Mijn
buurvrouw huilt. Haar zusje is dood.
Dinsdag 22
maart 2016
Ik moet
zeggen dat ik de dag rustig was begonnen. Mijn schoonmoeder belde om te vragen
wanneer mijn man zou landen op Brussel Airport. Ik zei dat ik zojuist op een
mailtje met dezelfde vraag had gereageerd. Mijn mail begon met: Beste bezorgde
ouders. Een beetje humor kon geen kwaad dacht ik. Hij zou morgen landen om 7.25
uur. Na haar telefoontje kreeg ik toch zon vermoeden dat ik maar eens Brussel
nieuws moest googlen. Ik kreeg meteen een liveuitzending. Het is niet te
beschrijven wat ik voelde. Buiten hoorde ik al eerder een vrouw schreeuwen.
Iemand probeerde haar rustig te krijgen. Maar dat gebeurde net voordat ik mijn
laptop had opengeslagen en dus besteedde ik er niet veel aandacht aan. Ik
schreeuwde het uit, vergat te ontbijten en ging naar school.
De sfeer was
ook niet te beschrijven. Iedereen zat alleen maar in zijn mobieltje het nieuws
bij te houden. Ik denk dat de mens op een of andere manier nog probeert
controle over de situatie te houden door te weten wat er gaande is, onder het mom van kennis is macht. Wat zou er
gebeuren als je ze dat ook nog zou afnemen? Van dat groepswerk kwam niet veel
terecht. De helft kon niet meer op school komen, omdat er alarmerende
schoolmails de ronde gingen. Het verbod je te verplaatsen, was je op school dan
bleef je op school. Ik ging er dus maar zelf vandoor, bang dat ze mij zouden
vasthouden. Voor mij was de angst dat ze hier in Gent zouden rondlopen niet
reëel.
Vlak voor
dat ik naar school ging en net nadat ik het uitschreeuwde kwam bij mij het
besef dat bidden toch echt voorrang had op het normale leven. Huiswerk liet wel een dagje op zich wachten. Wat betekent
school nog als dit land in rep en roer is? Ik postte een berichtje op facebook
dat iedereen vanaf half 4 bij mij welkom was om te bidden, want ik ben boos en
dit moet stoppen schreef ik. Rond 4 uur kwam een vriendin langs en na het eten
nog twee vrienden. Hoewel ik van te voren dacht dat we hard moesten bidden,
kwam ik er al gauw achter dat God er naar verlangt dat we stil zijn. We onze
zorgen bij Hem leggen. We luisteren. We Hem aanbidden. Ik stelde voor om een
brief naar God te schrijven. Stilstaan, stil worden, gestild worden. Als we Hem
niet in de stilte kunnen vinden, hoe vinden we hem dan in de alledaagse chaos
van het leven? En als je niet stil bent, hoe weet je dan wat er allemaal in je omgaat?
Ik moet
zeggen dat ik nog steeds veel verdriet heb. Dat uit zich ook in snel overprikkeld raken en hoofdpijn als een band om mijn hoofd. Ik ken die mensen helemaal niet die
overleden zijn. Toch had het net zo goed iemand kunnen zijn die ik wel kende,
zelfs mijn eigen man. Hoewel ik om die reden geen verdriet heb. Dit is geen 'wat als' verhaal.
Ik heb verdriet, omdat
mensen angstig zijn geworden, mensen zijn gaan twijfelen aan God en hun geloof.
Ik heb verdriet, omdat mijn vrijheid in België om de haverklap wordt omgetoverd
tot angsthol, een gevang.
Ik heb
verdriet omdat mijn buurvrouw verdriet heeft. Met buurvrouw bedoel ik mijn Vlaamse
vrienden, klasgenoten, maar ook de vluchtelingen die tegenover ons wonen. Die
weer angstig zijn, terwijl ze gehoopt hadden nu eindelijk uit de miserie te
zijn. Hun zusje, hun zekerheden, zijn overleden.
Is er dan
nog hoop? Ja zeker, eenvoudig gezegd staat de bijbel er vol mee.
Ik ben
ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden
noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons
zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in
Christus Jezus, onze Heer.
Romeinen 8:38-39
|