Deze fietsreis naar Lourdes was een fantastische ervaring. We maken daarom ook dit jaar weer een nieuwe trip op de fiets. We kozen voor een ronde door Nederland, beter gezegd langs de Nederlandse grenzen. U kan onze avonturen vanaf 3 september volgen op een nieuwe blog : Norapaulrondenederland .
Op vraag van een lezer, heb ik de volgorde van de berichten gewijzigd. Het oudste bericht staat nu bovenaan. Zo is het verloop van de tocht beter te volgen.
Na groepsreizen per fiets langs de Donau (2005), in Mallorca (2007), door Noord-Beveland (2008), van St-Jean-Pied-de-Port naar Santiago de Compostella (2013) en langs de frontlijnroute van Mulhouse naar Ieper (2014), vertrekken we dit jaar onder ons tweetjes er op uit. Morgen, 29 augustus, vertrekken we vanuit Keerbergen (Vlaams-Brabant) naar Lourdes. Met pak en zak, zonder technische ondersteuning, hopen we in 21 etappes Lourdes te bereiken. We zullen daarbij ongeveer de route volgen die Guy Raskin heeft uitgestippeld in zijn prachtige gids 'Op de fiets naar Lourdes'. Niet de kortste weg, maar wel langs rustige wegen : langs jaagpaden, over oude spoorwegen, en kleine binnenwegen. 1467 km als je vanuit Tongeren vertrekt, maar wij gaan rechtstreeks naar Namen en doen zowat 20 km extra. We plannen etappes van ongeveer 70 km per dag, zodat er nog wat km bijkunnen om iets te bezoeken en een bed te vinden.Â
De voorbereiding liep met horten en stoten (daarover later meer), maar na een laatste test tijdens de fietsvierdaagse van Roeselaere, denken we wel dat we er klaar voor zijn.
Op de valreep start ik dus alsnog een nieuwe blog op, omdat er toch weer vraag naar was, en zo hebben we zelf opnieuw een dagboek van onze trip. Als er WiFi beschikbaar is in het hotel, mag je weer elke avond een verslag verwachten over onze belevenissen. De trip langs de frontlijnroute kan je nog steeds nalezen (zie blog : Noraenpaul).
En nu : inpakken, zodat we morgen kunnen wegwezen!
Alhoewel we gepland hadden ongeveer 70 km per dag af te leggen, staan er vandaag al direct 95 op het programma. Dat komt omdat er in Namen 'la fête de la solidarité' wordt gehouden, geen idee wat dat inhoudt maar het gevolg is wel dat wij 20 km verder moeten om een slaapplaats te vinden. Met een uur vertraging zijn we rond 11u op pad. Het eerste stuk tot Leuven kunnen we al met de ogen dicht rijden. Pas in Kessel-Lo moeten we de gps goed volgen. We hebben de track van de route kunnen downloaden, dat scheelt hem een pak werk en veel kaarten dus gewicht dat thuis mag blijven. En gewicht hebben we genoeg bij, elk 15 kg. Daarvan is ruim twee keer 2 kg die we hopen niet nodig te hebben : regenkledij, herstelmateriaal, farmacie. Fietsen met zoveel bagage is wel even wennen, want het evenwicht op de fiets is totaal anders. Vooral in de bochten voel je dat, zodat ik ze nog breder neem als anders, tot grote ergernis van Paul. En dat het klimmen nog wat moeilijker wordt, daar moet ik geen tekeningske bij maken zeker.
Na een korte rustpauze ergens in Boutersem, hebben we prijs : in Roosbeek (nooit van gehoord) is er een rommelmarkt, net op ons parcours. En met dit mooie weer kan je er over de koppen lopen 😠 En daar moeten wij met onze bepakte fietsen door, zowat 2 km lang tussen een massa kooplustigen door wringen. Ik hoef zeker niet te vertellen dat Paul' s gezicht een echte donderwolk is! Groot oponthoud, dat terrasje in Tienen waar we zo naar uitkeken, daar blijft geen tijd voor over. Maar ook daar is het ontzettend druk, dus rijden we maar snel verder. Zo komen we op de Ravel2, die ons van Tienen rechtstreeks naar Namen brengt. Zalig fietsen, door open veld en door het bos, heerlijk in de schaduw. Zachtjes klimmen, wel 30 km lang, en dat voelen we wel. Maar de laatste 10 km hoeven we niet meer te trappen, we glijden zonder een pedaalslag aan 25 per u Namen binnen. De gevreesde drukte blijft daar uit, en al snel fietsen we langs de Maas richting Dinant. Als we echter het adres van de B&B ingeven, krijgt de gps weer kuren, en stuurt ons de boer op. Recht omhoog, wel 15%, niet te doen, kronkelwegen, we geven het op, vragen de weg, keren terug naar de Maas, en een kwartiertje later vinden we 'la source fleurie' in Profondeville. Een hele vriendelijke mevrouw heet ons welkom, we slapen beneden in de verbouwde garage, dus geen gesleur met de bagage. Na een heerlijke douche eten we super lekker bij ' cuillere, fourchette, etc' de naam alleen al was veelbelovend.
En nu bedtijd. Maar om morgen weer niet nodeloos om te rijden, hebben we het volgende bed al gemarkeerd op de gps als waypoint, zodat we het zien verschijnen en de navigatie niet moeten opzetten. Al doende leert men!
Het is geen onderwerp om een verslag mee te beginnen, maar omdat het een grote impact heeft op deze dag, doe ik het toch.
Het lekkere eten van gisterenavond is Paul niet goed bekomen, want hij bracht zowat de helft van de nacht op het toilet door. Zoiets is niet echt bevorderlijk voor een goede nachtrust, zeker als je weet dat het doorspoelen van het toilet met een zeer luidruchtig motortje ging. Enkele Imodium instant later was het ergste wel voorbij, maar het gerommel in zijn darmen hield mij wel uit de slaap.
Vanmorgen voelde hij zich dan ook letterlijk en figuurlijk leeg. Een zakje ORS behoedde hem wel voor een totale inzinking, zoals hij 2 jaar terug had tijdens de zeer mooie rit naar het Cruz de Feiro (trip naar Compostella).
We zijn na een uitgebreid ontbijt vandaag wel op tijd weg, om 9u30 fietsen we al op het jaagpad langs de Maas. Het is dan al warm, en er is al flink wat wind, tegenwind natuurlijk. Het valt mij op dat de Maas hier nog heel breed is. Het jaagpad is wel in zeer erbarmelijke staat : afwisselend grindweg, kasseien, slijkweg, betonplaat of asfalt vol gaten en scheuren. Van de 20 km tot Dinant is er hooguit 2 km vlot bereidbaar. Goed dat het niet regent want we zouden er lief uit zien.
Net voor Dinant moeten we via een sluis oversteken naar de andere oever. Gemakkelijker gezegd dan gedaan, want om te vermijden dat er brommers over zouden rijden, moeten we een poortje door, en met die fietstassen is dat niet simpel. We zullen dat vandaag nog meermaals voorhebben, en een trekking-fiets van 18 kg met 15 kg bagage opheffen, is behoorlijk zwaar. Aan de overkant ligt de abdij van Leffe, een mooi gebouw, maar gesloten dus kunnen we er niets gaan doen. En dan de stad door, dat is per fiets sowieso al een lijdensweg, maar nu er zowel een wedstrijd voor jetski als een loopwedstrijd wordt gehouden, wordt dat dus een ware odyssee. Maar ook dat overleven we, en wat later rijden we langs een mooie weg (pas opnieuw geasfalteerd, dat bolt dus vlotjes) richting Waulsort, en verder naar Givet. Dat is een mooi stadje met leuke straatjes, bovenaan is er een immens groot fort, al van ver te zien, dat nu nog gebruikt wordt door de Franse para's. We nemen vele korte pauzes want het is warm en Paul heeft het heel lastig. De ravel2 verlaten we en we volgen nu de voie verte Trans-Ardennes, die ons morgen tot in Charleville zal brengen. Het jaagpad is nu wel in goede staat, maar de wind is nog wat aangewakkerd zodat we niet snel opschieten. De Maasvallei is hier op zijn mooist, na elke bocht ziet het er anders uit.
Rond 15u30 zijn we al in Haybes, we kunnen al op de kamer, maar die ligt wel op de tweede verdieping, en natuurlijk is er geen lift. Ai, wat deed het pijn aan de benen om die twee trappen op te gaan! Al ons drinken is op, zo warm was het, dus beneden op het terras eerst een plaatselijk bier drinken, een hayboise, en dan pas douchen. Paul valt onmiddellijk in slaap, dat deed hem deugd. Laat ons hopen dat hij straks de maaltijd wel verteert, want zoveel Imodium heb ik nu ook weer niet bij.
Terwijl Paul gisterenmiddag sliep, heb ik de fietskleding uitgewassen, en toen miste ik de ondersteuning van een groepsreis wel. Govaka neemt in de volgwagen immers een droogzwierder mee en dan is die lichte kledij op een avond droog. Nu moest ik alles uitwringen, voor de hemdjes en shirts geen probleem, maar met een fietsbroek is daar geen beginnen aan. Het gevolg kan je al wel raden, ze zijn nog behoorlijk nat, vooral die van Paul. De mijne krijg ik nog droog genoeg met de haardroger, Paul wil de zijne wel nat aandoen, maar bedenkt zich dan toch als ik hem op de mogelijke pijnlijke gevolgen wijs, en ik heb maar 1 tube mythosyl bij!
Wij dus weg met de natte fietsbroek op de bagage, ze zal vlug drogen want de zon is al present. De wind ook, en natuurlijk is dat weer tegenwind. De receptioniste waarschuwt ons nog voor naderend onweer, zelfs hagel wordt er verwacht, voor 4u zouden we toch in Charleville moeten zijn.
We volgen nog steeds de Maas die hier zeer grote bochten maakt. Zo fietsen we ter hoogte van Fumay enkele kilometers rond om uiteindelijk slechts een honderdtal meter op te schieten, maar het zijn wel zeer mooie kilometers. Fumay betekent letterlijk ' leien dakpan' , we zijn hier in het hart van de leisteenstreek, en dat zien we aan de hellingen. Even verderop aan alweer een sluis denk ik dat we weer wat aan gewichtheffen moeten doen om de sluis over te raken, maar er ligt een prachtige fietsbrug om de Maas over te steken. Die had ik eerst niet opgemerkt, ze was nochtans felgroen geschilderd. Scherpe bocht naar links en dan totaal onverwacht stijl omhoog, dat was even tanden bijten, vooral het laatste stuk waar er voor de verandering nog maar eens kasseien liggen. Het zal wel de enige klim van betekenis zijn vandaag.
De Maas wordt hier steeds smaller, we rijden door een kloof met imposante rotspartijen aan beide kanten. In Revin is er een tunnel voor de scheepvaart gegraven waar wij ook door moeten, zo snijden we 3 meanders af. Even verderop slaat de schrik ons op het hart : route barrée , wat nu? We hebben geen zin enkele kilometers om te rijden (we moeten voor het onweer in ons hotel zijn) en wagen het erop door te gaan. De werken zijn nog maar net gestart en we kunnen er nog voorbij, oef!
Hoog op een rots boven Bogny staat een gigantisch groot beeldhouwwerk van het ros beiaard. Ik dacht altijd dat dat enkel in Dendermonde gekend was, maar ook in Dinant zagen we al een rots die zogezegd door het paard gekliefd werd. Even verderop heeft Paul platte band. Snel verwisselen denken we, maar dat blijkt gemakkelijker gezegd dan gedaan. Waren Luc of Jef nu maar hier, die klaren dat in enkele minuten. Maar wij hebben dubbel pech want de bandenspanner springt weg en de nieuwe band is ook stuk. Opnieuw beginnen dus, en we hebben driemaal pech want het ventiel van de volgende band is stuk. Een derde band dan maar, de pomp werkt echter nog maar half, gelukkig stopt er een fietser die ons voorthelpt met een zwaardere pomp. Zowat een uur later zijn we eindelijk weer op weg. De voorraad reserve-banden is met één splinter glas gehalveerd, we weten straks dus allebei wat te doen : Paul banden plakken, en ik een poging ondernemen om het kettingvet uit zijn witte shirt te krijgen...
Met een bang hartje rijden we verder, nog eens plat rijden zou een ramp worden. We bereiken Charleville toch nog ruimschoots op tijd, heel in de verte zien we het onweer aankomen.
Het onweer is Charleville gepasseerd maar heeft elders in Frankrijk net als in België lelijk huisgehouden. In Montauban krijgen de kinderen zelfs 2 dagen extra vakantie omdat de schade aan wegen en gebouwen zo groot is. Regenen doet het hier wel, en het ziet er niet naar uit dat we vandaag de zon zullen zien. De lokale weerman spreekt wel van opklaringen in de late namiddag, maar als we naar zijn buienradar kijken, vrezen we toch dat we er middenin zullen zitten. Later vertrekken is geen optie want er staat ons een rit van 90 km te wachten met verschillende hellingen. En dan stelt zich dus de vraag : wat doen we aan? Schoenen of sandalen? Korte of lange fietsbroek, met of zonder regenbroek over? Uiteindelijk wagen we het erop zoals de andere dagen te vertrekken met als extra de kw en het fluo-vestje (verplicht in Frankrijk bij slecht zicht). De receptioniste wenst ons nog veel goede moed, waarschijnlijk denkt ze bij zichzelf : die zijn goed zot! (En misschien heeft ze wel gelijk).
De mooie route Trans-Ardennes is ten einde, en daarmee ook het mooie jaagpad langs de Maas. We banen ons een weg door Charleville en hotsebotsen over het erbarmelijke wegdek van de Franse departementales. Mijn kilometerteller heeft er genoeg van en valt uit protest aanhoudende uit. Enkele kilometers later geeft die er zelfs volledig de brui aan. Op zich geen ramp, want de gps houdt de afgelegde afstand ontzettend nauwkeurig bij. Maar zo ben ik ook mijn hartslagmeter kwijt, en met het komende parcours voor ogen, moet ik toch wel wat opletten. Het wordt dus op gevoel rijden. We zijn nu in de Franse Ardennen en die zijn een uitloper van onze Naamse Ardennen. M.a.w. er staat ons flink wat klimwerk te wachten. Guy Raskin omschrijft het als 'vals plat met enkele hellingen', dat vals plat klopt, maar die hellingen zijn vooral korte maar stevige kuitenbijters en ze volgen elkaar zeer snel op. En daartussen natuurlijk heerlijke afdalingen, onze fietsvrienden van de vorige reizen weten nog wel dat ik dan in mijn sas ben! Met z'n tweetjes rijden heeft nu wel een groot voordeel : we kunnen rustig ons eigen tempo aanhouden. Geen poging ondernemen om het tempo van de groep te volgen (de eerste helling ging dat nog, nadien niet meer), en lekker naar beneden donderen zodat ik optimaal gebruik kan maken van mijn snelheid om de volgende helling te overwinnen. En nu is er geen fluitje dat me tot de orde roept als ik het waag voorbij te steken.
Zo gaan we op en neer, we volgen de Thin en komen aan in Signy l'Abbye, een doods en verlaten stadje. Ik hoopte er een cafeetje te vinden om een warme thee (ja, een thee, geen pint!) te drinken, maar niets te vinden. Dus maar verder, en net voor een flinke klim in Lalobbe valt mijn ketting van het tandwiel. Tja, het moet niet altijd dezelfde zijn die voor oponthoud zorgt! Dat is wel vlugger gefixt als een platte band, de handen zijn wel even vuil... En ' what goes up, must go down' is gelukkig waar want er volgt een prachtige afdaling tot in Wasigny. Ook hier geen cafeetje te vinden, de bakker/kruidenier is uitverkocht, we installeren ons dan maar in de oude graanschuur op het marktplein voor een noodrantsoen. En dan opeens een luide claxon. Dat herkennen we van een vorige reis, het is een rondrijdende winkel. Deze is een bakker, zij heeft nog 1 koffiekoek en ook een soort worstenbrood bij. Minder vettig en gevuld met een heerlijke snede paté. Dat komt net op tijd, het smaakt!
Nu verder door het nog steeds glooiende landschap, waar de graanvelden nu domineren. De gevreesde wind is aanwezig maar niet geheel in ons nadeel, we hebben er weinig last van. Stilaan is de zon er ook, de kw kan uit. Reims komt in zicht, de stad ligt in een dal en van ver zien we al de kathedraal met zijn twee hoge stompe torens. Reims binnenrijden valt enorm mee, chapeau Guy voor de wegbeschrijving. Het hotel ligt niet ver van de kathedraal en na de de douche (die was super nodig voor onze beslijkte benen) trekken we de stad in. De kathedraal is al dicht, we lopen nog wat rond (heel mooi stadhuis) maar het is echt zoeken hier naar een fatsoenlijk restaurant. Geen concentratie van restaurantjes hier, nochtans toeristen genoeg. Toch zitten we even later met een heerlijke coupe champagne in de hand. Die hebben we wel verdiend vandaag.
De zon is opnieuw van de partij, maar het is wel flink afgekoeld. We vertrekken dus met een warme vest aan richting kathedraal. Een imposant gebouw, zo overdadig het aan de buitenkant versierd is met beeldhouwwerk - geen cm blijft onbenut -, zo sober is het binnenin, een enorm contrast. Slechts enkele beelden in de zijkapellen, geen schilderijen, enkele mooie glasramen. De buitenkant staat grotendeels in de stijgers voor een grondige restauratie, het gedeelte dat al klaar is steekt schril af tegen de rest, zodat het geheel niet mooi meer oogt.
Reims binnenrijden was een pak eenvoudiger dan buitenrijden. Veel draaien en keren, niet simpel met het drukke verkeer. Maar dan komen we op de 'coulée verte', een groene route langs het kanaal Aisne-Marne. 12 km verkeersvrij fietsen, goed om de spieren op te warmen. En dat is nodig want even verder wachten de Montagne de Reims. Dwars door de champagne-wijngaarden richting Verzenay. Alle hellingen vol wijnranken, tot aan de bosrand. De eerste helling doet ronduit pijn, de 97 km van gisteren zitten nog in mijn benen. De tweede helling gaat al wat beter, en de derde gaat vanzelf, nou ja, bij wijze van spreken. Vlotte klim naar de vuurtoren, wat die daar staat te doen weet ik niet. Guy maakt hier wel een kapitale fout door ons door het dorp te sturen, gewoon de weg volgen was veel simpeler geweest. En dan via de 'Route touristique du Champagne' een forse klim naar de 'Faulx de Verzy'. Rustig op ons eigen tempo, bereiken we de top van de 'Mont Sinai'. Er is een uitzichtpunt, daar moeten we terug voor omlaag, niet erg logisch vind ik, en ik heb geen zin om de net geklommen kilometers nog eens over te doen. Naar de Faulx gaan we wel : het zijn onnatuurlijk kronkelende miniatuurbeuken, wel leuk om zien.
Nu volgt er een lange afdaling tot in Tours de Marne. We zoeken en vinden geen eetgelegenheid, de enige brasserie zit al vol met locals, voor ons is er geen plaats in de herberg. Maar dan aan het kanaal toch een hotel-restaurant, eigenlijk wat te chique voor een tussendoortje, maar we hebben honger. We worden er evenwel in onze fietskledij net zo vriendelijk ontvangen als de heren in maatpak en das na ons. En de 'souris d'agneau' ,een lokale specialiteit, smaakt heerlijk.
We genieten verder van het mooie landschap met nu veel graanvelden, en op de hellingen weer wijnranken. En dan gaat Guy dik in de fout : hij stuurt ons recht die wijngaarden in, stijl omhoog over barslechte weg. Mooie uitzichten, dat wel, maar de kuiten doen pijn. En dat terwijl er een quasi vlakke verbindingsweg is. Dit traject had hij als alternatief moeten aangeven, zoals hij elders wel doet. We geraken er wel door en bereiken Vertus.
Trip : 63 km, 484 hm. Totaal : 389 km, 1692 hm
Ps : door de slechte verbinding, moet ik met knippen en plakken dit verslag maken. Ik hoop dat het leesbaar is.
De zon is weer present, maar het is weer koud. Onze eerste stop is bij de apotheker, want de Imodium is op. Nu ben ik de gelukkige (?) die overijverige darmen heeft. Gisteren vis gegeten, dat verteert licht denk je dan, maar geen oog dicht gedaan vannacht. Reizigersdiaree hoort bij zuiderse landen, toch niet bij Noord-Frankrijk? De apotheker kent geen Imodium instant, even paniek dus, blijkt dat hier een andere naam te hebben, bijsluiter gecontroleerd en we kunnen voort.
Het eerste gedeelte van onze tocht is een golvend parcours, een fluitje van een cent in normale omstandigheden, maar met flanellen benen een ware martelgang. Vooral omdat de ORS-oplossing op mijn maag ligt, dat verteert precies niet. We rijden nu over een hoogplateau met graan en maisvelden, de wind heeft nog wat medelijden met mij en blaast nauwelijks. Na een 15 km staan we voor een dilemma : bollen we verder over de D39 of maken we toch die omweg (met stevige klim) langs het oorlogsmonument van Mondremont-Montgrivroux. Ik raap alle moed bijeen en een kwartier later ben ik daar zeer blij om : dit is heel mooi. Een 35 m hoog donkerroze betonnen monoliet, met teksten en bas-reliëf over de eerste slag bij de Marne in 1914, heel imposant. Het uitzicht op deze top is grandioos, dankzij het heldere weer zien we heel ver.
Rond halféén dalen we af tot in Sezanne, een stadje met een charmant oud stadscentrum waar we dwars doorheen fietsen. Maar eerst een 'tartine italienne' eten op een terrasje bij de kerk met 42m hoge toren die we al van ver zagen. Vriendelijkheid staat hier wel niet op de menu, Paul blijft dan ook ostentatief zitten tot ze zijn 30 eurocent wisselgeld brengen, want ze verdienen hier geen fooi
Guy Raskin stuurt ons dan weer door de wijngaarden met bijhorend klimwerk, soms overdrijft hij wel in het opzoeken van rustige wegen : vaak onnodige extra km klimwerk over slechte weg, terwijl er een toch redelijk rustig alternatief is. Vooral met pak en zak beladen is dit zwoegen. In Plessis wordt het helemaal te gek, als we over een steenslagweg het bos La Forestiëre door moeten. Geschikt voor mountainbike maar niet voor ons. Het wordt spannend als we na enkele km voor een bareel staan, verboden toegang op straffe van 135 euro boete. Daar sta je dan : we zijn halverwege de weg, dus helemaal terug en een extra omweg maken van ettelijke km, of toch maar rechtdoor en die boete riskeren (toch wel een flinke hap uit het reisbudget). Het wordt dat laatste want er ligt een pas onderhouden grindweg na de bareel, dat doet men toch niet om de everzwijnen te plezieren. Met een bang hartje verder rijden, niemand tegengekomen , oef.
Verder heuvel op en af, de vermoeidheid laat zich bij mij voelen. De vorige dagen had ik bij aankomst energie over, nu is alles op. In Léchelle laten we ons niet meer vangen voor een extra omweg (met zware klim) door het bos, en kiezen we voor een licht glooiende weg richting Provins. Een klein stadje, Unesco werelderfgoed, en overspoeld door toeristen. Even zoeken naar het hotel, eens daar plof ik op het bed en val in slaap. De was zal voor morgen zijn.
Doodmoe in bed gesukkeld na een zeer sober avondmaal, springlevend (in vergelijking met gisteren dan toch) opgestaan. De darmen zijn ongeveer ok, na een rijk ontbijt is de energie terug opgeladen.
Vandaag in theorie een korte tocht, dus tijd voldoende om Provins te bezoeken. Het ligt er nu nog rustig bij : de bustoeristen zijn al weg, en de volgende lading is nog onderweg. Het stadje is een bezoek waard. Je kan over de remparts (omwalling) wandelen, met de fiets wel niet te doen. Wij nemen een weg recht door de stad en komen uit bij de mooie 'Tour César'. Wat verder een romaanse kerk, zeer sober van buiten en ook binnen. Door de kleine straten wandelen we Provins uit. (Ter info van de buskesvrienden : zeer mooie camperplaats aan de buitenkant, net bij het office du tourisme).
En ja, het moest gebeuren, we rijden radicaal verkeerd, en nemen de weg terug naar huis. Omdat we gisteren langs een andere weg Provins binnenkwamen, hebben we het pas na ruim 6 km door. Als wij iets doen, doen we het natuurlijk goed, zelfs als dat volledig fout is! Het waren wel 6 mooie km, en we hadden het kunnen weten dat we fout zaten want de wind zat in de rug. Dezelfde weg terugnemen is niet van ons gewoonte, na wat in- en uitzoomen op gps vinden we een verbinding over Sourbon, dat spaart ons toch wat extra klimwerk uit en het is ook mooi rijden.
Weer een golvend parcours door de graanvelden, en enkele zonnebloemvelden. Korte middagpauze in Noyen-sur-Seine. Kort omdat we voor ons een wolkenveld zien naderen, en achter ons een zeer donker wolkenveld ons probeert in te halen. Boven ons nog steeds hel blauwe lucht, maar als die twee wolkenvelden aaneen sluiten, zou dat wel eens vonken kunnen geven.
We komen zo in de vallei van de Oreuse, en fietsen door leuke dorpjes, wel allemaal doods en verlaten. Nog een korte stop om mijn pijnlijke voeten even rust te gunnen : de pees net onder mijn tenen is wsl ontstoken, voltaren gel brengt wat verlichting, maar niet zoveel als de reclame belooft. Het lijkt wel alsof mijn voeten in brand staan.
Net voor Fleurigny wil Guy ons weer over een grindweg door het bos sturen. Op onze verkenningstocht in mei zagen we al dat dit totaal overbodig is, dus volgen we de d325 verder, want dat is een zeer mooie asfaltweg waar we moederziel alleen rijden, veel leuker om daarover naar beneden te suizen dan te hotsebotsen over een steile grindweg. Het kasteel van Fleurigny is niet open voor bezoek, dus weer maar verder. We komen in de vallei van de Yonne. En dan zijn we Guy wel dankbaar voor de mooie route langs de vijvers van Cuy. Het lijkt me daar een vissersparadijs te zijn. Bij het binnenkomen van Sens is er zowaar een fietspad, ttz een voorkeurstrook voor fietsers, zowat een unicum in Frankrijk. Zelfs zo zeldzaam dat ik bij het eerste kruispunt net niet van de sokken gereden word.
Op enkele druppels na houden we het wel droog vandaag, er was dan ook voldoende wind om die wolken nog net uit elkaar te houden (of reden wij zo snel ?) Voldoende tijd over om ook Sens te bezoeken, maar heel veel valt er niet te beleven. De oude markthal is gesloten, wordt wsl gerestaureerd. De kathedraal is weer groots en heeft een zeer mooi dak (met mozaÏekpannen zoals de stefansdom in Wenen) en een rare toren : niet heel hoog, zeer breed, met net boven de klokken een klein fijn extra torentje.
Als we ons enkel baseren op de km-tabel van Guy, zijn we al 500 km gevorderd (wij iets meer door de aanloop en wat extra's). Dwz een derde van de afstand afgelegd, we zitten dus mooi op schema. Een heerlijk gevoel om bij in te slapen.
Bewolkt en koud vanmorgen, nauwelijks 9 graden. Wat zijn we blij dat we toch die lange fietsbroek bij hebben! We doen zelfs een sous-pull met rolkraag aan en hebben het nog niet overdreven warm. We rijden toch naar het zuiden? Met deze temperaturen twijfelen we toch even.
Sens buitenrijden gaat vlot, extra nagekeken gisteren en niet meer fout gereden 😀. Een rustige vlakke aanloop vandaag, dat mag ook wel eens. We volgen de Yonne, een brede zeer kalme rivier, met mooie idyllische hoekjes. Wel weer een slechte zandweg maar dat nemen we er bij. Een heel ander landschap vandaag, we rijden vnl door bossen. En weer langs vele visvijvers, nooit geweten dat die Fransen zo'n fervente vissers zijn. Villeneuve-sur-Yonne bezochten we al in mei en rijden we dan ook voorbij. Van ver kunnen we zien dat de mooie kerk nu volledig in de steigers staat. We verlaten de vallei van de Yonne en beginnen aan een stevige klim. Over iets meer dan een km moeten we 120 hoogtemeters overwinnen, dat betekent dus een dikke 10% stijgingspercentage. Enkele weken geleden zou ik daar niet aan durven beginnen, maar na al die korte (en ook wel langere) kuitenbijters van de laatste week, gaat dit heel vlotjes, we rijden zelfs niet met de kleinste versnelling en zijn helemaal niet buiten adem op de top. (Ik ben een klein beetje trots dat dit me zo gemakkelijk gelukt is!). Afwisselend hebben we nu bossen, weiden en grote velden, die er kaal bij liggen want de oogst (we denken zonnebloemen) is al binnen. We rijden over een hoogplateau waar de wind vrij spel heeft en ongenadig hard blaast, in ons nadeel natuurlijk. En dan is Paul zo lief even kop te doen zodat ik achter zijn breed karuur (euh ???) uit de wind zit. Dankzij de goede raadgevingen van Jef weet ik perfect hoe ik daar optimaal gebruik van kan maken. Ondertussen vallen er enkele druppels, in het bos stoppen we even om toch maar de kw aan te doen, en dankzij deze kleine stop ontsnappen we aan een fikse regenbui. (Het mag ook al eens meezitten). Want verderop is de straat kletsnat, terwijl wij enkel wat druppeltjes hadden.
In Chuelles houden we nog even halt, morgen is het hier dorpsfeest, nu is het dorp nog doods zoals alle andere dorpjes.
Opnieuw een golvend parcours, draaien en keren. We passeren enkele grote fazantenkwekerijen, de beestjes lopen zenuwachtig een stukje met ons mee. Zo komen we dan in een groot woud. Na enkele km weer een bareel, 'sauf service local', goed dat er 'Servico' op onze sous-pull staat, dat trekt wat op 'service' 😉. Enkele mannen die bomen omzagen kijken verschrikt op als we voorbij rijden, ik vermoed dat hun activiteit niet zo legaal was ...
In Montargis is het veel drukker. Na enkele bruggen wandelen we de winkelstraat door richting hotel. We hebben heel wat beziens hier!
Even installeren en dan nog de stad bezoeken. Niet zoveel te zien, de mooie kerk is dicht, voor het kasteel zijn we te laat, en de wandeling langs alle bruggen (er zijn er 131) is wel wat te lang na een fietstocht. We eten in de brasserie'La Poste' bij het hotel, het beste dat we hier konden vinden.