 Weinig stemt mij nog bitter, aardbevingen Van Titaanse grootte verschijnen als stof Voor mijn geestesoog, vliegtuigrampen, het is maar Een vlieg die tegen het raam tikt, ocharm! Dat Hele naties strafschoppen missen, briljante Dichters de hand aan zichzelf slaan, fraude en Omkoping eerder regel dan uitzondering Zijn, wat doe het me nog, verzucht ik, als ik Als een vrucht in de zon lig, voor me de zee, Achter me de vruchtbare bergen, een meisje Dat koelte toezwaait-alleen dat iemand in Mijn schaduw dan gaat staan, dat kan ik natuurlijk Niet over me heen laten gaan! Sta op bal Deze vuist en maak er subiet werk van. ~~*Abdelkader Benali*~~
|