Maandag, voor het vertrek, zingen we met zijn allen het openluchtklaslied:
Ek zyn een dapper meis,
Ek zyn een dapper joeng,
Wij zijn kindren van het vijfde.
Wij gaan er eens op uit,
Vijf dag naar de Kluis,
Samen weg op Openluchtklas.
1. En moeten we daar vaak op tocht? Op tocht?
Met een kaart of met kompas, wandelpaden op en neer,
Met de rugzak op de rug
Samen weg op Openluchtklas!
2. En moeten we daar in het bos? Het bos?
In het bos met al zn pracht, dieren planten en vijvers,
Met de gids op verkenning
Samen weg op Openluchtklas!
3. En moeten we daar ook slapen? Slapen?
Op een kamertje met vier, of een kamertje met zes,
Of misschien in de slaapzaal
Samen weg op Openluchtklas!
4. En moeten we daar ook eten? Eten?
Een verrukkelijk ontbijt, een patatje op zn tijd,
Een dessertje op ons bord
Samen weg op Openluchtklas!
5. En moeten we daar ook leren? Leren?
Over hoogten en verschil, een enquête of wat Frans,
Samen delen lief en leed
Samen weg op Openluchtklas!
6. En mogen we daar ook spelen? Spelen?
Met de monis in de zaal, op t speelpleintje allemaal,
En misschien ook een bosspel
Samen weg op Openluchtklas!
Yeh!
|