een pseudo-wetenschappelijke verhandeling over het Bergelldal en de Bondascavallei (Zwitserland)
27-09-2005
IV. Maloja, Jeugd en Gezondheid
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.
Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt. Het is gewoon zoals je het zélf wenst. Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed. Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.
Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat. Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard.
Opgedragen aan N.W. Doss wij schrijven in het witte zeil ons afscheid
Matteüs Le Penseur werd geboren in 1947 te Gent. Na zijn huwelijk met Ellen De Proft is hij verhuisd naar Wijnegem. Hij is binnenhuisarchitect en gaf les in Gent. Als specialist in Zwitserse meubelkunst heeft hij over dat onderwerp al verschillende lezingen gehouden o.a. in Génève en Praag.
In 1972 werd hij vader van Marva, zijn enige dochter.
Sinds de jaren tachtig is hij zich gaan interesseren voor poëzie en sagen en legenden over Zwitserland.
In 1991 schreef hij zijn eerste (en enige) dichtbundel: mijn eerste gedichten
In de volgende verhandeling probeert Matteüs Le Penseur gekruid met poëzie en verhaal de geschriften van Whappi (1894) voor het grote publiek kenbaar te maken. De verhandeling is tevens een reiservaring door het Bergelldal in Oost-Zwitserland.
Eindelijk Maloja. Ik stap uit mijn mercedes en kijk rond. Een dichter kan je de sfeer doen proeven, maar hier héb je de sfeer. De Inn. Maloja Palace en een beetje verder het meer: eindelijk zie ik alles. Ik heb er al veel overgelezen, maar ik heb het nog nooit gezien. Ik heb het o.a. gelezen in de gedichten van Willy Verschaetse en ook in de geschriften van A.L.Whappi en zelfs in een gedicht van N.W.Doss, de jammer genoeg omgekomen kameraad van whappi en Voyll. Ik wist ook niet dat Doss gedichten had geschreven toen ik er één tegenkwam in een boek over meubelkunst in de Engadin:
Meubels zijn nooit mooier
Dan van waar ze komen
De natuur
In Maloja
Eén baan vele wegeltjes
Eén wegeltje naar boven
Naar alles
Altijd maar weer
Zwitserlands mooiste plekje
Maloja
Ik ben hier echter niet gekomen om meubels te bestuderen. Ik ben gekomen om in de voetsporen van Whappi, Doss en Voyll de Bondascavallei te bezoeken. Morgen bekijk ik Maloja, daarna gaat het richting Bondo.
De dag dat we toekwamen was een prachtige, hete zomerdag. We werden goed ontvangen door graaf Camille Frédéric de Renesse. Na de aperitief (Appenzeller) bezochten we de bouwwerf. Voyll, de ingenieur onder ons, was onmiddellijk onder de indruk van de moderne werktuigen die de Renesse gebruikte om zijn Maloja Palace tot stand te brengen: een stoomkraan en drie stoomlocomotieven op rails. De graaf toonde ons ook het plan van zijn kuuroord: een heel groots opgezet gebouw.
Tijdens het avondeten vertelde de Renesse over zijn ideeën in verband met het kuuroord. Wat mij onder andere is bijgebleven is het buizensysteem in de kelder om elke kamer van een eigen geur te voorzien: als een koppeltje s nachts lavendelgeur in hun kamer wil hebben, hoeven ze dat maar te melden aan de receptie en het komt in orde. Er is ook een kast die een geheime ingang verbergt en zo zijn er nog vele technische snufjes.
Na het avondeten, bij een biertje (u ziet we werden heel goed ontvangen door de graaf) kwam de Renesse met zijn opdracht voor de proppen: hij wilde ergens in het Bergelldal, het dal onder Maloja, nog een kuuroord bouwen. Het moest Maloja Palace in spiegelbeeld worden en wij, Whappi, Doss en Voyll, respectievelijk een postbode, een architect en een ingenieur, moesten een geschikte plaats zoeken.
Voor de lezer die nog nooit in Zwitserland geweest is, wil ik de natuur van dit prachtige land even verheerlijken.
Natuurlijk, in België hebben we ook mooie streken: de Kempen bij voorbeeld, meer bepaald de Kalmthoutse Heide, waar ik mijn vrouw heb leren kennen. Een mooi gedicht van W. Verschaetse herinnert me altijd aan die tijd:
Het zand
Dat door je handen glijdt
Smaakt naar de zon
In de trilling van je huid
Zo zag ik Ellen het eerst.
Maar de Kempen als natuurschoon is niets vergeleken bij zwitserland en nog minder vergeleken bij Maloja.
Je kan het niet omschrijven. Alleen een dichter kan dat een beetje, maar ik ben geen dichter. Ik kan je wel vertellen hoe je langs het prachtige kerkhofje van Maloja moet voorbijkomen om een hele mooie alpenweide te doorkruisen. En hoe in die alpenweide elke voetstap een andere bloem doet voorbijkomen: alpenklokjes, gentianen, dodenwaad, ogentroost, rolklaver, steenbreek, monnikskap of een prachtige zilverdistel. Hoe je over een brug stapt met onder je de woest kolkende Arlegna, hoe je dan een steile klim te wachten staat om bij een prachtig meertje te komen.
Maar dat vertellen is heel wat minder vergeleken bij de acht verzen van een gedicht over datzelfde meer:
Hier heeft God
Een meer gewild
Dat elke zomer
Hem een oord van rust zou zijn
Hij heeft dat kleine water lief
Omdat het nu nog is
Zoals het eenmaal
Uit Zijn handen kwam
Daarna kun je het meertje achter je laten en de Bitaberg beklimmen. En wat je daarboven ziet, vergeet je nooit meer: een gezicht op twee van de mooiste dalen van Graubunden en van Zwitserland: de Engadin en de Bergell. Gletsjers zijn toch prachtinstrumenten die vele eeuwen geleden zulke mooie dalen hebben gevormd. Ik heb er dias van genomen en verlang ernaar om ze terug te zien.
Om deze uitweiding een mooi einde te geven: vier verzen van onze dichter over Maloja:
Als je Maloja verlaat met de auto, doe je dat normaal via de Malojapas: een indrukwekkend bochtenwerk van beton waar meermaals het getoeter van postbussen klinkt (de eerste noten van de Willem Tell-ouverture van Rossini), alleen als deze zich aan de binnenkant van de bocht bevinden. Ik ga te voet naar beneden, maar sta toch even stil aan het begin van de pas:
Maloja gooit zijn loper
Zwierig
Naar het Bergelldal beneden
En veel dieper
Aan het lange dal
Ruist de Mera
Haar seizoenen
Viermaal anders
In haar waterval
Eerste halte: de ruïne van San Gaudenzio. Hier hebben de SNBers nog een pseudohuwelijk gehouden. Hierover worden ook veel verhalen verteld:
De Heilige Gaudenzio was een prediker en hij predikte ook in de Bergell. Hier werd hij aanzien als vijand van de adel, alhoewel hij alleen naastenliefde predikte.
Boosaardige en wrede heidenen stenigden hem en onthoofden hem onder een boom.
Nu vertelt de legende dat er op dit moment een wonder gebeurde, want Gaudenzio nam zijn hoofd onder zijn armen, klom op de heuvel, waar nu de kerk staat.
Daar stierf hij in de georgenheid van de Heer.
En een prachtig gedicht van W.V. gaat ook over deze ruïne:
In vicospoprano kregen we onze tweede waarschuwing. Die keer waren Doss en Voyll ook getuige. In de grote straat van de hoofdstad van het bergelldal was er een massa volk samengekomen. We wilden ook eens kijken wat er aan de hand was en zagen een jongetje. Om zijn hals was een ketting en die ketting was aan de muur van het stadhuis vastgemaakt: een schandketting in deze tijd!
De jongen van ongeveer tien jaar kreeg het hard te verduren. Niet alleen beledigingen, maar ook eieren en tomaten werden naar zijn hoofd gegooid. Het merkwaardigste van al was dat de jongen stro-geel, niet-gekamd haar had en een zwarte broek en een lang wit hemd droeg.
Opeens werd het stil doodstil. De jongen wees naar ons, we werden doorgelaten tot bij hem. Hij keek ons grijnzend aan en gaf ons een papiertje: daarop was een inktvis getekend. Ik wilde er het fijne van weten en begon de jongen uitleg te vragen, maar antwoorden kon hij niet. Twee wachters kwamen hem ontketenen en hij liep onmiddellijk weg. Het volk dat stond te kijken was ook al weg.
Dit verhaal bestaat uit verschillende kleine hoofdstukjes. Die verschijnen vrij vlug na elkaar (als dat lukt) zodat jullie vlug het hele (spannende) verhaal te lezen krijgen. De hoofdstukjes zijn mooi ONDER elkaar gezet om het verhaal in de juiste volgorde te kunnen lezen. Veel plezier!
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek