"Je moet het zo zien: ik wil de roll
weer in de rock terugbrengen. Maar dat is een gevoelszaak, je kunt het
eigenlijk niet uitleggen." Peter Hayes zegt het met enige
vertwijfeling. Woorden schieten te kort. Hoe omschrijf je je eigen
muziek? "Met 'new americana' heeft het in ieder geval niks te
maken", bezweert de zanger/gitarist van de Black Rebel Motorcycle Club
(BRMC). De term die aan hen werd toegeschreven kan dus in de
prullenbak. De motorclub van Hayes staat voor Rock én Roll. Met
tweemaal een hoofdletter R.
Vijf jaar geleden gold de band rond Hayes, Robert Been (bas) en Nick
Jago (drums) als dé hoop voor de rockmuziek. Samen met The White
Stripes en The Strokes verrijkte het drietal uit Los Angeles, dat zich
vernoemde naar de motorbende van Marlon Brando in de film The Wild One,
de alternatieve pop met nieuwe impulsen. Niet dat zij het wiel
uitvonden. In de BRMC balde zich het beste uit de jaren zestig,
zeventig en tachtig samen. Vooral de vergelijking met de zuigende
gitaren van het roemruchte noisekwartet Jesus & Mary Chain drong
zich prominent op.
Hoewel die band onbetwist haar sporen heeft nagelaten, is het niet de
belangrijkste referentie die de muzikale ontwikkeling van Hayes
richting gaf. In een vlot tempo lepelt hij namen op uit de begintijd
van de popmuziek. "Toen ik voor het eerst met mijn gitaar
experimenteerde, luisterde ik naar Jimi Hendrix, Rolling Stones en Pink
Floyd. Maar ik moet wel bekennen dat de verhalen over de personen me
minstens zo boeiden als hun muziek."
Zonder
twijfel klinken de rockiconen als galmende echo's door in het geluid
van de BRMC. De kenmerkende clash van Amerikaanse en Britse
stijlfiguren is altijd een ronkend handelsmerk gebleven.
Ook op het dit jaar verschenen album Baby 81 grommen de gitaren er weer
gulzig op los. Het geluid sluit naadloos aan bij dat van de eerste twee
platen, maar wijkt behoorlijk af van zijn voorganger Howl. "Dat was een
akoestische cd", vertelt Hayes. "We wilden laten horen dat wij van
verschillende soorten muziek houden. Maar voor onze fans was het wel
een shock, ja. Plotseling leken we niet meer op de Jesus & Mary
Chain, maar op Johnny Cash", lacht hij.
"We doen wat we voelen en daarom klinkt Baby 81 weer een stuk harder. We wilden sowieso geen tweede Howl maken."
Toch blijft het opnemen van een plaat een lastige opgave voor BRMC. "Ik
heb het gevoel dat het publiek ons liever live hoort dan op de plaat.
En ik kan ze geen ongelijk geven. Het lukt ons maar niet om de
knetterende energie, die vrijkomt tijdens een concert, op een
studioalbum vast te leggen."
Ondanks de problemen die de BRMC regelmatig plaagden (vervelende
platenmaatschappijen en onwillige clubleden), is de band op weg naar
haar tweede lustrum. "Yeah, wie had dat kunnen denken?" vraagt Hayes
zich geamuseerd af. "Het was niet altijd even makkelijk, maar het lijkt
erop dat het er van gaat komen. Misschien moeten we eens gaan nadenken
over een feestje, zo rond Halloween volgend jaar. Concrete plannen zijn
er niet. Nee, ook niet voor een nieuw album. Die dingen moet je niet
forceren. We maken eerst de tour af en dan zien we wel weer verder."
Bron: hbvl.be
|