
Man en vrouw, aan elkander gelijk.
Hebben elkaar nodig, bewijst de praktijk.
geborgenheid zoeken zij bij elkaar.
Zorgen daarom heel goed voor elkaar.
Hij doet de klussen en zij doet de was
Hij zorgt voor 't gezin, brengen geld in de kas.
zij kookt zijn prakje en was zijn vuile sokken.
Hij troost haar wanneer zij is geschrokken.
Zij hebben elkander het goede beloofd
't maakt niet uit wie er zich voor uitslooft.
Zij willen elkander gelukkig maken
en hebben zodoende evenveel waarden.
Hij verbouwt met liefde het huis en de tuin.
Zij loopt met stoffer en blik, ruimt al het puin.
Samen kunnen ze de wereld aan.
en zullen tevreden verder gaan
Liefs Myriam

|