eerst nog genoten van een superlekker ontbijt., dan weer de bus op. We reden langs de Gele Rivier. Deze heeft zijn oorsprong op Tibetaans grondgebied en is 5465 km lang. Men zegt dat de Chinese cultuur een geschenk is van de Gele rivier. De loop is door de eeuwen heen vaak gewijzigd. De 5 keizerlijke hoofsteden liggen allemaal aan deze rivier. Zij wordt ook het verdriet van China genoemd omwille van de vele overstromingen. Zo is er in de dertiger jaren een grote overstroming geweest die meer dan 1 miljoen slachtoffers maakte en meer dan 80 miljoen mensen dakloos maakte. In het park aan de rivier in de stad bezochten we eerst twee grote waterwielen, symbolen van de stad.
Je kan ook op een vlot van varkenshuiden op de rivier gaan peddelen, maar er zat vandaag wel een sterke stroming op. In het park verder veel taichi en allerlei bewegingsoefeningen, met en zonder muziek: ook vorig jaar zagen we dit, maar veel meer.
vlak aan het park was er een brug uit de 20ste eeuw, maar de oorspronkelijke dateert uit 1374. Zij is 223 m lang.
Dan gingen we met een kabelbaan naar het bovenpark van de Witte Pagode : de Baita, Via een mooie wandelweg kwamen we terug naar beneden. Veel Chinezen gingen te voet naar boven : een fikse wandeling ! een wandelweg vol prieeltjes, wandelgaanderijen enz.
Voor de lunch naar een poepchique restaurant, waar we weer een kijkattractie waren. En dan de rit naar de luchthaven van Lanzhou; vlot door alle controles, maar hun veiligheidssysteem staat nog niet op punt, want we zijn al in 5 verschillende luchthavens met een tube zonnecrème in de rugzak gepasseerd zonder problemen! Maar een vertraagd vlucht, op zijn Chinees. Een ruim vliegtuig van Eastern China. Landing om 17.30 uur in Beijing. Een bus zou ons naar het centrum van Beijing brengen voor een afscheidsdiner met Pekingeend. Maar al het verkeer richting centrum zat vast : er waren 2 concerten in Beijing en dat hebben we geweten. Toch drong de tijd : we moesten om 21 uur terug op de luchthaven zijn om in te checken richting Istanboel !
Na een uurtje filerijden kregen we van onze reisleider te horen dat we geen pekingeend zouden gaan eten in het centrum, maar doorrijden naar het hotel. Daar kregen we een rijkelijk diner en konden ons zelfs nog gaan omkleden en douchen op een kamer: dat deed erg deugd.
Een bedankingsspeech met attentie voor Rob was op zijn plaats; dat had hij zeker en wel verdiend.
Rob bedankte terug en vertelde dat we onderweg toch een paar keren echt geluk hadden gehad. De busrit door de woestijn met die stormwind, de rit om 6 uur 's morgens met de bus, en we mochten eigenlijk maar vanaf 8 rijden! En de problemen in Xiache.
Maar blijkbaar zijn we dan toch voor het geluk geboren en is onze reis vlot verlopen.
Een laatste maal voor het luchthavengebouw hoorden we van hem: ladies en gentleman please prepare for evacuation
Vlucht Beijing naar Istanboel van bijna 11 uren en vlucht van Istanboel naar Brussel 3 uren en onze fantastische reis zat er weer op.
Beste bloggers bedankt om ons te volgen en de foto's via onze medereizigers zullen we later wel er op plaatsen.
Onze dag begon met een verrassing. Tijdens het ontbijt, aan de voorzijde van het hotel kregen we een Chinese opvoering van een militaire
training. Op het grote plein voor het hotel waren een groep militairen (in gevechtskledij met reuze schild) allerlei oefeningen bezig; als we buiten stonden hoorden we in de nabijheid nog ergens Chinese bevelen roepen. (waarschijnlijk nog een groep )
Onze Chinese gids meldde dat hij de avond voordien bezoek had gekregen van een militair die vroeg waarom wij hier waren en wat we kwamen doen, en met het uitdrukkelijk verzoek 's morgens de stad onmiddelijk te verlaten! Gelukkig was dit ook zo voorzien in ons reisplan.
Er mochten absoluut geen foto's of film gemaakt worden van deze vertoning.
Onze begeleider had via andere kanalen geprobeerd te weten te komen of er daarover in het nieuws ergens melding was gemaakt van problemen in Xiahe of omgeving? Bij het verlaten van het hotel zouden we eerst via de achteruitgang moeten gaan, maar uiteindelijk zijn we toch via de voordeur vertrokken. China liet hier nog een echt staaltje zien van : kijk wij staan klaar: er wordt hier niet buiten de lijntjes gekleurd.
Maar zo vertrokken we terug naar Lanzhou. Maar als er echt iets op til was zou het kunnen dat vanaf morgen de regio zeker voor buitenlanders volledig wordt afgesloten, maak dat maar mee als reisleider! In China is nooit iets hetzelfde als ervoor.
We maakten nog een fotostop aan de Deer Long Tempel en de Zagzagtempel die met hun gouden dakversiering schitterde in de zon.
In de Zagzagtempel hebben we uitzonderlijk even binnen mogen kijken, prachtige stoffen versieringen en muurschilderingen met afbeeldingen van verschillende Boeddha's. De meeste Boeddhistische tempels liggen op een prachtige locatie tegen een bergflank met een adembenemend uitzicht zoals deze.
Toen reden we verder naar een weeshuis dat opgericht was door de monniken van het Zagzagklooster. Dit zijn kinderen bv. van ouders die opgepakt zijn door de overheid, vondelingen en éénoudergezin die duizenden km weg in een fabriek werken. De leerkrachten waren vrijwilligers die om de 3 maanden werden afgelost. Van onze geldinzameling heeft de Chinese gids 6 zakken (van 25 kg) bloem gekocht in een plaatselijk winkeltje. Na onze gift te hebben afgegeven en een blik in de keuken en de refter van de 87 weeskinderen te hebben geworpen werd door de aanwezige monnik toch gevraagd het domein te verlaten, wat toch de indruk gaf dat er iets op til was in de regio dacht onze gids. Maar men voelde toch de dankbaarheid van de begeleiders.
Van daaruit ging het naar de steenbakkerijen. We waanden ons terug in de tijd van de film Daens! De Rupeltreek in de 19de eeuw.Het enige dat machinaal... gebeurde was met een grote schepbuldozer het kleizand op een hoop scheppen, daar stond een vrouw met de spade het zand op de band te scheppen. Via deze band viel het in een bak waar het met water gemengd werd, en vervolgens door een pers in 3 rechthoekige worsten geperst werd.
Door een snijsysteem werden de bakstenen op maat gesneden en op houten planken geduwd, die werden met een tiental op kleine wagens geduwd, die ze naar de droogplaatsen reden. Wat zou hier de veiligheidsadviseur zeggen... want wij mochten overal tussen die machine kijken. Vanaf hier werd het handenarbeid. Merendeel vrouwen, stapelen de natte stenen op een bepaalde manier in lange rijen op de grond, voor elk lege kar van enkele honderden stenen krijgen ze 0,70 Yuan = 10 eurocent. Na een bepaalde tijd te drogen, terug op een stootkar die naar de droogovens reed. Hier zijn we even binnen geweest, niet te harden die hitte. Ook bovenop deze ovens van wel 30m lang en 5m hoog waar via kleine gaten de kolen in werden geduwd.Als je daar tien minuten op dezelfde plaats bleef staan had je geen schoenzolen meer!
Als we eens een zeurdag hebben, zullen we hier even aan terugdenken.
Voor de lunch nog even een halte bij een ornamentmakerij (ik weet niet hoe ik het anders moet noemen) Die versieringen van bloemen en dieren die op de Chinese daken staan werden hier met de hand gevormd en gebakken. Lunch in Lychang waar juist een zeer luidruchtig huwelijksfeest was, dat was niet moeilijk er werd sterke drank geschonken van 45° en constant ad fundum.
We reden verder terug naar Lanzhou voor onze laatste overnachting van deze reis.
We kregen voor onze groep (lang neuzen) een speciaal Europees ontbijt:
spiegelei, toastbrood, tomaten en komkommer en joghurt. En onze gids was in Lanzhou chocopasta gaan kopen!
Vandaag stond het grote Labrangklooster op het programma, de grootste Tibetaanse tempel uit de omgeving.
Hier komen van heinde en verre veel Tibetaanse pelgrims naartoe. Sommige doen deze tocht op een erg vermoeiende manier: ze werpen zich telkens op de grond, en herhalen dit na enkele stappen, en dit kilometers ver! En dan moeten ze nog 3x rond het volledige kloostercomplex stappen terwijl ze aan de gebedsmolens draaien of aanraken. En zij stappen dit af in een vrij hoog tempo.
Hier was het overal erg slijkerig door de nachtelijke regen. We hadden om 10u een afspraak met een monnik die de rondleiding zou doen in het engels.(maar het was echt djengels)
De verschillende Boeddhistische tempels waren erg kleurrijk versierd. Rond 12u was er plots een soort oproep, en kwamen uit alle huizen en plaatsen monniken tevoorschijn die zich haasten naar de trappen voor de tempel. Zij droegen de bordeaukleurige pij met gele kam-achtig hoofddeksel, hun naam is dan ook: geelkappen. Voor de tempel deden ze hun speciale zwarte met rode laarzen uit, en gingen bidden op hun ééntonig ritme. (eigenlijk het afdreunen van teksten) Er zijn hier nog meer dan 1000 monniken van 6j tot 95j.
Door het dorp loopt de Daxiarivier.
Hierna waren we even vrij, en konden we nogmaals langs deze Tibetaanse winkeltjes slenteren.
Na de lunch in het hotel reden we met de bus naar de eindeloze grasvlaktes of steppe,op zoek naar een nomadenfamilie.
Ondertussen was het weer wat opgeklaard, en kwamen de besneeuwde bergtoppen van Longmen Sha te voorschijn PRACHTIG.
We hadden even een fotostop als er een kudde jaks en schapen voorbij kwam. Op de terugweg zijn we gestopt bij een traditioneel geweven
tent in jakhaar. Een rechthoekige tent van ongeveer 5m op 3m met een kacheltje, waar ze met 10 pers in leven!
De tenten worden bewaakt door 4 grote honden (gelukkig aan de ketting) Er was een Tibetaanse gids bij die vroeg aan de vrouw of we even in de tent mochten zien. Na wat aandringen deed ze toch teken dat we mochten komen en werden we gastvrij ontvangen. De grootmoeder, wij hadden ze 60j geschat, bleek maar 45j te zijn en haar dochter van 22j met 2 kindjes waren alleen aanwezig. Het jongste kindje was 2 maanden en lag goed ingeduffeld op een hoopje dekens.De matrassen lagen aan de zijkanten opgestapeld. Verder nog wat kookgerei en een kleine koelkast op zonne-energie! De dochter maakte voor ons een mengsel van jakboter, melk,gerst, suiker en gedroogde kaas. Ze kneedde dit met haar hand in een kommetje tot een homogene massa, en dan hebben we geproefd ... echt lekker en voedzaam, want zij eten geen groenten en fruit. Voor de jakbotertee heb ik bedankt. We hebben nog veel foto's genomen van deze nomadenfamilie en hebben bedankt voor hun gastvrijheid met " demo" : is tot ziens in het Tibetaans.
We besloten deze rit met aan beide zijde reusachtige besneeuwde bergtoppen en hadden ons diner in het hotel.
Eerst nog een bezoek aan de Witte Pagode en dan verder naar de luchthaven. Onze kapotte valies hebben we dichtgeplakt. Onze Chinese gids heeft het verslag voor de verzekering in het Engels vertaald. Een klein vliegtuigje (zelfs heel wat handbagage kon niet opgeborgen worden) bracht ons naar Lanzhou. Bij aankomst regende het. Een een miljoenenstad (3 milj. inwoners) gelegen aan de Gele Rivier, tussen een bergketen op 1500 m hoogte. Eind jaren 90 was dit de meest vervuilde stad ter wereld. Er is nog steeds veel industrie en een belangrijk transportcentrum. Er wordt naar goud gedolven en de allergrootste goudvoorraden liggen hier. Op wandel ontdekten we een heel mooie binnenplaats met stalletjes en winkels vol kalligrafiemateriaal enz. We hebben hier enkele leuke Chinese souvenirs gevonden en Chinese kinderliedjes voor ons Nina. Na en lekker diner herschikten we onze valiezen want we namen maar één valies mee naar Klein Tibet.
Iedereen strond met kleine oogjes in de lobby om 6 uur 's morgens. Ontbijtbox voor onderweg in de bus. Onze Chines gids Sofia is nogmaals gaan informeren in de luchthaven naar onze handbagage maar geen resultaat. Bij het binnenkomen in de luchthaven moet je al direct je bagage door de controle schuiven. Onze waterflesjes konden er door als we ze in hun bijzijn er een slok van namen. Met de bus naar het vliegtuig en achter ons de kar met onze bagage. Blijkbaar was onze grootste valies van de kar gevallen en sleepte over de grond. Hopelijk is er niets aan onze koffer ... Maar fout !! Een hele hoek van onze valies is volledig weg. De luchthaven van Urumqi gaan we niet vlug vergeten. De dienst voor schade bezorgde ons een verklaring ... in het Chinees. De verzekering zal lachen !! Dunhuang heeft een geschiedenis van 2000 jaar handelsstad op de zijderoute, omgeven door zand en duinen, een oase belangrijk voor de katoenteelt. Grote apsara's, halfblote dames uit het Hindoeïsme, sieren de stad. Recht naar het hotel, prachtig gelegen met adembenemend uitzicht op de bergen en de woestijn. Een immens komplex, met gebouwen verbonden door open gaanderijen. De stad is populair omwille van de nabije Mogao-grotten. Die kan je alleen bezoeken met een gids. Onze gids had gevraagd om iemand te hebben die echt Engels kon en geen tchengels, maar het was tchengels. Het zijn boeddhistische grotten die dateren uit de 4de tot de 12de eeuw, gemaakt door monniken, die 1000 grotten uit de zandsteen hebben gehouwen en beschilderd. Sinds 1961 staan ze op de UNESCO lijst van Werelderfgoed. Terecht. Moment suprême : een tocht op kamelen door de woestijn. een hele toer om op dat dier te geraken : eerst aan de linkerkant je linkervoet er in en dan de rechter erover gezwaaid in de hoop dat de kameel genoeg geduld heeft voor hij recht komt - wat niet altijd het geval is. Op weg met onze karavaan reden we een uurtje tot aan de voet van een hoge woestijnberg (puur zand). De liefhebber mochten de hoge duin beklimmen. In het begin ging dat nogal maar eens in het mulle zand schoof je gemakkelijk terug naar beneden - Echternach in China. De laatste 20 m was het zwaarst maar het uitzicht was prachtig. Terug de kamelen op, maar daar ging het voor enkelen mis : iemand van het gezelschap zwaaide haar been over de bult en toen stond dat beest plots recht. De begeleider wou haar er terug afhalen, maar zij deed toch haar best om in het "zadel" te geraken. Hilarisch. Na weer een uur schommelen in het juiste ritme bereikten we terug onze bus. Dit alles bij valavond met een mooi licht en schaduwspel. Weer is er een dag voorbij.
De dag in Turpan begon met een kleine Chinese oorlog aan het ontbijt: roepen, praten en altijd voorkruipen. Onderweg doorgheen de Vlammande Bergen naar Tuyoek, een van de oudste Oeigoerdorpen in de regio. Hoe de mensen daar nog woonden is ondenkbaar : alles stoffig en grijs. Merendeels moslimbevolking. Verder naar de grotwoningen met veel muurschilderingen. Een Europees onderzoeker heeft de meest stukken losgemaakt en meegenomen naar Duitsland. Soms gewoon uit de muur gezaagd. Dan naar de duizend Boeddhagrotten, met Boeddha's waarvan er sommige meer dan 30 m hoog zijn. Terug de woestijjn in met gelukkig minder wind dan de vorige keer. Een kort stop aan een reuzetermometer die de recordhitte aanduidt die daar ooit gemeten is : 82° !!! Aangekomen in Urumqi bezochten we de heuvel in het centrum van de stad waar geliefden sloten aan het hekken van de pagode vastmaken als teken van hun eeuwige liefde.
20 mei Van Urumqi naar Turpan Een busrit van 250 km door een dor landschap. Eerste stop: terrein met duizenden windturbines. Turpan ligt 135 m onder de zeespiegel. Het heeft 200 duizend inwonders, waarvan 25000 Oeigoeren. Na een veroveringstocht in 750 AD zijn ze hier aanbeland. In de zomer : 40° en -20° in de winter. Er is het voorjaar en de vroege zomer hier altijd wind. Na een aantal km begon het dan ook plots 10 Beaufort te waaien. We hadden gelukkig de wind van achter, maar bij de tegenliggers ontstond er plots een reuzegrote file. De eerst vrachtwagen zijn vooruit sneuvelde ! En dat met zo'n wind vol zand en steentjes !! De grote dekzeilen van de vrachtwagens waaiden bijna allemaal kapot. Een beetje verder lag een vrachtwagen gewoon omgewaaid. Heel bizar : de kleine auto's gingen naast de grote vrachtwanes hangen om uit de wind te geraken. Middagmaal bij een Oeigoerse familie, waar de gewoonte bestaat om met de handen te eten : wij dus ook. Bezoek aan Jiaohe, een oude stad met een geschiedenis van 2300 jaar, op een hoogte van 1650 m en helemaal opgetrokken in leem. Maar een zandstorm maakte het ons, zonder masker of stof bril bijna onmogleijk. De plaatselijkse gids vluchtte zelf naar beneden en naar de bus. We sloten onze dag met een verplicht muziek- en dansopvoering.
Na die slapeloze nacht gaan we onze reis toch niet laten vergallen.We waren vandaag tot 13 uur vrij en zijn we eerst deze miljoenestad ingedoken voor batterijen en een nieuwe zonnebril. Zonnebril : geen probleem; batterijen uitleggen in het chinees is al wat moeilijker. In een warenhuis kwamen we terecht hiervoor : iedereen moet daar bij het binnenkomen zijn handtas laten zien. Sovjettijd ?? In Urumqi leven de Oeigoeren, één van de minderheden. 2000 duizend jaar gelden leefden hier al Kazachen als veehouders. Nu zijn het vaardige handelaars. Maar er leven ook veel Han Chinezen, die hier verplicht zijn komen wonen omdat de Oiegoeren naar zelfstandigheid streven en de overheid hier toch wat spionnen wou plaatsen, maar ook om door huwelijken de families te vermengen om dat streven een natuurlijke dood te laten sterven. In de namiddag naar de bergen met toppen van 5000 en zelfs 7000 m. We deden een rondvaart op een meer en bezochten een Taoistische tempel.Terug in het hotel, dadelijk diner. En slapen maar. Geluukig hebben bereidwillige medereizigers ons foto's beloofd van de verdere dagen, maar ook van Samarkand, want die kunnen nu alleen bekeken worden door een Chinees - op onze laptop.
Terug naar Tashkent. Gisterenavond. Nelly kon niet inslapen en de wekker ging om 02.45 uur. Leve de vakantie !! Iedereen was op tijd beneden. De receptionist lag nog te slapen in de lobby. We kregen toch nog een vrij uitgebreid ontbijt. 1 persoon was de ganse nacht ziek geweest : niet leuk als je zo de bus op moet. Op weg naar Tashkent langs zeer slechte Oezbeekse wegen. Schaapherders, kleine dorpjes (met markten half in de nacht), veel controleposten : een minder leuke erfenis van de Sovjettijd ! 11 uur : aankomst in de luchthaven van Tashkent. Afscheid van onze leuke Oezbeekse gids. Véél formaliteiten, inchecken, boarden voor een vlucht van 1 uur tot Almaty in Kazachtstan. Zo belandden we in China : Urumqi. En daar zijn we op de luchthaven Nelly's rugzak met laptop, fototoestel, jas enz. kwijtgespeeld. De Chinese gids is met onze gids in het midden van de nacht terug naar luchthaven gereden, maar niets gevonden. Om 02 uur lagen we in ons bed. Slapen kwam er niet van.
17/05 : Samarkand. een prima hotel, luxekamer met alles erop en eraan, maar ... geen internet : onbegrijpelijk voor zo'n hotel, maar erg oezbekisch.In de voormiddag : derde standbeeld van Timoer de Manke, vlak bij ons hotel. Hij wordt beschouwd als de stichter van het oezbeekse volk en na de onafhankelijkheid in 1991 werd hij opgevist als dé nationale held. We vinden hier veel verfijnde architectuur : madrassa's, mooie koepels, moskeeën. Eerste bezoek gold het graf van Timoer. Daarna naar het Registanplein, gezien als één van de mooiste pleinen ter wereld : men heeft gelijk, dat moet zelfs een chauvenistische Antwerpenaar bekennen. We waren allemaal echt onder de indruk: we fotografeerden als echte japanners. Eén van de drie madrassa's rond dit plein is gebouwd door Oeloegbek, de grote astronoom en vorst, en was destijds de grootste unif van centraal Azië: de opleiding duurde 20 jaar. Niet meer gebruikt, maar alle studeerkamertjes zitten nu vol winkeltjes. Een deel was ingericht met foto's en materiaal rond de geschiedenis van de astronomie.We brachten ook een bezoek aan het observatorium van Oeloegbek, toen (1428) het grootste ter wereld, met een reusachtige sextant, maar niemand weet hoe het precies werkte. Daarna naar de dodenstad Sjah-i-Zinde, met mausolea, binnenin met goud belegd en veel blauwe kleuren. We eindigden de dag met het doorlopen van een reuzemarkt (bazar) die van 5 uur tot 19 uur open was. Dit is onze laatste nacht in Oezbekistan. Die was héél kort: we worden gewekt om 03.00 uur en vetrek om 04.15 uur : dat zal pijn doen !!!!