Als je me hier
tegenkomt, zou je dan de moeite doen om eens een blik over mij te werpen? En zou
je meteen doorlopen als ik je in eerste instantie niet bekoren kan? Of zou je
je toch niet laten misleiden door enkel de vaagheid van de buitenkant? Ik hoop
het. Blijf staan en sla me open. Ik weet, ik ben niet gelouterd, maar toch kan
ik je misschien zonder enige erkenning, onderscheiding, aanspreken met mijn geschreven stem aan mijn
kant. Dus tracht jezelf een weg te banen doorheen al deze woorden vol zin en onzin die voortkomen uit de
zin en onzin in het leven. Zie mij als een verlengde ervan. Als een
eigenzinnige encyclopedie die niet louter rust op objectiviteit. Ik ben niet
één langdradig verhaal, dus. Draai een bladzijde van mij om en ontdek dat er in
mij een plotselinge wending tevoorschijn kan komen. Iets wat je niet meteen van
mij had verwacht. Want dit gaat over
alles en (n)iets. Ik ben een open boek, een bundeling van allerlei bedenkingen.
Toegankelijk voor iedereen die dat wenst. Voor wie wilt, sla ik mezelf open en
laat ik mijn verhalen door je lezen. Voor en door jou, de onbekende aan de
andere kant, ben ik dan misschien klaargestoomd om verder te sleutelen aan mijn
boek. Om een nieuw hoofdstuk te schrijven in de hoop dat mijn boek weer iets
nieuws te vertellen heeft.
Ik kan alleen nog
maar hopen dat je op het einde van het laatste hoofdstuk me graag gelezen hebt.
Vandaag is het zaterdag
9 oktober, een prille herfstdag en buiten laat de zon zich nog eens van haar beste kant zien bij zon
21°. De lente van dit jaar zou het niet beter hebben gedaan. Na een natte
septembermaand lijkt het alsof de lente opnieuw voor de deur staat. Maar niets
is wat het lijkt. Je merkt het meteen, als je buiten kijkt. De schapen loeien
niet meer in de wei, maar knetteren misschien ergens op het vuur. Ook de fazant
die hoogst opvallend hier in de tuin mijn pad kruist, laat merken dat er iets
niet pluis is aan het lentegevoel dat nu overheerst. En hoewel de winter nog
ontluiken moet, kondigen de felgekleurde bladeren van de bomen haar niet zo vergelegen
aantocht aan.
Al lijkt het nu lente
in de herfst, de klok draait heus niet terug, integendeel. De klok tikt door en
de tijd gaat snel genoeg vooruit. Ook al wordt dat pas gemerkt wanneer die tijd
al voorbij lijkt te zijn. De weemoedigheid waarmee je terugblikt op wat geweest
is, overstijgt de bangheid van onshart,
waarmee we wachten op wat komen gaat.
Alleen wat is, ligt
in onze handen. Vandaag. Wacht niet op morgen om weemoedig achterom te kijken
naar gisteren, deze zachte herfstdag. Want ook al merken we het pas als het voorbij is, het verleden leert ons dat het gaat snel, die tijd. De seizoenen
veranderen envoor je het weet beland je
al in de herfst van je bestaan. Wat
komen zal gaat dan al geweest zijn
De winter sluipt
dichterbij en als de lente over deze herfstdag valt, is het lang nog niet zeker
of het huichelachtig onschuldige wit van die dagen ooit nog verdwijnen zal voor het ontwakende groen van volgend jaar.
Dit jaar gaat de AKO literatuurprijs naar David Van Reybrouck voor zijn boek 'Congo, een geschiedenis', nadat hij eerder met zijn werk al de Grote Geschiedenis Prijs en de J. Greshoffprijs won. Van Reybroucks boek werd in een rechtstreekse uitzending vanuit het
Teylers Museum in Haarlem 'tegelijk verrassend en ontroerend' genoemd.
Volgens de jury is Congo, een geschiedenis verder 'een knap
gecomponeerd verhaal over slavernij en kolonialisme, veerkracht en
overleven. Een meeslepend geschiedeniswerk van een historicus én
romancier'. Naast Congo, een geschiedenis waren Kees van Beijnum (Een soort familie), Oscar van den Boogaard (Meer dan een minnaar), Tom Lanoye (Sprakeloos), Willem Jan Otten (Onze Lieve Vrouwe van de Schemering) en Koen Peeters (De bloemen) genomineerd.
In de Elsschotbiografie van de Nederlandse
uitgever Vic van de Reijt, die vrijdag verschijnt, is een onbekend gedicht
opgedoken. Het jubelgedicht op Willem Elsschots vriend en advocaat Edgar
Boonen, die na een verwijdering van zeven jaar wegens collaboratie opnieuw tot
de Antwerpse balie was toegelaten, werd nooit eerder gepubliceerd. Dat bericht
Knack.be vandaag.
Volgens van de Reijt gaat het om een konterfeitsel dat de naam gedicht
nauwelijks verdient, een gelegenheidsgedichtje. De uitgever citeert in zijn
Elsschotbiografie het volledige gedicht, dat gedateerd is op 24 februari 1951
en enkel in kladhandschrift bestond.
Volgens de uitgever wordt in de biografie het taboe tussen Elsschot, de
zakenman, en Elsschot de schrijver, dat Elsschot maar al te graag zelf
cultiveerde, opgeheven.
"De Engelenmaker" van Stefan
Brijs is bekroond met de Euregio Literatuurprijs 2011. De Euregio
Literatuurprijs wordt al een decennium lang toegekend door 400 scholieren uit
meer dan 25 middelbare scholen in de Euregio Maas-Rijn. De bedoeling van de
prijs is het lezen van literatuur door jongeren te bevorderen en dat over de
landsgrenzen heen. Jaarlijks worden zes romans genomineerd die gepubliceerd
zijn in de drie daar gesproken talen: Nederlands, Duits en Frans. Na auteurslezingen,
criticirondes en onderlinge debatten kiezen de scholieren via stemming de
uiteindelijke winnaar. Dit jaar is dat De engelenmaker (Le Faiseur danges / Der Engelmacher) van Stefan
Brijs. Andere genomineerden waren onder meer Boven is het stil (Gerbrand
Bakker) en Courir
(Jean
Echenoz). Aan de prijs is een bedrag van 5000 euro verbonden voor de auteur en
1000 euro voor de beide vertalers van het winnende boek (Daniel Cunin en Ilja
Braun). De prijs wordt op 20 mei uitgereikt bij het drielandenpunt. Scholieren
uit de drie landen zullen in hun eigen taal een lofrede houden. Eerder ging de
prijs naar Maarten 't Hart, H.M. Van den Brink en Philippe Claudel. Voor De engelenmaker is het al de
vijfde bekroning. In oktober verschijnt de langverwachte nieuwe roman van
Stefan Brijs: "Post
voor mevrouw Bromley".