"We all have our wild dreams Of new beginnings Of taking the back roads To far of places To finding the happiness Everyone chases We all have our wild dreams Of new beginnings"
(Admiral Freebee - Wild Dreams of New beginnings).
Mijn wilde droom is een leven buiten Europa. Buiten het stressvolle bestaan van elke dag in de files te staan om de grillen van een baas te trotseren, de koffiemachine als enige troost voor weer een identieke neonverlichte werkdag op bureau achter een scherm van 17 inch en een azerty toetsenbord.
Mijn wilde droom wàs dat. Ik vervulde een droom. Ik trok erop uit, de wijde wereld in, een nieuwe toekomst, een andere levensstijl. Dit is mijn verhaal*, en net zoals het leven zelf, on-going, van dag op dag, pas na pas, met vallen en opstaan.
(*alle namen van personen hierin vermeld, werden veranderd).
Waar worden dromen geboren? Ik geloof dat zoiets gebeurt uit de confrontatie van verlangens, wensen, met de werkelijkheid. Uit deze onzachte botsingen van het verleden, ontstond iets dat vele mensen als vluchtgedrag zouden omschrijven. Vroeger zou ik hen misschien gelijk hebben gegeven- nu niet meer. Het echte vluchtgedrag, is mijn overtuiging nu, is hetzelfde blijven doen dag op dag, zonder nadenken, zonder perspectief.
Het resultaat is dat ik momenteel in Argentinië, Cordoba woon. Hoe ben ik hier geraakt?
Het is moeilijk, zoniet onmogelijk, een eerste punt aan te duiden waarin de droom -de vlucht volgens sommigen- is ontstaan. Was het dat jaar studeren in Spanje? Was het mijn stukgelopen huwelijk? De vele jobs die niet leken te werken? De vele reizen die ik ondernam? De onnoemelijk aantal relaties die foutliepen? Er is volgens mij nietéén punt, een absolute zero-point. Het is simpelweg de aanhoudende dreunende sleur van het alledaagse robot-leven in gouden kooi waarin ik me voelde opgesloten. Een gouden onpersoonlijke saaiheid met het verwerven van meer en beter als enige kick. Joepie, weer solden!
Ik herinner me dit. Ik was ongeveer 10 jaar en had net een nieuw speelgoed kunnen kopen, een casette-houder met 3 laden. De allereerste moment dat ik het mijn kamer opheiste en neerlegde bij de trap brak het ding onder mijn voet en was ik ontroostbaar. Toch was ik al te oud om te janken. Boys don't cry. Niettemin ervaarde ik dat prullerijen me niet gelukkig zouden maken. Ik zou echter nog vaak dezelfde fout maken: dingen kopen om me meer of beter te voelen. Vaak zouden ze stukgaan. Het enige wat niet leek stuk te gaan, waren fijne herinneringen. En al vroeg waren mijn beste herinneringen die van reizen. Deze leken bovendien alleen maar beter te worden naarmate de tijd verstrijkt.
Mijn ouders gingen gelukkig vaak met ons op reis. Regelmatig naar Zuid-Frankrijk, later ook wel eens Italië, Duitsland. En toen ik 12 jaar was naar Joegoslavië. Zo heette dat land toen nog. Het voorgaande jaar in Frankrijk had ik geleerd om een brood te gaan halen op de camping. De hele weg naar de lokale campingwinkel probeerde ik het woord "baguette" te onthouden. Toen ik uiteindelijk voor de winkeldame stond, kon ik het me maar niet herinneren.
In Joegoslavië vroeg mijn moeder me een komkommer te gaan halen. Een heel ander avontuur. Ik weet nog dat ik voor het groentenkraampje van vriendelijke oma stond en ik geen idee had van hoe je een komkommer in het joe-go-sla-visch moest vragen. Ik kon de naam van het land amper uitspreken. En toen kwam er die ingeving. Ik maakte er iets van zoals de mensen er spraken, en ik fonetiseerde zoiets als "komkom-re". In de geest van een twaalfjarige een hele clevere vondst, zo vond ik toen. En als bij wonder kreeg ik van de lachende oude vrouw een groen langwerpig ding mee, waar ik van vermoedde dat mijn moeder het nodig had. Als er dan toch één enkel moment moest zijn waarop al het volgende werd bepaald, was het dit. Het onoverwinnelijke gevoel om door middel van een taalvondst iets te verkrijgen en te overleven in een ver afgelegen land. In de ogen van een twaalfjarige was ik een survivor, een beest. Nu kon ik de wereld aan. Gewoon effe geduld oefenen vooraleer de wereld klaar was voor mij⦠(en mijn ouders me zouden laten gaan).
De eerste gelegenheid kwam 12 jaar later om een jaar in Spanje te gaan studeren. Nog eens 12 jaar later woon ik in Argentinië. Er is veel tijd voorbijgegaan, veel gebeurd. En alles erin bepaalde waarom ik hier ben. Een klein beetje historie om het te kaderen⦠een klein beetje maar.
Spanje
Ik kende nauwelijks een woord Spaans. Ik vertrok 10 september 2001. De tweede dag van de trip kwam ik met mijn toenmalige vriendin (die ook in Spanje ging studeren, maar dan wel 700 km verder) in een restaurant en moesten we onze eerste keer eten bestellen in het Spaans. Ik begreep al snel dat de taal spreken echt wel onoverkomelijk zou zijn. Ik kon ook maar niet begrijpen dat die mensen naar het tv-scherm bleven gapen. Er was blijkbaar weer iets gebeurd met de ETA, één of andere aanslag. 5 dagen later zou ik pas doorhebben, als de laatste Europeaan wellicht, dat de wereld veranderd was. 9-11, World trade center in New York was neergekomen.
Ik belde een eerste keer naar huis, vanuit mijn nieuwe woonplaats in Salamanca. Dat was rond 16 september. Ik kreeg mijn vader aan de lijn en zonder te vragen hoe het was alleen in dit land waar ik de taal niet kende, vroeg hij "weet ge wat er gebeurd is in Amerika?". Wat kon mij dat toen schelen. Nee, ik weet dat niet en het interresseert me niet, was mijn eerste gedachte. Maar de volgende dagen leerde ik mijn eerste woorden Spaans: atentados, torros gemelos, Estados Unidos, ... guerra. Dat was in een typisch Spaanse bar met zalige "bocadillos de lomo" en een groot tv-scherm.
Dat met dat lief in Spanje (Elke) is niets geworden. In feite maakte ze uit de dag dat we samen vanuit Spanje terugkeerden naar Belgie. Ze had netjes gewacht tot we terug waren (ook al wist ze màànden op voorhand dat het niks zou worden) om het 'voor mij aangenamer te houden'. Ik vermoed dat het haar ook wel paste dat ik met de auto terugreed en ze al haar gerief kon meezeulen in de koffer.
In Spanje had ik Esther leren kennen. De eerste keer dat ik verliefd werd op een exotische vrouw. Ze was donkerder, sprak een andere taal, had passie, ... anders dus. De allereerste keer in m'n leven dat ik eraan dacht om op een andere plaats te gaan wonen dan Vlaanderen. Esther woont in Mallorca, op 200 meter van het strand. Het is er helaas nooit van gekomen. Ik besloot uiteindelijk voor de job te gaan. Een carrière. Het zekere, veilige gevoel in de welvaartsstaat.
Midden-Amerika, 2003
Vlak na Spanje en net voor mijn eerste job maakte ik een reis naar Guatemala, Nicaragua, Honduras en Costa Rica. De eerste keer buiten Europa. Een fundamentele ervaring. Het gevoel om te moeten overleven, avontuurlijke wegen te bewandelen, van dag op dag te zoeken naar een slaapplaats, eten, vervoer, ... het lag me geweldig. Mijn ogen gingen een beetje open.
Op eigen benen staan, 2003-2008
En toen begon de hel. Werken. 5 dagen per week. In een kamertje met een pc en een telefoon. Ik baalde verschrikkelijk en eerlijk gezegd, ik haatte mijn bazin. Nu, ze maakte het me ook wel heel gemakkelijk. Ze was de meest afzichtelijk, onuitstaanbare en irritante persoon die ik me kon inbeelden. Ik hield het er ongeveer 6 maanden uit. Een prachtprestatie.
Mijn tweede job was iets beter. In de zin dat ik meer verdiende voor mijn comateuze maandag-tot-vrijdag-toestand en mijn baas nog niet zo'n slechte leek te zijn. Hij viel me eigenlijk gewoon veel minder lastig. En o-ja ik ging op mezelf wonen en moest dus zelf instaan voor mijne kost. Op eigen benen staan had zo ook zijn avontuurlijke inspiratie toen. Meubels kopen, huur betalen, naar de supermarkt, eten maken (thank god voor de microgolf!) en een lief zoeken. En dat laatste werkte nog ook. Binnen de 4 weken woonde ze bij mij en moest ik niet alleen voor mezelf zorgen, maar ook nog eens voor haar ook. Ze studeerde nog en haar ouders vonden haar klaar om op eigen benen te staan. Wel zo gemakkelijk voor hen.
De volgende job was zowaar nog beter. Ze betaalden mij als jong universitair nog meer poen en ik zag mijn baas⦠nagenoeg nooit. Perfect. Het was met momenten zo erg dat ik maandag op bureau uitsliep van het weekend. Dat was nog de zalige tijd vóór de open landschaps-bureaus. Je weet wel, waar iedereen kan zien dat je niet aan werken bent. Een hekel heb ik eraan.
Times change en het moet gezegd, in de loop van de tijd berustte ik in het zombie-achtige bestaan en ik werd ergens zelfs goed in het werk dat ik stilaan ook effectief begon verrichten. Mijn enige herinnering van die tijd: ik maakte een reis naar Thailand. Nee serieus, elke andere werkdag was gewoon hetzelfde. (SSDD-syndroom: same shit different day)
Ik verhuisde naar Leuven en leerde Katrien kennen. Voor ik het doorhad woonde ze bij mij in, trouwden we en kochten we een huis en een hond. Ik werd een working class hero. Ik veranderde van job, want als held aan het hoofd van een huishouden vond ik het nodig een titel te hebben waar het woord "manager" in voorkwam, een auto te hebben van het werk, een blackberry waar ik ook thuis op kon werken en een reeks trienen wiens baas ik moest spelen. Enige probleem was dat ik geen benul had van hoe dat op de grote-mensen-manier te doen. Ik was nog geen 30 jaar. Den auto reed ik na één maand in de prak. En toen kwam oktober 2008.
De confrontatie, 2008-2014
Blijkbaar was de crisis in 2008 groot genoeg om een paar poefen met een nog ronkendere manager-titel te laten besluiten dat mijn job toch best niet aan zo'n jong kereltje moest overgelaten worden. The "need of urgency" vereiste ook ergens een soort van actieplan en dat plan was vrij simpel: de zak aan de jonge gasten in proeftijd. Nét nu ik me had bedacht, "ok, laat ons nu maar meedraaien in het spel waar ik op z'n minst lijk te doen wat mijne baas wil dat ik doe". Uiteraard was dat laatste ook wel ingegeven door de verantwoordelijkheid een huis te moeten afbetalen.
Er zat ook gewoon niks anders op dan een job te gaan doen, de bank maandelijks mijn zuurverdiende centen af te geven en braaf te wezen. Het grote probleem was dat ik zo niet in elkaar zit.
Kort samengevat, 2 jaar later was ik gescheiden en had ik geen enkele job langer dan 5 maanden gedaan. Over het huwelijk kan ik kort zijn, Katrien was te jong, te stompzinnig, en hoogstwaarschijnlijk beide. Dezelfde maand dat ze zelf begon centen te verdienen, dié maand, besloot ze weer bij haar ouders te gaan wonen en toch niet getrouwd te willen zijn.
Ik woonde nog een jaar of 2 in het huis dat we gekocht hadden, samen met de hond. Tussendoor had ik nog wel enkele andere relaties, de langste was een jaar. De jobs wisselden tegen een gelijkaardig tempo. één per 6 maanden gemiddeld.
Ik stopte een job uit pure verveling na 3 maanden om een job te starten dat nog erger bleek te zijn. Een ontslag kan soms de grootste opluchting zijn voor een mens, het beste voorschrift van de levensdokter. Het volgende ontslag was legendarisch: na 4 maanden, in volle vergadering met alle collega's sloeg de HR-manager-poef in een kramp van ergernis en riep hij dat ik kon vertrekken. Ik had het wellicht kunnen redden omdat hij meteen nadien besefte dat hij mijn hulp nog nodig had om iets op te lossen, maar ik koos de taxi naar huis. Bij de volgende job vergat de CEO de oplossing die ik aanbracht om 80K euro te besparen aan de hand van een fiscale constructie, en vergaf men niet een klein foutje zonder financiële gevolgen. Ik paste niet in het team in een volgend bedrijf, en eerlijk gezegd wil ik ook niet inpassen in een verzuurd conservenblik wiens vervaldag vorige eeuw was verlopen. In een groot toonaangevend bedrijf kon men geen gepaste klanten aanbieden waar ik voor zou werken.
En dan kwam de laatste job die ik deed. Ik kwam binnen als dé man die een nieuw team zou opbouwen vanuit niets, het team opleiden, de processen optimaliseren, in volle verandering. Na 3 maanden had ik 100% van de objectieven behaald. Ik kreeg een positieve vermelding op de management-call. Het team was vroeger dan verwacht operationeel, met bétere resultaten dan het vorige team, met meer transparantie, betere dienstverlening. De reden op de C4? "voldoet niet aan de verwachtingen". No shit. Dit bedrijf: AB Inbev. Het kon moeilijk meer symbolisch.
Mijn baas was een eerstegraads bitch. Meer dan 2 weken verlof opnemen na elkaar: onmogelijk. 14 dagen! Ik kreeg daarnaast commentaar dat ik amper 9 à 10 uur per dag werkte (een normale volle werkdag is 8u). Ze verwachtte minstens 11 uur. Niet om iets bijzonder te doen ofzo, nee, op zijn minst aanwezig te zijn. Om de schijn op te houden dat er in het team héél hard gewerkt wordt. Het mens is dan ook verslaafd aan haar job, heeft geen leven. En zal er ook alles aan doen om het leven van de collega's buiten het werk tot 0 te herleiden.
2008, scharnierjaar
2008 was voor mij een scharnierjaar. Het werd steeds meer duidelijk dat een job, een huis, een afbetalingsplan bij de bank en 5-dagelijkse werkweek niets voor mij zijn. Het is niet een besef dat plots opduikt, het is een continue beleving van opstapelende gebeurtenissen tussen hoop, verwachting en mislukkingen. En nog steeds bedenk ik me af en toe of ik het echt niet kan of wil. Of "zou moeten". Want daar gaat het toch allemaal om... Je moet een job doen, een status verdienen, een huis kopen, een auto, op smoelenboek staan glimmen met je nieuwe moto, je laatste aanwinst tentoon spreiden aan je 'vrienden' die je enkel nog ziet op de sociale media.
Onze westerse wereld is er ook helemaal op gebrand om je binnen het systeem te houden. Een lening bij de bank afbetalen, de sociale zekerheid spijzen, de prullen die je moet bezitten om erbij te horen, de blinkende auto in de file naar de doodskist. En onderweg content zijn met de 2 weken vakantie in Zuid-Frankrijk. Of aan zee met de kids.
Ik kies iets anders. Ik kies te leven.
In september 2008 maakte ik een reis naar Peru. De foto's ervan werden gestolen op de terugrit, maar het idee dat in mijn geheugen gegrift werd bleek onuitwisbaar. En dat idee is dat van vrijheid, van geluk zonder bezit, van harmonisch leven in de natuur, een dag-tot-dag bestaan zonder beslommeringen buiten het (over-)leven zelf, van echte sociale samenhang. En dat idee zag ik in de cultuur die ik bezocht. Het kostte gewoon de nodige tijd en gezever om het te beseffen.
De reizen, 2012-2014 In deze jaren zou ik amper de namen van de liefkes of de jobs in de juiste volgorde kunnen opsommen, maar ik kan nog perfect alle plaatsen opnoemen, de mensen, de belevenissen van de enkele reizen die ik maakte.
Na Peru was ik even te druk bezig met mijn carrière en te vergeten om te leven. Pas in 2012 begon ik dat op te geven omdat het niet leek te werken. Ik reisde naar Indië. Datzelfde jaar nog bijna 3 maanden naar Brazilië, Argentinië en Bolivia. Het jaar erop nog 2 maanden naar Cambodja en Vietnam. En uiteindelijk 3 maanden naar Colombia, Ecuador en Peru. Dat was net na de laatste job bij onze nationale trots: de Stella. De veer was eindelijk gebroken.
2014, Move out!
Na 5 dagen terug in België boekte ik een vlucht naar Argentinië. Ik ben ermee weg.
Bijlagen: http://www.youtube.com/watch?v=lDYEZn6FuFg
28-07-2014, 22:47 geschreven door Koen M. 
|