Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Fietsreizen 2014, en wat daarbij komt kijken
Van Mulhouse naar Ieper
16-07-2014
Epiloog
Dinsdagmiddag hebben we de fietsen afgehaald, en dat was dan het definitief einde van onze fietsreis. 6 maanden leefden we toe naar het vertrek, 6 maanden reden we voorbereidingsritten, korte en lange, vlakke en steile ritten. Ruim 3000 km voorbereiding voor een tocht die oorspronkelijk 850km zou zijn, maar uiteindelijk - ondanks 2 ingekorte ritten - ruim 920 km werd. Het slechte weer speelde ons parten. Koude, regen en harde tegenwind maakten de tocht nog lastiger dan ze al was. Het parcours was mooi : we reden voornamelijk langs zeer rustige wegen, genoten ondanks het slechte weer van het prachtige landschap, en konden verscheidene monumenten bezoeken. Bedankt Marc D voor dit parcours, en voor je interessante toelichtingen onderweg. We hebben er veel van opgestoken. Bedankt ook Mieke voor de vele adviezen over eten en rijden. De hotels stelden teleur, en zeker de avondmaaltijden. De Campanille-keten is er niet op voorzien een grote groep te ontvangen, er liep steeds wat mis in de keuken en met de bediening, de kwaliteit van het eten was benedenmaats, en de hygiëne in de badkamer liet meermaals te wensen over. Enkel in Luneville hadden we een echt mooi hotel en lekker eten. Gelukkig hadden we twee schatten van mannen bij die voor de logistiek zorgden : we kunnen Fons en Rudi niet genoeg danken voor hun inspanningen om een zaaltje te vinden, lekkere gevarieerde maaltijden klaar te maken, de bagage te vervoeren en de verdeling van kamers steeds weer tiptop in orde te brengen. Ik heb hen onderweg al de titel 'helden' gegeven, maar eigenlijk zijn het superhelden! De groep was leuk. Een zeer goede verstandhouding, iedereen hielp iedereen naar vermogen, of het nu om een fietsherstelling, een zakdoek lenen, wat EHBO-materiaal verschaffen of zelfs remblokjes aanreiken ging. Bijzondere vermelding toch voor Jef en Paul D : deze mannen kwamen je al te hulp nog voor je goed en wel besefte dat er een technisch mankement aan je fiets was. Zij zorgden ook vaak voor bescherming tegen de wind, zodat we de achterstand op de kopgroep konden beperken. Bedankt mannen, jullie hebben zeker mij er vaak door geholpen. We noteerden 8 lekke banden, allemaal bij de mannen, de vrouwen reden niet lek, maar hadden meer ketting-problemen. Erge averij is er gelukkig niet geweest, en slechts twee kleine valpartijen, gezien het parcours en het slechte weer toch wel een prestatie. Het tempo lag soms wel wat te hoog voor de doelgroep, recreanten++. De (ex)wielertoeristen waren in de meerderheid, en met hun lichte koersfietsen en grote ervaring voerden ze het tempo op de hellingen op. We hebben veel korte bezoekjes kunnen brengen, maar het programma was wat te overladen om al wat voorzien was de nodige aandacht te geven. Eigenlijk had de tocht beter een dag meer geduurd : de ritten waren dan korter geweest, zodat er meer tijd was voor de bezoeken. Nu kunnen we beginnen dromen van een volgend project. Wat dat wordt, leest u misschien wel in een volgende blog. Bedankt voor uw aandacht, het was fijn dit verslag te kunnen maken. Ik hoop dat jullie er iets aan gehad hebben.
De laatste rit al vandaag, en eindelijk een zonovergoten dag. We vertrekken al om halfnegen, want er staan 106 km op het programma en we moeten om halfvijf in Ieper zijn. Maar na 500 m draait Marc D al terug, hij heeft lekke band (en kapotte buitenband) nummer 7. Het is even zoeken naar de juiste weg, maar we vinden toch het kleine pad langs een riviertje zodat we rustig de stad kunnen uitrijden. Eerste stop na 13 km bij het Vimy Memorial. Op deze hoogvlakte staat een prachtige toren ter herinnering aan de bloedige strijd in 1917 waarbij Canadese soldaten de heuvel veroverden op de Duitsers. Weer een prachtig uitzicht op het oude industriegebied rondom, met grote mijnterrils als getuigen van de gesloten steenkoolmijnen. Even hebben we een schermutseling met een bewaker, want volgens hem mogen we hier niet met de fiets zijn. Tevoet verlaten we het terrein, en rijden verder tot het Givenchy-Ies-La Bassee Tunnelers Memorial. Dit ter ere van de Britse Tunnelers, die lange tunnels tot onder de Duitse stellingen aanlegden, en er mijnen in plaatsten. Gruwelijke aanvallen, de grond werd letterlijk onder de soldaten opgeblazen. In Vermelles houden we even halt bij de kerk, waar net een ceremonie plaats heeft ter ere van de Franse nationale feestdag. Er wordt een krans bij een oorlogsmonument gelegd, en dat willen we - gezien het thema van onze fietsreis - niet missen. Middagstop in Fromelles, en eindelijk terug een picknick in open lucht. De watermeloen smaakt heerlijk met dit mooie weer, net als de gazpacho. Nog ruim 50 km tot Ieper, en we zetten er vaart achter. In Ploegsteert stoppen we nog bij het Ploegsteert Memorial to the Missing : op de muren van een ronde toren staan de namen van 11390 vermiste Britse soldaten, opdat we ze nooit zouden vergeten. En dan loopt het een beetje mis. Er blijft nog weinig tijd over, Marc D wil absoluut nog langs Tyne Cot in Passendale rijden, en drijft het tempo op. We racen over het golvend parcours aan een snelheid tussen 25 en 30 km/u, de wielertoeristen zijn in hun nopjes, maar de recreanten kunnen er minder mee lachen. Dit was echt gekkenwerk! Iets trager rijden, en vijf minuten minder pauzeren in Passendale, en iedereen was tevreden geweest. Nu is het een spijtige afsluiter van een mooie reis. Net voor Ieper noteren we dan nog lekke band 8, Jan sluit de rij af. Daardoor hebben we toch nog 10 min vertraging, maar het thuisfront staat klaar om ons luidkeels te verwelkomen bij de aankomst aan de sporthal in Ieper. Snel bagage uitladen en fietsen opladen, douchen en dan een laatste maaltijd in 'de oude kaasmakerij' op de grote markt. Eric spreekt in naam van de groep nog een dankwoord uit voor de begeleiders, ze krijgen nog een geschenkje. Marc D werd extra bedankt voor zijn vele toelichtingen, en krijgt het boek van Jozef Deleu met oorlogsgedichten. Snel nu naar de Last Post, waar Hendrik, Luc, Leen en Lieve een krans neerleggen. We zien er wel niets van want we staan wat verloren tussen zo'n 2000 andere toehoorders. Terug naar de sporthal, tijd om definitief afscheid te nemen. Het is mooi geweest. Morgen schrijf ik nog een epiloog.
Mooie liedjes duren niet lang, het mooie weer van gisteren is dan ook weer over, het miezert al van bij het vertrek. En dat is extra spijtig, want er staat een relatief kleine rit (81 km) op het programma, met heel veel mogelijke stops. We rijden immers door het gebied van de Somme, waar enorm veel veldslagen geleverd werden. Langs heel de route komen we monumenten en begraafplaatsen tegen. Het parcours is weer zeer heuvelachtig, en op een van de hellingen, net als Mieke en ik moederziel alleen achter zijn, gaat mijn ketting er af, en breekt de kettingbeschermer. Daar staan we dan, in de gietende regen, en geen technieker te zien. Maar we laten ons niet kennen, breken zelf de boel verder af, ketting er terug op, en met handen vol kettingsmeer rijden we trots de mannenbende tegemoet. De eerste stop is aan het 'Delville Wood Zuid-Afrikaans Memorial'. Een buurtbewoner geeft ons veel extra uitleg, het blijkt een uitgeweken Oekraïner te zijn. Even verder het 'Royal Scots Memorial' , een monument ter ere van een compagnie samengesteld uit voetballers. Naar het schijnt gooide hun commandant een voetbal over de loopgraven, en riep hij : 'attack!' om zijn manschappen aan te sporen de vijand aan te vallen. Het middageten wordt vervroegd want onze mannen vonden enkel een zaaltje in Poziere. De burgemeester komt ons nog even groeten, we bedanken hem voor het onderdak, want het regent alweer pijpenstelen. De route wordt danig ingekort. We rijden nog wel langs het 'Thiepval Memorial', een 45 meter hoog monument. En dan gaan de hemelsluizen pas open, we schuilen ergens in een schuur, en zijn allemaal doorweekt. Heuvel op en heuvel af nu, eindelijk terug wat zon, en als we om 4u Arras bereiken, begrijpt de hotelbaas niet dat we zo nat zijn, want daar heeft het geen druppel geregend! Het is een klein hotel dat weinig voorstelt, maar 's avonds krijgen we de lekkerste maaltijd van deze reis. Morgen de laatste rit naar Ieper, en dan zit deze reis er weer op. Marc belooft zon en geen druppel regen. We hopen dat hij gelijk heeft.
Eindelijk terug een klein streepje blauw in de lucht bij het opstaan. Wel nog altijd fris, maar als het al droog blijft vandaag, zullen we zeer tevreden zijn. Mijn Paul heeft weinig last van de valpartij, zijn knie is ok, de ribben doen wel pijn. Bukken en heffen moet hij even vermijden, fietsen zal wel lukken, dus om 9u zijn we weer op weg voor rit 7 naar Peronne. We volgen eerst een oude spoorweg, en Jos heeft gisteren niet goed geluisterd, want hij zorgt al onmiddellijk voor de tweede valpartij. Gelukkig ook zonder veel gevolgen, wat schaafwonden en het wiel even uit de haak, maar daar weten Paul D en Jef direct raad mee. Handig zo'n goede techniekers mee op pad te hebben! We volgen de rivier Aisne. Ons eerste doel is Compiegne. Hier werd op 11 november 1918 de wapenstilstand getekend in een treinwagon. Een replica staat in het museum, maar om dat te bezoeken ontbreekt ons de tijd. Marc D geeft ons buiten nog wat duiding bij deze gebeurtenis. Lunch in Cannectancourt. Geen zaaltje deze keer, wel een overdekt terras, nu het wat beter weer is, zijn we wat blij dat we buiten kunnen eten. We rijden verder richting Somme door hoofdzakelijk landbouwgebied. Veel speciaals valt er niet te vertellen, zelfde mooie omgeving als de andere dagen, met weer enkele pittige beklimmingen, en even pittige afdalingen. Rond 5u zijn we al aan het hotel, tijd zat dus om in het zonnetje nog wat na te praten en te genieten van een Leffe. Het avondmaal stelt weer niet veel voor, en verloopt enorm chaotisch. Hier is men het nog minder gewoon een groep over de vloer te krijgen. Even denk ik in een opname van 'verborgen camera' te zitten als Luc wijn bestelt. We liggen allemaal in een deuk, zo wat 7 keer loopt het meisje over en weer om hem een karaf witte wijn en twee glazen te bezorgen. En dat in Frankrijk, niet te geloven! Goede raad : ga nooit in een Campanille eten, geen kwaliteit, en amateuristische bediening. Morgen een 'kleine' rit van 81 km naar Arras.
Weer somber en koud vandaag, we hebben er echt wel de beste week uitgekozen om deze fietstocht te maken. We vertrekken richting Reims centrum. De stad ligt er rustig bij na de passage van de Ronde gisteren. Eerste stop bij de imposante kathedraal, heropgebouwd na de bombardementen in WO1. Op een foto-tentoonstelling kunnen we zien hoe groot de ravage was, het doet me denken aan een gelijkaardige tentoonstelling over Ieper, dat op het einde van WO1 ook in puin lag. We volgen dan de 'coulee verte', een jaagpad langs het kanaal Aisne-Marne. Om het over te steken is er een trap voorzien, die wel enige acrobatie vergt, met die lichte koersfietsjes lukt dat best. Maar mijn zware Batavus krijg ik niet omhoog, gelukkig is er gentleman Marc V die me een handje toesteekt. Lang duurt de pret van het rustige jaagpad niet, maar de landelijke wegen zijn ook rustig en mooi om te volgen. Minder steile hellingen vandaag, geen echte kuitenbijters meer, ik hoop stilletjes dat we die nu allemaal gehad hebben. Middagmaal in het 'hotel de ville' van Craonne. We mochten zelfs boven in de mooie raadszaal eten, maar dat vonden we teveel eer. Er staan hier twee knappe maquettes : een over de slag in 1917 bij de 'Chemin des Dames', en een over een veldslag tegen Napoleon, in 1814. In de raadszaal hangen drie grote pentekeningen van striptekenaar Tardi, die de gruwel van de oorlog uitbeelden. Rudi heeft vandaag voor een oorlogsgerecht, op basis van haring en bonen, gezorgd. Het recept komt van zijn grootmoeder, ik ga het hem zeker vragen want het was weer lekker. Net als de lekkere couscous, wij worden hier verschrikkelijk verwend. Tijdens het eten begint het plots te regenen. Dus allemaal weer in regenpak verder. Klimmen naar het beginpunt van de 'Chemin des Dames', ooit aangelegd om de dochters van Lodewijk XV (of XIV, we zijn niet zeker maar zo belangrijk is dat nu ook weer niet) comfortabel van de stad naar hun buitenverblijf te brengen. Het uitzicht is hier weer mooi, en dat verklaart dan ook waarom er hier weer zo hard gevochten werd (mooie uitzichten zijn immers van strategisch belang : zo controleer je de omgeving). Ter hoogte van het 'Plateau de Californie' leidde generaal Nivelle koelbloedig duizenden soldaten de dood in. De gevechten waren zo hevig, zo wreed en zo nutteloos (dat zijn gevechten wel altijd, maar hier was het wel krankzinnig) dat er zelfs muiterij ontstond. In de omgeving ligt het nog steeds vol met oude munitie. De Ronde is hier gisteren ook gepasseerd, er werd daarvoor speciaal een brede strook korenbloemen langs de weg gezaaid, korenbloemen zijn de Franse tegenhanger van de Engelse poppy (klaproos). Als we kleine dorpjes passeren, zien we vele kunstwerken gemaakt van gekleurde fietsen en fietsonderdelen. Leuke afwisseling tussen alle oorlogsstandbeelden en kerkhoven. We passeren de Caverne du Dragon, een steengroeve waar de Duitsers een ondergrondse kazerne inrichtten. De weg gaat golvend verder, heel mooie omgeving, maar zeer drukke baan, zodat we weinig van het landschap kunnen genieten. We stoppen bij de Necropole Nationale de Cerny-en-Laonnais, waar een Frans en een Duitse begraafplaats naast elkaar liggen. Verderop het Fort de la Malmaison, van het fort is niets meer te zien, het werd na weer maar eens een gruwelijke strijd volledig verwoest, nu is er een begraafplaats voor 11000 Duitse soldaten van WO2. We verlaten eindelijk de drukke weg, en door een mooie vallei bereiken we Soissons. Geen lekke band vandaag, maar bij het binnenrijden van de stad vindt mijn Paul T het nodig om voor de eerste valpartij (de uitschuiver toen Marc D in zijn klikpedaal bleef hangen niet meegerekend) te zorgen. Zere knie en ribben, niets erg, en verwrongen versnellingsapparaat, dat zo door Luc hersteld is. Tijdens de aperitief spreken we wel af dat de dagelijkse lekke band niet vervangen wordt door een valpartij, want daar hebben we nog minder aan.
Het is vandaag 'minimalistisch droog' (dixit Marc D). Zwaarbewolkt, frisjes, en zwoel. Moeilijk om de juiste outfit te kiezen. Vandaag staat de langste rit op het programma, die we dus nog wat langer maken door een stukje van gisteren er bij te nemen. Maar voor we starten moet eerst lekke band 6 vervangen worden, achter Hendriks naam zetten we een tweede streepje (ter vergelijking : op de Santiago-reis waren er slechts 3 lekke banden op 10 dagen, nu al 6 op 5 dagen). We beginnen al direct met een klim van ruim 4 km tot het monument van de 'Gevallen Leeuw', dat zich bevindt op het verste punt dat de Duitsers in 1918 bereikt hebben. We fietsen voorbij het dorpje 'Fleury' ttz een hele strook bomkraters, de ene naast de andere, want het dorp werd volledig vernield. Raar zicht al die putten naast elkaar, nu begroeid met gras en bomen, 100 jaar geleden moet het er nog gruwelijker uitgezien hebben. Verder tot het Ossuaire Douaumont, een groots monument waar de beenderen van 130000 Franse en Duitse soldaten, die ze in de omgeving gevonden hebben en niet geïdentificeerd konden worden, bewaard worden. Door kleine raampjes zie je die beenderen liggen, ik hoef u niet te zeggen dat dit pakkend is, het werkt op mijn gemoed (en niet alleen bij mij). In het monument is een kleine kapel ingericht, ik steek er een kaars aan, een familietraditie om mijn moeder te gedenken. Er is ook een immense begraafplaats aangelegd, weer zovele jonge levens verwoest, why oh why? Het parcours werd aangepast, zodat we de 'butte de Vauqois' links laten liggen (we verkozen het bezoek aan het Ossuaire). We zien wel de vele mijnkraters, gevolg van de hevige strijd om deze heuvel, strategisch belangrijk omdat er een goed uitzicht over de omgeving is. Bij helder weer althans, niet bij nevelig weer zoals vandaag. We passeren nog enkele begraafplaatsen. Het valt op dat de streek hier heel verlaten is. Veel landbouw - tarwe, zonnebloemen, fruitbomen, en weilanden met koeien en hier en daar schapen. En kleine dorpjes, die nauwelijks bewoond zijn. Middagmaal in Birnaville, weer in een gemeentezaaltje. Marc D vertelt het verhaal van de duif 'Cher Ami', een leuke anekdote voor ons, bittere ernst voor het 'Lost Battalion' (google maar naar de details). Het landschap blijft hetzelfde, mooi maar zwaar - want golvend - om door te rijden, zeker omdat de wind aanwakkert. Ook bij een Duits kerkhof houden we even halt, het gezegde 'altijd iemands kind, altijd iemands ouder' indachtig (Willem Vermandere?). We passeren weer enkele volledig verwoestte dorpen, waar men nu een militair kamp heeft van gemaakt. Na km 110 wordt het tanden bijten. We zitten er stilaan door, het slechte wegdek (we hotsebotsen meer dan we rijden) en de strakke tegenwind spelen ons parten. Gelukkig zijn er sterke mannen bij, die de regels van het 'uit de wind zetten' goed kennen en ook toepassen, en de anderen zo de heuvels over helpen, terwijl Mieke, Paul D en Marc V kop trekken. Een tiental km verder zien we eindelijk de wijnranken, we naderen immers de champagnestreek. Een laatste krachtsinspanning, en na 131 km bereiken we het hotel. Een nieuw, persoonlijk dagrecord. Veel meer hoogtemeters dan verwacht, en een behoorlijk gemiddelde, verklaren de vermoeidheid. Maar als beloning is er champagne als aperitief, geleverd door een kleine champagneboer,Bonet-Varry, een persoonlijke vriend van Luc en Marie-Louise. Het smaakt en we bestellen dan ook enkele flessen. Het avondeten stelt niet veel voor, maar we zijn te moe om ons daar iets van aan te trekken. Morgen beter.
Het weerbericht voor vandaag voorspelt afwisselend een uur regen en een uur droog. Op ons voorstel dan enkel de droge uren te fietsen, en tijdens de regenuren een cafeetje te bezoeken, wordt niet ingegaan. Dus vertrekken we om 9u weer met regenpak aan, en volgen de voie verte langs de Moezel 11 km terug. En dan begint het klimwerk opnieuw, en weer flinke kuitenbijters, wat had u nu gedacht. Zo flink dat zelfs enkele snelle klimmers moeten afstappen op het laatste puntje, maar uw verslaggever volgt de goede raad van Mieke op, ik buig me voorover zodat het gewicht beter verdeeld is en al zuchtend en kreunend, aangemoedigd door Mieke, bereik ik de top op en niet naast mijn fiets (weliswaar slechts aan 4.5 km/u maar dat is slechts een detail). De weg volgt nu een heuvelrug, zeer mooi uitzicht over de omgeving, korenvelden en zonnebloemen alom. Maar ook veel tegenwind, en gelukkig is er dan Jef die me zeer vakkundig 'uit de wind' zet, zodat ik kan aansluiten bij het peloton. Ondertussen is het ook constant aan het regenen, en daardoor rijden we enkele monumenten voorbij. Maar aan de Amerikaanse begraafplaats Saint Mihiel in Thiacourt houden we wel even halt. 35000 soldaten liggen hier begraven, jonge mensen die ver van huis hun leven gaven voor onze vrijheid. Om even heel stil van te worden, en zoals Jos terecht opmerkte : het ergste is dat we er niets van geleerd hebben, want we beginnen steeds opnieuw. De andere begraafplaatsen zullen voor een andere keer zijn, want het regent ondertussen pijpenstelen. Doorweekt komen we aan in Les Eparges, waar onze twee helden weer voor een lokaaltje gezorgd hebben, zodat we droog hun schitterende maaltijd kunnen verorberen : een Mexicaanse rijstschotel, een Grieks slaatje met druiven en feta, en als toetje weer die lekkere zelfgemaakte peperkoek van Fons. Op pad gaan met Govaka is een culinaire aangelegenheid. Geintresseerden krijgen de tijd om een ommetje te doen naar Point X-la Crete, maar gezien de regenval zijn er geen gegadigden. Leen was de voorzienigheid zelve vandaag, want ze had haar haardroger in haar dagrugzak gestopt, en al snel zijn we om beurt in de weer om onze kleren er min of meer mee te drogen. Maar het was veel moeite om niets, want na 5 min op de fiets zijn we terug kletsnat. En de wind neemt nog wat toe, zodat we in Damloup besluiten de rit in te korten. In dit hondenweer heeft het immers geen zin om de slagvelden rond Verdun te bezoeken. En we beseffen wat gelukzakken wij zijn, want 100 jaar geleden hadden die jongens deze keuze niet, zij moesten voort vechten, willen of niet. Doorweekt, verkleumd en doodop bereiken we rond 16u30 het hotel. Willy geniet de twijfelachtige eer om lekke band nummer 5 te hebben, op 50 meter van de aankomst. De planning voor morgen wordt wat aangepast. Het zou iets droger zijn, zodat we het overgeslagen stukje van vandaag - de slagvelden van Verdun - erbij nemen, en een andere omweg naar een uitzichtpunt weglaten. Dat brengt de totale afstand voor morgen wel op 130 km. We zullen onze beentjes maar insmeren, want het zal nodig zijn.
We wisten dat het niet kon blijven duren, en vandaag is het mooie-weer-liedje dan ook uit. Regen, regen en nog eens regen krijgen we de ganse voormiddag over ons heen. En het is een pak frisser. We staan dan ook allemaal in regenpak klaar voor de derde rit. Het wordt geen eenvoudige rit : pijnlijke kuitenbijters volgen elkaar snel op, de ene al nijtiger dan de andere. We rijden dan wel door een mooi golvend landschap, maar zien behoorlijk af. In Vic-sur -Seille vinden we een klein cafeetje open, waar we welkom zijn ondanks onze natte kledij en vuile schoenen. De warme choco doet deugd, en de vriendelijke vrouw achter de toog heeft een topomzet vandaag. Verder klimmen en dalen en als toemaatje vechten tegen een harde wind, waarom begint een mens toch aan zo'n vakantie? En zeggen dat we zelfs betalen om zo te kunnen afzien! Middagmaal in Nomeny. Rudi en Fons hebben een verwarmd zaaltje kunnen versieren, ze zijn direct de helden van de dag. Dat zaaltje hebben we dankzij de eerste schepen van het dorp, die toevallig op het pleintje werken inspecteerde en onze mannen zag zoeken naar een geschikte plek om beschut te picknicken. We maken er dankbaar gebruik van, de Franse gastvrijheid is op sommige plaatsen zeer groot. Als toetje is er vandaag taart voor de jarige Marie-Louise. De schepen komt ons nog bezoeken, en brengt nog wat documentatie over zijn dorp in WO1 mee. En natuurlijk moeten we met hem op de foto met het kerkje van Nomeny op de achtergrond. We vervolgen dezelfde martelgang van deze morgen, maar dan wel zonder regen. In Pont-a-Mousson maken enkele dappere klimmers nog een ommetje naar de Butte de Mousson, maar de meerderheid (ook uw verslaggever, maar dat zal u niets verbazen) kiest voor een terrasje. Via een voie-verte zou het nu rechtstreeks langs het jaagpad naast de Moezel tot in Metz moeten gaan (jaagpad is meestal vlak, joepie!) . Zou moeten, want we komen nog heel wat obstakels tegen. Vooreerst is het een grindpad (dus geen asfaltbaantje zoals bij ons), en door de overvloedige regenval is het een echt hindernissenparcours geworden. Lekke band 4 is dan ook het resultaat, nu heeft Hendrik prijs. We besluiten een stuk langs de (drukke) baan te rijden, maar wat verderop is de weg afgesloten. Even zoeken, en dan toch opnieuw op het jaagpad geraakt, nu wel verhard. Weer pech : er is een stuk in privé-handen, zodat we de aansluiting naar het hotel niet kunnen nemen. Enkele kilometers omweg, weer over grindpad, en langs een zeer drukke weg. Tot overmaat van ramp valt de gps uit, en met bijna 2 u vertraging en 11 km extra bereiken we eindelijk om 19u het botel. Geen aperitief vandaag, iedereen moet dringend onder de douche om de kilo's slijk weg te spoelen. Het avondeten van de Campanille valt gelukkig veel beter mee dan zaterdag. Dat maakt deze helse rit dan toch nog goed.
Donkere wolken, de mist in de bergen, en tien graden kouder. We vertrekken dus met een vest aan, en vrezen het ergste. Maar eerst moet lekke band nr 2 hersteld worden, nu is Jef het slachtoffer. 5 minuten later zijn we toch op weg. Na 7 km is het al klimmen geblazen op de 'Col du Surceneux' tot 810 m, gevolgd door een zalige afdaling. Eerste stop bij een grote begraafplaats, de Necropole van Saulcy-sur-Meurthe. Elk ouderhart doet hier pijn bij het zien van de graven van zovele jonge mannen. Telkens vraag ik me af : wisten deze jongens wel waaraan ze begonnen? Was het echt wel hun keuze? En zouden ze nu blij zijn met zo'n nietszeggend grafopschrift 'mort pour la France' ? Eenzelfde gevoel op de begraafplaats 'les Tiges' in Saint-Die. Even verder noteren we lekke band 3, deze keer zorgt Paul T voor het oponthoud. Dan moeten we nog wat vals plat verwerken, wij vinden het vooral 'vals' en heel weinig 'plat'. Middagstop in Raon l'Etappe. Fons en Rudi hebben weer een heerlijke maaltijd voorzien (superlekkere rijstschotel) op een mooie plaats vlakbij de start van een 'voie verte', die langs het riviertje 'La Plaine' kronkelt. Dan moeten we terug serieus klimmen : 7km tot op de Col de la Vierge Clarisse. Vanaf dan gaat het snel : we zitten dan ook op een 'cakewalk', Antwerpenaars weten wel wat ik bedoel. De snelheid ligt hoog, we zoeven naar beneden rond 30 per u, en klimmen niet veel trager naar boven, en dit dankzij de wind in de rug en de kaarsrechte baan. Namiddagstop in Ogeviller, het tankstation is niet echt een aangename plaats om te vertoeven, maar zo kunnen de dames ook eens een deftige sanitaire stop houden. Verder langs een minder drukke weg, het tempo ligt wat lager, en zelfs zo laag dat Lieve en ik Marc aanmanen wat sneller te gaan (we willen immers genoeg inspanning leveren om in onze 'vetverbrandingszone' te blijven). Rond 5u zijn we dan in Luneville, en geen druppel regen gehad! En nu maar hopen dat Marc weer regen voorspeld voor morgen, want dan blijven we weer lekker droog!
De weergoden zijn ons gunstig gezind want er is geen wolkje te zien bij het opstaan en het is al lekker warm. Om kwart na zeven (zo vroeg op een vakantiedag doet wel pijn) wordt de bagage al ingeladen. Het ontbijt valt beter mee dan het avondmaal van gisteren. En om kwart voor negen, zelfs een half uur vroeger dan gepland, start onze rit al. Wat zijn we toch voorbeeldige kindjes om het tijdschema zo goed te respecteren! Eerst passeren we enkele kleinere dorpjes, en dan volgen we de 'voies vertes', zeer rustige fietspaden langs het water, door de bossen, een enkel grindpad (wat de mensen met tubes niet zo leuk vinden) en de velden. Zo rijden we tot Thann voor een kleine stop. Marc D geeft een uitgebreide uitleg over de gevechten in deze streek. We passeren dan enkele wijnvelden, Rangen genaamd, waar al in de Middeleeuwen wijn werd gemaakt. Middagmaal aan het stuwmeer van Kruth-Wildenstein. Onze cateraars hebben al hun beste beentje voorgezet, en we kunnen genieten van een heerlijke koude schotel. Vele fietsende voorbijgangers zijn jaloers op zoveel verwennerij. Leuke plek om te zitten, maar voor de dames is een sanitaire stop een hele opgave die wel voor de nodige hilariteit zorgt. Rond 1u zijn we al terug op weg. We moeten al direct fameus klimmen om 462m hoogte te overbruggen via 14 haarspeldbochten en dat over 15.4 km. In het begin lukt het me aan te sluiten, maar deze groep heeft zoveel sterke klimmers bij dat mijn verbeterde conditie niet genoeg is om hen bij te houden. Toch beleef ik mijn 'moment de gloire' als een wielertoerist me niet kan inhalen : 30 jaar jonger, op een modern superlicht koersfietske, en toch was ik op mijn oude Batavus eerst boven. Dalen en klimmen volgen elkaar op, en we komen zo tot de 'Vallei van de meren'. We zijn goed opgeschoten en hebben dus tijd genoeg om op Marc's voorstel voor een terraske te doen gretig in te gaan (achteraf denk ik eigenlijk dat hij door de groep zou gelyncht zijn als hij dat mooie plekje aan het meer was voorbijgereden). Wat verderop is de weg gebarricadeerd wegens een triatlon. We hebben veel respect voor deze atleten, en proberen dus niet om toch de weg over te steken maar maken nog een ommetje, het steekt niet op een kilometer meer of minder vandaag (het is bergaf, dat vereenvoudigde de beslissing natuurlijk). Net voor aankomst is de eerste platte band een feit, Victor is het slachtoffer. Maar met de deskundige hulp van Jef, Luc en Paul D is dat zo opgelost. Het hotel in Gerardmer - de 'parel van de Vogezen' - oogt veel sympathieker als gisteren. Pas tijdens het aperitief valt de regenbui die ons gisteren voorspeld was. We zijn dan ook blij dat die weersvoorspelling er totaal naast zat, want in die regen een afdaling doen is geen makkie. Morgen hebben we zowat 94% kans op regen, ik hoop dat ze er weer even dik naast zitten.
Totaal km : 85.5 gemiddelde : 16.1km/u hoogtemeters : 1074
ps : nog een correctie wat de deelnemers betreft : Hendrik is met zijn 79 (!) jaar met voorsprong de oudste van de groep, maar het is hem totaal niet aan te zien.
Ps2 : het posten van foto's lukt tijdelijk niet. Ik zet ze achteraf wel in tussenberichtjes.