Inhoud blog
  • Wat ik als eerste doe als ik thuis ben.
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Welkom potentiële lezer!

    26-03-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Mijn buurvrouw huilt. Haar zusje is dood.

    Dinsdag 22 maart 2016

    Ik moet zeggen dat ik de dag rustig was begonnen. Mijn schoonmoeder belde om te vragen wanneer mijn man zou landen op Brussel Airport. Ik zei dat ik zojuist op een mailtje met dezelfde vraag had gereageerd. Mijn mail begon met: Beste bezorgde ouders. Een beetje humor kon geen kwaad dacht ik. Hij zou morgen landen om 7.25 uur. Na haar telefoontje kreeg ik toch zo’n vermoeden dat ik maar eens Brussel nieuws moest googlen. Ik kreeg meteen een ‘live’uitzending. Het is niet te beschrijven wat ik voelde. Buiten hoorde ik al eerder een vrouw schreeuwen. Iemand probeerde haar rustig te krijgen. Maar dat gebeurde net voordat ik mijn laptop had opengeslagen en dus besteedde ik er niet veel aandacht aan. Ik schreeuwde het uit, vergat te ontbijten en ging naar school.

    De sfeer was ook niet te beschrijven. Iedereen zat alleen maar in zijn mobieltje het nieuws bij te houden. Ik denk dat de mens op een of andere manier nog probeert controle over de situatie te houden door te weten wat er gaande is, onder het mom van kennis is macht. Wat zou er gebeuren als je ze dat ook nog zou afnemen? Van dat groepswerk kwam niet veel terecht. De helft kon niet meer op school komen, omdat er alarmerende schoolmails de ronde gingen. Het verbod je te verplaatsen, was je op school dan bleef je op school. Ik ging er dus maar zelf vandoor, bang dat ze mij zouden vasthouden. Voor mij was de angst dat ze hier in Gent zouden rondlopen niet reëel.

    Vlak voor dat ik naar school ging en net nadat ik het uitschreeuwde kwam bij mij het besef dat bidden toch echt voorrang had op het “normale” leven. Huiswerk liet wel een dagje op zich wachten. Wat betekent school nog als dit land in rep en roer is? Ik postte een berichtje op facebook dat iedereen vanaf half 4 bij mij welkom was om te bidden, want ik ben boos en dit moet stoppen schreef ik. Rond 4 uur kwam een vriendin langs en na het eten nog twee vrienden. Hoewel ik van te voren dacht dat we hard moesten bidden, kwam ik er al gauw achter dat God er naar verlangt dat we stil zijn. We onze zorgen bij Hem leggen. We luisteren. We Hem aanbidden. Ik stelde voor om een brief naar God te schrijven. Stilstaan, stil worden, gestild worden. Als we Hem niet in de stilte kunnen vinden, hoe vinden we hem dan in de alledaagse chaos van het leven? En als je niet stil bent, hoe weet je dan wat er allemaal in je omgaat?

    Ik moet zeggen dat ik nog steeds veel verdriet heb. Dat uit zich ook in snel overprikkeld raken en hoofdpijn als een band om mijn hoofd. Ik ken die mensen helemaal niet die overleden zijn. Toch had het net zo goed iemand kunnen zijn die ik wel kende, zelfs mijn eigen man. Hoewel ik om die reden geen verdriet heb. Dit is geen 'wat als' verhaal. 

    Ik heb verdriet, omdat mensen angstig zijn geworden, mensen zijn gaan twijfelen aan God en hun geloof. Ik heb verdriet, omdat mijn vrijheid in België om de haverklap wordt omgetoverd tot angsthol, een gevang.

    Ik heb verdriet omdat mijn buurvrouw verdriet heeft. Met buurvrouw bedoel ik mijn Vlaamse vrienden, klasgenoten, maar ook de vluchtelingen die tegenover ons wonen. Die weer angstig zijn, terwijl ze gehoopt hadden nu eindelijk uit de miserie te zijn. Hun zusje, hun zekerheden, zijn overleden.

    Is er dan nog hoop? Ja zeker, eenvoudig gezegd staat de bijbel er vol mee.

    “Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer.”

    Romeinen 8:38-39

    26-03-2016 om 20:40 geschreven door Nanny in Gent  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-03-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat ik als eerste doe als ik thuis ben.
    Je weet natuurlijk nooit wanneer je weer een verhaal hebt, dat enig zins de moeite waard is om over te schrijven. Gister vond ik het wel degelijk de moeite waard iets uit mijn losse pols te schudden/typen. Helaas heb ik moeten ondervinden hoe je als blogger alles moet opslaan voor dat je ook maar iets daaropvolgend doet. Zo dacht ik gister dat mijn verhaal klaar was de wijde wereld in te gaan, het enige wat mij daarvan weerhield was het indrukken van de verkeerde knop.

    Nu dus aan mij de kunst het verhaal nog boeiender te schrijven dan ik gister al had gedaan. 
    Heb je ooit gehad dat je naar iemand toe liep en gedag zei, omdat je die persoon al eens eerder hebt gesproken? Maar helaas herkend die persoon je niet meer?

    Gister liep ik van waar iemand mij had afgezet naar huis en liep ik langs de Hema, de favoriete plek waar mijn gedachtes weer in het rond tollen. Oh jee dit is de plek waar gebedeld wordt. Wat ga ik geven jadie jadie jadie die riedel. Na wat ik de dag ervoor had meegemaakt kon ik hier wel daarheen prikken en dacht ik: als ze er zijn dan zijn ze er. punt. Dus loop ik langs en zie ik een bekend gezicht. Ik groet de meneer die aan een pilaar staat bij de ingang, met een witte baard en lang grijs haar, dat als hij geen muts op had sluik langs zijn hoofd zou lopen.

    De meneer keek verwonderd, maar vrolijk naar mij. Ik zei dus dat ik hem herkende en hij had echt geen idee...

    Een hele poos geleden liep ik samen met mijn man de inkomhal van de Carrefour binnen. Er hing een vieze lucht die het te danken had aan een man die waarschijnlijk al een hele poos de trappen van de ingang bezet hield. We spraken hem aan en vroegen of we hem ergens mee konden helpen. Hij zou wel wat te drinken lusten, Jupiler. We haalde een halve liter bier, geen zin in morele vraagstukken. Met daarbij wat zoutjes en gaven het aan de man van de trappen. We babbelde nog wat met de man, hoewel er niks zinnigs uit zijn mond kwam tot mij plots in het oog schoot waar de exacte odeur van deze inkomhal vandaan kwam. Zijn spijkerbroek was licht aan de buitenkant en donker aan de binnenkant van zijn benen. Ik vroeg of hij wist waar hij zich kon wassen. Hij noemde talloze plekken op waar hij binnen de openingstijden zichzelf en zijn kleding kan wassen, los van of hij dat ook daadwerkelijk deed. Ik kan mij niet meer goed herinneren wat er daarna zich nog afspeelde, maar dat is niet bepaald relevant voor dit verhaal.

    We hadden een kort gesprekje gister. Ik complimenteerde hem dat hij er vrolijk uit zag en benadrukte wat een lekker weer het is vandaag. Hij babbelde wat over Jupiler en vertelde dat naar de toiletten gaan niet altijd even gemakkelijk is. Hé dacht ik; deze man lijkt dus nuchter hetzelfde probleem te hebben. Even voor de kritische lezers; geld en bedelen kwam niet ter sprake. Vervolgens zei ik: oké dan ga ik weer verder, ieders zijn eigen weg. hij zei mij gedag en daarna liep ik verder. Hij riep mij na, ik draaide mij om. Ik zag een aarzelend maar blij gezicht: 'Héee, en bedankt hè!'

    Wat nog niet ter sprake is gekomen in het bovenstaande is dat gister vanaf het moment dat deze meneer begon te spreken hij sputters over mijn hele gezicht verspreidde. Dat was, wat zal ik zeggen, zeker niet aangenaam. Voor ik deze man zag dacht ik dat ik mij als eerste zou gaan ontspannen, nu wist ik dat ik als eerste mijn gezicht zou wassen!


    20-03-2016 om 21:29 geschreven door Nanny in Gent  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-03-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Gisteren kwam ik bij de bibliotheek waar ik wel vaker een man op een stoel met een boodschappenkarretje zie zitten naast de ingang. Ik moet zeggen dat in Gent bij grote gebouwen er altijd wel iemand zit om uiteraard te bedelen. Behalve trouwens zigeuners. Die vind je op de raarste plekken, midden in een drukke straat voorovergebogen op hun knieën, bedelen. Zoals in zoveel steden trouwens. Nou ben ik niet zo iemand die altijd maar geld geeft. Ik behoor ook niet tot de categorie die altijd maar gedag zet. Iedere keer, afhankelijk van hoe ik me voel, ga ik anders met de situatie om. Toch laten ik me ook wel wat leiden door dat stemmetje in mijn hoofd die goedgevende plannetjes heeft, waar ik zelf niet altijd zin in heb, of het moeilijk vind om uit mijn comfortzone te stappen.

    Ik kwam uit de bibliotheek en daar zat hij nog steeds. Ik wees naar zijn kerstmuts en lachte. Hij lachte terug. Er gebeuren uiteraard allerlei redeneringen in je hoofd. Wellicht heb je dat ook. Hoeveel of ga ik überhaupt wel geld geven. Ik dacht geen contact geld meer te hebben en gaf te meneer vijf euro, omdat het wat omhandig in zijn papierenbekertje te stoppen zou zijn, die denk ik alleen maar bedoeld was voor muntjes, stopte ik de vijf euro in zijn vuist. Waarop hij meteen opstond mij twee kussen op iedere wang gaf. Ik communiceerde door vriendelijk hem de hand te geven en weg was ik. Terug naar huis.

    Vandaag ging ik weer naar de bibliotheek. Ik moest nodig studeren. Ik sprak hem aan en hij maakte in zijn eigen en geloof ik in vele andere woorden van talen duidelijk dat hij me herkende. "Ik herken jou wel, van gister. Jij hebt mij 5 euro gegeven." Ik probeerde te weten waar hij vandaan kwam en welke taal hij sprak maar dat lukte niet. Ik maakte een stap richting de ingang en hij maakte een betekenis van: Ja, ga maar naar binnen. (Ik zeg maar voor het gemak 'hij zei', want hoewel dat we elkaar taal niet helemaal spraken, begrepen wel elkaar)

    Ik kwam uit de bibliotheek. Het lollige was dat ik hem die vijf euro had gegeven en er thuis achter kwam dat ik wel nog gewoon 2 euro contant had. Ik had die 2 euro in de bibliotheek in mijn zak gestoken, maar toen begon ik te denken. Moet ik hem nu wel weer geld geven? Eigenlijk zag ik al een paar 2 euromunten in zijn bekertje zitten. Zou hij veel geld hebben? Hoe leeft hij eigenlijk? Heeft hij contacten? praten mensen niet alleen maar oppervlakkig met hem?

    Ik stapte uit de bibliotheek. We begroetten elkaar weer. Hij stond op en zei: "kom, wij gaan samen koffie drinken". We liepen samen weg van de bieb. Meteen begon ik mijn landen op hem af te vuren: "Espagnia, Romania? " Hij zegt: "Ja, Romania!". Ah zeg ik. Eu sunt Nanny. Hij stopt, kijkt me met grote ogen aan. "Jij spreekt roemeens?" Nee, zegt ik, maar een klein klein beetje.

    Hij neemt me mee de lange straat in richting het centrum, maar ik heb geen idee waar hij mij naar toe wilt brengen. Of wilt hij dat ik hem ergens naartoe breng? Uiteraard zijn we een ludiek paar, maar die gedachtes zijn al in het bezit van anderen. We komen langs een klein eetcafeetje dat ik ken, die vond ik erg geschikt om samen pannenkoeken te eten. Ik zeg: Kom, ik neem jou mee uit eten. We gaan samen naar binnen en ik moet eerlijk bekennen. Nerveus wordt je niet van een dakloze! Nerveus wordt ik van al die gezichten die ff niet weten hoe ze met de situatie moeten omgaan. Een tafel voor 2 graag, zeg ik nog, terwijl we eigenlijk al een plekje hebben gevonden. Amai, ik wordt ook raar van de situatie! Omdat ze niet echt naar me toe komen lopen, zeg ik maar van een afstand dat we weten wat we willen bestellen. Voor wie is de warme chocolademelk? En de koffie? Die is voor hem zei ik. Zo, en een koffie voor meneer.

    Ik vertelt dat ik getrouwd ben en laat een trouwfoto op mijn mobiel zien. Ook stel ik google translate in, erg handig. Zo kan ik nog meer vertellen over wat mijn man studeert etc. Ma femme morte. deux année, zegt meneer. Hij laat een foto zien op een oud documentje geldig tot 2005. Silvica zegt hij. Mooie naam! zei ik.

    De pannenkoek was lekker. Ik deed er bij hem alleen nog een scheut bruine basterdsuiker bij, toen hij bescheiden een beetje pakte. Hij vertelde dat hij vader was van vijf kinderen, maar allemaal al volwassen. Hij zegt: Ik bel een van mijn kinderen, dan kun jij ook ff gedag zeggen. Ik kreeg een meisje vanuit Frankrijk aan de telefoon. "bonjour" zeg ik terug. "Je suis avec ton papa à un restaurant." Ik had geen idee wat ik verder nog moest zeggen. ça va kreeg ik terug. Ik gaf de telefoon terug en meneer zegt weer enthousiast, maar ze kan ook roemeens, en geeft de telefoon weer terug aan mij. Ik zei: het gaat wel, en ik ben nanny in het roemeens. Het was hilarisch hoe dit allemaal verbaal nergens op sloeg, maar goud betekende voor deze man.

    Op de heenweg begon ik al wat kinderliedjes over jezus en god te zingen in het roemeens. Ik dacht ik kan helemaal geen roemeens, maarja die liedjes kan hij tenminste in zijn eigen taal horen.

    Toen we afscheid namen zei ik nog een keer in het roemeens: Ik ben bij jou elke dag zegt Jezus Christus.
    hij zei: Ik ben je zo dankbaar, het was zo leuk ff met elkaar te eten. Hij gaf me wel in totaal wel zes zoenen op de wang en daarna gingen we ieders weer onze eigen weg.








    18-03-2016 om 18:56 geschreven door Nanny in Gent  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    Tags:dakloos, gent, student
    >> Reageer (1)

    Archief per week
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs