29 maart : Matera in de zon nog warmer in ons hart
29 maart : Matera in de zon en nog warmer in ons hart
Wij
zijn zo van die mensen die nooit genoeg krijgen van schoonheid en dus
alles moeten gezien hebben, bang dat wij iets gemist zouden hebben.
Wij
begeven ons terug in de blokkendozen van de Sasso Barisano. Hier
gebruikte men de tufsteen uit de grotten om kubusblokken te maken.
Dus in deze Sasso een combinatie van blokkenhuizen en grotwoningen.
Wij
willen San Pietro in zijn kerk bezoeken. Onze verbazing is groot. Eerst
en vooral voor de mooie altaren en de fresco's. Onderaards is er
labyrint van kamertjes met opschriften; rechts een kamertje met
fresco's. Het stinkt er; er werd overgeleverd dat de dode paters hier in
het dodenhuisje werden gelegd om hen te laten "uitlekken". Ja, wat wil
je dan.
Onze verwondering was ook over de kunstwerken van Louise Manzon.
Zij stelt hier indringende beelden van vrouwen, alleen en in groep, van vissen, als golven van de zee ten toon. Zij
brengt een ode aan de vrouw, die wereld draagt. Zij leeft mee met de
vluchteling die ontheemd de zee en de overkant als zijn betere toekomst
ziet. Waar blijft jouw ziel als je alles achterlaat? Aan ons om hen
terug leven te geven met begrip voor waar hun ziel is. Elk beeld of
beeldengroep roept de diepste emoties op. Dit topniveau van kunst. En
het staat hier op zijn plaats...culturele hoofdstad....wij krijgen van
de loketman de toelating om te fotograferen met de belofte om niet de
altaren en fresco's te fotograferen.
Onze dag is nu al volmaakt.
En
als toemaatje blijven wij wandelen door de Sassi's. Kronkelend op en
af. De kerken krijgen nog een voldane blik. Een bezoek aan het grote
waterreservoir de Palombaro lungo laten wij ditmaal aan ons voorbij
gaan. Wij weten dat dit 1 van de stedelijke reservoirs was, 50 m lang,
16 m hoog; met de hand uit gegraven in de zestiende eeuw. Het reservoir
was vergeten tot men iets wilde bouwen en men alles intact terugvond
gevuld met zuiver water. En zoals bij de grotwoningen was er een perfect
werkend overvloeiingsysteem. Treuzelen om deze schoonheid te verlaten.
Dan
op weg naar Metamonto. En wie is ons hier voorafgegaan? De waarde heer
en filosoof Pythagoras. Zijn stelling heeft iets te maken met rechte
hoeken in een driehoek en die zijden die gelijk zouden zijn aan?? ??
Die Pyt wist meer dan ik en dat zoveel vroeger.
Wij slapen allen op een agrotoerisme boerderijcamping. Als al donker is komt er nog een camper zich installeren.
Maar het belangrijkste nieuws van de dag is : er is er eentje jarig. Tuur wordt negen jaar. Dus telefoontje naar het thuisfront.
Wij
rijden Taranto en Apulië binnen. Wij zoeken het kustweggetje. De zee is
felblauw. Apelgroenzeeblauw. Schittering van de zon op de kleurrijke
zeeplekken. De rust en de vrede zijn met ons. Kilometers lang genieten
wij. Geen hoogbouw, vele open ruimten, ressorts verscholen in het
binnenland.
Wij
vinden een goddelijk plekje om te pick-nicken. De zee komt en gaat met
zijn goudzilveren schijn; de lucht is strakblauw; de einder oneindig...
Kon dit maar blijven duren.
Het
dorp Nardo verrast ons. Barok ten allen kant op de piazza Salendra. De
kerk , het justitiepaleis, de zuil. De stier in vol ornaat aan de
zijgevel van de kerk. Stampend op de grond heeft hij een waterbron te
voorschijn getoverd. De fontein geeft nog altijd water. Hier werd Nardo
gesticht. Eenvoudig gezegd ; mensen gaan steeds wonen waar water
voorradig is, de legende-verhalen zijn altijd wel legendarisch.
En
ons flaneren gaat door; Gallipoli, de schone stad, ligt omzoomd met het
schoonste water van de Ionische zee. De wandelboulevard cirkelt rond de
stad met zicht op die magische zee. Af en toe springen wij een kerkje
binnen en smeken om meer van deze schoonheid.
Gans
deze streek is door de Grieken gevormd, ook de namen ; Galli - mooi-
poli(s)- stad. En zo wemelt het hier van Griekse overblijfselen.
Wij
kuieren dan door de straatjes van de binnenstad. Het is warm en zonnig
genoeg voor een lekker ijsje. Ook deze dag kan niet meer stuk, denken
wij.
Wij
verheugen ons op een B&B en eetadresje ons aangeraden door Mieke en
Bob. Wij vliegen een metertje boven de grond ( met respect voor de
snelheidsbeperkingen) naar Galatina.
Wij rijden het stadje in en het aanzicht van de kathedraal en de straatjes verblijden ons nog meer.
Maar wij rijden zo goed als klem in zo'n straatje.
Als
overmaat van ramp is het restaurant gesloten. Het is een heksentoer om
rechtsomkeert te maken. Talloze keren vooruit/achteruit op de millimeter
nauwkeurig. Wij rijden ons nog verder klem tot ons een
ingezetene voorrijdt. Oef, oef. En wij die vloeken als onverantwoorde
toeristen met hun auto door de stadjes "sjezen". Schande over ons.
Hebben wij een verkeersbord niet gezien? Volgen wij te blindelings onze
gps? Nergens is er info dat wij de stadjes niet in mogen. Wij zullen
voorzichtiger worden.
Dan
maar een camperplaats zoeken in Lequile. Die bestaat. Maar de gps kent
zijn bestaan niet. Wij dolen rond in Lequile een voordorp van Lecce.
Dolen en dolen. Tot Frieda ons feilloos met haar gsm loodst.
Een
Camperplaats van wel vijftig plaatsen achter een grote poort. Wij staan
er alleen. Geen tijd meer om te koken. Wij eten droog brood en zijn
toch gelukkig ; ook al omdat Frieda deze keer wint met scrabble.
Wij hadden het in Praag. Barok dat je overvalt en je omarmt. Wij hebben het in Lecce. Wij hadden het in Firenze.
Wij parkeren de auto aan de rand van de stad. Wij hebben lessen getrokken.
De
Palazzi treden ons tegemoet. Kerken als een paternoster
aaneengeschakeld. De gele tufsteen zet de gebouwen in een zonnige gouden
glans. De smeedijzeren balkons. De beelden, beeldjes van mensen en
dieren sieren de tussenverdiepingen.
Wij wandelen door de
straatjes en pleintjes, pleinen en piazza's. Zoals bvb de piazza del
Duomo. Een gesloten plein omgeven met de de Duomo ( natuurlijk), de
vijftraps campanile, het statige en langgerekte musea Diocesano.
Sant'Oronzo in volle glorie beschermt het plein. Een decor voor de beste
Italiaanse film.
De poppenmaker op de piazza geeft uitleg.
Eerst maakt hij een pop van stro, dan bekleedt hij de stropop met
papier-maché. Aan gelaat, handen en voeten wordt terracotta aangebracht.
Het geheel wordt door vuur aangebrand. En dan kan het verven beginnen.
Wij bewonderen de verschillende figuren. Veel krsitelijk geïnspireerd.
Deze poppen zijn een artisanaal handelsmerk van Lecce.
Verderop
staat de basilica SanCroce in de stelling. Het Canvas ervoor geeft gans
de barokke gevel weer. Beelden, beeltenissen, monsters, engeltjes,
mensen, heiligen..... het is allemaal des mensen. En grappig de
architect heeft zich,oh ijdelheid der ijdelheden, ook een plaatsje
gegeven.
Zo komt hij in de reisgidsen terecht en leeft zijn naam verder. Gabriele Riccardi.
Het
paleis van de provincie verlengt plechtstatig de basilica over wel
vijftig meter. Via het binnenplein van dit paleis lopen wij even
verpozend in het stadspark. Wij keren terug naar de steegjes en pleinen
en zien altijd weer iets nieuws in deze barokke omgeving. De barokman
van Rome, Borromini, zal gelukzalig toegekeken hebben bij zoveel
versierselen zoals in en buiten de Chiesa san Matteo.
Ook nu
weer blijven wij aarzelen om afscheid te nemen. Maar wij hebben een
plan. Ons kerstbon van onze kinderen kunnen wij verzilveren in Ostuni.
Bed, diner, ontbijt. Telefoontje ...ok kom maar met de bon, maar vandaag
geen diner. Of zonder bon : 98. Grazie, maar dan niet vandaag.
Ipv gaan wij lekker lunchen in Lecce bij Radici. Lekker maar even te duur.
Wij
spoeden ons naar de camping in Alberobello. Wij bemerken al de trulli's
bij aankomst. Vriendelijk ontvangst in Camping Bosco Selva en wij
voelen ons op ons gemak. Voor de eerste maal een stuk of tien
kampeergenoten. En weer wint Frieda met de scrable.
1 april : Alberobello ......Bello...Bello...Bellissimo
1april: Alberobello ... Bello.. Bello..Bellissimo
Ik laat nu graag anderen aan het woord. Ciaotutti.nl>puglia> alberobello :
"De eerste .a
De
geschiedenis van de trulli is verbonden aan die van de geschiedenis van
Puglia als geheel. In de vijftiende en zestiende eeuw werden vanuit het
Koninkrijk Napels, waartoe Puglia in die tijd behoorde, forse
belastingen opgelegd.
De graven van Conversano,
die de scepter zwaaiden over het gebied waar tegenwoordig Alberobello
ligt, kwamen daarom met een ingenieus plan. Zij verplichtten alle
bewoners van het gebied om hun woningen voortaan zonder cement te
bouwen. Op die manier konden alle huizen namelijk razendsnel worden
weggehaald en dat kwam mooi uit als er een belastinginner langskwam om
een telling te doen waarop de verschuldigde belasting gebaseerd zou
worden
De arme boeren mochten dus enkel losse,
droge steen gebruiken. Precies daarom weken ze uit naar een ronde
vorm en een zelfdragend, koepelvormig dak. Dit dak bestond uit cirkels
van stenen die tegen elkaar aan duwden, zodat het zichzelf letterlijk
omhoog hield. Het was een even simpele als stevige oplossing"
Zo dat geen idee zijn voor de gele hesjes?!?.'
En verder volgens Ciaotutti :
"Al
snel werden de kegelvormige daken versierd: met symbolische, religieuze
of ronduit mysterieuze symbolen naar verluidt om het kwaad buiten de
deur te houden. Sinds 1996 zijn alle trulli in Alberobello die de tand
des tijds hebben doorstaan (en die tot de dag van vandaag grotendeels
bewoond worden) toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst van Unesco."
En verder:
" De
oudste trulli in Alberobello zijn sober: simpele, stenen huisjes zonder
raam of schoorsteen. De vroegste bewoners van het dorp waren dan ook
straatarm. De leefomstandigheden van de landarbeiders werden door de
bouw van de huisjes wel een stuk beter: binnen werd het niet zo snel
vochtig en de ruimtes bleven relatief koel in de zomer en warm in de
winter.
Naarmate de welvaart in het gebied
groeide, werden ook de trulli wat luxer. Ze begonnen uit meerdere delen
te bestaan, elk met een eigen kegeldak, en kregen ramen en schoorstenen.
In ondergrondse bassins werd regenwater opgevangen, dat men voor
allerlei doeleinden kon gebruiken."
Ik zou het niet beter kunnen zeggen, met dank aan Ciaotutti.nl.
Wij
laten ons zelf ronddwalen door de witte straatjes. De toeristen
overrompelen nog niet. Wij genieten van de kegelvormige huisjes. Wij
proberen primitieve, magische en christelijke symbolen te "lezen".
En
weer blijkt dat cultuur evolueert en dat de kerk steeds verder bouwt op
het leven en de symbolen van diegenen die het ene godsgeloof zijn
vooraf gegaan. De kerk vertegenwoordiger van het volk. Was het altijd
maar waar geweest.
Wij gaan de trulli's binnen; wij bewonderen
de unieke trullo Sovrano; de enige met een verdieping met een stenen
trap. De andere hebben mansardes waar men met een houten trap opkroop
en waar de kinderen smiepen. Wij staan stil bij de Casa d'Amore ( hoe
kan het anders romantici als wij zijn). "Ex auctoritate regia hoc
primum erectum a.d. 1797" staat nog altijd op de voorgevel. Dit is het
eerste huis dat gebouwd werd na de afwerping van de belastingontvanger
Napels. Alberobello was nu vrij zijn eigen baas. En natuurlijk
supporteren wij altijd voor diegenen die zich bevrijden en bevrijd
weten.
Wij genieten van de wisselende uitzichten. Dan weer een
bochtig straatje met drie of vier opeenvolgende trulli's. Dan weer op
de heuvelflank een bos van trulli's. Boomhutjes op rijen, onder - en
boveneen. Wij laten ons ronddwalen en belanden in een leuk Ristorante Il
Pinnacolo. Volgens den Trotter was er niet veel soeps te eten in
Alberobello. Wij spreken dit met klem tegen. De antipasti is om vingers
en duimen af te likken en ze bleven maar komen de " hapjes" met alle
Sapori. Ook de pasta daarna was puur Italiaans. Een adres voor in den
Trotter.
De zon brengt tegelijk de lente en de
zomer. Wij beslissen om even te pauzeren in de camping en alles tot ons
te laten komen. De hemel is in ons neergedaald.
Wij
verlaten met weemoed Alberobello. Op weg naar de Adriatische zee. De
trulli's zijn uitgezaaid in het landschap. De authentieke, de
nieuw-gebouwden, de vakantietrulli's(fris en opgepoetst, al wat de
ganger wil).
De streek maakt er zijn uithangbord van. De olijfgaarden is het andere uithangbord van de streek.
Wij
waren ons niet bewust van het plateau waar we oprijden; plots strekt er
zich ver beneden ons een vlakte met de spiegeling van de zee uit.
Wij zetten de daling in en genieten van de wijdsheid. En van de zon.
Wij
negeren onze gps en rijden op ons gevoel naar Monopoli op zoek naar een
parkeerplaats aan de rand van het stadje. En weer wijst ons gevoel de
goede oplossing. Gratis parkeren aan de rand.
Als wij
uitstappen ruiken wij de vis van de Adriatische zee. ( zouden de renners
van Tirreno- Adriatico ook de vis van de zee ruiken?) De zon verlicht
de einder van de blauwe zee. Wij wandelen de mooie wandelboulevard af,
de zee aan onze rechterhand. Mensen liggen al te zonnen met bloot
bovenblijf. Wij treden door een inkompoort Monopoli binnen. De straatjes
op en af, bekoren ons. Pleinen verrassen ons. Het fort is fors. Oninneembaar. Vijanden over zee hebben geen kans.
Kerken
weer niet te tellen; romaans of barok; ze charmeren ons. In het
vissershaventje varen twee vissersbootjes binnen, pittoresk. Gekleurde
bootjes liggen aangemeerd. De vis al op het droge?
De restaurantjes zijn uitnodigend, maar het is nog te vroeg in de voormiddag. Wij wandelen door de steegjes om te genieten.
Wij zetten met zoveel verwachtingen koers naar een ander dorp Bitonto.
De
stad van de Olijf. De intrede door poort van Maja. De straatjes doen
ons het beste te verhopen. Aangekomen bij de Kathedraal St. Valentijn
(
en dit niet alleen op 14 februari) is onze bewondering weer groot.
Maar er is iets bevreemdend, er is geen levende ziel te bespeuren.
Kathedraal gesloten tot halfvier. Wij zien de adelaars op de zuilen.
Wij
proberen het hart van dit stadje te vinden. Zien mooie palazzi, barok
is nooit ver weg. Het is leeg in de smalle straatjes en steegjes. Wij
zien niets van de olijven. Hoe promoot je een stad? Hoe zet je een stad
op de kaart waarvoor staat je stadje? Zonder branie en eerlijk, zonder valse schone schijn?
Niet
gemakkelijk. Branie en schone schijn vinden wij wel bij andere steden
en gemeenten en dit is ook niet waar wij van houden. Geef ons Monopoli,
niet het spel, wel het stadje.
Wij veranderen van koers. Wij
laten Bari voor wat het is en rijden naar Gravina di puglia. Wij rijden
door een woud van olijfbomen.
Gravina, een stadje dat zich als
een tweede Matera presenteert. Het grote plein van Benedictus de
dertiende is leeg. Het is zomers en dat maakt de Kathedraal imposant
goudgeel met zijn kopjes op de kroonlijsten. Serieuze koppen. De vader
van de paus ligt hier nog begraven. Wij wandelen weer door de steegjes.
Wij staan weer versteld. De Chiesa del Purgatorio, geraamten en
doodskoppen alom. " ik ben waar jij ooit eens zal komen" zegt het
opschrift, hopelijk laat dit nog lang op zich wachten.
Wij zien in het V-dal aan de overkant de grotten. Leeggehaalde tufsteen en in blokken bovengebouwd. Matera in het klein.
Wij
bezoeken de grotkerk. Een vrijwilliger leidt ons rond. Chiesa san
Michele. De fresco's zijn nauwelijks zichtbaar. De zuilen ondersteunen
de natuurlijke grot. De zee heeft hier fossielen achtergelaten.
Wij
wandelen naar de Romeinse Aquaduct. Krijgen zo een zicht op de andere
kant van het V-dal. De nieuwe stad vanuit het zichtpunt van de Romeinen.
Wij vermoeden dat archeologen hier nog veel kunnen blootleggen.
Wij
besluiten een B&B te nemen omdat wij geen camperplaatsen in de
regio geopend vinden. Wij slapen in Le Stanze del Console. Het verblijf
van de consul.
Padre Pio. Alom tegenwoordig in beeltenis in van Zuid-Italië. In gans Italië.
Heilig
verklaard door een conservatieve paus. Pio had de stigmata van Jezus.
En volgens zijn zeggen kon hij op twee plaatsen tegelijk zijn. Pio was
ziekelijk als kind. Hij stierf in 1968.
Waren er dan geen
deskundigen die op medische gronden een analyse konden maken en
uitsluitsel te geven? Geen twijfel over zijn wonden in zijn handen en
voeten. Maar hoe kwamen die daar?
Pio kreeg zijn heiligdom op
de plaats waar hij zijn werk meer dan vijftig jaar gedaan heeft. San
Giovanni rotondo . Renzo Piano( centre Pompidou) is de architect van het
Pio's heiligdom. Een bedevaartsoord met een moderne stempel. Gigantisch
in afmetingen : de kerk, het voorplein, de onderkeldering, de
pelgrimszalen. Een kruis van 40 m hoog. Gigantisch in architectuur.
Verschillende dakschelpen over elkaar. Binnen marmeren gebinten
verrekkend boven het altaar zakkend naar achteraan in de kerk. Overral
fijne lichtversieringen net als olielampjes. Beneden in krypte een
plafond van goud. Gouden gebinten die samenkomen boven de relikwie Pio.
Op
de muur in de krypte en op de lange toegangsgang wondermooie mozaïeken.
Met bijbelse en Pio-verhalen. Hoe religie en geloof schoonheid
creëert. Dit kan toch ook van god los schoon zijn. Ja, toch.
Onze
volgende stop is de Monte Sant' Angelo. Wij rijden door de Gargano.
Mooie pastorale ( om in de sfeer te blijven) landschappen. Klimmen naar
de hemel. De aatsengel Michael is overal aanwezig. Maar vooral in zijn
Rotskerk waar hij een gouden kroon en gouden vleugels draagt.
Er is een mis aan de gang. Een romantische nostalgie overvalt ons, wij herkennen alles nog.
In
een aanpalende grotkapel zijn moderne biechtkamertjes gemaakt. Je gaat
een kamer binnen en daarin staat het klassieke houten rasterwerk
waarachter een biechtvader zit. Eén kamertje doet dienst. Wij hebben
elkaars zonden vergeven. Doen wij dagelijks.
De straatjes op
de Monte zijn weer middeleeuws. Wij zien nog een mooie Chiesa aan santa
maria Maggiore gewijd. Mooi timpaan. Mooie fresco's. Het Batisterio
ernaast bekoort ons met zijn timpaan en beeldjes op de zuilen.
En
nog hebben wij niet genoeg. Wij kronkelen in schitterend landschap met
steeds wisselend zicht op zee in de diepte naar Abbazio di Santa Maria
di Pulsano.
Acht kilometer naar eens rots omgeven door ravijnen. De kluizenaars
leefden in de holen van deze ravijnen. Op de rots bouwden zij in de 6de
eeuw een Rotskerk. Romaans. Byzanthijns. Een sacrale stilte. Wij zijn
hier alleen. De blauwe tinten met groen kleuren van de zee, daar ver
beneden, maken van dit oord een hemelse belevenis. Sacraal. Stil.
Schoonheid.
Wij volgen nu de kustweg langs de
Adriatische zee. Adembenemend stijgen en dalen. De zee is onze metgezel.
Als wij van de zee afwijken rijden wij door de bossen van de Gargano.
Op
uitdrukkelijke vraag van Frieda houden wij halt bij de camping Baia e
Cala Campi. Een camping in een bos aan de rand van de zee.
De
zee die beukt tegen de rotsen waar wij net boven staan. Wij hebben
uitzicht op eilandjes. Vogeleilandjes. Meeuwen-eilandjes. De zee die
komt en gaat. Komt en gaat. Ruisend en bruisend. Klotsend en spattend
tegen rotsen. Een zalige wereldse plek. Hemels tafereel.
En ja Bart Moeyaert komt in onze gedachten; maar het gedicht dat op onze lippen ligt is van Herman de Coninck :
zoals dit eiland van de meeuwen
is en de meeuwen van hun krijsen
en hun krijsen van de wind
en de wind van niemand
zo is dit eiland van de meeuwen
en de meeuwen van hun krijsen
en hun krijsen van de wind
en de wind van niemand
Het waren dan ook Royal Seagulls. "Coninckelijke meeuwen" op die eilandjes.
3 april : 8 x 8 : oneindig 4 april : Dan rusten wij
3 april : 8 x 8 : oneindig
Frederik den tweede was blijkbaar begin dertiende eeuw een fenomeen.
Als kind al koning van Sicilië. Daarna hertog van Apulië, baas van Duitsland en keizer van het groot Romeins rijk. Hij werd Stupor Mundi genoemd; " Verbazing van de wereld". Hij was van de wereld: 3x getrouwd, kinderen bij de vleet bij vrouw en minnaressen. Hij had goede contacten met de Arabische wereld en stak er veel van op.
Hij verbaasde de wereld met Castel del Monte. Wij staan er ook verbaasd naar te kijken. Het kasteel : Alles heeft met een acht te maken. Een achthoekige binnenkoer. Acht kamers/ zalen eromheen( twee verdiepingen) achthoekig. Geflankeerd door acht achthoekige torens. Achthoekige ramen in kamer die elk op hun beurt de zon vangen. Eén kamer vangt de zon zowel met een binnenvenster op de binnenplaats als een buitenvenster.
Het getal 8 heeft noch een begin, noch een einde. Het is oneindig. Frederik, de oneindige. Het kasteel staat op de Italiaanse muntjes van 1 eurocent, oneindig keren munt uit geslagen.
In het kasteel, geïmporteerd uit de Arabische wereld, ( achthoekige) toiletten, ( achthoekige) douches àvant la lettre. Juist onder het plafond achthoekige open raamgaten, vermoedelijk om te communiceren als de kamers afgesloten waren.
Veel is verdwenen. Maar het marmer is nog op plekken aanwezig. De sierlijke hoge openhaard schouwen. De marmeren pilaren op korintische wijze gekroond.
Het kasteel ligt op een berg te pronken. Rondom zicht over de vlakte : 360°. De keizer heeft overschouwd. Net als Trajanus nabij Constanza in Roemenië.
Waar diende dit (pr) acht kasteel voor? (Zeker geen militaire functie). Wij houden het op een (j)acht slot.
In opperste tevredenheid zakken wij af naar Trani aan de zee. De kathedraal aangemeerd aan de zee. Pr(acht)ig. Een schitterend wit geplaveid voorplein. De geelgoude schijn van het voorportaal. Arabische ramen gefloreerd met kanten versierselen. Dieren in kleine monumentjes rondom het roosvenster.
Ondergronds betreden wij de kathedraal. Een zuilengalerij. Fresco's ter ere van moeder Maria. Devote stilte. Langs een trap vangen wij een blik van de Romaanse kathedraal (buitengewoon veel licht en hoog - bijna onromaans )op. Sober en strak. Het was een gestolen blik. ( de kathedraal was gesloten).
De pier achter de kathedraal loopt sierlijk sikkel-en maanvormig in de blauwe zee. Het is èèn uur en alles baat in rust. Tijd om een restaurant te zoeken. Wij laten, alsof wij hertog en hertogin van Apulië waren (neen geen keizers) verwennen in Ristorante Corteinfiore. En inderdaad obers in wit hemd en in stijl ontvangen ons in de verzorgde tuin met planten, cactussen en palmen. Modern, fris ogend interieur. Klasse. Wij kiezen voor een antipasti van vis- en zeevruchten. Meer dan een michelinster waard. De pastaschotel idem dito. Toch Keizers?!?
Wij struinen door de steegjes en straatjes. Goudgeel. En ja, de Italianen hebben de siësta uitgevonden. Caos Calmo. Sandra Varonesi, zijn boek en de verfilming. Ook hier topniveau. Ha.. La Bella Italia.
Zelfde scenario in het volgend stadje. Barletta. Kathedraal en burcht aan de zee. De pleinen in ere en volle glorie hersteld. De "centro's storico's" zijn van een intieme schoonheid.
Wij bezoeken in een schitterend Palazzo de vaste schilderijcollectie van Giuseppe de Niitis. Parijse invloeden, Manet, Degas.... Mooie portretten ( Toulouse- Lautrec stijl) landschappen; Parijse zichten o.m de paardenrennen van Longchamps.
Tijd om een slaapplaats te zoeken. Wij opteren vooreen camping nabij Manfredonia, lido Salpi. Een camping waar de vakantie reeds begonnen is afgaande op het aantal campers die er hebben postgevat. Een camping aan een strand enkel voor campinggangers. Geen huis, laat staan hoogbouwappartementen in de zeer wijde omgeving te zien. Weerom rust.
Manfredonia. De cirkel van de acht is rond. Manfredo , bastaardzoon van Frederik II, kreeg hier van zijn vader zijn een stad cadeau.
Ik
sprak in het vorige stukje van Bart Moeyaert. Het gedicht dat
opgeroepen werd door die machtige Adriatische zee, geef ik hier weer.
Gedicht voor gelukkige mensen
Van alle mensen wie
het lachen is vergaan,
loopt èèn op de drie blind over je heen
en kijkt dan om.
De wereld is juist niet van iedereen,
dat slag.
De overige twee vallen niet op.
Hun armen bungelen halfstok.
Onder hun tong zit gram.
Ze kennen haast geen zinnen
zonder tss.
Zo zuinig zijn ze op hun lucht.
Je staat erin voor je het weet.
Heb ik iets van je aan misschien
is uit hun mond geen vraag.
Een wenk : kijk naast hun kleren.
Wijs naar elkaar, wijs naar
het water met de zon erboven.
Zeg blije dingen als :
wij moeten zeer de moeite zijn,
Als zelfs de zee tot hier komt,
weggaat
en zich weer bedenkt
Wij
werden vrolijk wakker gemaakt door de golfslag van de zee... Ze komt
en gaat ..en bedenkt zich... en komt.... De einder is een lichtrozige
sliert. Daarboven hemelsblauw. De zon doet haar werk. Gloed.
Mattina
Santa Maria La Longail 26 gennaio 1917
M'illumino
d'immenso
( Giuseppe Ungaretti)
Vieste/ Mattinata 6 april 2019
Het onmetelijke
verlicht mij
( Giuseppe Ungaretti / Joos Wauters)
Of zou het zo ook kunnen :
het onmetelijke
schittering
in mij
Verblijd
verlaten wij de camping. Het ene blauwe, groene of blauw/groene beeld
van de zee ontrolt zich voor onze ogen. Dan weer hoog, dan weer bij het
water.
Het is rustig, wij zitten buiten het seizoen. Deze kust mag wedijveren met zijn overbuur de Amalfitaanse.
Wij willen het niet geweten hebben hoe het hier in het toeristenseizoen aan toegaat. Wij rijden rustig en genieten.
Vieste, stadje op de vooruitgeschoven rots. Prachtig. Woordeloos.
En
dan zien wij wat toerisme ons aandoet. Iedereen wil deze mooie plek
hebben. En dan wordt het Blankenberge, Blankenberge, Blankenberge
.......x 100. Ach, is het dat dat ze parels aandoen.
Frédérik II heeft ook hier zijn sporen nagelaten.
Kronklend
en slingerd rijden wij toch tevreden verder langs kliffen. Wij verbazen
ons over de dorpen die hoog op de heuvel liggen zoals Peschici.
En hier ook weer de muurtjes om velden af te bakenen. De velden steenvrijgemaakt om te bewerken?
Wij
rijden nu door de bossen, het natuurgebied van de Gargano. Dit lijkt
ons de moeite om nog eens naar deze streek terug te keren.
Wij
kopen nog een paar flessen olie van een amateur oliemaker die een
parapluutje opengezet heeft op een subliem uitzichtpunt met zijn
natuurlijke landproducten.
En dan het verstand op nul....de lange weg naar huis. 700 km autostrade naar Como.
Het meer geeft ons een glimp. Niet op te tornen tegen de Gargano.
Op 7 april zijn we terug thuis. Een lange route autostrade.