|
Wanneer je ontwaakt, zie je den morgen bleken.
De klokken luiden dat de dag begint.
De tuin geurt van gras en vochtig grint,
Ruisend omhoog de hoge bomen steken.
Meisje dat de innigheid der dingen mint,
je hebt geen daad te doen, geen woord te spreken:
je stil-bewegend leven heeft de bleke
Wonderlijkheid der dromen van een kind.
Wij gingen samen 's morgens door de stad,
Het licht viel schuin naar binnen in de straten,
Mensen liepen voorbij die samen praatten,
De toren speelde- en 't was of alles had
De tere kleur en klank van 't vreemde bewogen
Zwijgend leven van je glanzende ogen.
Liefs Myriam 
|