2 flandrieëns met 20 km in de benen melden zich om 10 u in het plaatselijk kantoor van santiago de compostela genootschap,mooi weer en een staalblauwe hermel.streuvels is niet meer maar hij zou het zo geschreven hebben.
Na wat gestempel en geflikeflooi vroeg de grootste in zijn willem vermandere frans "hoelang ze nog moesten klauwieren om aan den andere kant te grokk'n".Promt kreeg ie van d'iefrouwe aan den andere kant de toffele te' oren 3 a 4 heure monsiue.De kleinste keek verschrikt in d'ogen van de keikop,maar den dienen zei "allez we gaan dat varkentje moar direct kelen".De klienste dierf niets te zeggen en knikte.Ze aten nog een stutte mee esphe van gerard vermeersch en vertrokken welgemoed op weg.Na enkele uren rijden opende de hemel zijn sluisdeuren.Geschuild bij nen temmerwinkel.Twee uren watergieten en toen ze dachten dat wat minderde zetten ze were aan alle twee geklied mee ne kanariegele regenfrak tot op hunder hielen.De lettre outo's gongen verschrikt uit de weg.Ondertussen waren ze al op den berg en den dienen keek mee een verketterd aangezichte naar die twee gele kanaries die begonnen aan zen voeten te kietelen.Wat denken die twee wel,nog wat meer zijne rug gekromd en zijn pooten gestrekt om ze af te schrikken,plooien zouden ze.De twee streden verder ,doornat stampte de kleine met ze kleine voetjes op de onwillige pedalen,het water spatte uit de zompende schoeitjes.De grootste bonkte met zijn 46 tigers tegen de pedalen die het bijna vertikten om rond te draaien.t'water stroomde in beken over de steeds maar stijgende baan,na iedere hoek steeds hoger.
Het monster voelde zich vernederd en brulde steeds harder,nog wat smeltsneeuw en hagel in de bek smijtend van de twee onverdroten aanvallers. Maar de twee stampten nog harder op de trappers en alhoewel ze nog nauwelijks vooruit kwamen voelden ze de nekharen van het monster binnen bereik.Het monster knipte in een ultieme poging het licht uit ,maar de twee bereikten verkleumd de top.Het monster ging liggen en wachte rustig op de volgende pelgrims.
De twee begonnen de afdaling hun handen vroren bijna aan hun stuur.En ja, daar stond een huis(eindelijk) dat bij het naderen een elektriciteitscabine bleek te zijn.Kilometers later een gigantisch gebouw dat een auberge bleek te zijn.Gewapend met de geloofspqpieren(alsof ons regenplunje al niet voldoende was) de auberge binnen.Ãchter geen plaats voor ons.Bibberend van kou naar de vogende herberg.Geen plaats.Dan greep st jacob in.De herbergier zei"ik heb nog een herberg 12 km verder"De grote keek naar de kleine,nog 12 km, nee.Plots een stem uit de hemel"laat de fietsen hier en we nemen jullie met je bagage mee naar beneden en brengen jullie morgen terug naar boven"We kregen een volledig en gans nieuw appatement ter onze beschikking.Heel goed geslapen.Dank u jacob.