Munten worden onderverdeeld in kwaliteiten. Sommige munten zijn heel even in omloop geweest en zijn beter van kwaliteit dan een munt die veel in omloop is geweest en die veel slijtage heeft. Deze kwaliteitsaanduidingen zijn soms moeilijk te bepalen en te begrijpen. Soms werkt men ook met - en + waardoor het nog verwarrender wordt. En niet alle verzamelaars hebben dezelfde mening over de kwaliteit van een munt.
Een overzicht:
P : proof of gepolijste stempel, de munten hebben een blinkend veld op de achtergond en mat reliëf. De munten hebben normaal gezien geen enkele beschadiging. Deze munten bestaan meestal uit zilver of goud of een ander edelmetaal. Proof is eigenlijk een productiekwaliteit. Er kunnen dus best proof munten bestaan met krassen. Het spreekt vanzelf dat deze muntn dan in waarde dalen. (Eng: proof)
FDC : staat voor fleur de coin: munten die pas geslagen zijn, de munt is zo volmaakt dat er geen vormen van beschadiging zoals slijtage, deukjes of krasjes vast te stellen zijn. De munt wordt met de hand (met handschoen aan!) opgevangen als de munt net is geslagen. (Eng: FDC) In de praktijk zien we toch dat er munten als FDC worden aangeboden die niet aan deze criteria voldoen! Zoals kleine krasjes.
(BU: brilliant uncirculated: de munt zou van betere kwaliteit moeten zijn dan UNC, maar heeft toch nog enkele krasjes. Soms is er geen verschil tussen de UNC munten uitgegeven voor circulatie en BU munten is sets. En kan je zelfs mooiere UNC munten vinden dan in de BU sets. BU kwam pas naar boven bij de invoering van de euro.)
UNC: uncirculated: de munt is nog niet in omloop geweest, maar door de processen die de munt ondergaat om geslagen te worden (het vallen in de opvangbak) zijn er kleine krassen op de munt verschenen. De munt heeft wel zijn goede originele kleur behouden. (dit geldt enkel voor nieuwe munten)
PR : prachtig: de munt is even in omloop geweest, er zijn geen sporen van slijtage of een minieme sporen van slijtage vast te stellen. Kleine krasjes zijn mogelijk. (Eng: EF)
ZF : zeer fraai: de munt heeft al enige sporen van slijtage zoals kleine krasjes of details die vervaagt zijn. (Eng: VF)
FR : fraai: de munt is al veel in omloop geweest en heeft al vele slijtage plekken vooral op de hoger gelegen delen. De waardeaanduiding en de tekst blijven zichtbaar. Ook de litsel aan de rand is nog zichtbaar. (Eng: F)
ZG : zeer goed: de munt heeft veel slijtage plekken over de hele munt. De waarde aanduiding en tekst zijn nog herkenbaar. De litsel is sterk afgesleten. (Eng: VG)
G : goed: de munt is sterk afgesleten, maar je kan de munt nog catalogiseren. Vaak zijn grote delen van de munt niet meer herkenbaar. Wel moet je uit de datum, waarde en beeltenis kunnen afleiden welke munt het is. (Eng: G)
Kleurverandering: na enige tijd worden munten dof en verkleuren ze. De meeste verzamelaars kijken naar de slijtage en krassen op de munt. Dus een kleurverandering heeft meestal geen invloed op de waarde van de munt. Zo heeft patina op de munt vaak een meerwaarde voor de verzamelaars.
Je ziet dus dat er veel verwarring kan zijn tussen de verschillende kwaliteiten, vooral dan bij de euromunten. Een munt uit circulatie die er UNC uitziet, moet je die dan bestempelen als UNC of prachtig? Een BU munt met behoorlijke beschadiging, BU of UNC? Of een UNC munt dat fel beschadigd is, zeer fraai, prachtig of UNC?
Het spreekt voor zich dat de munten in waarde dalen als ze een mindere kwaliteit hebben. Wanneer de munt een grote kras heeft of een deuk vertoont in de rand, daalt de munt minstens in één kwaliteitstrap. Het is dus moeilijk om te zeggen welke kwaliteit een munt heeft zonder slijtage, maar waar de munt toch vele krassen vertoont. Een opgepoeste munt daalt ook in waarde. Let op! Op fotos is dit vaak niet te zien, alsook krassen op de munt. Rechts ziet u enkele munten waarbij de kwaliteit is bij aangegeven.
|