Een must-see in St Louis is de Gateway Arch. Dit moesten we
natuurlijk nog even doen voor we richting Chicago vertrokken. Jammer genoeg
nam dit bijna een hele voormiddag in beslag, maar het was toch wel de moeite.
Je kon tijdens het wachten oa. een prachtig gratis museum over de indianen en
de settlements en de bezoeken tot dat
het jouw tijd was om in het belachelijk klein liftje te gaan zitten en naar top
van de Arch gebracht te worden, op 192m hoogte. Daar had je een prachtig zicht
op de stad en op de Mississippi.
Op weg naar Chicago nemen we de historische route 66.
We maken onderweg een stop in Pontiac om naar de bus van kunstenaar Bob
Waldmire te gaan kijken. Bob Waldmire was een kunstenaar die route 66 op en af
reisde om verschillende schilder- en kunstwerken over deze magische weg te
maken. Om dit doen kocht hij een schoolbus en verbouwde de bus in een eigen
mobilhome met alles er op en er aan (zelfs een sauna). De bus alleen al is de
stop waard.
Aangekomen in Chicago is het ondertussen al donker en moeten we onze weg nog
zien te vinden naar de airport om onze huurauto af te geven.
Een vriendelijke taxi chauffeur toont ons de weg en Kathy brengt ons veilig tot
aan de airport doorheen het drukke en donkere centrum van Chicago met de hulp
van een vriendelijke taxi-chauffeur die ons aanbood om een stukje voor te
rijden, omdat de route toch echt wel heel moeilijk te vinden was.
Daar bestelt een werkneemster van het huurbedrijf een taxi voor ons om naar het
hotel te gaan, maar toen de taxi er aankwam gaf Steffi de opmerking dat er
nergens TAXI op de auto stond. Toch maar even vragen hoeveel het zou kosten tot
aan het hotel: 90 dollar! Op dat moment ging Marleen dit toch even controleren
binnen in het huurbedrijf, waarop de taxichauffeur nog geen 2 seconden later
zei: I dont have time, my friend en terug vertrok. Bleek nu dat een rit naar
het centrum nooit meer dan 50 dollar mag kosten ..
Dan maar een busje nemen naar de vlieghaven om daar een taxi te nemen. In de
vlieghaven roepen ze natuurlijk nog om: pas op voor autos zonder taxi teken
op .
Na veel moeite geraken we toch nog in ons hotel (Essex Inn)
voor iets meer dan 40 dollar.
Ondertussen was het al bijna 23u en moesten we nog iets vinden om te eten.
Aangekomen aan iets dat nog open was, stond er op het bord: 21 or older, ID
required. Steffi en ik hebben dit natuurlijk in onze hotelkamer laten liggen.
Snel terug gaan halen natuurlijk en onderweg komen we Budddy Guys Legend
tegen, het café van (nog levende) blueslegende Buddy Guy (begon zijn carrière
bij het legendarische blueslabel Chess records, maar daar later meer over).
Toen we even naar binnen keken bleek dat Buddy Guy zelf aanwezig was! Eerst
snel onze pas gaan halen en dan toch even zijn nieuwe autobiografie gekocht (in
het café) en laten tekenen. Een zeer leuke meevaller na een lange dag.
Straks, in het vliegtuig terug naar België (intussentijd
zijn we al 3 dagen in New York), schrijf ik de rest van de dagen.
S morgens vertrekken we meteen richting St Louis. De
planning is om daar één overnachting te doen om dan door te rijden naar Chicago
via de historische Route 66.
Aangekomen aan ons hotel (weer een goeie deal gedaan bij
zon visitor center), laten we onze valiezen achter in de kamers en nemen we
een trein naar het centrum van St Louis.
We stappen af aan de halte Delmar Loop, waar een stuk verderop de straat het
café Blueberry Hill is. Elke maand geeft Rock N Roll legende Chuck Berry hier
nog een optreden, maar jammer genoeg is dat niet vandaag. Wel een heel leuk
café en een leuke stad, met toch wel een speciale sfeer door een belangrijke
baseballgame tussen Chicago en St. Louis (waarbij de laatste won!)
Vandaag staat er een rustige dag op de planning. We wandelen
wat door de stad en stappen hier en daar een winkel binnen (wat in Nashville op
zich al entertainment is): veel boots, hoeden, enz
Onderweg krijgen we een kortingsbonnetje om in BB Kings
club te gaan lunchen, wat we dan ook doen.
Na ons middagmaal doen we een historische stadswandeling en
ontdekken nog wat heel leuke plaatsjes. We maken nog een omweg naar een aantal
platenwinkels buiten het centrum: tijd te kort om hier alles te bekijken.
In de namiddag rusten we wat uit aan het zwembad en s
avonds eten we weer in het Hilton hotel aan de overkant. Toen we naar het
Hilton hotel stapte was in de verte een heuse bliksemstorm te zien (zeer vreemd
want we konden geen donder horen), letterlijk elke 2 seconde een serieuze
bliksem in de verte. Toen we gedaan hadden met eten was de storm natuurlijk tot
bij ons gekomen. Zelden zon harde storm meegemaakt, toch weer een voorbeeld
van de extreme weersomstandigheden in de States.
We nemen in de voormiddag een kleine adempauze in het motel.
Dan naar de hoofdstad van Tennessee, waar het heel warm, maar wel een droge
warmte is. Mooie stad, niet te groot, met veel muziek en optredens.
We bezoeken het Ryman Auditorium, waar een optreden van Jackson Brown wordt
voorbereid. Veel specialer aan dit auditorium is dat hier het radioprogramma
Grand Ole Opry heeft plaatsgevonden (het belangrijkste country programma, waar
ze live optredens uitzonden) tussen 1943 en 1974. Een aantal jaar later heeft
Johnny Cash hier ook zijn bekende Johnny Cash Show opgenomen. Vooral de episode
met Bob Dylan is hier toch wel legendarisch ( ..) Johnny Cash zingt dit nummer
mee alsof hij het zelf geschreven had (wat niet veel artiesten zouden kunnen).
We drinken iets in Margarittaville (je mag zelf raden wat)
om daarna nog wat bars langs Broadway af te gaan ( op basis van de goede muziek
dat er uit komt). Je merkt dat deze stad nog altijd echt wel een muziekstad is,
hoewel het ook hier jammer genoeg soms ietwat de commerciële kant uit gaat.
s Avonds rijden we een tiental mijlen buiten het centrum
naar het Bluebird café.
Dit is toch wel een redelijk legendarisch café in Nashville voor alle folk
liefhebbers (alleen al omdat Guy Clark, Steve Earl en Townes Van Zandt hier
samen een Live album hebben opgenomen). Gelukkig kunnen we nog net binnen
zonder dat we afspraak gemaakt hadden. Het gevolg is wel dat we al zittend op een
barkruk ons eten moesten opeten (met onze schoot als tafel). Niet zo erg want de
muziek maakte alles goed. Er waren twee artiesten die om de beurt een nummer
speelde en er telkens wat uitleg bij gaven. De huisregels was dat het zo goed
als muisstil moest zijn tijdens het volledige optreden (wat het toch wel extra
speciaal maakte, want versterkers werden dus niet gebruikt). De twee artiesten
brachten een leuke afwisseling tussen grappige en meer serieuze nummers. Een
van de twee wandelde al zingend en gitaar spelend door het publiek. Een zeer
geslaagde avond dus!
Voor we richting Nashville vertrekken gaan we nog even langs
het museum van Martin Luther Kings moordplaats. Jammer genoeg is één van de
twee delen van het museum gesloten vandaag en was het iets te duur om voor het
tweede stukje binnen te gaan. De buitenkant van het motel met het balkon waar
hij neergeschoten was kunnen we wel aanschouwen.
Wanner we terug in onze auto willen stappen zien we een
barber shop en aangezien mijn (Anthony) scheermachine heel de vlucht had
opgestaan en ik zo slim was om geen oplader mee te nemen, lijkt het ons een
goed moment om hier eens binnen te gaan (mijn baard was ondertussen al
ongelofelijk lastig geworden in deze hitte). Wanneer we binnen komen blijkt dit
het kapsalon te zijn voor de NBA ploeg Memphis Grizzlies.
Om te eindigen in Memphis bezoeken we nog een museum dat ik
heel toevallig gevonden heb in een boek dat ik gekocht had in het Rock n Soul
Museum ( ): Slave Haven Underground Railroad Museum (Burkle Estate). (schijnend
dat hier absoluut bijna geen reclame voor is)
Een Slave Haven is een soort veilige tussenstop voor slaven die een
vluchtroute nemen voor hun vrijheid (naar het Noorden). Dit was een enorm
pakkende ervaring en absolute aanrader (hoewel niet voor de gevoelige mens)
voor iedereen die ooit in Memphis is.
Enorm pakkend was hoe slaven echt aanzien werden als voorwerpen (merchandise)
en in de verste verte niet als mensen.
Organisatorisch trok het museum op niet veel (we kregen drie verschillende
gidsen en we moesten telkens uitleggen wat ons al verteld werd en wat nog
niet), maar het enthousiasme waarmee alles gebracht werd maakte alles meer dan
goed.
Het museum is eigenlijk gewoon een huis van een Duitse emigrant (Burkle) die
slaven hielp ontsnappen. De slaven
konden onder zijn huis zich verstoppen om daar te wachten op een bootje dat
elke donderdag kwam (als je dus vrijdag aankwam aan het huis had je dus pech).
Ze kropen onder het huis door een belachelijk klein gaatje (fysisch gezien is
dit blijkbaar mogelijk, aangezien je door elke opening kan waar je hoofd door
kan, zoals bij je geboorte: gewoon door eerst met je hoofd er door te gaan en
dan schouder per schouder) en blijven daar in de kruip kelder (ik zou het
eerder een ligkelder noemen, maar kom).
Eén van onze drie gidsen was een oude vrouw. Zij begon op een bepaald moment
tijdens haar uitleg een aantal oude slaven-liederen te zingen, wat een ervaring
was dat niemand van ons ooit gaat vergeten (en ik mag hier gerust in iedereen
zijn naam spreken). Enorm ontroerend moment.
Het was toen pas hoe goed we beseften hoe in alle musea die
we bezochten (de Oak Alley Plantation, Cottonlandia en alle andere museum die
over katoenplantages gaan) zo goed als niets over de slavernij gezegd werd.
Nochtans konden wij bijna niets anders dan ons schamen als blanke in het Slave
Haven Museum.
Dan vertrekken we richting Nashville, waar we laat aankomen,
maar een super deal konden doen: prachthotel, met zwembad, ontbijt en receptie
's avonds inbegrepen (tip: ga naar een visitor center en vraag daar naar
hotelcoupons en je krijgt geweldige kortingen).
Om onze dag af te sluiten eten we in het Hilton hotel aan de overkant. Jammer
genoeg was het wat te laat om nog de stad in te trekken, maar dat is voor
morgen.
Vandaag staan we vroeg op om de drukte wat voor te zijn in
Graceland, de woning en begraafplaats van Elvis Presley.
We krijgen eerst een busritje naar het huis (aan de overkant van het domein).
Daar krijgen we een koptelefoon voor nog zon self-guided tour zodat je zelf kan
kiezen waar je meer uitleg over wil.
Het hele huis was natuurlijk nogal gebouwd in jaren 60 stijl, wat er voor
zorgde dat het niet zomaar een rondleiding in één of ander groot huis is. We
starten in de woonkamer, gaan verder door keuken om beneden aan te komen aan de
ontspanningsruimte. Daarna gaan we verder naar de tuin waar hij paarden en een
racetrack had staan om met zijn vrienden te kunnen karten.
We stappen verder door naar zijn gigantische trofeeën kamer om te eindigen aan
zijn graf (buiten). Dit graf bevindt zich naast het graf van zijn ouders en
grootmoeder.
De badkamer waar hij zijn hartaanval heeft gekregen mogen we nietbekijken.
Na het huis bezoeken we zijn twee privévliegtuigen en nog
een paar tentoonstellingen.
Heel leuk museum, maar over zijn druggebruik en (mentale) ondergang en de rol
hierin van zijn manager Colonel Parker wordt weeral niets gezegd.
Voor ons middagmaal stoppen we uit gemakshalve aan Burger
King (moeten we toch eens één keer gedaan hebben in de VS) om daarna verder
door de rijden naar de legendarische Stax Records.
Stax Records staat vooral bekend voor artiesten zoals Otis
Redding, Isaac Hayes (de stem van Chef in South Park), The Staple Singers,
Aretha Franklin, Albert King, Rufus Thomas, Sam & Dave, Booker T & the
MGs enz, maar misschien nog belangrijker is dat dit één van de eerst platenmaatschappijen
waarbij zwarte met blanke artiesten samen speelden (zeer ongewoon voor die
tijd).
We starten onze tour met een kort intro-filmpje over Stax om
daarna verder door te gaan naar de prachtige tentoonstelling. Zeer leuk aan dit
museum was het dansvloertje dat ze gemaakt hadden voor een groot scherm waar ze
het programma Soul Train op afspeelden (Soul Train was een programma waar soul
artiesten of groepen hun nummers live speelden en er een dans publiek was )
We konden ook weer de studio aanschouwen waar alle magie heeft plaatsgevonden.
Leuk weetje: Stax had een ander label (Partee Records), voor
comedy music en stand-up komiek Richard Pryor heeft hier zelfs een aantal
platen opgenomen.
Wat iets minder was aan het museum was dat men de ondergang
van Stax stak op de moord van Martin Luther King, omdat er na die moord ook
rellen uit brak en er te veel spanning was tussen de blanken en de zwarten. Hoewel
dit er zeker en vast wel mee te maken zal hebben mag je de dood van de grootste
ster van Stax, Otis Redding natuurlijk
(gestorven in een vliegtuigcrash), ook niet onderschatten. Jammer genoeg werd
hier bijna niet over gesproken in het museum.
Na Stax trekken we terug het centrum in om daar op te
splitsen. Steffi en ik gaan naar Beale street nog eens af om wat winkeltjes te
bekijken en Marleen en Kathy nemen een tram doorheen de stad. Ze ontdekken ook
het motel waar Martin Luther King is doodgeschoten, maar daar later meer over.
We eten nog in een steak house en kruipen daarna ons bed in
want morgen staat ons weer een trip naar Nashville, hoofdstad van de Country en
de Folk, te wachten.
Als goede gelovigen beginnen we onze zondag natuurlijk in
church! We gaan naar The FullTabernacle Church waar we Reverand Al Green (jawel diezelfde soulzanger
Al green) hopen te kunnen aanschouwen. Jammer genoeg is dit nooit een zekerheid
en na een tijdje hadden we door dat dit niet voor vandaag zou zijn.
De mis begint met een aantal gospel nummers (het onderwerp van de liedjes mag
je zelf gokken). Hoewel dit waarschijnlijk geen professionele muzikanten zijn,
is de muziek toch van hoogstaande kwaliteit. Vooral wanneer de oude vrouw
begint te zingen krijgt iedereen kippenvel (zelfs wanneer ze met haar armen
open in de lucht verder zingt nadat ze de micro al lang had afgegeven).
Na het zingen wordt een guest-pastor uit Denver, Colorado aangekondigd. Deze
was op bezoek bij zijn familie in Memphis. In deze kerk is het de gewoonte om
visiting pastors te laten preachen.De
preachis het belangrijkste deel van de mis van de baptist church. De preek
was op geen enkele manier te vergelijken met de preken in onze missen: tegelijk
grappig, ontroerend, aangrijpend, interessant, leuk, én met een fantastische
boodschap: hij vertelt dat er volgens
hem 4 soorten persoonlijkheden zijn wanneer iemand voor moeilijkheden of een
uitdaging (iets wat moeite kost dus) komt te staan: een cop out (begint er
zelfs niet aan), een fall out (begint er aan, maar haakt meteen af als het wat
moeilijk wordt), een drop out (haakt af na een tijdje, kan niet volhouden) en
ten slotte een all out (gaat er volledig voor). Zoals ik het nu opschrijf
klinkt het allemaal zeer saai, maar ik kan jullie garanderen, hoe de preacher
het bracht was het dat zeker niet (het is dan ook niet te omschrijven, je moet
er gewoonweg zelf bij zijn). Op een zondagmorgen in je vakantie een halve dag
hiervoor spenderen en het dan heel goed vinden bewijst dit.
De pastor verwijst regelmatig naar de bijbel, en je zou
kunnen veronderstellen dat je gelovig moet zijn, om hier een boodschap uit te
halen, maar dat is zeker niet het geval.Zijn boodschap was echt gemeend, en bedoeld voor iedereen. Op een
bepaald moment komen 2 gasten (vanwaar 1 duidelijk van een plaatselijke gang)
die (ongelooflijk maar waar) geld van hem kregen. Wij hebben na de mis de kans
om na de mis tijdens de hotdogs (zie later) even met hem te babbelen, en het
doet echt deugd om iemand te ontmoeten die zo dedicated is.
Na de mis kunnen we1$ hotdogs (met coleslaw: reepjes witte kool met ofwel zure room,
botermelk of mayonaise) kopen om de lokale school te steunen. We ontmoeten de
preacher en hij vertelt ons dat hij wel eens naar Belgium zou willen komen (gaf
ons dan ook zijn contactgegevens). Op het einde van ons gesprek zei hij: I know
Al Green wasnt here, but Jesus was! (hoe kon het ook anders).
Iemand in een trance over de grond zien kruipen en rollen
hebben we niet gezien, maar sommigen gingen er ver genoeg in op om toch een
unieke voormiddag te beleven!
Na de Tabernacle Church gaan we terug de stad in. Iedereen
maakte ons bang van deze stad (owv stijgende misdaad na de crisis), wat
absoluut overdreven was.
We bezoeken Sun Records, de bekende
platenmaatschappij van de legendarische
Sam Phillips. Deze studio was het startschot voor grootheden als Elvis Presley,
Johnny Cash, Sam Perkins, Howlin Wolf (volgens Sam Phillips zijn grootste
ontdekking!) en Jerry Lee Lewis. Ook Rocket 88 is hier opgenomen.
In het gebouw van Sun Records krijgen we een zeer leuke en interactieve
rondleiding. We starten in een kamer op de eerste verdieping waar een hele hoop
verzamelstukken staan (originele drukkingen, gitaren enz). Daarna mogen we naar
de originele studio waar al die legendarische nummers zoals Thats Allright
Mama (Elvis), Cry Cry Cry (Cash), Great Balls Of Fire (Jerry Lee Lewis) en
natuurlijk Rocket 88 (uitgegeven door Chess, maar wel hier opgenomen).
Artiesten kunnen zelfs nu nog hier hun nummers laten opnemen!
Gelukkig ligt Sun Studio vlak aan Beale Street, een straat
die (vroeger toch) te vergelijken valt met Bourbon Street van New Orleans
(ziedag 1). We konden tijdens deze
wandeling ook weer van overal muziek horen. Echte blues zoals we in Clarksdale
vonden, kunnen we hier niet echt beluisteren. Wel horen we hier een mix van
allerlei soorten muziek. Even dachten we dat James Brown aan de kant van de
straat stond toen we iemand Like a sexmachine hoorden zingen, dus echt
slechte muziek konden we het zeker niet noemen. Het was gewoon iets
commerciëler (iedereen zijn eigen smaak natuurlijk).
We drinken onderweg iets in het Hard Rock Café en we gaan eten in restaurantje
waar orkest een zeer goed (maar iets te kort omdat we laat waren) jazz
optreden gaf, met een aantal dansende koppeltjes.
Na het eten stappen we Beale Street verder af richting onze
auto om terug naar het hotel te keren en ons bed weer in te kruipen (tegen 11 à
12u krijgt iedereen toch telkens weer zijn of haar jetlag-klop).
8u, iedereen heeft nog wat last van gisteravond, maar ons
druk schema stuurt ons op weg naar Memphis, de geboortestad van Rock n Roll.
We maken een kleine omweg naar Stovall Plantation, waar het hutje (dat we
eerder al zagen in het Delta Blues Museum in Clarksdale) van Muddy Waters
staat. Hier heeft dus de legendarische ontmoeting tussen Alan Lomax en Muddy
Waters plaatsgevonden. Een woordje uitleg hierover:
Alan Lomax was een professor die opnames maakte voor The
Liberary of Congress om traditionele Amerikaanse folkmuziek te bewaren en
bestuderen. Initieel was Lomax op zoek naar Robert Johnson, maar op dat moment
vertelde men hem dat deze al een jaar geleden gestorven was. Men vertelde Lomax
wel dat hij best naar een lokale blues zanger, genaamd Muddy Waters kon gaan.
Dit deed hij dan ook en op het moment dat hij aankwam aan het hutje verstopte
Muddy zich. In die tijd betekende een bezoek van een blanke meestal niet veel
goeds.
Wanneer Lomax vertelde dat hij enkel wat opnames wou maken en Muddy aansprak
met Mister Waters, voelde Muddy zich al een heel stuk meer op zijn gemak. Na de
opnames (terug te vinden onder Muddy Waters The Complete Plantation Recordings)
liet Lomax de opnames beluisteren aan Muddy en op dat moment besefte Muddy dat
hij goed genoeg was om naar Chicago te vertrekken en het daar proberen te maken
(en de rest is geschiedenis).
Muddy Waters heeft Rock n Roll mee vorm gegeven: The Rolling
Stones hebben hun naam van een nummer van hem: Rollin Stone (zijn versie op Catfish
Blues), hij heeft groepen en artiesten geïnspireerd zoals Eric Clapton, The
Who, The Beatles, Led Zeppelin, The Doors, Jimi Hendrix, enz.
Wie weet hoe al deze artiesten nu zouden klinken als dit gesprek hier niet had
plaatsgevonden?
Na Stovall Plantation maken we een zij-sprongetje naar
Helena (Arkansas), een stadje met veel historische sites (ook van de
burgeroorlog).
Voor de blues is dit ook een zeer belangrijk stadje geweest. Hier was radio
KFFA waar in de jaren 40 het programma King Biscuit Time ontstond, (nog altijd!)
gepresenteerd door Sunshine Sonny Payne. Ondertussen is dit het langst
lopende (al meer dan 16.000 afleveringen) programma in de VS.
Sonny Boy Williamson 2, Howlin Wolf en BB King hebben jaren live gespeeld en
gepresenteerd voor dit programma en hebben zo hun faam kunnen opbouwen (ze
konden meteen aankondigen waar hun optreden plaatsvonden die avond).
Na Helena rijden we door naar Memphis. We vinden
een hotel in South Haven, op 20 minuten van het centrum waar we eten in een
Braziliaanse Churrascaria. Na het eten kruipen we allemaal ons bed in omdat we geen
energie niet meer hebben en teveel gegeten hadden.
We beslissen om toch nog een dag langer in Clarksdale te
blijven.
Tijdens ons verblijf hier hebben we gehoord over het legendarische Riverside
Hotel, waar we onze laatste nacht in Clarksdale zullen doorbrengen.
Een beetje idioot zou je denken, voor één nacht nog van hotel veranderen, maar
het speciale aan dit hotel is dat dit vroeger het ziekenhuis (enkel voor
zwarten) was waar zangeres Bessie Smith overleden is nadat ze een auto-accident
had (en niet naar een veel dichter, maar enkel voor blanken, ziekenhuis
mocht!!).
Rond de jaren 40 koopt de moeder van Frank Rat Ratliff (de 73 jarige
eigenaar) het verlaten ziekenhuis over en maakt er een hotel van. Op dit moment
was Clarksdale een bruisende stad waar zowel Muddy Waters als Ike Turner en
Sonny Boy Williamson en vele anderen optredens gaven. Je voelt het
waarschijnlijk al aankomen: na hun optredens bleven ze allemaal slapen in het
Riverside Hotel.
Eigenaar Rat toont ons alle kamers en wie waar heeft geslapen. Steffi en ik
kiezen de kamer van Muddy Waters, Marleen en Kathy kiezen die van Aretha
Franklin, The Staple Singers enz.
Nog een leuk weetje over het Riverside Hotel: in de kelder van het hotel zou
Ike Turner zijn Rocket 88 (wordt vaak als eerste rock n roll nummer omschreven)
geschreven hebben.
De kamers zijn authentiek (op een paar meubelstukken na), maar toch zeer proper
gehouden. Rat is ook een zeer vriendelijke en levensvolle mens. The Riverside
Hotel is zeker een aanrader voor iedereen die naar Clarksdale komt voor de
muziek!!
Na onze tour in het hotel rijden we door naar het
Cottonlandia Museum in Greenwood en zoeken het graf van de legendarische King
of The Delta Blues: Robbert Johnson. We komen aan bij en kerkje en vinden na
even zoeken zijn (meest waarschijnlijke) gra (want er bestaan er drie).
We rijden terug naar Clarksdale omdat we daar een afspraak
hebben met Bubba OKeif. Hij gaat ons een persoonlijke rondleiding geven in het
Wrox Museum (wat enkel op afspraak kan). Wrox is het bekenste radiostation in
en rond Clarksdale, vooral omdat zij één van de eerste zwarte radiopresentator
ooit hadden, Early Soul Man Wright. Het museum is eigenlijk nog in opbouw,
maar de gepassioneerde rondleiding van Mr Okeefe en de unieke verzamelstukken
maken veel goed.
Het is er misschien wat vuil en onafgewerkt, maar het is absoluut de moeite
voor muziekliefhebbers!!
S avonds eten we in Abes BBQ om ons daarna klaar te maken
voor een leuke avond in een echte Juke Joint.
Voor de mensen die zich afvragen wat dit is: vroeger wanneer de zwarte
arbeiders op de plantage werkten en zondag hun vrije dag hadden wou iedereen
zich natuurlijk amuseren op zaterdagavond.
Op zaterdag avond kozen ze één van hun houten hutjes uit en zetten ze alle
meubels buiten. En lokale blueszanger kwam dan muziek maken. Dit moeten de
meest ongelofelijke feestjes geweest zijn: een huisje in the middle of
nowhere, geen politie (geen regels dus, wat soms dan ook fataal afliep),
zelfgemaakt whisky of andere sterke drank, gambling, dansen, ... (de rest laat
ik aan de verbeelding over). Wanneer iedereen in de jaren 50 naar de stad trok
(Chicago, Memphis, enz) owv het feit dat de handenarbeid vervangen werd door de
machines op het platteland, werden deze huisjes gewoon vervangen door Juke
Joint Clubs.
Waar wij naartoe gaan is zon club (één van de laatste): Reds. Gelukkig is
Reds op wandelafstand van het Riverside Hotel en kan iedereen eens een pintje
drinken. Het optreden van Big A was zeer degelijk en vooral entertaining. Zeker
wanneer de vrouwelijke zanger over de grond begon te kruipen tijdens het nummer
Walking The Dog van Rufus Thomas (http://www.youtube.com/watch?v=2mfQzZvHog4).
Dit is natuurlijk meer elektrische Chicago Blues (wanneer iedereen naar de stad
trok deden de bluesmannen dit ook en konden ze niet echt gehoord worden met hun
akoestische gitaar, dus gebruikte iedereen een elektrische). Even wild als
vroeger was het niet, maar we hebben ons toch zeer goed geamuseerd.
Benieuwd of we ons de volgende morgen even goed zullen voelen .
Een vlug ontbijt in onze Legends Inn (uit het
vuistje), en dan op weg naar Indianola. In Tutweiler de marker van WC Handy
gevonden, nadat we instructies vroegen aan een cipier van de gevangenis, juist
naast de watertoren. Hier zou voor het eerst de blues ontdekt zijn en
belangrijker, WC Handy schreef er een artikel over.
Dan op weg naar het BB king museum in Indianola: prachtig museum,
weer te veel om allemaal te bevatten. In een fameuze regenstorm kletsnat Dockery
Farm bezocht. Hierwerkte Charley
Patton, Son House, Howlin Wolf, Sam Cooke, Roebeck pops staples en nog wat
anderen. Misschien is dit wel de geboorteplaats vd blues?
Terwijl Steffi en Kathy even tot rust komen in onze shack, rij ik
met Anthony naar Como. Daar leeft nog een van de laatste (er bestaan nog maar
een handvol) echte bluesman: RL Boyce. Hij speelt een stijl genaamd Mississippi
North Hill Country style, gekend van Mississippi Fred McDowell, RL Burnside, Jr
Kimbrough (grootste inspiratie geweest voor The Black Keys trouwens) enz. (RL
Boyce heeft nog gespeeld met die eerste drie namen trouwens).
We hebben een soort privé concert/jamsessie kunnen regelen, maar hoe we dat
gedaan hebben en het hele verhaal er rond moet je maar aan ons komen vragen en
wij zullen dit met alle plezier vertellen.
We kunnen jullie wel dit zeggen: het optreden was fantastisch en het was een
echte levenservaring, maar te lang en te speciaal om helemaal uit te schrijven
(onze excuses).
Toen
we terug kwamen zijn we nog even naar Ground zero (bluesbar) geweest, maar om
één of ander reden trok het daar op niet veel (hoe zou dat komen?).