Doe het de volgende dagen toch maar wat
kalmpjes aan, raadde de dokter mij aan na het zien van de amper verbeterde
tennisbal in mijn linkerenkel. Voorts deelde hij nog mee dat ik beter niet
aan basejumpen deed, waarna hij
zichzelf verbeterde naar stagejumpen.
Donderdag 4 juli 2013, Dag 1
Fidlar: So what? Fuck you!
Dat kalmpjes aan doen is moeilijk als de eerste bands Fidlar en Palma Violets zijn. De eerstgenoemde band begon meteen
met hét campinganthem van Werchter 2013, Cheap Beer. Het refrein I drink cheap beer, so what fuck you deed
ons een flink pak minder schuldig voelen over het kopen van het krat Premium Pils
(1 cent per centiliter, vrij vertaald: nen
alven euro voor nen alven liter!) die we de komende dagen lauw naar binnen
zullen moeten kieperen. So what, fuck you!
Fidlars mix van garage, punk en lo-fi met teksten over surfen, drugs, bier en
vrouwen werkte verrassend goed in de KluB C. De eerste stagejumpers jumpten, ondergetekende hield zich vooralsnog kalm.
Palma
Violets: Oh Yeah!
Palma Violets wordt vaak een cocktail tussen The Clash en The Libertines
genoemd. Zomaar eventjes respectievelijk nummers 1 en 2 op ons Beste Bands Ooit
lijstje. Ze hadden dus iets te bewijzen. Zo stonden ze echter niet te spelen,
Britse arrogantie te over bij de youngsters uit Londen. Zo ziet u dat misschien
niet graag, wij wel. De vergelijking met The Clash zien we niet, die met The
Libertines dan weer wel. Sam en Chilli doen ons opvallend hard denken aan Pete
en Carl en voorts hangt er zon Iedereen-kan-wat-wij-doen sfeertje rond de
band, iets wat The Libertines, en weinig anderen na hen, ook hadden. Al vanaf
opener Johnny Bagga Donuts (laureaat in categorie debielste songtitel van het
jaar) werd het duidelijk, Palma Violets had het publiek mee. Hitjes Best Of
Friends en Step Up For The Cool Cats werden overigens niet gespaard tot het
einde, maar halverwege netjes na elkaar gespeeld. Eindigen deden ze met Invasion
Of The Tribbles, een cover van de enigste single van de volslagen onbekende
punkband The Hot Nasties, waarin de tekst niet verder gaat dan oh yeah!, en Brand New Song, met zo
mogelijk nog makkelijkere lyrics. Id
love to show the world my new song, it
keeps me up all night long Britse zelfverzekerheid, weet u. Bassist en
toetsenist lieten hun instrumenten achter en dolden wat op het podium en in het
publiek. Net zoals bij The Libertines was het publiek en de artiest één. Alles
kon, alles mocht. Het doktersadvies beweerde het tegenoverstelde, maar eerlijk,
zoiets vergeet je gewoon na de eerste noot van een Chicken Dippers of
Rattlesnake Highway. Rock n roll krijgt voorrang op geneeskunde, oh yeah!
BRMC: Gebrek aan variatie
Black Rebel Motorcycle Club is een
bandnaam die zwaarder klinkt dan de band zelf. Erg vinden wij dat niet. Enkel
een gebrek aan variatie in de nummers deed hen soms een beetje de das om.
Whatever Happened To My Rock n Roll vragen ze zich af in hun afsluiter en
bekendste nummer en op de een of andere manier was het toepasselijk.
Bloc
Party: Viersterrenafscheid van een vriend
Na magere passages op Pukkelpop en in de Lotto Arena maakte Bloc Party voor ons en bij uitbreiding
alle aanwezige Belgen veel goed op Best Kept Secret. De pit en pret waren terug, en ze teerden
vooral op gitaargerichte nummers. Nu nog op Belgisch grondgebeid het goed komen
maken. En of ze dat deden! Het en der wordt gefluisterd dat dit hun laatste
optreden voorgoed zou kunnen zijn. Het afscheidsfeestje opende met Octopus en
Hunting For Witches direct met 2 kleppers (in tegenstelling tot het
voorzichtige begin met So Here We Are op BKS). Kele en de jongens (sinds
kort zit er een dubbel paar x chromosomen achter het drumstel) leken er zin in
te hebben. De tent puilde uit met een uitzinnig publiek dat de ideale
festivalsetlist voorgeschoteld kreeg. Dit alles maakte het de perfecte
wiedergutmachung en tevens een mooi auf wiedersehen, als het zo ver komt. Laat
ons hopen van niet.
Naast Bloc Party was mijn headliner deze avond de verpleegster in de Rode Kruis
tent. Klinkt een flink pak sexier dan het werkelijk was. Meer dan een
geforceerd gesprek met een zak ijs op de enkel en op de achtergrond Dizzee
Rascal was het niet. Bonkers. Wat een feest.
Vrijdag
5 juli 2013, Dag 2
The Bots:Trekken alle aandacht naar
hen toe dankzij
hun kapsel.
Opgestaan zonder pijn, en dat met het losgehen op Palma Violets, die dokter
kent er niks van! Helemaal in orde is het wel nog niet, anders had ik bij het
duiken naar een gratis t-shirt van The
Bots wel prijs gehad. Helaas, samen, met de ligamenten in mijn enkel waren
ook mijn Michel PreudHomme reflexen verdwenen.
De looks, het zou absoluut geen criterium mogen zijn, want is dat niet waarom
Justin Bieber en One Direction zo graag gezien worden? Zijn wij net niet
kritisch t.o.v. hun fans en muziek omdat wij wel beseffen dat het om de muziek
draait, en niet hoe goed hun kop op een poster past? Toch is het zinloos te
beweren dat de looks niet meespelen bij The
Bots. De 16 jarige drummer, van wie ik maar wat graag een poster in mijn
kamer zou willen ophangen, heeft wat ze noemen een Fellainikapsel in het
kwadraat. Zo trok hij meteen alle aandacht naar zich toe. Muzikaal was het
vooral zeer rommelig, we hebben al betere duos zien passeren de laatste jaren,
doch een mooie opener voor de tweede festivaldag.
The
Hives: De ideale festivalband, deel I
Pelle, de zanger van The Hives,
dacht dat het de eerste was. Hij vertelde doodleuk dat het hoogtepunt van het
festival al op dag één om 18 uur lag, wanneer zijn band aan het spelen was.
Helemaal ongelijk had hij niet, The Hives leverden zeker een sterke show af,
met als klapper Pelles crowdsurf op een zittend publiek. Om leven op een
festival te brengen is The Hives boeken nooit een slecht idee.
Richard
Hawley: Beeldschoon
Voelden we ons nog oud tijdens The Bots (16 jaar! Een eeuwigheid geleden!)
dan werden we weer met de voeten op de grond gebracht door het best bewaarde
geheim uit Sheffield: Richard Hawley.
Het podium kwam hij opgewandeld in zn leren vestje, een zonnebril op de kop
ondanks het warme weer en vetkuif, plots wist je op wiens deur Arctic Monkey en
stadsgenoot Alex Turner is gaan kloppen om stijladvies. Jani Kazalzis liet
overigens weten dat hij het veel beter zou gedaan hebben, en nooit nee zegt
tegen een rockster, ongeacht diens wens. Van alle beeldschone nummers die
Hawley bracht vonden wij Tonight The Streets Are Ours het mooiste, al was het
maar omdat we hem met dat nummer ontdekt hebben, toen we het hoorden in
Banksys documentaire Exit Through The Gift Shop, en we toen spontaan zin
kregen graffiti te gaan spuiten op onze(!) straten. Een gebrek aan geld,
inspiratie en artistiek talent hield ons tegen. Het nummer klonk ook live erg
Morrissey-aans, anderen leunden dan weer dicht aan bij de sound van The Smith
op The Queen Is Dead. Als wij u nu vertellen dat wij grote Smiths fans zijn,
dan kan u uw eigen conclusies trekken op basis van bovenvernoemde referenties.
Zo niet: wij waren onder de indruk.
Phoenix:
Vive La France!
En dat onder de indruk zijn was zeker niet de eerste, maar ook niet de laatste
keer vandaag. Het Franse Phoenix,
bijvoorbeeld. Het is de band waarvan The Strokes de sound voor hun laatste twee
platen gepikt hebben, maar er, in tegenstelling tot de fransozen, niet mee
wegkomen. Voortdurend zeiden wij tegen onszelf nu hebben ze toch echt wel al
hun hitjes gespeeld, waarna ze weer iets speelden dat we herkenden als dat ene
nummer van op de radio. Impressionant, quoi.
Ook wist de zanger perfect hoe het publiek te bespelen (wederom niet de eerste
keer vandaag) en zocht hij regelmatig (fysiek) contact met hen. Om het met de
woorden van Jean-Paul en Jean-François, het voortdurend elkaar betastend, pas
getrouwd Frans homokoppel dat voor ons stond te zeggen: Merde alors, ils ont cassé la baraque! Chauvinistische Fransen,
voor één keer knijpen we een oogje dicht.
Voor Blur moet je moeite doen. Onlangs keek ik een volledige Brits uit,
wachtend op het moment waarop ze hun carrièreprijs kregen. Onder andere One
Direction, Ed Sheeran en god weet wie er nog allemaal in de bloemetjes gezet
wordt op gala-avonden als deze, kwamen live spelen. Met andere woorden: het
soort prijsuitreikingen die je vermijden moet.
Kings
Of Leon: Goed begonnen, slechts half gewonnen
Nog op ons te vermijden lijstje: Kings
Of Leon. Zot waren we van Red Morning Light, dat we voor het eerst
hoorden in de soundtrack van Fifa04. Vier jaar laten hoorden we Sex On Fire
voor het eerst en wisten we dat ze nu mikten op stadions, t spel was espe zouden ze zeggen in ons plaatselijke dialect.
Tegen onze verwachtingen in klonk het eerste deel van de set bijzonder stevig
en vergelijkbaar met Red Morning Light (dat niet gespeeld werd, awoe!). Hoe
langer de set duurde, hoe commerciëler de nummers werden en hoe rapper onze
aandacht verslapte. Maar niet die van de 79.998 andere Werchtergangers die maar
wat graag pakweg Back Down South en Use Somebody meezongen. Die Italianen
die naast ons Sex On Fire uit volle borst meebrulden weerhielden ons net van het
indutten.
Blur:
De gedroomde headliner
Blur was mijn eerste band. Als ik
een jaar of 11 was, was ik zot van hun best-of CD, die met hun hoofden als
cartoons op de cover. Meteen ook de eerste CD die ik zelf oplegde, met alle
gevolgen van dien. De voor-en achterkant van het schijfje was hetzelfde,
waardoor ik hem bijna altijd omgekeerd in de CD-speler stak. Sorry, pa.
Hun best-of setlist bracht me terug
naar mijn kinderkamer, gitaarspelend met een tennisracket en Girls&Boys
meezingend. Straf als bands dat weten klaar te spelen. Damon had er zin in en
liep voortdurend over en weer op het podium, soms ook in het publiek. Graham
kon zich uitleven met noise intermezzos (zie Trimm Trabb) en Alex en Dave
waren Alex en Dave. En maar goed ook! Mooiste momenten uit de set, en bij
uitbreiding het weekend én festivalseizoen 2013 waren Parklife, het voor de
Olympische Spelen van 2012 geschreven Under The Westway en kampvuursong
Tender. Het oh my baby, oh why stukje
werd vrolijk verder gezongen, ook al was de song al gedaan. Kippenvel. Damon
noemde ons het beste publiek van de tour so
far en dat kan heel goed ordinair geslijm geweest zijn, even goed kan het kloppen.
Op het Amerikaanse hipsterfestival Coachella kwamen ze, net zoals die andere
legendarische Britse band die onlangs terug samen gekomen is; The Stone Roses,
helemaal niet over. Hier wel, vooraan in de spionkop tenminste.
Klonk Damon op die Brit Awards nog pijnlijk slecht tijdens Song 2, dan zong
hij het nu gewoonweg perfect. Voor ons hoeven ze het niet te spelen, het rijmt
niet echt met de rest van hun songs, maar in een festivalset kan dit nummer
gewoonweg niet ontbreken. De perfecte afsluiter van zon optreden waarvan we
binnen tien jaar, mark my words,
tegen elkaar zullen zeggen: weet je nog die Werchtereditie met Blur?
Als we in een betere wereld (Glastonbury) zouden leven, dan hoorde ik hier (camping
B0) en nu (5u s nachts) constant oh my
baby, oh why in plaats van woho heye!
Zaterdag
6 juli 2013, Dag 3:
Trash Talk: Of hoe wij het liefste
wakker worden
Een ontbijt van 3 Diclofenacs 75mg zou hopelijk
volstaan om met gescheurde ligamenten de moshpits tijdens Trash Talk te overleven. Of de neutrale Werchterganger de
Amerikaanse hardcoreband kon smaken betwijfelen wij ten zeerste. Waarom zijn
die nummers zo kort? Ik versta niks van wat die zanger zingt, hoorden wij
de willekeurige voorbijgangers denken. Niet dat we dat echt konden horen, Trash
Talk was by far the loudest band van
het hele weekend, en laat dat net een van de manieren zijn waarop wij het
liefst gewekt worden. Circlepits, stagejumps
en alle andere hardcoredanspasjes waren schering en inslag vanaf de eerste
seconde. Zelden zoveel sfeer gezien tijdens een openingsband op deze weide. En
wanneer zanger Lee Spielman iedereen aanmaande om on top of each others heads te klimmen, dan deed ik dat ook. Die 3
Diclofenacs 75mg deden hun werk goed.
Stereophonics:
De hits vergeten spelen.
Vervolgens zagen we Stereophonics op
de Main Stage. Daar zo vroeg op de middag en in de hitte spelen is geen cadeau,
toch konden ze ons geweldig verbazen tijdens het eerste deel van de set. Die sterke
songs, die attitude! Helaas haalden veel oudere en sterkere songs de setlist
niet.
The Bartender And The Thief en Have A Nice Day zijn ideale festivalsongs
maar blonken vooral uit in hun afwezigheid. Foei.
Nick
Cave and The Bad Seeds: Gekke Australiërs veroveren België deel I
Ondanks het uitzonderlijk warme weer liep het grote deel van de aanwezigen rond
in zwarte T-shirts van Rammstein, de headliner van de dag. Voor ons was er
vandaag maar één headliner: Nick Cave
and The Bad Seeds. Cave dacht net zo en wou dat met zijn band maar al te
graag bewijzen. Tijdens opener en meest recente single We No Who U R smeet
hij zijn micro op de grond, hij speelde piano als een bezetene tijdens Deanna
en gitarist/violist Warren Ellis smeet zijn viool in de lucht na Jubilee
Street. Als je zo kan binnenkomen
Ze gingen op hetzelfde elan voort: Weeping
Song droegen ze op aan een fan uit het publiek, iets later begon Nick zélf te
wenen tijdens Into My Arms. Om het met de woorden van Danny, de circa 50
jarige West-Vlaamse enthousiasteling in gesprek met zijn schatje, te zeggen:
Mohow zeg, zo skone, mo zo skone! Mo! Zelden iemand zo content gezien. Veel
mensen geven toe een beetje bang te zijn als ze naar de show van Rammstein
kijken, maar wanneer Nick de geluidsman uitmaakte omdat die zijn vocals niet
luider zette tijdens Trupelo, bleek dat je vandaag maar van 1 iemand schrik
moest hebben en dat was van die gekke Australiër met het grote voorhoofd. Want
Nick Cave speelt hier helemaal geen rolletje, evenmin heeft hij kostuums nodig
om je bang te maken. In tegenstelling tot de zanger van Rammstein heeft Cave
ook geen benzine nodig om vuur te spuwen, hoe hij erop los schold in Stagger
Lee kwam even hard aan als derdegraads brandwonden. Voor de gelegenheid kregen
de personages Stagger Lee, Nellie Brown, The Bartender en Billy Dilly uit het
verhaal een gezicht, dat van lukraak gekozen mensen in het publiek. De blik in
de ogen van een dertienjarige jongeman op het videoscherm sprak boekdelen, de
laatste keer dat ik zon grote ogen trok was toen ik ervan overtuigd was dat er
een monster onder mijn bed lag. Nu mocht dat monster zijn ding doen op het
podium. Nog één quote: Who are
you waiting for? Fucking Rammstein? Hahaha! Of hoe hij
zowat de hele weide te kakken zette. Held.
Tame
Impala: Gekke Australiërs veroveren België deel II
Van de ene gekke bende Australiërs naar de andere: Tame Impala, die een geslaagde, psychedelische en druggy versie
brachten van typische sixties muziek. Ook al zagen we slechts een paar nummers,
toevallig de bekendste, waren we toch geweldig onder de indruk, en strekten we
de beentjes voor one last dance, die
Diclofenacs van bij het ontbijt waren overigens nog niet uitgewerkt.
(Uit schrik dat Nick Cave ons naar Rammstein zou zien kijken en vervolgens the living shit out of us zou schoppen,
gingen we wijselijk naar de camping)
Zondag
7 juli 2013, Dag 4:
A Day To Remember: Een optreden om rap
te vergeten
Of dit A Day To Remember wordt valt nog af te wachten. Als kleppers hebben we vandaag
slechts 2 namen op ons lijstje: The Gaslight Anthem en vooral Jake Bugg.
A Day To Remember (de band) speelde
vroeg op de Main Stage en had de aanwezige hardcorekids goed mee. Hardcore op
Werchter, het blijft toch wel raar aanvoelen. Uiteindelijk bleek ADTR niet zon
vreemde eend in de bijt als Trash Talk een dag eerder. De grotere
toegankelijkheid had helaas ook een groot kwaliteitsverschil als gevolg, in
het nadeel van ADTR.
Haim:
Verrassend
Haim had iets te vieren: ze mochten
uitgerekend vandaag 6 kaarsjes uitblazen en waren op zoek naar een originele
manier om dat te vieren. De zussen vroegen dan maar om as much nakes dudes as possible en in return kregen wij misschien wel a bra or a nipple te zien. En nee, dit is niet de (enigste) reden
waarom wij blijven staan zijn. Live kwam de band heel goed tot zn recht met
hun verrassende cover van Fleetwood Mac als hoogtepunt.
Gogol
Bordello: De ideale festivalband, deel II
Zoals we eerder al The Hives zagen, is ook Gogol
Bordello zon altijd-prijs band. De aanstekelijke gypsy-punk werkte perfect
op de Werchterweirde. Muzikaal geen hoogvlieger, maar wie het na 4 dagen
oververmoeide publiek zo goed in beweging kan krijgen is goed bezig. Een band
die je live moet zien.
Vervolgens een lange pauze, iets wat wel eens mocht nu. En had de dokter niet
gezegd het kalm te houden? Misschien kon ik wel de rustpauzes van de afgelopen
dagen gewoon nu inhalen.
The
Gaslight Anthem: Hoogtepunten in het begin
The Gaslight Anthem kwam met
Handwritten, The 59 Sound en 45, zag het aanwezige publiek in The Barn
uit zn dak gaan, en overwon. Alleen jammer dat die nummers, de bij het publiek
meest bekende, dus net allemaal in het begin gespeeld werden. Ramones cover
(alweer een cover!) Bonzo Goes To Bitburg maakte veel goed. Wat een nummer.
En wat een versie. Chapeau. Ook nu konden we het stagejumpen niet laten, wat een lachje op zanger Brian Fallons
gezicht toverde, of het dat ook zal doen op het gezicht van De Dokter valt nog
af te wachten. Maar als we hierna terug het gips in moeten, dan is t tenminste
de moeite waard geweest. No regrets, only
memories.
Edit: net ontdekt dat ze naast Bonzo Goes To Bitburg ook Baba ORiley
gecoverd hebben. Helaas stonden wij toen vooraan aan te schuiven voor Jake
Bugg. Duizend bommen en granaten, zou
een bekende zeeman zeggen.
Jake Bugg: Afsluiten in stijl
Zoals eerder gezegd draaide voor ons alles rond Jake Bugg vandaag. De 19-jarige stond weer te spelen met zon
sprekend gemak, alsof hij wil tonen dat hij dit alles allemaal zag aankomen en
helemaal niet onder de indruk is van zijn plots succes. En waarom zou hij. Een
perfecte mix tussen plugged en unplugged, up tempo en traag, bekend en niet
bekend. Slechts 3 dingen liepen wat minder. Drie maal had Jake er geen invloed
op.
1: Tijdens de emotioneel sterk beladen nummers werd, festivals lopen nog steeds
vol met jeugdbewegingen, een grote strandbal door het publiek gegooid, heel
vervelend. Bij Goose, The Hives, Gogol Bordello of Netsky kan dit. Bij Jake
Bugg niet. Voortdurend waren wij bang dat ze ook nog eens een van die
vreselijke woho, yehes gingen
beginnen zingen. Gelukkig nam het niet die vaart.
2: Tijdens de nummers die hij solo bracht hoorde je de muziek van Depeche Mode
op de achtergrond. Bijzonder onrespectvol.
3: Tijdens Two Fingers stak zowat iedereen keurig 2 vingers in de lucht. Met
de wijs-en middenvinger waren dit ook de juiste vingers, tot daar ging het
goed. Maar ze waren wel verkeerd gericht! Er is in de Britse cultuur een groot
verschil tussen het Victory/Peace teken, met de nagels naar jezelf gericht, wat
zowat heel Werchter deed, en het V-sign, met de nagels naar de ander gericht,
wat zoveel betekent als Fuck You.
Hij coverde (al de derde cover vandaag!) Hey Hey, My My, het legendarisch
Neil Young nummer, dat Neil nooit meer live speelt vanwege de notoire its better to burn out than to fade away
regel gebruikt in Kurt Cobains suicide
note. Wie vier dagen op een festivalweide zit, beland in een andere wereld,
en dat komt niet alleen door de alcohol. Het nieuws uit de buitenwereld hoor je
meestal via via (kan iemand het Eddy Wally is dood gerucht ontkrachten?) en
meestal laat het je koud. Wat ons wel bereikte is dat Albert aftreedt. Jake
eerde hem, wellicht volslagen toevallig, met Neil Youngs woorden: the
kings gone but not forgotten. Au
revoir Albert. Allez Filip!
Tijdens Lightning Bolt spookten Jeremy Clarcksons beroemde woorden door ons
hoofd: and on that bombshell ,its time
to end! En zo geschiedde, een festival afsluiten op
deze manier is iets wat ik iedereen toewens.
Hoeveel van die lauwe Premiums zijn er nog over?
15-07-2013, 00:00
Geschreven door (edk) 
|