Na de vermoeiende tocht naar Ciudad Perdida, zouden we enkele dagen proberen om onze adem terug te vinden in Santa Marta. De verzengende hitte hielp om me minder schuldig te voelen over de urenlange siestas die we invoerden, in bed of gezellig in een hangmat terwijl we onze neus langzaamaan zagen verbranden. 's Avonds durfde ik me weer in de stad te begeven, vergezeld van een zacht briesje en een hernieuwde wilde kracht. Colombia bezit een bijzonder soort gastvrijheid. In de supermarkt staat een of andere jongeman te rappen, op straat krijg ik geinteresseerde blikken toegeworpen en de geuren van streetfood nodigen uit om te blijven eten.
Op de tweede dag werd ik ook wat actiever tijdens de middaguren. Tijdens een van mijn korte promenades in de buurt, zag ik onverwacht twee jongemannen aan ons hotel aankomen. Het waren de Franse dansers die deel uitmaakten van het reisgezelschap van enkele dagen voordien: een warm weerzien.
Nadat we afscheid hadden genomen van onze Franse vrienden, was ook voor ons de tijd aangebroken om opnieuw op pad te gaan. Volgende bestemming: Medellin, de stad waar ooit de beruchte drugsbaron Pablo Escobar regeerde. Het klimaat is hier wat milder met temperaturen ongeveer tussen 25 en 30 graden. Medellin is volgens mij vooral en bezoekje waard wanneer je met vrienden het nachtleven wil induiken en even wilt vergeten dat je eigenlijk niet zo een getalenteerd danser bent. Ik was hier echter met Moeder, dus wij verkenden de stad overdag. Het stadscentrum lijkt een overspoeling van beelden van de artiest Botero, die het zijn handelsmerk maakten om al wat dik is op te hemelen en al wat mager is te verdikken. Over dik gesproken: ik wist natuurlijk al langer dat de vrouwen in Latijns-Amerika bekend stonden voor hun volupteuze achterwerken. Ik was echter volledig onbekend met hun welgevormde buiken. Als de stad gezellig samendrumt in de metro voel ik de buiken tegen mijn kont aan schuren, want de mensen zijn natuurlijk ook wat kleiner. Het is een merkwaardige ervaring die ik niet direct als aangenaam zou omschrijven.
De volgende tussenstop op onze reis naar het Zuiden was Bogota. Wanneer je met de taxi door Bogota rijdt, lijkt de stad niet veel anders dan om het even welke andere grootstad. Naarmate je het centrum nadert zie je meer en meer graffititekeningen op de muren. Het zijn geen neo-nazistische tekens zoals je die de gebouwen bij ons in Belgie wel eens ziet ontsieren, maar kunst en tekeningen die een verhaal vertellen. Ik kon er uren naar kijken en er heerlijk door verdwalen. Het centrum van Bogota, La Candaleria, is simpelweg enorm charmant. Naast de talrijke tekeningen duikt de ene imposante kerk of kathedraal na de andere op. Nooit eerder voelde het zo goed om verloren te lopen.
Wanneer de avond viel en we weer een taxi terug naar het hostel namen, klonk op de radio het lied 'Burbujas de Amor' van Juan Luis Guerra, een lied dat ik intussen helemaal uit het hoofd ken en dat vroeger zo goed het verdriet van mijn verliefde tienerhart weergaf. Talrijke keren heb ik er in het donker in mijn slaapkamer op gedanst. Ah gevoelens. Dankuwel Bogota, het leven is goed.
07-07-2015, 16:00 geschreven door VeerleJHL 
|