Inhoud blog
  • de zon schijnt selectief
  • WAAROM ZE ZWEEG
  • RANDGEDICHTEN
  • DE VISSERSVROUW
  • enkele gedichtjes
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Vraagt U zich dat ook af?

    satirische stukjes over belangrijke en vooral onbelangrijke zaken
    07-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET LIJK IN DE SACRISTIE
    Deze tekst is een voorontwerp van een definitieve tekst.  Uw raadgevingen zijn welkom.


    HET LIJK IN DE SACRISTIE

    Het was ongeveer kwart over zeven toen pastoor De Craene de sleutel stak in het slot van de branddeur van de pastoorssacristie.  Het mechanisme klikte niet, maar de deur ging door het duwen met de sleutel zachtjes op een kier.
    "Ingebroken", dacht de pastoor.  Hij duwde woest de deur volledig open om het rampzalige te aanschouwen. Hij had zich aan een rommelboel verwacht, maar niets daarvan.  Alles lag blijkbaar nog in de kasten, die duidelijk niet geopend geweeest waren.  Maar op de vloer lag een plas bloed .  En achter de kazuifelkast zag de pastoor een paar benen , bedekt door een bruine broek, uitsteken.
    IJlings snelde de pastoor de gewonde man ter hulp.  Doch hij merkte onmiddellijk de dode ogen, die koud de oneindigheid inkeken.  De pastoor voelde de pols.  Geen reactie.  "Dood", dacht  pastoor De Craene.  "Dit is een kwestie voor de dokter en de politie.   De mis van vandaag gaat niet door". De pastoor keek nog even naar het lichaam.  Het was een man van ongeveer veertig jaar, kalend, met grijs haar aan de slapen.  De man had een groen hemd aan, en daarboven een blauwe blazer.  Een eigenaardige kleurencombinatie voor iemand van die leeftijd.
    De pastoor haalde zijn GSM boven en belde de noodnummers 100 en 101.  In afwachting zette hij zich op de zetel in het koor, om de schaarse misgangers straks te kunnnen zeggen dat wegens onvoorzien omstandigheden de kerk vandaag dicht zou zijn, en dat ze liefst zo spoedig mogelijk het gebouw zouden verlaten, aangezien de politie een onderzoek zou instellen  naar een diefstal van zilveren en gouden misattributen.  Geen woord over het lijk.  Morgen zouden ze wel alles lezen in de krant, maar nu wilde hij geen pottenkijkers in de kerk, terwijl de politie en de dokter in de sacristie zouden zijn, en de politie daarna wellicht de kerk van boven tot onder zou onderzoeken naar sporen van inbraak of geweld.
    Maar dat was niet nodig. Vijf minuten na de oproep was de politie ter plaatse.  De pastoor loodste hen naar de sacristie.   Na een vluchtige blik op het lijk beval inspectuer Van Marcke onmiddellijk allle toegangen tot het kerkgebouw af te sluiten en te laten bewaken door een agent.  De wetsdokter, di intussen ook al aangekomen was, had vastgesteld dat de persoon tussen 2 uur en 4 uur 's nachts moest overleden zijn, tengevolge van een slag met een scherp voorwerp op het achterhoofd.  Maar het wapen van de misdaad was in de sacristie nergens te bespeuren.   Het kon natuurlijk weggeborgen zijn in een zijkapel of onder een reeks stoelen, of wie weet waar, in zo'n groot gebouw als een kerk, met al zijn donkere hoekjes en kanten.  Opvallend was wel dat er buiten de sacristie geen bloedsporen te ontdekken waren.   St.-Martinus hield vanop zijn paard alle gedoe in de kerk in de gaten, onbewogen, maar zijn gelaatsuitdrukking had iets over zich, dat de pastoor vroeger nooit had opgemerkt.  Precies alsof Martinus alles wist, maar moest zwijgen .   De pastoor zuchtte:  "Ik laat me nu al beïnvloeden door een schilderij".
    In de sacristie waren geen sporen van een gevecht gevonden.  Bovendien kon de wetsdokter niet bevestigen, dat de persoon in de sacristie vermoord was.  In tegendeel, het leek hem waarschijnlijker dat de moord elders gebeurd was, waarschijnlijk wel in de kerk, maar dat het lijk naar de sacristie gevoerd was.  De pastoor fronste zijn wenkbrauwen.  Daar bleef immers nog altijd de vraag hoe men de kluisdeur van de sacristie had kunnen openen, zonder het slot te beschadigen.  En iedereen vroeg zich af waarom wel in de sacristie, maar nergens elders bloedsporen waren.
    Enfin, na een half uur zoeken was nog nergens.   Men rekende op het forensisch team om via vingerafdrukken en ander indicaties, zoals sporen van vreemde kledij of vreemd DNA, meer informatie te kunnen bekomen.  Ondertussen was de politie ook al tot de voorlopige conclusie gekomen, dat het lijk geen enkel document of andere indicatie bij zich had, waaruit de identiteit van de vermoorde kon afgeleid worden.   Kortom, men stond voor een raadsel: een totaal onbekend lijk, op een plaats waar men nooit een lijk zou verwachten.  Wie verbergt nu in hemelsnaam een lijk in een sacristie, waar men eerst alle moeite moest doen om de kluisdeur onbeschadigd te openen. 
    Maar ook de agenten die de ingangen van de kerk onderzocht hadden, vonden nergens inbraaksporen.  Ja, als men een sacristiedeur kon openen, kon men ook wel zonder sporen na te laten een kerkdeur openen.  De toegangen tot de kerk werden verzegeld.  Het forensisch team deed zijn werk.  De pastoor ging terug naar de pastorie, en schreef een e-mail naar de bisschop om hem op de hoogte te brengen, zodat monseigneur het bericht niet via de radio of de krant zou vernemen.
    Al snel werd er in het dorp gefluisterd.  In het kleine dorp gebeurde nooit iets, en nu stond de kerk in de schijnwerpers van de aandacht, door al dat gedoe van de politie.   De dorpelingen troepten in groepjes samen.  Bij de bakker en de slager werd alles intens besproken , en aangezien niemand de toedracht van de feiten kende (de politie en de pastoor zwegen in alle talen) deed de volkverbeelding de rest.
    Spoedig werd er al geopperd dat er waarschijnlijk een mirakel zou gebeurd zijn.  Maar in het tijdperk van Google waren het alleen nog de oude kwezels die deze optie handhaafden.  De dorpsjongeren daarentegen zaten allang aan hun computer gekluisterd en probeerden met alle geweld langs alle mogelijke manieren de naam van hun  dorp op het scherm te krijgen.  Tevergeefs.  Alleen wat toeristische informatie. Ondertussen stroomden de journalisten toe; want er was altijd wel iemand die journalist X van krant Y kende.
    Dan werd het lijk, met een wit laken overdekt, naar een ambulance gebracht.   De goegemeent wist dus al van iets: er was iemand gestorven in de kerk.  Maar het zou wel niet door een hartaanval zijn, anders was de politie niet zo massaal ter plaatse.  Omstreeks tien uur verliet Martha, de meid van de pastoor, de pastorie op weg naar de slager.  Onmiddellijk troepte het volk rond haar samen.  Maar Martha genoot van het genoegen dat ze "in het belang van het gerechtelijk onderzoek" niets mocht zeggen.  In feite had de pastoor, de vrouwelijke loslippigheid kennende, niets aan haar verteld.
    Doch de meute volgde haar op haar stappen.  Als iemand het moest weten, dan was het toch wel Martha.  En de slagersvrouw: "Martha, moet je geen kop koffie hebben?  Dat zal deugd doen na alles wat er deze morgen gebeurd is!"  Maar Matha zei dat ze gehaast was, want de kans was groot dat er vandaag nog een vertegenwoordiger van het bisdom zou komen.
    Tegen elf uur verscheen het parket.  Procureur Tichelmans was in hoogst eigen persoon erbij.   Onder zijn leiding ondervroeg men grondig de pastoor.  Niet dat men geloofde dat hij ergens schuldig aan was, Maar de zaak was wel bevreemdend genoeg om geen enkel mogelijk detail te vergeten.  Dan gingen allen naar de kerk, aangestaard uit de verte door de dorpelingen.
    Het dorp gonsde van de bedrijvigheid.  Het werk werd neergelegd, en een aantal huizen werden omgetoverd tot vergaderplaats, waar men wanhopig luisterde naar de radio, of op de computer de naam van de gemeente bleef intikken.  Maar zowel de radio als de computer gaven geen kik over het dorp.  Iemand keek toevallig door het raam aan de straatkant; waarempel daar kwam een zendwagen van de VRT aangereden.  En nog geen tien minuten later landde een helikopter  van VTM op de weide van boer Koninckx  Ja, nu wist het dorp het wel.  Als de VRT en VTM er bij kwamen, zou het wel iets heel ernstig moeten zijn.  Die komen niet kijken naar wat gestold bloed in een relikwie, dat plots vloeibaar was geworden.
    De schooljeugd kreeg 's middags vrijaf.  Geval van overmacht.  Want er was nog nooit zo gespijbeld als die dag.  Eén van de onderwijzers, op van de zenuwen, kocht inderhaast een pakje Bastos, en stak met trillende vingers een sigaret op.  Het schoolhoofd reageerde niet.  Hij eiste anders nochtans dat zijn onderwijzers nooit rookten in het zicht van de leerlingen.
    Uit de buurgemeenten kwam ondertussen ook volk opdagen.  Want roddels verspreiden zich in ijltempo.
    En dan eindelijk het radio-nieuws van 2 uur.  "In de kerk van L. werd deze morgen door de plaatselijke pastoor in de pastoorssacristie een lijk ontdekt.  De man ongeveer 35 jaar oud, was met een scherp voorwerp zo hard de schedel ingeslagen, dat deze bijn verbrijzeld was.  De identiteit  van het slachtoffer was niet bekend, en van het moordwapen was geen spoor.   Voorlopig tastte het parket in het duister over dader of daders en over het motief.  Men wachtte de autopsie van het lijk af."
    Zo, het dorp was al heel wat gerustgesteld.  En ook een beetje fier dat ze nu overal in het TV-nieuws zouden komen, vooral dan met zo'n bizarre moord.
    Uit de autopsie bleek echter dat de man niet met een voorwerp was neergeslagen, maar dat het verbrijzelde achterhoofd ontstaan was door de val van een hard voorwerp, waarschijnlijk een stuk arduin, dat het hoofd van de man met een ribbe geraakt had .  En inderdaad, de politie, die nog altijd ter plaatse was, merkte op dat een arduinen drempel in een nis, aan de buitenzijde van de kerk, waar al jarenlang geen heiligenbeeld meer stond , ontbrak.  Maar waar waren de brokstukken, indien het de drempel was, die loszittend, door toeval naar beneden gevallen was?
    Het raadsel was vlug opgelost.  De man die normaal de kerk reinigde, had de avond hiervoor zijn broer gezonden, omdat hijzelf door een zware griep geveld was.  De broer, die het werk niet gewoon was, had er niet opgelet dat er bloed zat op de de brokken arduin, en gewoon alles in de uithoek van het kerkhof gekieperd, tussen de brokstukken van vervallen grafstenen.
    De vreemdeling moet waarschijnlijk juist onder de nis gestaan hebben, om enigszins te schuilen voor de zware hagelbui van de vorige avond.Hij was waarschijnlijk na de slag no bij bewustzijn geweest toen de drempel zijn hoofd raakte, en dan hevig bloeden de kerk, die nog onder het waswater stond, zijn binnengestrompeld.En inderdaad, in de hoek van de doopkapel vond men nog sporen geronnen bloed.  Niemand had de doopkapel ingekeken, omdat de pastoor gezegd had, dat die altijd op slot was, nadat een gek een tiental jaren geleden geprobeerd had zijn frustraties op de doopvont te ontladen met een hamer.  De vreemdeling moet waarschijnlijk heel rap het bewustzijn verloren hebben.
    De broer van de kuiser had de doopkapel wel geopend, maar vergeten af te sluiten, net als de branddeur van de sacristie.  Bleef echter de vraag: hoe was de man erin geslaagd, zo hevig gewond, van de doopkapel achteraan de kerk, naar de sacristie te kruipen zonder bloedsporen na te laten?  Deze vraag bedekte het verhaal met een zekere graad van onwaarschijnlijkheid.
    Of wilde de duivel nog een laatste maal zijn macht tonen, voordat het kerkgebouw ontwijd en gesloten werd?  In ieder geval werd de identiteit van de onbekend nooit achterhaald.

    de



    Vind je deze tekst goed?    Laat hier uw commentaar achter

    07-02-2010 om 00:00 geschreven door Nomen Nescio  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (7 Stemmen)


    Archief per week
  • 03/01-09/01 2011
  • 30/08-05/09 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 01/02-07/02 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs