Druk op onderstaande knop om een positief berichtje achter te laten in mijn gastenboek (let wel : obsceniteiten worden eruitgeflikkerd !)
Motortoerisme...mijn hobby
Motortoerisme... mijn passie Enkele korte flashes uit mijn motorrijderscarrière die begon in 1972.
Regelmatig een korte impressie van de nieuwste modellen.
Ook komen de meest gekke motoren aan bod alsmede bijzondere verkeerssituaties.
Treffens en andere activiteiten.
En niet te vergeten mijn collectie 'Politie-bikes'en badges.
03-07-2011
3de Fire Bikers Treffen Ronse 3 juli 2011
Het was een zonnige morgen en na mijn bike een poetsbeurt te hebben gegeven ging het richting Ronse. Inschrijving aan het cafe Vigorelli en om 10.00u start. Bleek iets te laat te zijn, want ik heb, ook al vanwege de vele 'stops' die ik inlastte, daar door de laatste twee controles gemist. Soit, ik rij toch voor mijn plezier en niet 'voor de punten'. Daarbij komt nog de fotoreportage en het oponthoud bij de plaatselijke bevolking...
Maar het zou opnieuw een ware 'kapellekes-slag' worden, want "waar je ook rijdt langs Vlaamse (Waalse) wegen, kom je een kapelleke tegen"...
En ja, het zou een dagje Vlaamse Ardennen worden... een streek die ik misschien al honderd keer heb doorkruist, maar toch steeds weer nieuwe kantjes ontdek. Zo ook vandaag.
Tussen Kluisbergen en de Kwaremont kwam ik deze oldtimers tegen : ze volgden toevallig onze motorroute, dus ik mee.
Mee tot aan de hoeve waar een tractor-meeting plaatsvond.
Op de Kwaremont had er een pestkop niets beters op gevonden dan zijn VAN (en dan nog in de verboden parkeerrichting) vlak voor een pijl naar rechts te stationeren ! Natuurlijk reed iedereen hier een stukje door...
Die zie je ook niet veel meer : die 'boomkapelletjes'.
Maar we komen aan in Otegem : 12.00u... het was te warm voor frieten, dus dan maar een koffiekoek en een lekkere koude chocomelk als middagmaal. Ik installeerde mij op een bankje bij de kerk.
Plots kwam er een motorbende opgereden : het zijn de Motorkloppers uit Vichte op zoek naar een nieuw lokaal. Misschien dat ze hier een deal kunnen sluiten met de bazin van cafe StAmand...
De Avelgemse Scheldemeerssen aan het Karekietenhof (specialiteit Paling in 't groen) Een paradijs voor de visser op stilstaand water. Je moet echter wel lid zijn van 'Chalet 'tZakske'
Het stationsgebouw, naar plannen van architect P. Ongenae, bleef bewaard en werd later gerestaureerd. Het stationsplein is thans een belangrijk knooppunt voor het busverkeer van De Lijn.
Niet ver daar vandaan, het vliegveld van Amougies. Ik weet nog de dag van de opening in 1968 : mijn vader had daar indertijd het boeltje verzekerd en we waren met de ganse familie uitgenodigt op het openingsfeest. Mijn pa stond zelfs achter de BBQ ! Ik moet nog ergens enkele vliegtiketten liggen hebben uit die periode voor een vlucht...
Even buiten het centrum van Celles rijden we voorbij het plaatselijke kerkhof dit rondpunt op. Een aan de armen verbrijzelde Christus kijkt neer op een hoopje zwerfvuil aan de sokkel van deze calvarie.
Via Pottes gaat het naar Helchin waar we over de Scheldebrug weer Vlaanderen binnenrijden en mogen spreken van Helkijn.
In deze nieuwbouw sociale wijk aan de Mezenstraat in centrum Helkijn staat deze prachtige oude maar gerenoveerde pomp die vroeger op de dorpspleinen stond.
De in de zomerperiode telkens weer mooi bebloemde brug over het kanaal in Moen. Een brugje die ik als klein kind wel duizenden keren heb overgestoken om van thuis naar school te gaan...
Het is 14.00u : we rijden van Moen naar StDenijs waar in de heraangelegde Vinkestraat deze OLV Ter Ruste-kapel te bewonderen is : een recent bedehuisje met een fraai interieur uit 1991.
Een steeds wederkerend tafereel : de autobanden van de boer !
Die Vinkestraat is nog maar pas heraangelegd en het was nog gevaarlijk rijden op de losliggende kiezel. Ze leidt ons tot aan Beerboskapel waar een signaalgever de komst van de jaarlijkse Kortrijkse Triatlon op zijn gemakske zat af te wachten.
Hogerop Molen Ter Claere. Deze molen is de enige van de vijf windmolens van Sint-Denijs die
de tijd getrotseerd heeft. Het is een stenen grondzeiler en hij staat op het
hoogste punt van de streek namelijk 76 m. Het is één van de enige West-Vlaamse
molens die regelmatig werkt. De molenaar- eigenaar is Rudy Taelman.
Oorspronkelijk was het een houten molen waarvan de naam voor het eerst opduikt
in 1415. Een oude streekkaart vermeldt hem in 1691. Na vernieling of zware
beschadiging herrees hij in 1764. De mote
waarop hij stond was eigendom van de bisschop van Doornik, tevens dorpsheer van
Sint-Denijs. In 1834 behoorde de houten molen nog toe aan Jan De Camp. Na
vernieling in 1848 werd een stenen molen gebouwd. Daarna kwam deze molen in het
bezit van verschillende molenaarsfamilies : Devroe, Decant, Catteloin en
Taelman. De molen was in 1918 een te gevaarlijke uitkijkpost voor de
terugtrekkende Duitse troepen en net als de kerktorens van Sint-Denijs en
Kooigem werd ook de molen Ter Claere opgeblazen. Norbert Catteloin herbouwd hem
in 1922 en werd in de nacht van 30 januari 1942 door een inbreker vermoord in de
molen. Op 4 april 1944 werd de molen beschermd als monument. In 1950
vernielde een brand het binnenwerk van de molen. Sindsdien werd de molenromp
verhoogd en werden onderdelen vernieuwd en aangepast. De laatste restauratie
gebeurde in 1986-87. De huidige molen heeft een vlucht van 26 m. Ter Claere is
een korenwindmolen met benedenverdieping die tegelijk maalzolder is, een
steenzolder met 3 maalgangen, een luizolder waar een graanreiniger zich bevindt
en een kapzolder met Engels kruiwerk.
We rijden niet het centrum van Zwevegem binnen, maar gaan via de StPaulus Site, de Industriezone Breemeers en de Blokkellestraat naar de Otegemstraat waar we de brug oversteken en langs het kanaal richting Deerlijk rijden.
Aan het rondpunt met de motorzaak Motocity, slaan we richting Statiewijk Deerlijk.
Een voormalig spoorwegstation langs de Belgische spoorlijn 89 (Denderleeuw-Kortrijk) in de Vlaamse gemeente Deerlijk. Ik wist niet dat stationsgebouwen een huisnummer hadden ?
Het is 14.30u en via StLodewijk-Deerlijk rijden we naar Vichte waar deze OLV van Smarten-kapel een nieuwe dakbedekking krijgt.
De arbeiders hebben het gebedshuisje wel afgesloten wanwege hun alaam die erin ligt...
Op Vichte 'plaotse' is er kermis en de bijhorende kermiskoers. De deelnemers waren al vol verwachting naar de start rondjes aan het rijden...
Op het plein staat deze griezelige figuur met scroll die vol staat met namen : een beeld ter herinnering aan de geschiedenis van de textielgemeente Vichte, opgericht op 26 december 1976.
Even verder slaan we aan motorzaak Schiettecatte de weg op naar Molecule.
Het is 15.00u en we rijden via de Vossestraat weer de landerijen in.
Jaja, het is niet alleen in Brussel dat ze een 'Welriekende Dreef' hebben !
Die zouden ze eens op heterdaad moeten kunnen pakken !
Via de Gapersroute komen we langs Ingooigem (hier zeggen ze Ijvegem).
Wie de beheerders van dit museum ook mogen zijn, het mist toch aan respect voor Stijn Streuvels en geef toe, naar de toeristen toe is het geen gezicht ! Een schande !
Maar niets dan blije gezichten op deze huifkarrenrit. Bij gebrek aan trekpaarden, dan maar de tractor ervoor spannen.
We rijden richting Tiegem en aan het kerkhof sturen ze ons de Neerstraat in en weer hebben we een mooi zicht op die centrale van Ruien.
Via de Anzegemse Pontstraat gaat het richting Kerkhove en opnieuw richting Kluisbergen. We zitten opnieuw in Oostvlaanderen.
Een tweede controlepunt was gevestigd in cafe-feestzaal Royal in Berchem. Ik had dan wel wat frisdrank mee in mijn kofferbak, maar er was daar een consumptie voorzien en ik besloot er om een pintje te drinken.
Van daaruit met de Eddy-Merckx-Route weer de boerenbuiten op.
Deze fietsroute met vertrekpunt op het Ruienplein in Kluisbergen start op de plaats waar Eddy Merckx zijn laatste wedstrijd won. Niet verwonderlijk dus dat ze op zoek gaan naar de hellingen uit de Ronde van Vlaanderen : de Oude Kwaremont, de Paterberg, de Kluisberg en de Hotond. Een uitdagende route, maar als men het rustig aandoet een haalbare kaart voor iedereen die wel eens op de fiets springt.
Daar loopt ook de Scheldemeerssen-men-route voor paard en gespan.
We komen onderaan de Koppenberg met het Koppenbergbos en de Mariagrot met bron
Daar zouden ze nu eens cultureel erfgoed moeten van maken. Een tijdje een doorn in het oog van Landschappenbeheer die liever die badkuipen niet meer in de weilanden zag staan. We gaan er nog tegenkomen...
15.50u : aangekomen in Oudenaarde stoten we op Havenfeesten
Tussentijdse stop aan een Power pompstation voor een tankbeurt.
We rijden verder naar Volkegem en Mater waar we de kasseien van de Ruiterstraat moeten trotseren. Vlug even poseren tussen de opschietende mais...
In Maria-Horebeke rijden we via de Watermolen-fietsroute voorbij deze naamloze Chistus-kapel.
Verder naar StDenijs-Boekel (we zitten in de Zwalmstreek) en in Elst staat deze verzorgde veldkapel uit 1615.
Heel wat minder fraai is even verderop deze leegstaande kapel waarvan het opschrift onleesbaar is.
Michelbeke... Brakel en daar staat deze verzorgde OLV kapel met opschrift Nood zoekt Troost Elverenberg - Heiveld 1965
Aan het kruispunt van Heiveld met de Brusselse Baan staat verborgen in het struikgewas dit kruisje...
In Maria-Oudenhove is er in deze gevel een speciaal plekje voorzien van deze nis met kruisbeeld.
Het gaat richting StMartens-Lierde... Deftinge... Goeferdinge. Het is 16.35u wanneer we de centrumbrug in Geraardsbergen oprijden.
We volgen nu een stukje Dender Route Zuid en komen uit in Twee Aken, vertaald uit het Deux Acrens een streek waar we een tijdje zullen in- en rondtoeren.
Aan de grens met Lessen (Lessines) vond ik dit plaatje best geschikt om te fotograferen.
Jongeren op stap met de pony... ik kan er van meepraten. Ja, maar als je vroeg of laat dat beest wil 'inspannen' moet het aan het verkeer wennen.
We rijden verder langs Bever en Bois de Lessinnes en zie plots de wegwijzer Chateau de Lestriverie, een 17de eeuwse burcht dat later een omwald kasteel werd.
Even aankloppen en Mevrouw de Markiezin stond me vriendelijk te woord.
Théodore d'Yve behoorde tot een familie waarvan de stamboom en de adelbrieven opklommen tot de vijftiende eeuw. Hij was de zoon van Ferdinand de Bavay (1749-1825) en van gravin Marie-Anne von Wildenstein (1762-1820). Ferdinand d'Yve behoorde tot de Henegouwse adelstand en verkreeg adelsbevestiging in 1816 met de titel van graaf, gewijzigd in 1822 in markies voor hem en overdraagbaar op de oudste erfgenaam, met de titel van graaf of gravin voor alle anderen. Hij was kamerheer van Willem I.
De loopbaan van Théodore d'Yve begon door zijn benoeming tot kamerheer van kroonprins Willem. In 1824 trouwde hij met gravin Thérèse-Pauline Cornet de Grez (1799-1845) en ze kregen zes kinderen.
Op 5 november 1830 werd hij als plaatsvervangend lid verkozen voor het Nationaal Congres in het arrondissement Zinnik. Door de weigering van een effectief verkozen lid, zetelde hij vanaf 12 november. Op 10 april 1831 nam hij ontslag met als reden dat hij zich buiten Brussel moest begeven en zijn arrondissement niet van één van zijn vertegenwoordigers wilde beroven. Hij werd gecatalogeerd als behorende tot de gematigde liberalen. Hij nam evenwel geen enkele keer het woord in de openbare zittingen. Zijn stemgedrag was dat van de meerderheid van de congresleden: voor de onafhankelijkheidsverklaring, voor de eeuwigdurende uitsluiting van de Nassaus, voor de hertog van Nemours als staatshoofd, voor Surlet de Chokier als regent.
Théodore d'Yve was, vanaf 1823, vele jaren burgemeester van de gemeente Lessenbos (Henegouwen). Hij werd tot in 1921 door een paar van zijn nakomelingen hierin opgevolgd. De familie D'Yve de Bavay bewoont nog steeds het indrukwekkende zeventiende-eeuwse familieslot, genaamd Château de Lestriverie. De jongste zoon van Théodore zorgde voor nakomelingen, tot op heden.
Théodore d'Yve had een jongere broer, graaf Ferdinand d'Yve de Bavay (1798-1866) die trouwde met zijn nicht Hyacinthe de Bousies (1798-1875) die een belangrijk aandeelhouder en bestuurder was van de Société Générale, alsook van vennootschappen voor ontginning van koolmijnen en aanleggen van spoorwegen. Dit echtpaar bleef kinderloos.
Vanaf de start meteen al stil protest van de boeren en de buurtbewoners van Boezinge en omstreken...
In de Reningsestraat in Boezinge hield het comité een symbolische actie. Het nefaste plan met een nieuwe bypassweg van 10 k, een drastische verbreding van de N8 tot 42 meter en een overmatig grote ring rond Hoogstade, hangt nog steeds als een zwaard boven de hoofden van heel wat inwoners, aldus Frank De Poortere. Op 11 maart heeft de Administratie Wegen en Verkeer een aantal mensen aangeschreven om landmeters toe te laten op hun eigendom langs het traject van de geplande bypassweg (de 10 km lange ring rond Brielen-Elverdinge en Woesten, red.) en de geplande ring rond Hoogstade. Om te tonen dat Geen streep door de Westhoek zich niet neerlegt bij de feiten, werden woensdagavond enkele landmeterspiketten vakkundig verwijderd met zwaar materieel. We hebben de eigenaars die een brief hebben ontvangen duidelijk gemaakt dat er nog geen reden tot wanhoop is. Ze hebben het recht om de landmeters de toegang tot hun eigendom te weigeren en zo de lopende procedures tegen te houden, aldus nog De Poortere.
Tegenover de kerk dit prachtige monument ter ere van de gesneuvelden (burgers en militairen) van de oorlog 14-18. "Voor God en Vaderland" (maar dan wel met Vlaams Leeuwke erbij)
De Mallejan, een éénassige kar om stamhout uit het
kapgebied te vervoeren. Het verhoogde asblok en de dissel vormen samen een
hefboom waarmee de stam van de grond getild kan worden.
De zon komt er weer door als we de Franse grens oversteken in Houtkerque (daar zeggen ze Outkerque). We rijden een eindje op de Frontieren Fiets Route en in de doodlopende Molenstraat sta ik oog in oog met de Hoflands Meulen.
Deze molen staat op de binnenplaats van een grote hoeve. Hij is in private handen en bezoeken kan men niet. Maar je kan hem wel bewonderen vanaf de D947 of als je tot aan de ingang van de boerderij rijdt. Niet te verwonderen dat, als je het landschap bekijkt met zijn talloze graanvelden, hier verschillende windmolens/graanmolens werden neergezet. Zo hebben we hier in de nabije omgeving ook nog de Moulin des Pauvres, de Doodman Meulen, le Moulin de Maerle, le Moulin du Chemin Vert en le Petit Moulin.
De buren hebben een ferme imitatie gebracht...
Even verder het nieuwe OLV van Troost-kapelleke .
Je hebt sluikstorten en sluikstorten, maar een hele container daar ergens in no-mans-land achterlaten, daar moet je toch helemaal betoeterd voor zijn !
Op het kruispunt van La Petite Route de Watou en de Chemin de la Chapelle de Fer, staat er inderdaad een 'ijzeren kapelletje' op een stalen paal. Wie naar wie genaamd is, blijft een raadsel...
Even verder deze nieuwbouw kapel opgedragen aan 'Notre Dame des Captifs'
Mooi interieur, maar er mag wel eens stof afgedaan worden...
Met de D168 zetten we onze avondrit verder richting Steenvoorde. Met de D18 gaat het naar Godewaersvelde en verder met de D69 naar Boeschepe. Die toren van de StPierre-StPaul kerk in Godewaersvelde heeft toch iets speciaals, niet ? Ze dateert uit 1904 en is in een neogotische stijl. Het werd gebouwd om een voormalige Vlaams prachtige kerk, die afbrande in 1902, te vervangen.
Via de Route de l'Abbey rijden we de Mont des Cats op. Dames en heren : Heuvelland !
Ik rij tot aan de poort van de abdij, maar bezoeken zijn niet toegestaan.
Tegen de omringende muur staat deze plakette ter ere van de gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog....
Op de Katsberg staat ook deze enorme zendmast.
We verlaten de Katsberg via de Rue de la Montagne en komen zo aan bij de D10 die ons naar Boeschepe brengt.
Die zijn natuurlijke beste maatjes...
Heel attent van de organisatie om nog een extra gevaarteken aan te brengen op crusiale plekken waar nodig...
De Rue du Mont Noir (het woord zegt het zelf...) brengt ons tot op de Zwarte berg waar deze witte kapel staat, opgedragen aan ND de Lourdes.
We rijden verder naar Westouter waar nog enkele bunkers verscholen staan achter groenstroken en in maisvelden...
We rijden onder de telesiège van de Rode Berg door.
In Loker is het inmiddels 18.30u en nog 17°C. Men heeft daar niet kunnen kiezen waar de windhaan plaatsen, dan maar tussen de torentjes in.
Langs de Kemmelbergstraat staat deze OLV van Vlaanderen-kapel, echter zonder beeltenis.
In de Montebergstraat heeft een klussende vader een luxe-boomhut gemaakt voor zijn kids, inclusief wc !
We zitten met de Monteberg nog steeds in Heuvelland en daar rijden we een stukje West-Vlaamse Bergenroute voor fietsers.
Dit is een uitgestippelde route van 45 km doorheen Nieuwkerke, Dranouter, Loker, Westouter, Kemmel en andere pittoreske plekjes in onze Westhoek.
Van de Monteberg naar de Kemmelberg is het maar een boogscheut... en van schieten gesproken : diegene die dat gedrocht heeft aangekocht mogen ze effectief afschieten !
Daar bevindt zich ook een militaire installatie : de Commandobunker van Kemmel !
Of er daar daadwerkelijk 'bewaking' is, betwijfel ik.
Over de Kemmelberg loopt de In Flanders Fields Autoroute.
De In Flanders Fields-route is ongeveer 80 km en biedt je de
ideale trip om in een dag kennis te maken met een aantal belangrijke sites uit
Wereldoorlog I en met een aantal andere highlights uit de regio. De route die
start vanuit Ieper verloopt objectgericht over secundaire wegen : belangrijke
haltes zijn Essex Farm in Boezinge met de John McCrae bunker, het Langemark
Studentenfriedhof en de Canadien in Langemark, het streekmuseum van Zonnebeke,
de Franse begraafplaats Saint-Charles de Potyze, Mesen met het museum en de
vredesbeiaard, Kemmel en Poperinge met het Talbot House en het
Hoppemuseum.
We volgen die tot in het centrum van Kemmel waar deze mooie kiosk staat.
Een stevige blok, die kerktoren van Kemmel !
We verlaten Kemmel via de Kriekstraat en botsen op dit verwaarloosde oorlogsmonument, ter ere van de gesneuvelden van de 32ste Franse Divisie tijdens de slag van het kanaal Charleroi-Duinkerke die zich tussen Wijtschate en Kemmel heeft afgespeeld tijden de Eerste Wereldoorlog.
Op goed geluk sla ik in Voormezeele een doodlopende bebossing in en stoot op het Ridge Wood Military Cemetry.
Het bos op de heuvelrug tussen de Kemmelseweg en Dikkebusvijver werd 'Ridge Wood' geheten. De begraafplaats ligt in een vallei, aan de W-kant van de heuvelrug. Ze werd als frontlijnbegraafplaats gebruikt vanaf mei 1915. De eerste graven behoorden tot de '2nd Royal Irish Rifles'. Vervolgens gebeurden er bijzettingen door de '18th, 19th, 20th & 21st Canadian Battalions' en de '9th Durham Light Infantry', in periodes waarin ze deze sector bezetten. Tijdens het Duitse Lente-Offensief verschoof de frontlijn zich tot aan de heuvelrug. In juli 1918 zou het bos uiteindelijk heroverd worden door de '6th & 33rd Divisions'. Enkele graven getuigen nog van deze gevechten. De graven van Franse militairen, die hier aan de zijde van de Britten vochten in april en mei 1918, zijn verplaatst geweest.
Bij mijn terugkeer zie ik een jonge patrijs paniekerig wegrennen. Eigenaardig genoeg blijft het beestje naast mijn motor lopen. Even proberen een kiekje te nemen ' in de vlucht '...
Ja, die kom je ook overal tegen...
In de Kalleputstraat in Voormezeele staat dit kruisbeeld opgedragen aan een biezonder mens :
Het is ondertussen 21.00u en 16°C als we Zillebeke binnenrijden.
NEEN, ik heb dit konijntje NIET doodgereden ! Ik heb het achteraf wel aan de zijkant 'geschoven'... voor de achterkomers...
Ja we zitten nog steeds middenin een 'oorlogsgebied'...
In de Wulvestraat ligt het Maple Copse Cemetry
Maple Copse was de naam die het leger gegeven had aan een kleine aanplanting op
zo'n 900 meter ten oosten van het dorp en juist ten westen van Sanctuary Woord.
De plaats werd gebruikt door Advanced Dressing Stations. Er werden bijzettingen
verricht voor en na de gevechten van de slag om Mount Sorrel (juni 1916).
Tijdens die slag en later werden de sporen van de meeste graven uitgewist. De
begraafplaats ten noorden van het bosje was gekend tijdens de oorlog, maar van
de 256 oorspronkelijke doden konden er na de oorlog slechts 26 gelocaliseerd
worden. Er worden nu 308 doden herdacht. Van dit aantal zijn er ruim 50
niet-geïdentificeerden en 230 doden worden herdacht met 'special memorials'.
De begraafplaats heeft een oppervlakte van 4856 m² en is omgeven door
een muur van natuursteen. Bijzettingen (Commonwealth War Graves
Commission) : Verenigd Koninkrijk : 154 Canada : 154 Totaal
Commonwealth : 308
Niet ver daarvandaan het StCharles de Potyze Cemetry.
Saint-Charles de Potyze is een Fransemilitaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen in de Belgische stad Ieper. Er worden zo'n 4.200 doden herdacht, waarvan ruim 1300 niet geïdentificeerd. De begraafplaats heeft een oppervlakte ongeveer 29.900 m² en ligt zo'n drie kilometer ten noordoosten van het stadscentrum, langs de weg naar Zonnebeke (N332), iets voorbij het gehucht Potyze. De toegang van de begraafplaats wordt geflankeerd door twee witstenen zuilen. Links voorbij de ingang staat een beeldengroep die een calvarie voorstelt.
Achteraan bevindt zich een massagraf en staat een obelisk al herdenking aan een aantal infanterieregimenten. De graven zijn aangeduid met rechtopstaande kruisjes, met uitzondering van een aantal islamitische en joodse graven.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog bevond de locatie zich dicht bij de frontlijn van de Ieperboog. In de buurt bevond zich een schooltje dat werd beheerd door het Sint-Jozefsinstituut in Ieper. De Fransen gebruikten het als medische hulppost, "Poste de secours de Saint-Charles de Potyze". Soldaten die overleden, werden begraven in een aangrenzende tuin. Tijdens de oorlog werden de school en de begraafplaats echter voor een groot stuk vernield. Aanvankelijk werden gesneuvelden in massagraven begraven, maar al gauw legde men individuele graven aan, zoals ook vastgelegd in een Franse wet van eind december 1915. Vanaf 1919 werd de begraafplaats hersteld en uitgebreid met graven uit de omliggende slagvelden. Vanaf 1920 konden Franse gesneuvelden ook gerepatrieerd worden. Veel onbekende doden kwamen in massagraven terecht; de grootste in België is het Ossuaire bij de Kemmelberg. Veel graven uit 1914 en 1915 raakten ook vernield bij de Derde Slag om Ieper. Wanneer men die graven terugvond en geen identificatie meer kon gebeuren kwamen ook deze resten in een massagraf. De begraafplaats Saint-Charles de Potyze telt nu zo'n 4209 Franse graven, waarvan 762 niet geïdentificeerd. Ook het massagraf telt zo'n 616 onbekende graven. Nog steeds worden Franse gesneuvelden die tot een eeuw later worden teruggevonden in de vroegere slagvelden hier bijgezet.
Deze grote zuil te Wieltje is opgetrokken ter
nagedachtenis van de mannen van de 50th Northumbrian Division die slag leverden
vanaf 24 april tot 25 mei 1915. Deze divisie keerde nogmaals naar de Ieperse
salient terug tussen 26 oktober en 9 november 1917, op het einde van de derde
slag om Ieper.
We rijden langsheen StJuliaan (Langemark-Poelkapelle) waar deze canadees de wacht houdt...
Aan het eind van de oorlog werden acht locaties uitgekozen waar een Canadees
oorlogsmonument kon verrijzen. Deze waren: Bourlon Wood, Courcelette en Dury,
Hill 62, Le Quesnel, Passendale, Sint Juliaan en Vimy. In 1920 besloot de
pas ingestelde Canadian Battlefields Monument Commission een wedstrijd
uit te schrijven om een geschikt monument te kiezen. De eisen waren: een goede
zichtbaarheid, permanent van karakter, figuren bevattend en geschikt voor
plaatsing in een ontworpen landschap. Er werden 162 ontwerpen ingezonden. Het
winnende ontwerp werd in oktober 1921 bekendgemaakt. Het betrof de inzending van
Walter S. Allward. De tweede plaats werd toegekend aan Frederick C.
Clemesha. In de zomer van 1922 koos de commissie Vimy Ridge als de plaats
voor het monument van Allward en het zou daarmee hèt nationale Canadese monument
worden. Het ontwerp van Clemesha zou worden uitgevoerd op de resterende zeven
lokaties.
Op 8 juli 1923 werdThe brooding soldier bij Sint
Juliaan onthuld door de hertog van Connaught in aanwezigheid van Maarschalk
Foch. Men vond het zon indrukwekkend gedenkteken dat besloten werd geen afbreuk
te doen aan het unieke karakter ervan door het te kopiëren. Waarschijnlijk
speelden kosten hierbij ook een rol. Op de resterende zes lokaties werden, op
eenzelfde platform, kubussen van Stanstead graniet geplaatst. P.E. Nobbs was
hierbij de architectonische adviseur. Het beeld The Brooding
Soldier, gedenkt het feit dat op 22 april 1915 de Duitsers hun eerste aanval
met strijdgassen inzetten en dat deze aanval is tegengehouden door 18.000
Canadese soldaten waarvan er 2.000 sneuvelden.
Het beeld van The Brooding Soldier -vrij vertaald : de treurende of mijmerende soldaat
- bijSint Juliaan is van een
verpletterende eenvoud maar niettemin zeer indrukwekkend. Een uniek beeld
waarvan, zo dacht ik, geen tweede bestond. Dat bleek niet helemaal waar te zijn. Er staat er nog eentje in een park in het Canadese Regina, de hoofdstad van de provincie Saskatchewan.
Er zijn namelijk voor het
ontwerp van The Brooding Soldier ook een aantal modellen gemaakt van hout en
gips. Deze zijn bewaard gebleven en nu te bezichtigen in de hal van het plaatselijke parlementsgebouw, The Legislative Building, aan de oever van Lake Wascana.
Het gedenkteken in StJuliaan is uitgevoerd in licht graniet uit de
Vogezen en ongeveer 11meter hoog. De buste is in Brussel
gebeeldhouwd. De kolom is onderaan gewoon strak en rechthoekig en loopt naar
boven taps toe om vervolgens over te gaan in het gestileerde bovenlichaam van
een soldaat met de karakteristieke Britse helm.
Zijn houding is die van
een militaire erewacht: geweer ondersteboven, handen gevouwen over het
achtereinde van de kolf en het hoofd voorover gebogen. Deze houding zou in
gebruik zijn geraakt sinds de begrafenis van een voorvader van Winston
Churchill, John Churchill, hertog van Marlborough, in 1722. Nog steeds is dit de
houding van militairen die de dodenwake houden bij de vier hoeken van de kist.
Het kruispunt waar het monument staat, werd op Britse stafkaarten
aangeduid als Vancouver Corner. Het beeld staat op een rond platform,
omgeven door een keurig verzorgd parkje met looppaden. In het platform rond het
monument zijn in brons de omliggende plaatsen aangegeven ter oriëntatie.
De
ontwerper heeft in de uitvoering ervan een aantal zaken verwerkt die versterkend
werken: - tapse vorm van de kolom om perspectief benadrukkenwaardoor het beeld hoger lijkt, -
geometrische uitbeelding van het geweer, handen, armen, munitietassen, gezicht
en helm, - horizontale opdeling van bovenlichaam in twee lagen steen, zodat
de torso in verbinding staat met het massieve blok, - diep uitgevoerde
details voor sterkere schaduwen waardoor details van het uniform van grotere
afstand zichtbaar blijven, - van onder naar boven wijder wordende,
afgeschuinde hoeken zodat de tapse vorm versterkt wordt, - geleidelijke
vermindering van de hoogte van de blokken graniet waardoor de aandacht naar
boven wordt gevoerd.
We rijden langsheen Buffs Road Cemetry...
"Buffs Road" was de naam van weg ten noorden van Wieltje tussen 'Boundary Road'
en 'Admiral's Road'. De begraafplaats werd aangelegd en gebruikt door
gevechtseenheden (vooral de 12th, 13th en 14th Royal Sussex en teh Royal
Artillery) vanaf juli 1917 tot maart 1918. Na de oorlog kwam er nog een
uitbreiding met de rij EE en gedeeltelijk rij B met teruggevonden stoffelijke
overschotten op het slagveld vlakbij. De stoffelijke resten van één Belgische
militair werden later ontgraven en naar een andere begraafplaats overgebracht.
Momenteel worden er 289 Commonwealth-doden herdacht waaronder ruim
tachtig niet-geïdentificeerden. Tien graven die door artillerievuur werden
vernield, worden door 'special memorials' herdacht. Het lichaam van één Britse
officier die stierf in 1915 werd van het kerkhof van Brielen naar hier
overgebracht. De begraafplaats heeft een oppervlakte van 1269 m² en is
door een baksteenmuur omsloten. Bijzettingen (Commonwealth War Graves
Commission) : Verenigd Koninkrijk : 265 Canada : 10 Australië :
13 Zuid-Afrika : 1 Totaal Commonwealth : 289
Een prachtige splinternieuwe kapel met pvc-deur en dubbelglas (waarschijnlijk op de tereinen van de aangrenzende woning) en een prachtig interieur.
De grote boosdoener voor motorrijders : grint !
Terug in Boezinge om 22.10u !
Met ons 'kleine-friet-bonnetje' (de rest moest je bijkopen) en ons 'normale-drank-bonnetje' vlug nog een hapje eten en een lekker pintje verzwelgen en nog een beetje dollen met een piepjonge Harley-fan... en dan naar huis.
Ik ben Guy Vandendriessche
Ik ben een man en woon in Izegem (België) en mijn beroep is gewezen rijkswachter en veiligheidsagent.
Ik ben geboren op 04/06/1955 en ben nu dus 68 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: motortoerisme, terrariumdieren, plastic modelbouw, snorrenclub,....