiveerd om het laatste er uit te halen. Morgen rijden we met de dames in de wagen naar Muxia om er een ritueel uit te voeren dat past bij de Camino. Je hoort namelijk te baden in zee, je kleren te wassen en de schoenen waarmee je Muxia bereikte dienen te worden verbrand in een daarvoor aangelegde plaats naast de kapel. We gaan dat eens doen en sturen je dan wel foto’s. De Hiesentriets staan erop dat zij één van de volgende dagen ook een ongecensureerd blog-verhaal mogen schrijven. Dat wordt dan een primeur voor U en ook voor mij. Ik mag er zelfs niets aan verbeteren. Je bent dus verwittigd. Wat die blog betreft: blijf lezen, want ik had 93 dagen voorzien en zodus zijn er nog 8 verhalen en 8 dagen dat de blog blijft verschijnen. Bovendien zoek ik op woensdag nog maar eens de Mont Ventoux op te klimmen en ook daar breng ik u graag verhaal over uit. Hilde kon er niet goed aan uit en dacht dat Compostella de eindmeet was. De Jos zou zeggen: “Compostella, dat is voor selders, Finisterra daar komen de echten aan…”. Dus liep ik tot Finisterra, één van de mooiere parcours bovendien. Ik geef aan éénieder die Noord-Spanje bezoekt de raad: loop indien je het kan de laatste tocht van Olveiroa naar Finisterre langs de uiterst goed afgepijlde Camino, en laat je daarna met de spotgoedkope taxi terugbrengen. Je komt op bezoek in een aards paradijs. 
    Hilde schrijft me bovendien dat ze familie heeft wonen in deze streek. Ik geef je de raad, Hilde, wees er leif tegen en ga ze zeker elk jaar eens bezoeken, want de streek hier is één der mooiste van het Noord-Westelijk halfrond. En dat je familie hier woont is een heel groot voordeel....Aan Jos zeg ik een gelukkige verjaardag ouwe snoek en hou het nog veel jaren uit. Laat de Champagne stoppen maar knallen, laat al uw werk maar vallen, De Smedt est arrivéé, de Jos is paséé en al mijn Hiesentriets vieren mee. Iedereen dank om de support, zing gerust in koor want binnen een weekje zijn we terug “door”. Tot morgen. 

     Achter mijn handen 

    DE JEHOVA GETUIGE 

    Frieda was een vrouw van tussen de veertig en de vijftig jaar. Een evenwichtige dame. Ik had tijdens de behandeling reeds een aantal keren de innerlijke bedenking gemaakt dat deze dame wel heel goed van de tongriem was gesneden. Ze filosofeerde haast zoals Plato en ook haar redeneringen kwamen mij bijzonder logisch over. Haar onderliggende kennis leek mij ook niet van één dag scholing en bovendien gebruikte zij profetische woorden die ik hier in deze lezing niet veel gebruikt heb omdat ik ze gewoon grammaticaal niet meester ben. Kortom, het was ofwel een onderwijzeres ofwel beschikte ze over kwaliteiten die de norm hoog overstegen. Onze gesprekken tijdens haar schouder- en nekbehandeling begonnen soms vrij onschuldig over een maatschappelijk fenomeen dat zich die dag had voorgedaan, en eindigden steevast in de zone van de levensbeschouwelijke atmosfeer. Meer dan eens overspoelde mij de gewaarwording dat Frieda wel degelijk sociaal geëngageerd was en zich daarvoor niet schaamde. Ik kwam ooit met haar opinie in zware aanvaring. Het ging over euthanasie en levenseinde waarin de mens zelf het initiatief zou nemen om zijn “geschenk van God” te weigeren. Toen ontwaakte de predikster in haar, toen werd ze pas opgewonden in de religieuze zin van het woord. Haar nekvel spande zich onder mijn vingertoppen, mijn duimen zouden zich haast verstuiken in de opgeroepen tonus van haar trapeziusspier en mijn vingernagels waren een breuk nabij door de hoge tonus van haar schouderspieren. Wat kon hier de oorzaak van zijn. Frieda maakte op dat ogenblik bekend dat ze tijdens bijeenkomsten van de getuigenfamilie, lezingen hield en tekst en uitleg verschafte over bepaalde bestudeerde Bijbelteksten. Toegegeven, ze haalde paragraaf per paragraaf en alinea per alinea, de verhalen van de apostelen en volgelingen aan. Ook de betekenis van sommige zinswendingen en citaten werden haarfijn uitgelegd en geïnterpreteerd. Zelf vond ik het wel boeiend en buiten de sensatie dat het soms wat te letterlijk en te onwerelds werd verklaard, moet ik bekennen dat ik nooit tijdens de sessies van Frieda maar één seconde aftelde uit wanhoop. Integendeel, we maakten afspraken om dat thema de volgende keer wat verder uit te diepen. Telkens ik een opmerking gaf die in mijn christelijke levenssfeer en opvoeding kaderde, zou zij mijn manke en onvolledige pedagogie in deze materie wat aanvullen en argumenteren. Verrijkend in de zin van andere invalshoeken was dit zeker wel, overtuigend genoeg om mij aan te sluiten bij het Jehova-genootschap echter niet. Wat mij zo opviel in de persoon van Frieda was de zachtheid van haar aanpak. Nergens kwam ik in aanraking met de opdringerige Jehovagetuige die op zondagmorgen met haast één voet tussen de deur hun leer komen prediken bij de helaas “niet-kunnen-uitslapers-op-zondag-morgen”. Zeer intelligent en vrijwel punctueel volgens een haast vooraf klaargemaakt draaiboek sneed zij onderwerpen aan en meestal kwam ik dan in de verliezende positie te staan omdat ik de wet van het logisch denken moest respecteren. Wanneer Frieda me vertelde over bekeerlingen en dooprituelen van getuigen die de andere waarheid en dus de enige overblijvende Jehova feitelijkheid hadden ingezien en begrepen, voelde ik me nooit aangesproken. Misschien was ik naïef, maar nooit heeft de patiënte aangedrongen om met haar geloofsleer nader kennis te komen maken binnen hun beleidskring in Leuven. Heel veel boekjes van de Wachttoren passeerden bij mij in de wachtkamer. Ze worden aangereikt aan de mensen bij wie ze aanbellen. Bepaalde teksten die er in vermeld staan, worden dan meteen gebruikt om potentiële “overlopers” te overtuigen van de nieuwe waarheid en het einde der tijden. Toen Frieda hersteld was van haar klachten en ik op mijn beurt sprak over mijn wonder van mijn handen was ze vol lof over het talent dat ik van Jezus had gekregen en ze goed gebruikte. Ik heb haar nog een aantal keren nadien mogen behandelen voor andere aandoeningen en dat sterkte mij in de overtuiging dat het inderdaad wel echt klonk en haar loftuiting dus geen “fake” houding inhield. Ik kreeg haar zoon ook in behandeling en ook hij was praktiserende volgeling geworden, weliswaar op veel latere leeftijd. Met hem heb ik niet één sessie gepraat over de Jehova geloofsleer. Wel over festivals zoals Tomorrowland in Boom en Rock-Werchter. Wat kan een kind toch gelijken op zijn ouder en kan een ouder toch verschillen van zijn kinderen.




































    22-07-2018 om 19:30 geschreven door JohanDS  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Belgische nationale feestdag, dus kreeg ik hier regen!
    DAG 83: Zaterdag 21 juli 2018. 

    Onder mijn voeten: Negreira – Oliveiroa 33,4 kilometer. 

    Belgische nationale feestdag, dus kreeg ik hier regen! 

    Eerst even een rechtzetting: ik vermoed dat ik op woensdag 18 juli 2018 VERGETEN BEN een verhaal over de praktijk mee te sturen. Mijn boekhouding alhier klopt niet en bij nadere controle mis ik op woensdag in mijn blog een verhaal over de praktijk. In het boek zal dat worden rechtgezet en meteen is er dus een reden om dat boek wel aan te schaffen. Vandaag is het wederom koud deze ochtend, en wanneer ik een shirt en een pull, erover, aantrek wil dat toch al wat zeggen. De lucht is ook grauw en donker en kondigt geen warm zomerdagje aan. Om te wandelen en door de heuvels terug richting zee te marcheren is dit echter een prima omstandigheid. De afstand bedraagt in de gids 33,2 kilometer en dus gaan we weer goed op tijd vertrekken. De overnachtingsplaats in Negreira was naast een rivier met een soort refuge-gebouw. Stromend water en felle nachtverlichting inbegrepen. Alleen de uil die bij donker  aan de muisjes laat horen en weten dat hij een nachtdier is. In de vroege morgen zijn de vogeltjes dan weer van de partij en is het een lust om al die zangpartituren te aanhoren. Wat is het leven hier eenvoudig. “Todos me gusta”. Wanneer er onmiddellijk na het vertrek een opwaartse blik wordt gegooid naar de richting die ik uit moet, zie ik een groot deel van de heuvel in dikke mist gehuld met hier en daar delen van de windmolens die zichtbaar zijn en andere delen die verscholen zijn door de lage wolken. Het belooft niets goeds want de wolkvochtigheid valt zo op je blos. Door het stijgend parcours sta ik ook vrij snel in dampende modus. De mouwen van mijn pull druipen al na 6 kilometer, en mijn rug is klam van al dit klimmend en stijgend geweld. Ik passeer voorbij oranje bosbloemen die ik toch digitaal vastleg. Ook het kerkje boven op de berg kan ik niet zomaar voorbij gaan. Het is te mooi gelegen om daar geen foto van te nemen. Eenmaal boven op de heuvel geklommen, sta ik plots in de mist en valt er regen. Dit is van in Frankrijk gelden dat ik mijn regenjasje moest aantrekken. Het uitbrekend zweet loopt nog meer over mijn lichaam en binnen de kortste keren is mijn jasje even nat langs binnen als van buiten. Wanneer ik het ene dorpje na het andere doorkruis, moet ik tot de vaststelling komen dat het eigenlijk geen bergdorpjes zijn maar wel bergstraten met een paar geïsoleerde huizen en kleine boerderijen. Wanneer bruine Lola met de roze lipjes haar hoofd door het vensterraam duwt is mijn camera weer in aanslag. Wat zijn de mensen en de beesten hier tuk op wat beweging en vreemd volk. Hoe meer ik Finistera nader hoe dikker de rotsen, de bouwstenen  en de arduinen onderdelen van de drooghuisjes hier worden. Voor het eerst ontmoet ik een kilometerpaal met een getal onder de vijftig kilometer. Het einde komt angstaanjagend snel binnen mijn vizier. Wreed dat een mens bang is om ergens toe te komen. Bang is niet het juiste woord, maar enerzijds wil ik wel een einde maken aan deze tocht maar anderzijds is het hier zo uitmuntend tof geweest. Elke dag vierde ik feest en elke morgen vertrok ik steeds blijgezind op pad. Een waar festijn en daar zal ik toch wel rekening moeten mee houden, dat dit nu binnen kort voorbij zal zijn. Onderweg maakte ik voor mezelf de bedenking in wat voor een comfortzone ik op dit ogenblik wel leef. Stel je voor dat je 30 kilometer moet wandelen en niets dat je pijn doet of hindert. Geen blaren op je voeten, geen pijnlijke knieën, geen overmatige vermoeidheid, op tijd eten en drinken, wie wil er hier niet voor tekenen. Het vergaat me heel goed en niemand mag denken dat dit hier een zware opdracht is of was. Je moet enkel gemotiveerd zijn om een goed voorbereid doel te halen, je goed focussen, fysiek in orde zijn, goed omringd met mensen die je helpen in de breedste zin van het woord en al de rest volgt eigenlijk als vanzelf. Hier en daar worden de nootjes die harder zijn met wat meer inspanning gekraakt, maar het feest van deze inspanning maak je zelf. Een zalige tijd was dit. Morgen stappen we in één ruk naar Finisterre om na 32 kilometer de eindstreep te halen. Normaal mag er niets meer mis gaan, maar ik roep niet te hard, want net vandaag op 9 kilometer van het einde scheurt de lus van mijn rugzak kapot. De naad onderaan was waarschijnlijk wat gaan lijden onder de voortdurende natte druk van mijn zweet. Ik had een Colson bandje bij, een musketon sluiting en tape. Zo geraak je praktisch altijd uit de problemen. Nooit vergeten wanneer je er op uit trekt. Drie belangrijke dingen die in je rugzak niet mogen ontbreken. Morgen speel ik hier de finale. Daarom dat ik de Brabançonne vandaag al een weinig oefende: voor volk, voor vrijheid en voor (r)echt. Morgen rechtstaan als je mij hoort zingen. En hoe vals of hoe goed ik ook die tonen diep vanonder uit mijn maag haal, troost u, aan alle liedjes komt een einde: de mooie maar ook de lelijke. Morgen kom ik aan. 


    Achter mijn handen 

    DE PSYCHOLOOG IN MIJ 

    Je krijgt door de ervaring die je opbouwt snel van je patiënt informatie dat sommigen hun verhaal dringend kwijt willen. Aan eender wie, maar ze moeten het kunnen vertellen en ventileren. Het is zelfs zo dat vele verhalen hun eigen leven gaan leiden en daardoor verantwoordelijk kunnen geacht worden voor pijn en slecht functioneren van datzelfde lichaam. In het jargon noemt men zo’n aandoening al wel eens een psychosomatische klacht. Het lichaam en de geest leven niet volledig in harmonie en het fysieke gedeelte van ons organisme vertoont dan tekenen van slecht werkende functies. Ik geef maar een paar voorbeeldjes : spanningshoofdpijn, maagklachten, impotentie, overmatig zweten, nekklachten ter hoogte van de zevende nekwervel…Het zijn zowat de meest courante. Maar ook hyperventilatie hoort daartoe, en al is deze aandoening niet meer dan een verzamelnaam van allerlei lichamelijke klachten, bij ons worden die ernstig genomen, behandeld en linken gelegd naar mogelijke oorzaken. Zo kreeg ik Bram in behandeling. Een man tussen 50 en 60 jaar en op zijn werk gedumpt omwille van de fusie van zijn firma met een ander bedrijf, waardoor zijn functie wegviel. Het was een afdeling die instond voor de verkoop en commercialisatie van paramedische producten en medicatie. Het bedrijf hier in België vertegenwoordigde een grote multinationale farmaceutische firma met moederhuis in Amerika. De firma hier was verantwoordelijk voor de verkoop en promotie aan de lokale praktiserende artsen. Je kan je indenken dat dit een klein wereldje is. Wanneer je deze stiel dan een aantal decennia hebt uitgevoerd zal men je niet veel meer kunnen wijsmaken op gebied van werking, verkoop en promotie van je handelswaar. Bram werd dus op brutale manier bedankt met een gouden handdruk, maar buiten de handdruk en het financieel plaatje was er toch het gevoel van ongeschiktheid, vervaldatum, onbruikbaarheid. Kortom, Bram zat in een fase van neerslachtigheid en aankondigende depressie. Hij maakt bij mij een afspraak omwille van zeer harde en pijnlijke nekmusculatuur. Hoofdpijn en nekkrampen zijn een gevolg en hiermee kan moeilijk gewerkt worden. Bovendien zit hij in zijn vooropzeg van zes maanden en ook de fut, het enthousiasme en motivatie op zijn werk lijken ver zoek. Het verhaal dat hij op mijn massagetafel vertelt komt zonder iets te vragen. Verantwoordelijk daarvoor is waarschijnlijk een intense binnenwaartse druk naar boven toe. Bram klinkt ook waarlijk echt en vooral teleurgesteld in het gekregen respect om al die extra inspanningen die hij leverde voor zijn bedrijf, maar die te weinig werden opgemerkt. Ik antwoordde daarop dat zijn leeftijd ook wel een rol zal gespeeld hebben en dat hij het lang niet zo persoonlijk hoeft te nemen. De oudere werknemers in een bedrijf moeten meer worden betaald dan de jongere en laat het nu juist zo zijn dat zijn collega die hem vervangt een jonge snaak was tussen 30 en 40 jaar. Het loonkaartje en de bijhorende rekening is vrij snel gemaakt, niet toch? Bram en ik hebben gedurende een achttal weken zonder het te beseffen een strategie opgebouwd om het verwerken van deze tegenslag. Ongeweten dat mijn luisteren in de eerste plaats helend heeft geholpen. Bram heeft me regelmatig op de te volgen weg gewezen en mij zelfs geleid in zijn therapie. Nimmer had hij de kans gehad om zijn verhaal eens diep uit de doeken te doen. Hij voelde zich na elk fragment van zijn verhaal tijdens elke sessie zo gesteund door een luisterend oor. Uiteindelijk zou hij wel hersteld zijn, alleen al met mijn manuele inbreng. Dat denk ik toch. Elke keer ging Bram huiswaarts met een opdracht. Hij, als patiënt, leidde mij waarlijk naar het te behalen doel. Ik had letterlijk in zijn dossier neergeschreven dat deze man psychisch in een malaise zat en daaruit moest worden getild door fysieke inspanningen en mentale ontlasting. Inzicht in zijn situatie moest er komen via een objectieve en constructieve houding. Wat ik gebruikte was zijn sterke kant van ervaring en klantenbinding. Ik raadde Bram aan om bij alle veeartsen zoveel mogelijk ruchtbaarheid te geven van zijn ontslag bij de huidige werkgever. Bovendien mocht hij zich daarover niet schuldig voelen. Daarnaast gaf ik hem de raad om de concurrerende firma’s signalen te geven van zijn ontslag. Hij moest zich fysiek versterken door zijn weerstand tegen vermoeidheid wat op te krikken. Uithoudingstraining heeft altijd effect op de endorfine in je hersenen. Endorfine heeft een positief effect op je goed gevoel. Alle kleine adviezen droegen bij tot het resulterend eindeffect. Bram werd, nog voor zijn zes maanden opzegtermijn voorbij waren, aangenomen bij een concurrerende firma zonder veel te moeten toegeven in zijn loon. De firmawagen kreeg hij ook opnieuw. De meeste extralegale voordelen bleven behouden. De veeartsen volgden massaal Bram zijn nieuw farmaceutisch product, althans producten met dezelfde in -en uitwerking. Op een eerstvolgende sectorvergadering en professionele beurs kon hij spreekwoordelijke genoegdoening vinden door de vroegere firma een hak te zetten en veel van de oude klanten zeer vriendelijk weg te snoepen. Visueel zag de oude firma veel van hun klandizie sneuvelen met Bram bij de nieuwe firma. Onder hun neus kaapte Bram op een legale manier hun klanten. De emotie en vooral het gevoel van onnuttig te zijn geworden maakte plaats voor een zeer deugddoend gevoel. Bram kreeg terug meer zelfrespect en tilde zijn eigen waardigheid naar een hoger niveau. Het is pas omdat de echtgenote van Bram mij zelf bedankte dat ik over het verloop van deze behandeling ging nadenken. Ze bedankte me om het fysieke renovatiewerk, maar vooral om de psycholoog in mij. Bram was verschillende keren naar de praktijk vertrokken in een bui van neerslachtigheid en had dikwijls meer zin gehad om ernstig te zijn dan om te lachen. Bij zijn thuiskomst was het verschil regelmatig merkbaar geweest, vertelde Bram mijzelf. Nu moet je weten dat wij de strategie om uit de impasse te geraken, echt gezamenlijk uitstippelden. Ik stelde iets voor en Bram nuanceerde het en bedacht een eigen vorm van dezelfde actie. Ook de onderhandelingen met de nieuwe werkgever hebben we samen meermaals besproken en vorm gegeven. Nooit heb ik gedurende mijn opleiding hier enige letter over onderwezen gekregen. Maar blijkbaar was er iets dat klikte tussen ons beiden en berustte mijn interactie op empathie. Opnieuw had mijn gevoel mij niet in de steek gelaten. Het ga je goed Bram op je andere werk, en ik ben er zeker van dat je het opnieuw goed zult doen.






























    21-07-2018 om 18:00 geschreven door JohanDS  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    agenda

    Belangrijke data in mijn agenda



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs