Our Future Your Clutter
Inhoud blog
  • Pukkelpop Dagboek
  • I Read The News Today, Oh Girl...
  • Rock Werchter 2013
  • Miles Kane
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    23-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pukkelpop Dagboek

    2013. Het jaar van de cancels. Soulwax. Neil Young. Slayer. En onze grootste domper: Manchester Lads The Courteeners. Gelukkig eiste een andere Mancunian niet geheel onverwacht een hoofdrol op deze editie. Later meer.

    Donderdag 15 augustus 2013, Dag 1

    Beginnen deden we in een aardig volgelopen, kwam vooral door de regen, Marquee met Antwerp Lads Psycho 44. Zanger Gaelin Corluy had zijn Black Flag T-shirt aangetrokken. Het T-shirt waar de mannen van de Humo zodanig van onder de indruk waren tijdens hun passage op Humo’s Rock Rally in 2011 dat het zelfs een vermelding kreeg in het juryrapport.  Dat Black Flag T-shirts bij de jeugd schering en inslag zijn (sommigen denken zelfs dat het een kledingsmerk is), was de blijkbaar prehistorische jury ontgaan. Hun muziek heeft weliswaar evenveel met die van de legendarische 80’s hardcoreband te maken als met die van pakweg Pjotr Iljitsj Tsjaikovski. Wel klinken ze verdacht veel als Queens Of The Stone Age. Goed maken dat Josh Homme en orkest dit jaar op geen enkel Belgisch festival stonden konden ze, verrassing!, niet. Goed was het wel, dat zeker.

    De zon kwam erdoor en de tent liep zo goed als leeg voor de droompop van Merchandise, die dan ook typische regenmuziek maken. Voor zover dat al iets betekent. Als het regent en wij ongelukkig zijn durven we al eens “In Nightmare Room” op te leggen, d’you know wot I mean? Muzikaal leken ze helaas niet echt een volledig uur te kunnen boeien. Grappig en spontaan was zanger Carson Cox wel. “This one is an old one. For us. Not for you.” Zijn stem sprak Morrisseyaans en dus was het ergens wel logisch dat ze op dezelfde dag en tent geprogrammeerd stonden als Sir Johnny Marr.

    “Light Up Gold” van Parquet Courts, een ensemble uit Brooklyn met Texaanse roots, zal naar alle waarschijnlijkheid wel eens hoog op ons eindejaarslijstje kunnen eindigen. Gitaren en drums als The Strokes op Is This it? (voor de gelegenheid beantwoorden we deze retorische vraag even met een dikke vette JA!), een stem als Lee Ranaldo van Sonic Youth en echos van The Butthole Surfers en Pavement. Wat we jammer vonden aan het album was dat nummers als “Stoned And Starving” niet afklokten op 10 minuten of meer. Meer krautrock en/of noise intermezzo’s zouden de plaat naar een hoger niveau kunnen tillen. Dat hoger niveau bereikten ze wel live, door onder andere dat eerder genoemde “Stoned And Starving” uit te rekken. Alles bijzonder strak gespeeld ook. Zalig hoe “Master Of My Craft” (Forrrrggggetttt about it!) overging in knaller “Borrowed Time”. Een typische Amerikaanse alternatieve indieband als deze bewijst dat rock ‘n roll niks minder dan springlevend is.

    Canadese hardcoreband Fucked Up tourt nog amper, omdat zanger Damien Abraham het liefste van al bij vrouw en kind blijft. Maar wanneer ze eindelijk nog eens live spelen, zoals dit jaar op Pukkelpop, hebben ze er altijd wel bijzonder veel zin in, op die manier vermijden ze kapot te gaan aan het touren. Wie van Damien Abraham, een ietwat uitgezette man met baard en rughaar, geen high five, knuffel of tongzoen kreeg was niet écht in de tent. Oprechte blijdschap op een festival als dit te mogen spelen, wondermooi om te zien. Muzikaal gezien punk met een flinke scheut hardcore. Het aan “(one of the best punk bands ever:) The Kids!” opgedragen “Queen Of Hearts” en het aan de personen die in hun leven ooit te dik, mager of lelijk genoemd werden opgedragen “I Hate Summer” lieten de grootste indruk na. En die tongkus van de zanger, uiteraard.

    Met als inzit het kroontje van de Britpop anno 2013 stonden Miles Kane en Johnny Marr donderdagavond lijnrecht tegenover elkaar in dezelfde ring (De Marquee).

    Miles moest, gezien diens leeftijd, van start gaan en blies naar goede gewoonte het publiek he-le-maal weg. Ongelooflijk hoe stevig hij zijn nummers live steevast brengt. Dat gecombineerd met een torenhoog charisma en het talent een publiek op te jutten als geen ander maakt van The New Modfather de ideale festivalact. Hij speelde met onder andere “Give Up”, “Inhaler”, “Better Than That”, “Come Closer” en “Rearrange” de beste nummers uit diens twee soloplaten (“Colour Of The Trap” uit 2011 en het pas verschenen “Don’t Forget Who You Are”) en gunde ons en zichzelf amper een adempauze. De lalalala’s en oh-oh-oh-oho’s vloeiden rijkelijk, zonder dat het echt clichématig werd. Er schiet ons werkelijk geen enkele andere artiest te binnen die zo’n grote smile op ons gezicht kan toveren als we hem bezig zien.

    Ok, Peter Doherty misschien, maar dat ligt vooral aan zijn podiumact, niet echt aan de opzwepende nummers.

    Twee jaar geleden, de rampeditie, stonden wij te wachten op Miles Kane in de Club. Toen bekend geraakte dat zijn optreden niet doorging verzeilden wij direct in een lichte depressie die, onlangs we hem sindsdien al ettelijke keren live gezien hebben en het telkenmale fantastisch was, nu pas volledig is weggewerkt. De cirkel is rond.

    Door NME werd Johnny Marr, het muzikale brein achter The Smiths oftewel de belangrijkste band uit de jaren tachtig, dit jaar uitgeroepen tot Godlike Genius. Een beetje overdreven misschien, maar zo kennen we die patriottistische Britten nu eenmaal. In de Post-Smiths jaren versleet hij zijn dagen met gitaar spelen in, chronologisch: The Pretenders, The The, Electronic, The Healers en The Cribs. Nu doet hij het eindelijk solo en het resultaat mag er zijn: “The Messenger” is de beste plaat waar Johnny Marr aan meewerkte sinds de laatste van The Smiths. Maar naast een flink pak oerdegelijke solonummers kregen we ook Smiths nummers. Veel Smiths nummers. “Stop Me If You Think You’ve Heard This One Before”, “Bighmouth Strikes Again”, “How Soon Is Now” en “There Is A Light That Never Goes Out”, om precies te zijn. Of hij vocaal het onderspit niet moest delven voor Morrissey? Voor de jonge Mozzer misschien, maar voor de hedendaagse? Absoluut niet.

    En alsof al die Smiths nummers nog niet genoeg waren coverde hij ook nog eens “I Fought The Law” van de The Greatest (British) Band Ever: The Clash (origineel is het van The Crickets, maar we gaan er niet flauw overdoen: wij moeten de eerste zeikerd nog tegenkomen die de versie van The Crickets de betere van de twee vindt). Deze editie kan nu al niet meer stuk.  

    Wie kreeg er nu dat kroontje? Voor ons was het Miles Kane, omdat er in de set van Johnny Marr twee iets mindere nummers (World Starts Attack en Sun&Moon haalden het niveau niet van pakweg “The Right Thing Right” of “Generate! Generate!”) zaten en meest recente single “New Town Velocity”, onze favoriet van het album, ontbrak. Bij Miles was alles er boenk op, doch betrof dit slechts een overwinning op punten. Liverpool haalde het van Manchester. Tenzij Simon Mignolet twee superdagen kent en zich geen enkele keer moet omdraaien, zien we het The Reds dit jaar, zowel tegen City als United, niet direct doen.

    Was de zon al ondergegaan of gebeurde dat tijdens de set van Savages? De pikzwarte postpunk/New Wave paste perfect in De Club op dit tijdstip(22u). Dikke pluim voor de organisatie.  

    Savages’ set was het muzikale equivalent van door 4 vrouwen in elkaar geslagen en in de ballen geschopt te worden en naar huis gaan met een verminkt gezicht (You have no face! Zoals ze zelf zingen in “No Face”). En het ook gewoon leuk vinden! Zelden zo genoten van een pak slaag. Gelukkig voor ons hebben wij genoeg bewijsmateriaal om als het toch nodig blijkt te zijn morgenochtend nog naar het dichtstbijzijnde politiekantoor te trekken. ‘Fans’ verbieden te filmen in een zaal lukt nog net (wij zijn voorstanders!), op een festival ligt het helaas iets moeilijker.

    De vergelijking met Joy Division wordt rap gemaakt (Franse zangeres Jenny Beth, Camille Berthomier voor haar Franse amis, is zo’n beetje de vrouwelijke versie van Ian Curtis), wij dachten eerder aan Siouxsie of Nina Hagen. En zelfs aan Patti Smith, hoe ze sneerde in “Hit Me”, très Patti.

    Het hoogtepunt? “No Face”, “She Will”, “Hit Me” en “Husbands”, hun vier laatste nummers. Prachtig ook hoe ze het einde niet nodeloos rekten met ellenlange cimbaalslagen of feedback, gewoon gestopt na de laatste noot in “Husbands”. Aan iedereen die niet genoot van dit optreden kunnen wij maar 1 advies meegeven, toevallig ook de titel van hun debuutplaat: Silence Yourself.

    Vrijdag 16 augustus 2013, Dag 2

    Het nieuws van de laatste cancel kwam hard aan. Dat Frank Turner, na The Courteeners en Neil Young, ook al niet naar Kiewit kwam afzakken vandaag was al de zoveelste domper. Enkel de komst van skatepunkers Cerebral Ballzy weerhield ons ervan vandaag zélf niet te cancelen.

    Iets minder punk, evenveel skate: Skaters, 4/5 uit Brooklyn, 1/5 uit Londen. Het spelletje “Zoek De Brit” bleek even moeilijk als “Zoek De Homo” met Elio Di Rupo als voorzitter van het Russisch Parlement. Joshua Hubbard was de enige van de 5 zonder oversized hemd met vreemde motiefjes. Wat ons mateloos irriteert is dat diezelfde Hubbard in alle beschrijvingen over de band telkens een ex-lid van Dirty Pretty Things (zeg maar The Libertines zonder Doherty en John Hassall) genoemd wordt. Josh was in een vorig leven gitarist bij het geweldige The Paddingtons (googelen die handel!) en speelde 2 maal, waaronder het Reading Festival in 2008, mee als vervangend gitarist bij Dirty Pretty Things, toen Barât zijn sleutelbeen gebroken had na een motoraccident.

    Maar of hij nu gitarist geweest was bij DPT, Clouseau of Hooverphonic With Orchestra, zijn nieuwe band Skaters is niet minder dan geniaal. Op hun best zijn ze wanneer ze flink op hun gitaar kunnen rammen en van tempo versnellen zoals Chris Froome dat deed op de Ventoux. Een album is er nog niet. Single “I Wanna Dance(But I Don’t Know How)”bleek niet in dovemansoren terecht gekomen te zijn bij de tiener(meisje)s die de bijzonder herkenbare tekst meezongen. I don’t know what to do, to prove I’ve got this thing for you!

     Op naar Ballzy. Cerebral Ballzy om precies te zijn. Hun debuut stond vol met songs over pizza’s, skaten, vrouwen, drank, kotsen en spijbelen, de dingen des levens, quoi. Dat de plaat ook nog eens uitkwam toen wij zestien waren maakte van zo goed als alle nummers onze persoonlijke anthems bij het skateboarden richting school. De songs waren eenvoudig, hard, snel en rechttoe rechtaan en wie een muzikaal perfect optreden van hen verwachtte had het verkeerde nummer ingedrukt.

    Aftrappen deden ze met “Insufficient Fare”, nadat gitarist Mason (Of was het Jason?) eerst een dikke minuut alleen gitaar zat te spelen op de monitor, alles om het uur te vullen zeker? Met tweede nummer “Another Day” werd duidelijk wat we van Ballzy’s tweede album, Jaded&Faded, mogen verwachten. De heren bewezen namelijk met “Another Day” en andere nieuwe nummers als “City’s Girl”, “Be Your Toy” en “Burnout” dat ze wel degelijk talent in zich hebben en meer kunnen dan een anderhalve minuut flink scheuren en beuken. Het maakt ons alleen maar meer benieuwd naar het album. Ook ons leven gaat verder en ouder worden betekent helaas ook beseffen dat er belangrijker dingen in het leven zijn dan skaten en pizza’s, hoe graag we ook wensten van niet.

    Grote verrassing in de set was de cover van Stone Roses classic “I Wanna Be Adored” in een vrij ongewoon jasje. Of het wel degelijk een cover was zijn we niet zeker, het kon evengoed een nieuw nummer zijn met krak dezelfde lyrics, aangezien we het muzikaal amper nog herkenden.

    Wat dan weer geen verrassing was, was dat zanger Honor Titus nog steeds koning is in onzin uitkramen tussen de nummers door. “Punk rock in 2013, baby!” hebben we hem wel 3 keer horen brabbelen. Punk rock in 2013? Als het aan Ballzy ligt: not dead, alleen heel erg wasted.

    Factory Floor nam ons mee in hun trip. We waanden ons in de legendarische Haçienda te, opnieuw, Manchester tijdens de Second Summer Of Love van 1989. Dat ze het woordje Factory bij Factory Records (Joy Division, New Order, Happy Mondays, … én uitbaters van de Haçienda) zijn gaan halen verwonderde bijgevolg niet echt. De dansbare industrial (what’s in a name) met acid house, trance, dirty disco en postpunk invloeden deed het aanwezige publiek dansen, dansen, dansen. Hoeveel nummers ze speelden of wanneer een nummer eindigde, niemand die het hoorde. Dat het goed was hoorden en merkten wij aan onze bezwete T-shirts bij het buitenstappen uit de Haç… Castello wel! Heeft iemand nog zijn oude telefoonboeken uit 1990 met daarin het nummer van de XTC-dealer?

    Vervolgens liepen we een beetje verloren. Alleen al uit principe, niet dat we het anders wél gedaan zouden hebben, gingen wij niet naar Neil Young “vervanger”, laat ons niet lachen, Major Lazer. Ook Fun kan er wat ons betreft beter een punt achterzetten(ha!).

    Gentneirs Raketkanon lieten we uiteraard niet links liggen. De oververhitte tent, oké zo een gesloten tent is best wel gezellig maar in dit weer eigenlijk vooral onverantwoord, weerhield het Pukkelpoppubliek niet een kijkje te komen nemen. De noiserock van Pieter-Paul Devos en zijn maats zal wellicht altijd wel meer passen in donkere cafés dan op festivals. Toch gingen ze er volledig voor en moest het publiek uiteindelijk toch op de knieën gaan.Wree wijs, maat!

     Wanneer je een band als Architects ziet besef je wat voor een apart milieu de hardcorewereld is. Een tent die de volledige set van het eerste tot laatste woord meebrult, terwijl wij hun muziek van toeten noch blazen kennen. Het hoef niet meer gezegd te worden dat de sfeer hier uitermate goed zat.

    Eels werd, om de ondertussen al meermaals vermelde reden, gebombardeerd tot headliner. Iets wat ze normaal gezien wel tot een goed einde zouden moeten brengen. Een 1 uur durende setlist volsteken met hits als “Novocaine For The Soul”, “Susan’s House”, “Hey Man, Now You’re Really Living”, “That Look You Give That Guy” en “Mr. E’s Beautiful Blues” om het publiek te plezieren, ze kunnen het, maar deden het niet. Het enthousiast onthalen van “That Look You Give That Guy” dat ze wel live speelden, toonde nochtans aan dat het wel die vaart had kunnen nemen. Niet dat het begin niet goed zat, “Cancer For The Cure”, “Kinda Fuzzy” en Fleetwood Mac cover “Oh Well” (een nummer dat een dag later opnieuw gecoverd werd, later meer) waren aardige binnenkomers. Het eindeloos willen knuffelen van de bandleden was aanvankelijk best wel grappig maar nam na een tijdje de vaart uit de set en begon ook gewoon voorspelbaar en vervelend te worden. Andere fratsen van de band: allemaal een Adidas training aantrekken (we moeten toegeven, het zag er wel geweldig cool uit), bij de bandintroductie E voorstellen door van “Let It Be” van The Beatles “Let It E” te maken, Neil Young te eren door The Stones (“Beast Of Burden) te coveren (erna speelden ze wel “Cinnamon Girl”). Je merkt het, veel covers. Jammer voor een band met zo’n back catalogue. Door een gebrek aan hits, die ze dus wel hebben!, konden de mannen niet geheel overtuigen. Zeker geen slecht optreden, maar niet headlinerwaardig.

    Aan The Prodigy dan om ons van ons sokken te blazen. In tegenstelling tot Eels schuwden zij niet de hits te spelen en begonnen ze (tien minuten te vroeg! Take that Eminem!) met “Voodoo People”. Toch misten de nummers live de nodige punch en zaten de gezangen er ook niet altijd volledig op. We kregen alles wat we wouden (OUT OF SPACE!), maar niet hoe we het wouden. Zo is het ook altijd wat met ons.

    Zaterdag 17/08/2013, Dag 3

    Simon, gelukkige verjaardag, you motherfucker!

    De laatste dag alweer en op papier was het duidelijk: Crystal Castles en Franz Ferdinand hadden de opdracht de katers (Eels, The Prodigy en de 11 pinten aan 10 euro) van gisteren weg te spoelen.

    Eerst gingen wij om half 1 een kijkje nemen in de Wablief?! Tent voor de Nieuwe Lichting van Studio Brussel, waar we een overweldigende Rhinos Are People Too zagen. Très Le Joie Formidable en laten wij ze nu net op die manier graag hebben. Hun twee eigen nummers die tweemaal eindigden met een hemels (of hels, afhankelijk van uw voorkeuren) kabaal maakten indruk, dEUS cover “Roses” iets minder. Het voelde vooral overbodig aan en kon niet even hard overtuigen als de eigen songs. Veelbelovend voor de toekomst.

    Ook veelbelovend voor de toekomst: Jagwar Ma. Als we Noel Gallagher mogen geloven hangt de toekomst van de Melkweg af van het al dan niet slagen van deze band. Een heus compliment als je weet dat Noel de schrijver is van de lijn “please don’t put your life in the hands of a rock ’n roll band”.

    Maar Pukkelpop is ook: dilemma’s. Gaan we voor Jagwar Ma(kop), volgens Noel the next big thing of voor een van de laatste optredens van hardcoresensatie Your Demise(munt) in België? (niet omdat wij verwachten dat België gesplitst zal zijn tegen dat ze nog eens komen, maar omdat ze ermee ophouden) Het werd tossen, dat het kop en dus Jagwar Ma werd beklaagden we ons geen seconde. Net als tijdens Factory Floor waanden wij ons weer in die Haçienda (ligt Pukkelpop in Manchester of hoe zit dat hier?). De symbiose, voor wie geen kaas gegeten heeft van Biologie: een samensmelting van twee zaken met als gevolg dat het geheel er beter uitkomt, van dance en rock in de lijn van Primal Scream, The Stone Roses en The Charlatans werkte fantastisch. Van de druk die Noel Gallagher en NME (“Jagwar Ma are the next Stone Roses”) op hun schouders gelegd hebben lijken de Australiërs geen last te hebben.

    We hoorden voortdurend baslijntjes die ons aan Fool’s Gold van The Stone Roses deden denken (vooral in “Exercise”) en de zanger had dan ook nog eens zo’n typisch Reni (drummer van The Roses) aan. Voor dat Metallica T-shirt willen wij gerust een oogje dichtknijpen wanneer we omvergeblazen worden met een song als “Man I Need”. Waarom neemt die dealer trouwens niet op? Zou die geen vaste lijn(pun intended) meer hebben?

    Dankzij ons gespurt, sneller dan Kevin, Jonathan, Olivia en vader Jacques samen, konden wij nog 2 Your Demisenummers meepikken. Vooral het toepasselijk eindigen met “The Kids We Used To Be” was een kippenvelmoment en deed ons een beetje spijt krijgen van onze beslissing, maar dat duurde ook weer niet te lang.

    “Let’s play some rock ’n roll”, aldus de zangeres van Deap Vally net voor het eerste nummer. En rock ’n roll, die kregen we. Volledig in de stijl van The White Stripes en Black Keys kregen we 40 minuten lang moddervette bluesy hardrock geserveerd door de 2 dames. Door die 40 minuten voelde het wat aan als een vluggertje maar hé, klagen hoort u ons niet.

    Tijd voor !!! (chk, chk, chk. Of bam bam bam of uh uh uh of tak tak tak, je mag zelf kiezen, zolang het maar 3 dezelfde woorden zijn die 1 lettergreep bevatten) in de Dance Hall, wat voor ons nog volslagen onbekend terrein was. En daar waar we in een dance hall elektronica verwachten die klinkt als Apocalypse Now kregen we met !!! een band die ons vooral deed denken aan Mika, wat ons !!! deed uitspreken als bah bah bah. De moves van de zanger (in onderbroek!) maakten het vooral leuk om naar te kijken. Goed gelachen ook wanneer hij van de monitors donderde, het deed ons denken aan Iggy Pop, moest die dit soort muziek maken. Gelukkig doet die dat niet.

    Vervolgens liet Crystal Castles wel erg lang op zich wachten. Toen Lisa Smolders, met een snoetje als het hare kan je niet rap boos worden op iemand, ons meedeelde dat het optreden in plaats van om zeven om acht uur van start ging werden wij gedwongen te kiezen. Franz Ferdinand of Crystal Castles. Het is alsof kiezen tussen je eigen kinderen. De brave kunstschooljongens uit Glasgow of het rebelse electropunkduo uit Canada?

    We speelden op safe en kozen voor zoonlief Franz Ferdinand, wie weet kwam Crystal Castles wel gewoon helemaal niet en mistten we daardoor wel en Franz en Foals (die op het hoofdpodium stonden terwijl op aan het wachten waren). Ook nu hadden wij geen spijt van onze keuze. Franz Ferdinand was de knaller op de Main Stage waarop wij al dagen zaten te wachten.

    Direct binnenkomen met drie hits? Check, wie kent “The Dark Of The Matinée”, “Do You Want To” of “No You Girls” nu niet?

    Nieuwe nummers die klinken alsof je ze al jaren kent en bijgevolg direct kunt meebrullen? Check, “Right Action” en vooral “Love Illumination”.

    IJzersterke nummers die van jouw band de gedroomde festivalheadliner maken? Check. Met “Take Me Out” hebben ze wellicht de beste single uit de Britse indie explosie begin jaren 2000 en reken daar dan nog eens songs als “Ulysses”, “Walk Away” en “This Fire” bij. Festivalband? Drie maal Bloody fucking dubbelcheck.

    Welkom terug jongens, welkom terug.

    Deze zaterdag zal ons vooral bijblijven als de dag waarop we keuzes moesten maken. En kiezen is verliezen, aldus een economische wet. Haim of The Knife? Het werd a bit of both aangezien we Haim een dikke maand geleden nog zagen op een wei in Werchter. Toen waren we onder de indruk, live werken de songs voor ons veel beter dan op hun singles. We hoorden opnieuw “Oh Well” van Fleetwood Mac, met meer overgave en, vanzelfsprekend, sexier dan de versie van Eels. Na “Don’t Save Me” trokken we naar The Knife, om ons beeld van livemuziek op z’n kop gezet te laten worden. Wat was dit? Een optreden zeker niet, een show? Ja, een heuse show, zoiets. Er waren de politieke boodschappen (fuck de patriarchale maatschappij! Fuck seksisme! Fuck plakband waarvan je het begin niet vindt!), maar ook de glitterpakjes. De uitmuntende choreografie en het werkelijk niks live spelen en playbacken (hun manier om de dancewereld te kijk te zetten?). Maar ook gewoon: de geweldig goede muziek.

    Afsluiten met Goose, zoiets klinkt, vanwege het grote aantal hits, natuurlijk lang niet slecht. Helaas hadden de Kortrijkzanen niks speciaals in petto. Hoeveel keer werd het publiek aangesproken? De vonk sloeg, niet alleen bij ons, nooit echt over. Van een gemiste kans gesproken.

    Het was een typerend beeld voor de headliners die wij zagen dit jaar, met uitzondering van Franz Ferdinand. 

    Is dat 11 pinten voor 10 euro kraam nog open?


    23-08-2013, 12:42 Geschreven door (edk)  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    30-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.I Read The News Today, Oh Girl...

    Na het 6de leerjaar maakten wij, in tegenstelling tot onze leeftijdsgenoten, niet écht de overstap naar het middelbaar. De eerste 2 jaren gingen door op een middenschool, een soort van quarantaine en afscherming van de buitenwereld. Maar goed ook, achteraf bekeken. Ik mag er niet aan denken dat wat ik toen allemaal deed me de volgende jaren zou achtervolgen.

    Na twee jaar was het gedaan met pamperen en maakten we de échte overstap naar Het Middelbaar. Plots omringd door mannen met baarden, waarvan je amper wist of ze nu leerkracht dan wel leerling waren. Dat ze allemaal met de auto reden bleek ook niet echt te helpen. Mijn allereerste dag blijft mij om verschillende redenen bij, de leerkracht Nederlands die door een deur viel op kop. Maar de Gentse tongval van de leerkracht Geschiedenis die haar naam, Aurore Ruyffelaere, met die sappige, onvervalste Gentse R uitsprak, was ook iets dat altijd bleef hangen. Ze waarschuwde ons dat Geschiedenis vanaf die dag nooit meer “wree chill” (zoals een klasgenoot de geschiedenislessen op de middenschool omschreef) zouden zijn.

    Een echte band had ik nooit met haar. Een aantal momenten blijven me wel bij. Die verontwaardigde blik op haar gezicht toen wij met ons groepje doodleuk “God Save The Queen”, het legendarische antiroyalistisch Sex Pistols nummer coverden op de trouwdag van William en Kate. Het onwaarschijnlijk grappig beeld van haar die, tijdens datzelfde optreden, onze wildste fan Simon wou weerhouden van het moshen en Simon die haar als enthousiasteling aanzag die gezellig wou mee moshen, hij verkocht haar een paar rake klappen. Recht in het gezicht. Zelden zo gelachen op een podium. Het werkstuk dat we voor haar moesten maken over “Zimbabwe in de 18de eeuw”, de enige boeken/websites die we vonden gingen over het land in de 17de of 19de eeuw. We lulden ons eruit op de presentatie door te beginnen over boerenworsten en hun resultaten op wereldkampioenschappen voetbal. Wat ons resultaat voor de opdracht was, ben ik ondertussen alweer vergeten, ik betwijfel of het goed was. Goede punten van haar kreeg mijn broer Basile wel, hij was de eerste leerling ooit die 100% op een examen van haar scoorde, helaas zal hij nu voor altijd de enigste zijn.
    Examens die overigens altijd begonnen met dezelfde vraag: verklaar volgende begrippen of personen en situeer ze in tijd en ruimte.
    Wanneer we nu dus “Aurore Ruyffelaere” zouden moeten situeren in tijd zou dat op “2013” eindigen.
    Mijn gedachten gaat uit naar familie, vrienden en collega’s, mijn ex-leerkrachten. 

    30-07-2013, 00:00 Geschreven door (edk)  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    15-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rock Werchter 2013


    “Doe het de volgende dagen toch maar wat kalmpjes aan”, raadde de dokter mij aan na het zien van de amper verbeterde ‘tennisbal’ in mijn linkerenkel. Voorts deelde hij nog mee dat ik beter niet aan basejumpen deed, waarna hij zichzelf ‘verbeterde’ naar stagejumpen.

    Donderdag 4 juli 2013, Dag 1
    Fidlar: So what?
    Fuck you!

    Dat kalmpjes aan doen is moeilijk als de eerste bands Fidlar en Palma Violets zijn. De eerstgenoemde band begon meteen met hét campinganthem van Werchter 2013, ‘Cheap Beer’. Het refrein “I drink cheap beer, so what fuck you” deed ons een flink pak minder schuldig voelen over het kopen van het krat Premium Pils (1 cent per centiliter, vrij vertaald: nen alven euro voor nen alven liter!) die we de komende dagen lauw naar binnen zullen moeten kieperen. So what, fuck you! Fidlar’s mix van garage, punk en lo-fi met teksten over surfen, drugs, bier en vrouwen werkte verrassend goed in de KluB C. De eerste stagejumpers jumpten, ondergetekende hield zich vooralsnog kalm.
    Palma Violets: Oh Yeah!
    Palma Violets wordt vaak een cocktail tussen The Clash en The Libertines genoemd. Zomaar eventjes respectievelijk nummers 1 en 2 op ons Beste Bands Ooit lijstje. Ze hadden dus iets te bewijzen. Zo stonden ze echter niet te spelen, Britse arrogantie te over bij de youngsters uit Londen. Zo ziet u dat misschien niet graag, wij wel. De vergelijking met The Clash zien we niet, die met The Libertines dan weer wel. Sam en Chilli doen ons opvallend hard denken aan Pete en Carl en voorts hangt er zo’n “Iedereen-kan-wat-wij-doen” sfeertje rond de band, iets wat The Libertines, en weinig anderen na hen, ook hadden. Al vanaf opener Johnny Bagga Donuts (laureaat in categorie debielste songtitel van het jaar) werd het duidelijk, Palma Violets had het publiek mee. Hitjes “Best Of Friends” en “Step Up For The Cool Cats” werden overigens niet gespaard tot het einde, maar halverwege netjes na elkaar gespeeld. Eindigen deden ze met “Invasion Of The Tribbles”, een cover van de enigste single van de volslagen onbekende punkband The Hot Nasties, waarin de tekst niet verder gaat dan “oh yeah!”, en “Brand New Song”, met zo mogelijk nog makkelijkere lyrics. “I’d love to show the world  my new song, it keeps me up all night long” Britse zelfverzekerheid, weet u. Bassist en toetsenist lieten hun instrumenten achter en dolden wat op het podium en in het publiek. Net zoals bij The Libertines was het publiek en de artiest één. Alles kon, alles mocht. Het doktersadvies beweerde het tegenoverstelde, maar eerlijk, zoiets vergeet je gewoon na de eerste noot van een “Chicken Dippers” of “Rattlesnake Highway”. Rock ’n roll krijgt voorrang op geneeskunde, oh yeah!
    BRMC: Gebrek aan variatie

    Black Rebel Motorcycle Club is een bandnaam die zwaarder klinkt dan de band zelf. Erg vinden wij dat niet. Enkel een gebrek aan variatie in de nummers deed hen soms een beetje de das om. “Whatever Happened To My Rock ’n Roll” vragen ze zich af in hun afsluiter en bekendste nummer en op de een of andere manier was het toepasselijk.
    Bloc Party: Viersterrenafscheid van een vriend
    Na magere passages op Pukkelpop en in de Lotto Arena maakte Bloc Party voor ons en bij uitbreiding alle aanwezige Belgen veel goed op Best Kept Secret.  De pit en pret waren terug, en ze teerden vooral op gitaargerichte nummers. Nu nog op Belgisch grondgebeid het goed komen maken. En of ze dat deden! Het en der wordt gefluisterd dat dit hun laatste optreden voorgoed zou kunnen zijn. Het afscheidsfeestje opende met “Octopus” en “Hunting For Witches” direct met 2 kleppers (in tegenstelling tot het voorzichtige begin met “So Here We Are” op BKS). Kele en de ‘jongens’ (sinds kort zit er een dubbel paar x chromosomen achter het drumstel) leken er zin in te hebben. De tent puilde uit met een uitzinnig publiek dat de ideale festivalsetlist voorgeschoteld kreeg. Dit alles maakte het de perfecte wiedergutmachung en tevens een mooi auf wiedersehen, als het zo ver komt. Laat ons hopen van niet.
    Naast Bloc Party was mijn headliner deze avond de verpleegster in de Rode Kruis tent. Klinkt een flink pak sexier dan het werkelijk was. Meer dan een geforceerd gesprek met een zak ijs op de enkel en op de achtergrond Dizzee Rascal was het niet. Bonkers. Wat een feest.

    Vrijdag 5 juli 2013, Dag 2
    The Bots:Trekken alle aandacht naar hen toe dankzij…hun kapsel.

    Opgestaan zonder pijn, en dat met het losgehen op Palma Violets, die dokter kent er niks van! Helemaal in orde is het wel nog niet, anders had ik bij het duiken naar een gratis t-shirt van The Bots wel prijs gehad. Helaas, samen, met de ligamenten in mijn enkel waren ook mijn Michel Preud’Homme reflexen verdwenen.
    De looks, het zou absoluut geen criterium mogen zijn, want is dat niet waarom Justin Bieber en One Direction zo graag gezien worden? Zijn wij net niet kritisch t.o.v. hun fans en muziek omdat wij wel beseffen dat het om de muziek draait, en niet hoe goed hun kop op een poster past? Toch is het zinloos te beweren dat de looks niet meespelen bij The Bots. De 16 jarige drummer, van wie ik maar wat graag een poster in mijn kamer zou willen ophangen, heeft wat ze noemen een Fellainikapsel in het kwadraat. Zo trok hij meteen alle aandacht naar zich toe. Muzikaal was het vooral zeer rommelig, we hebben al betere duo’s zien passeren de laatste jaren, doch een mooie opener voor de tweede festivaldag.
    The Hives: De ideale festivalband, deel I
    Pelle, de zanger van The Hives, dacht dat het de eerste was. Hij vertelde doodleuk dat het hoogtepunt van het festival al op dag één om 18 uur lag, wanneer zijn band aan het spelen was. Helemaal ongelijk had hij niet, The Hives leverden zeker een sterke show af, met als klapper Pelle’s crowdsurf op een zittend publiek. Om leven op een festival te brengen is The Hives boeken nooit een slecht idee.
    Richard Hawley: Beeldschoon
    Voelden we ons nog “oud” tijdens The Bots (16 jaar! Een eeuwigheid geleden!) dan werden we weer met de voeten op de grond gebracht door het best bewaarde geheim uit Sheffield: Richard Hawley. Het podium kwam hij opgewandeld in z’n leren vestje, een zonnebril op de kop ondanks het warme weer en vetkuif, plots wist je op wiens deur Arctic Monkey en stadsgenoot Alex Turner is gaan kloppen om stijladvies. Jani Kazalzis liet overigens weten dat “hij het veel beter zou gedaan hebben, en nooit nee zegt tegen een rockster, ongeacht diens wens”. Van alle beeldschone nummers die Hawley bracht vonden wij “Tonight The Streets Are Ours” het mooiste, al was het maar omdat we hem met dat nummer ontdekt hebben, toen we het hoorden in Banksy’s documentaire “Exit Through The Gift Shop”, en we toen spontaan zin kregen graffiti te gaan spuiten op onze(!) straten. Een gebrek aan geld, inspiratie en artistiek talent hield ons tegen. Het nummer klonk ook live erg Morrissey-aans, anderen leunden dan weer dicht aan bij de sound van The Smith op The Queen Is Dead. Als wij u nu vertellen dat wij grote Smiths fans zijn, dan kan u uw eigen conclusies trekken op basis van bovenvernoemde referenties. Zo niet: wij waren onder de indruk.
    Phoenix: Vive La France!
    En dat onder de indruk zijn was zeker niet de eerste, maar ook niet de laatste keer vandaag. Het Franse Phoenix, bijvoorbeeld. Het is de band waarvan The Strokes de sound voor hun laatste twee platen gepikt hebben, maar er, in tegenstelling tot de fransozen, niet mee wegkomen. Voortdurend zeiden wij tegen onszelf “nu hebben ze toch echt wel al hun hitjes gespeeld”, waarna ze weer iets speelden dat we herkenden als “dat ene nummer van op de radio”. Impressionant, quoi. Ook wist de zanger perfect hoe het publiek te bespelen (wederom niet de eerste keer vandaag) en zocht hij regelmatig (fysiek) contact met hen. Om het met de woorden van Jean-Paul en Jean-François, het voortdurend elkaar betastend, pas getrouwd Frans homokoppel dat voor ons stond te zeggen: Merde alors, ils ont cassé la baraque! Chauvinistische Fransen, voor één keer knijpen we een oogje dicht.

    Voor Blur moet je moeite doen. Onlangs keek ik een volledige Brits uit, wachtend op het moment waarop ze hun carrièreprijs kregen. Onder andere One Direction, Ed Sheeran en god weet wie er nog allemaal in de bloemetjes gezet wordt op gala-avonden als deze, kwamen “live” spelen. Met andere woorden: het soort prijsuitreikingen die je vermijden moet.
    Kings Of Leon: Goed begonnen, slechts half gewonnen
    Nog op ons te vermijden lijstje: Kings Of Leon. Zot waren we van “Red Morning Light”, dat we voor het eerst hoorden in de soundtrack van Fifa04. Vier jaar laten hoorden we “Sex On Fire” voor het eerst en wisten we dat ze nu mikten op stadions, ’t spel was espe zouden ze zeggen in ons plaatselijke dialect.
    Tegen onze verwachtingen in klonk het eerste deel van de set bijzonder stevig en vergelijkbaar met Red Morning Light (dat niet gespeeld werd, awoe!). Hoe langer de set duurde, hoe commerciëler de nummers werden en hoe rapper onze aandacht verslapte. Maar niet die van de 79.998 andere Werchtergangers die maar wat graag pakweg “Back Down South” en “Use Somebody” meezongen. Die Italianen die naast ons “Sex On Fire” uit volle borst meebrulden weerhielden ons net van het indutten.
    Blur: De gedroomde headliner
    Blur was mijn eerste band. Als ik een jaar of 11 was, was ik zot van hun best-of CD, die met hun hoofden als ‘cartoons’ op de cover. Meteen ook de eerste CD die ik zelf oplegde, met alle gevolgen van dien. De voor-en achterkant van het schijfje was hetzelfde, waardoor ik hem bijna altijd omgekeerd in de CD-speler stak. Sorry, pa.
    Hun best-of setlist bracht me terug naar mijn kinderkamer, gitaarspelend met een tennisracket en “Girls&Boys” meezingend. Straf als bands dat weten klaar te spelen. Damon had er zin in en liep voortdurend over en weer op het podium, soms ook in het publiek. Graham kon zich uitleven met noise intermezzo’s (zie “Trimm Trabb”) en Alex en Dave waren Alex en Dave. En maar goed ook! Mooiste momenten uit de set, en bij uitbreiding het weekend én festivalseizoen 2013 waren “Parklife”, het voor de Olympische Spelen van 2012 geschreven “Under The Westway” en kampvuursong “Tender”. Het oh my baby, oh why stukje werd vrolijk verder gezongen, ook al was de song al gedaan. Kippenvel. Damon noemde ons het beste publiek van de tour so far en dat kan heel goed ordinair geslijm geweest zijn, even goed kan het kloppen. Op het Amerikaanse hipsterfestival Coachella kwamen ze, net zoals die andere legendarische Britse band die onlangs terug samen gekomen is; The Stone Roses, helemaal niet over. Hier wel, vooraan in de spionkop tenminste.
    Klonk Damon op die Brit Awards nog pijnlijk slecht tijdens “Song 2”, dan zong hij het nu gewoonweg perfect. Voor ons hoeven ze het niet te spelen, het rijmt niet echt met de rest van hun songs, maar in een festivalset kan dit nummer gewoonweg niet ontbreken. De perfecte afsluiter van zo’n optreden waarvan we binnen tien jaar, mark my words, tegen elkaar zullen zeggen: “weet je nog die Werchtereditie met Blur?”
    Als we in een betere wereld (Glastonbury) zouden leven, dan hoorde ik hier (camping B0) en nu (5u ’s nachts) constant oh my baby, oh why in plaats van woho heye!

    Zaterdag 6 juli 2013, Dag 3:
    Trash Talk: Of hoe wij het liefste wakker worden
    Een ontbijt van 3 Diclofenacs 75mg zou hopelijk volstaan om met gescheurde ligamenten de moshpits tijdens Trash Talk te overleven. Of de neutrale Werchterganger de Amerikaanse hardcoreband kon smaken betwijfelen wij ten zeerste. “Waarom zijn die nummers zo kort?” “Ik versta niks van wat die zanger ‘zingt’”, hoorden wij de willekeurige voorbijgangers denken. Niet dat we dat echt konden horen, Trash Talk was by far the loudest band van het hele weekend, en laat dat net een van de manieren zijn waarop wij het liefst gewekt worden. Circlepits, stagejumps en alle andere hardcoredanspasjes waren schering en inslag vanaf de eerste seconde. Zelden zoveel sfeer gezien tijdens een openingsband op deze weide. En wanneer zanger Lee Spielman iedereen aanmaande om on top of each other’s heads te klimmen, dan deed ik dat ook. Die 3 Diclofenacs 75mg deden hun werk goed.
    Stereophonics: De hits vergeten spelen.
    Vervolgens zagen we Stereophonics op de Main Stage. Daar zo vroeg op de middag en in de hitte spelen is geen cadeau, toch konden ze ons geweldig verbazen tijdens het eerste deel van de set. Die sterke songs, die attitude! Helaas haalden veel oudere en sterkere songs de setlist niet.
    “The Bartender And The Thief” en “Have A Nice Day” zijn ideale festivalsongs maar blonken vooral uit in hun afwezigheid. Foei.
    Nick Cave and The Bad Seeds: Gekke Australiërs veroveren België deel I
    Ondanks het uitzonderlijk warme weer liep het grote deel van de aanwezigen rond in zwarte T-shirts van Rammstein, de headliner van de dag. Voor ons was er vandaag maar één headliner: Nick Cave and The Bad Seeds. Cave dacht net zo en wou dat met zijn band maar al te graag bewijzen. Tijdens opener en meest recente single “We No Who U R” smeet hij zijn micro op de grond, hij speelde piano als een bezetene tijdens “Deanna” en gitarist/violist Warren Ellis smeet zijn viool in de lucht na “Jubilee Street”. Als je zo kan binnenkomen… Ze gingen op hetzelfde elan voort: “Weeping Song” droegen ze op aan een fan uit het publiek, iets later begon Nick zélf te wenen tijdens “Into My Arms”. Om het met de woorden van Danny, de circa 50 jarige West-Vlaamse enthousiasteling in gesprek met zijn ‘schatje’, te zeggen: “Mohow zeg, zo skone, mo zo skone! Mo!” Zelden iemand zo content gezien. Veel mensen geven toe een ‘beetje bang’ te zijn als ze naar de show van Rammstein kijken, maar wanneer Nick de geluidsman uitmaakte omdat die zijn vocals niet luider zette tijdens “Trupelo”, bleek dat je vandaag maar van 1 iemand schrik moest hebben en dat was van die gekke Australiër met het grote voorhoofd. Want Nick Cave speelt hier helemaal geen rolletje, evenmin heeft hij kostuums nodig om je bang te maken. In tegenstelling tot de ‘zanger’ van Rammstein heeft Cave ook geen benzine nodig om vuur te spuwen, hoe hij erop los schold in “Stagger Lee” kwam even hard aan als derdegraads brandwonden. Voor de gelegenheid kregen de personages Stagger Lee, Nellie Brown, The Bartender en Billy Dilly uit het verhaal een gezicht, dat van lukraak gekozen mensen in het publiek. De blik in de ogen van een dertienjarige jongeman op het videoscherm sprak boekdelen, de laatste keer dat ik zo’n grote ogen trok was toen ik ervan overtuigd was dat er een monster onder mijn bed lag. Nu mocht dat monster zijn ding doen op het podium.
    Nog één quote: “Who are you waiting for? Fucking Rammstein? Hahaha!” Of hoe hij zowat de hele weide te kakken zette. Held.
    Tame Impala: Gekke Australiërs veroveren België deel II
    Van de ene gekke bende Australiërs naar de andere: Tame Impala, die een geslaagde, psychedelische en druggy versie brachten van typische sixties muziek. Ook al zagen we slechts een paar nummers, toevallig de bekendste, waren we toch geweldig onder de indruk, en strekten we de beentjes voor one last dance, die Diclofenacs van bij het ontbijt waren overigens nog niet uitgewerkt.
    (Uit schrik dat Nick Cave ons naar Rammstein zou zien kijken en vervolgens the living shit out of us zou schoppen, gingen we wijselijk naar de camping)

    Zondag 7 juli 2013, Dag 4:
    A Day To Remember: Een optreden om rap te vergeten
    Of dit A Day To Remember wordt valt nog af te wachten. Als kleppers hebben we vandaag slechts 2 namen op ons lijstje: The Gaslight Anthem en vooral Jake Bugg.
    A Day To Remember (de band) speelde vroeg op de Main Stage en had de aanwezige hardcorekids goed mee. Hardcore op Werchter, het blijft toch wel raar aanvoelen. Uiteindelijk bleek ADTR niet zo’n vreemde eend in de bijt als Trash Talk een dag eerder. De “grotere toegankelijkheid” had helaas ook een groot kwaliteitsverschil als gevolg, in het nadeel van ADTR.
    Haim: Verrassend
    Haim had iets te vieren: ze mochten uitgerekend vandaag 6 kaarsjes uitblazen en waren op zoek naar een originele manier om dat te vieren. De zussen vroegen dan maar om as much nakes dudes as possible en in return kregen wij misschien wel a bra or a nipple te zien. En nee, dit is niet de (enigste) reden waarom wij blijven staan zijn. Live kwam de band heel goed tot z’n recht met hun verrassende cover van Fleetwood Mac als hoogtepunt.
    Gogol Bordello: De ideale festivalband, deel II
    Zoals we eerder al The Hives zagen, is ook Gogol Bordello zo’n altijd-prijs band. De aanstekelijke gypsy-punk werkte perfect op de Werchterweirde. Muzikaal geen hoogvlieger, maar wie het na 4 dagen oververmoeide publiek zo goed in beweging kan krijgen is goed bezig. Een band die je live moet zien.
    Vervolgens een lange pauze, iets wat wel eens mocht nu. En had de dokter niet gezegd het kalm te houden? Misschien kon ik wel de rustpauzes van de afgelopen dagen gewoon nu inhalen.
    The Gaslight Anthem: Hoogtepunten in het begin
    The Gaslight Anthem kwam met “Handwritten”, “The ’59 Sound” en “45”, zag het aanwezige publiek in The Barn uit z’n dak gaan, en overwon. Alleen jammer dat die nummers, de bij het publiek meest bekende, dus net allemaal in het begin gespeeld werden. Ramones cover (alweer een cover!) “Bonzo Goes To Bitburg” maakte veel goed. Wat een nummer. En wat een versie. Chapeau. Ook nu konden we het stagejumpen niet laten, wat een lachje op zanger Brian Fallons gezicht toverde, of het dat ook zal doen op het gezicht van De Dokter valt nog af te wachten. Maar als we hierna terug het gips in moeten, dan is ’t tenminste de moeite waard geweest. No regrets, only memories.
    Edit: net ontdekt dat ze naast “Bonzo Goes To Bitburg” ook “Baba O’Riley” gecoverd hebben. Helaas stonden wij toen vooraan aan te schuiven voor Jake Bugg. Duizend bommen en granaten, zou een bekende zeeman zeggen.
    Jake Bugg: Afsluiten in stijl
    Zoals eerder gezegd draaide voor ons alles rond Jake Bugg vandaag. De 19-jarige stond weer te spelen met zo’n sprekend gemak, alsof hij wil tonen dat hij dit alles allemaal zag aankomen en helemaal niet onder de indruk is van zijn plots succes. En waarom zou hij. Een perfecte mix tussen plugged en unplugged, up tempo en traag, bekend en niet bekend. Slechts 3 dingen liepen wat minder. Drie maal had Jake er geen invloed op.
    1: Tijdens de emotioneel sterk beladen nummers werd, festivals lopen nog steeds vol met jeugdbewegingen, een grote strandbal door het publiek gegooid, heel vervelend. Bij Goose, The Hives, Gogol Bordello of Netsky kan dit. Bij Jake Bugg niet. Voortdurend waren wij bang dat ze ook nog eens een van die vreselijke woho, yehe’s gingen beginnen zingen. Gelukkig nam het niet die vaart.
    2: Tijdens de nummers die hij solo bracht hoorde je de muziek van Depeche Mode op de achtergrond. Bijzonder onrespectvol.
    3: Tijdens “Two Fingers” stak zowat iedereen keurig 2 vingers in de lucht. Met de wijs-en middenvinger waren dit ook de juiste vingers, tot daar ging het goed. Maar ze waren wel verkeerd gericht! Er is in de Britse cultuur een groot verschil tussen het Victory/Peace teken, met de nagels naar jezelf gericht, wat zowat heel Werchter deed, en het V-sign, met de nagels naar de ander gericht, wat zoveel betekent als Fuck You.
    Hij coverde (al de derde cover vandaag!) “Hey Hey, My My”, het legendarisch Neil Young nummer, dat Neil nooit meer live speelt vanwege de notoire it’s better to burn out than to fade away regel gebruikt in Kurt Cobain’s suicide note. Wie vier dagen op een festivalweide zit, beland in een andere wereld, en dat komt niet alleen door de alcohol. Het nieuws uit de buitenwereld hoor je meestal via via (kan iemand het “Eddy Wally is dood” gerucht ontkrachten?) en meestal laat het je koud. Wat ons wel bereikte is dat Albert aftreedt. Jake eerde hem, wellicht volslagen toevallig, met Neil Young’s woorden:  the king’s gone but not forgotten.
    Au revoir Albert. Allez Filip!
    Tijdens “Lightning Bolt” spookten Jeremy Clarckson’s beroemde woorden door ons hoofd: and on that bombshell ,it’s time to end! En zo geschiedde, een festival afsluiten op deze manier is iets wat ik iedereen toewens.
    Hoeveel van die lauwe Premiums zijn er nog over?

    15-07-2013, 00:00 Geschreven door (edk)  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    25-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Miles Kane

    Van religie heb ik geen kaas gegeten, toen ik na mijn allereerste schooldag in het 1stekleuterklasje thuiskwam en ik mijn vader vroeg wie Jezus was, stuurde hij mij prompt naar de gemeenteschool, bless him. Bij gevolg weet ik niet volledig wat er eigenlijk te vieren/herdenken valt op hemelvaart. Ik veronderstel dat Jezus die dag terug naar de hemel ging, nadat hij op Pasen verrezen was. Zoiets. 
    Wat ik wél met zekerheid weet is dat Miles Kane op 9 mei in de tuin van de Botanique het publiek meenam op zijn vaart met bestemming hemel.
    Miles Kane, de plaatsvervanger van god. Volgens de geruchten werd hij net niet verkozen tot Paus, jammer, want als het gaat om een massa bereiken kan die Argentijn nog veel leren van de jonge Brit.


    Als je een mixtape met The Beatles, The Stones, T-Rex en vooral Oasis hoort voor een optreden, weet je al dat het eigenlijk niet meer verkeerd kan gaan. En wanneer een onvervalste entertainer met een torenhoog charismagehalte het podium komt opgestormd, kan de avond al niet meer stuk.
    En de muziek? Was die dan bijzaak, hoor ik u denken. Verre van, we kregen een ideale mix van oud en nieuw werk. Waarbij bleek dat het nieuwe album (releasedatum 3 juni) eentje vol anthems wordt. “Give Up” en “Don’t Forget Who You Are” kenden we al en toonden al aan dat Miles deze keer wel de energie die hij live brengt kan vertalen in een album, wat een beetje het probleem was met zijn debuut. 
    Niet dat Colour Of The Trap geen goede plaat was, integendeel. We kregen “Quicksand”, “The Kingcrawler”, “Counting Down The Days”, “My Fantasy”, “Inhaler”, “Rearrange”en “Come Closer”, die live stuk voor stuk snediger klinken dan op plaat.


    Het publiek bespelen is voor Miles Kane geen enkel probleem, waardoor hij een echt festivalgevoel naar les Nuits Botanique bracht. Zelfs zonder de helft van de nummers te kennen ging het publiek volledig uit de bol. 
    We weten nu al dat de lalalalala’s uit Don’t Forget Who You Are en de oh-oh-oh-oh-oh’s uit Come Closer dagen in ons hoofd genesteld zullen blijven. Klagen hoort u ons niet, zingen, fluiten en neuriën wel. 

    25-05-2013, 13:54 Geschreven door (edk)  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Archief per week
  • 19/08-25/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 20/05-26/05 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs