‘Elio di Rupo, de burgemeester van Bergen, stelde in 2008 op de plaats van de ramp het nieuwe project ‘Ilot Oiseaux' voor

dat in de plaats kwam van Les Mésanges. Hij zei tegen de slachtoffers dat we de bladzijde moesten omslaan en opnieuw beginnen.

Wij zeggen: oké, we zullen de bladzijde omslaan, maar niet voordat gerechtigheid is geschied.'

Voor John Joos, de voorzitter van het steuncomité van de slachtoffers van Les Mésanges, is het tien jaar na de feiten

nog altijd even duidelijk wat die gerechtigheid inhoudt: ‘De Parti Socialiste (PS) heeft Sorelobo veertig jaar lang slecht beheerd.

Dat wanbeheer heeft in Les Mésanges zeven mensen gedood en andere mensen voor het leven verminkt.

De verantwoordelijken moeten daarvoor gestraft worden.'

Dat de slachtoffers van de grote brand naar de PS wijzen, mag niet zo verwonderlijk heten.

Ten tijde van de brand wemelde het in de 35-koppige raad van bestuur van de Société Regionale du Logement Borinage

(Sorelobo) van de hoge PS-politici uit Bergen en de Borinage.

Premier Elio di Rupo was één van de leden van de raad van bestuur.

Ook Claude Durieux, ondertussen de gouverneur van Henegouwen, en Didier Donfut, tot 2009 Waals minister van Sociale Zaken,

zaten in 2003 in hoge functies bij Sorelobo. Durieux was zelfs voorzitter.

Maar vandaag verschijnen in Bergen, naast de woningmaatschappij ‘Toit et Moi', alleen twee trouwe PS-soldaten voor de rechter.

Maurice Lafosse, oud PS-burgemeester van Bergen (1989-2000) en ook oud-voorzitter van Sorelobo (1977-2001),

staat samen met zijn schoonzoon Victor Zdanov, directeur-beheerder van Sorelobo,

voor de rechtbank wegens onopzettelijke doodslag bij gebrek aan voorzorg.


Vernietigend

De brandexperts die de voorbije jaren in opdracht van het parket de brand onderzochten, wezen niet in de richting van de bewoners,

maar wel naar Sorelobo.

‘Het gerechtelijke dossier liegt niet. De lijst met mankementen is lang.

Het rookdetectiesysteem in Les Mésanges haperde al jaren.

Er was een geluidsalarm, maar dat kon je op de hoogste verdiepingen niet horen. Er waren geen brandwerende deuren', zegt Joos.

‘Het elektrisch systeem waarmee de bewoners vanuit hun appartement bezoekers konden binnenlaten,

was al maanden vóór de brand defect. Om dat te verhelpen, hadden de beheerders van Sorelobo voor een radicale oplossing gekozen.

Ze hadden het slot op de deur gewoon weggehaald, zodat iedereen in en uit kon lopen. Zo werk je vandalisme uiteraard in de hand.

Op elke verdieping van het gebouw hing één brandblusser en één lans om vuur te bestrijden.

‘Geen ervan werkte toen de brand uitbrak. Ze waren allemaal stuk of onbruikbaar wegens gebrek aan onderhoud.

De brandtrap was vanuit sommige appartementen niet te bereiken. De kokers om rook af te voeren, waren door Sorelobo zelf afgesloten.'

Het verslag van de brandexperts was niet alleen vernietigend.

Ook bleek dat de verantwoordelijken van de maatschappij al jaren wisten wat de problemen waren.

Want in de brandweerverslagen die sinds 1968 jaarlijks van het gebouw werden gemaakt,

bleek iedere keer opnieuw dat er zware gebreken waren op het vlak van de brandveiligheid.

Sorelobo en oud-burgemeester Maurice Lafosse (PS) legden die rapporten echter iedere keer opnieuw naast zich neer.

Daarom moeten zij zich nu voor de rechtbank verantwoorden, samen met Victor Zdanov, die instond voor het praktische beheer.

Alle andere Sorelobo-bestuurders ontspringen de dans.

Ook premier Elio di Rupo (PS), die op het moment van de brand burgemeester van Bergen en bestuurder van Sorelobo was.