De Mini Cooper is een Mini welke helemaal onder handen is genomen door John Cooper, een legendarische racelegende. De motor en het onderstel van de Mini zijn aangepast voor de racerij. De Mini Cooper heeft in de jaren '60 vier keer de rally van Le Mans gewonnen.
Ook in het nieuwe model van de Mini, de "New Mini", wordt de aanduiding Mini Cooper gebruikt voor een sportievere uitvoering van het standaardmodel Mini One. Deze auto heeft echter nog geen luchthapper in de motorkap, daarvoor neme men de nog sportievere Mini Cooper S. Elke Mini Cooper heeft een 1.6 motor. Er zijn verschillende versies beschikbaar, waaronder cabrioversies.
In 1989 vierde de mini haar dertigste verjaardag. Dit Nieuws uit Engeland veroorzaakte een golf van intresse door ons land.
Een jaar later, in 1990, resulteerde dit in in de oprichting van Club Mini Cooper door een klein groepje enthousiastelingen die 15 jaar later nog steeds actief zijn in de club. Zowel het logo van de club (het wapen) als het tweeluik (met de leden die volgen), die wordt gebruikt om de filosofie van de club te onderstrepen zijn ontworpen door Pascucci, een professioneel publicist.
In 1994 werd de eerste cooper rally georganiseerd, een rally die deel uitmaakt van de officiële races voor het catelaanse regelmatigheidskampioenschap
Zijdelingse steun stoelen Kraakjes in het dashboard Niet voor het hele gezin...
Wauw! Een MINI Cooper. Want voor het geld van een saaie burgermansauto kun je hem rijden. Steek je je centen in de kleine, opzichtige Brit - jíj durft! - of ga je voor veilig?
Écht opvallen, dat doe je in de MINI. Opgestoken duimen ontvangen, dat doe je in de MINI. Glimlachen toegeworpen krijgen, dat doe je in de MINI. Maar hoe is het eigenlijk om ín die MINI te zitten?
Die beschuldiging van klein rothok die we de originele Mini naar zn hoofd slingerden, gaat niet op. Want in naam mag ie dan nog klein zijn, qua formaat staat het voormalige koekblik zn mannetje inmiddels wel. Als we het stijlloze (!) portier van de Cooper open trekken en ons laten zakken in de sportstoelen (optie), komen we al snel tot de conclusie dat de zijdelingse steun ervan beneden peil is - wat vooral hinderlijk is in vlot genomen bochten. Verder zitten ze oké en valt de boel prima te verstellen. Ook de langeren onder ons kunnen hun draai vinden achter het stuur van de MINI. Voor onze neus vinden we een van de leukste dashboards van vandaag de dag. De retro-saus is er met blikken tegelijk ingegooid en dat ziet er gewoon top uit. Strak, rond en mooi
verdeeld in zwart en lichtgrijs/aluminium. Jammer dat de harde, plastic delen wat goedkoop aandoen. Bovendien valt er hier en daar een kraakje te bespeuren; jammer.
De toerenteller zit op de - in hoogte verstelbare - stuur-kolom, de snelheidsmeter in het midden. Heel mooi en nostalgisch, maar praktisch, nee. Je moet toch even je aandacht van de weg halen om te checken of de snelheid nog onder de bonnengrens ligt. Bovendien staan de getallen op de meter nogal dicht op elkaar, wat het er niet overzichtelijker op maakt. Achter de bolle pookknop vinden we een rij metalen schakelaars, onder andere om de ramen elektrisch mee te bedienen. Ziet er erg stoer uit, een beetje vliegtuig-achtig. Airconditioning is een optie op de Cooper. Airbags zijn standaard voor bestuurder en passagier, evenals zij-luchtzakken. Ook ABS en een rem-assistentiesysteem zijn standaard. Over achterin zitten gesproken: wat dat betreft is er in dik veertig jaar weinig veranderd; dat doe je dus nog steeds niet voor je lol. De instap naar achteren toe is trouwens wel goed voor elkaar omdat zowel de rugleuning als de complete stoel naar voren gaat.
De MINI Cooper wordt aangedreven door een 1.6 van 115 pk. Met slechts 1025 kilo heeft ie een gunstige gewicht/pk-verhouding. Voor de sprint naar
100 km/h heeft de Cooper 9,7 s nodig. Van 50 tot 80 km/h in 3 tikken 5,3 tellen weg, van 80 tot 120 in 4 10,6 s. Redelijk vlot, maar zeker niet sensationeel.
De MINI reageert gretig en direct op het gas. Wat vergezeld gaat van een lekker sportieve brom. Schakelen gaat prima en trefzeker. Wel zouden de bakverhoudingen naar onze smaak nét wat korter mogen. Met name in vier en in vijf heeft hij er aardig moeite mee om door de toeren te klimmen. Doet n beetje af-breuk aan het sportieve karakter.
De tijd dat ingenieuze actieve veiligheidsystemen alleen in de dikste automobielen te vinden waren, is vervlogen.
Messcherpe Cooper
Rijden met de MINI is anders. Het stuurgedrag is puur, de handelbaarheid is top. De Cooper ligt als een blok op de weg en stuurt zo scherp als een kart. Een afgezaagde vergelijking, maar wel heel treffend. Denk rechts, en hij gáát naar rechts. Met grote precisie en minimale stuurbewegingen, als een verlengstuk van je hersenen. Je voelt exact wat er onder je kont gebeurt. Het mooie is dat het onderstel stevig is, maar zeker niet spijkerhard. Het stuiterbakkie van weleer is wat dat betreft verrassend volwassen geworden. Hoe leuk het aanvallen van een bochtig dijkweggetje op zondagmiddag ook is, je kunt er net zo makkelijk een lange rit over de snelweg mee maken.
Jammer genoeg zijn er twee zaken aan de Cooper die het speelse karakter wat afvlakken. Ten eerste de balans. De kont van de Mini is zeer koersvast en dus nauwelijks tot uitbreken over te halen. Het zijn over het algemeen altijd de voorwielen die het eerst grip verliezen. Daarnaast heeft de motor in relatie tot het onderstel net iets te weinig vermogen. Maar goed, MINI biedt gelukkig ook nog de ruim 160 pk sterke Cooper S.
De MINI heeft nog steeds geen ruimte op de achterbank en in de kofferbak. Minder praktisch dus. Ga je er echter mee rijden, dan verrast hij je door zn volwassenheid. De Cooper is helemaal van deze tijd. Misschien met minder charme en karakter dan weleer, maar kwalitatief en technisch zit ie prima in elkaar. Met dank aan BMW. De grootste plus zit m in het hoge fungehalte. Buiten dat ie natuurlijk geinig is om te zien, heeft de MINI een snaarstrak stuurkarakter. Heb je geen kinderen, ben je niet ál te praktisch ingesteld óf zoek je een leuke auto voor erbij, luister dan naar je hart en ga voor de Mini Cooper.
Wie een beetje is uitgekeken op al die hippe, strakke cabrios met hun stalen vouwdaken, kan terecht bij deze retro-cabrio. Moderne techniek en eenkaraktervol uiterlijk, overgoten met n nostalgisch sausje.
Wie een beetje is uitgekeken op al die hippe, strakke cabrios met hun stalen vouwdaken, kan terecht bij deze retro-cabrio. Moderne techniek en een karaktervol uiterlijk, overgoten met n nostalgisch sausje.
Stap je in de Mini, dan is het alsof je in een chaotische Britse pub binnenstapt. De Mini heeft in overvloed: toeters en bellen. Knopjes, hendeltjes, schakelaars en chroomaccenten, de Cooper zit er vol mee. De prominent uit de achterkant opstekende, glimmende rolbeugels doen een beetje afbreuk aan het lijnenspel. Bovendien: ze líjken verchroomd maar dat is slechts schijn. Het is gewoon kunststof met een likje chroomverf! Een misser. Het interieur van de Cooper doet op zn minst druk aan en niet in de laatste plaats door de tweekleurige stoel- en portierbekleding. De binnenzijde van de portieren is sowieso een beetje overdesigned, wat ten koste gaat van de functionaliteit. De opbergvakken zijn zo goed als onbereikbaar. Zeventien tellen Het dashboard is een toonbeeld van frivoliteit: toerenteller op het stuur, snelheidsmeter in het midden en vliegtuigschakelaars onder de knoppen voor de ventilatiebediening. Helemaal goed. Voor het openen en sluiten van de kap moet je echter twee knopjes boven de binnenspiegel hebben. De Mini heeft absoluut een mooie (en 100 procent geautomatiseerde) dak-constructie. Eerst wordt het dak van de A-stijl ontkoppeld en vervolgens verplaatst de hele boel zich netjes naar achteren, om zich achter de rolbeugels te draperen tot een mooi stapeltje linnen. Dat neemt zon 17 seconden in beslag. Als je niet helemaal open wilt rijden, kun je ook alleen het glazen dak (dat in het linnen dak zit) openen. De elektrisch bedienbare kap met zonnedak is overigens standaard op elke Mini Cabrio. Ongegeneerd De Mini lijkt met 1.598 cc en 116 pk op t eerste gezicht een beetje een stakker. Ondanks zn geringe inhoud klinkt het motortje echter heel volwassen; een zware zoem uit het vooronder en een lekker donkere uitlaatbrom doen de trommelvliezengoed. Als alternatief is er de 170 pk sterke Cooper S cabrio-variant, maar die vergt een grotere investering. De Cooper Cabrio kost 25.650 en de snelle Cooper S moet 33.150 opbrengen. Omdat de Cooper van huis uit al behoorlijk stevig is afgeveerd en gedempt en daarnaast een heerlijk directe besturing heeft, verschaft de Mini je een enormesnelheidsbeleving. Je kunt er ongegeneerd hard mee de bocht om, de arrosserie tordeert uiteraard iets meer dan de Minis met vast dak, maar het mag geen naam hebben. De Cooper Cabrio is uitermate stabiel en op de grens veilig onderstuurd. Dan moet je het trouwens wel behoorlijk bont maken, want de grenzen van het onderstel liggen erg ver weg. Zo ver, dat de meeste mensen daar niet vaak bij in de buurt komen. We kunnen ons overigens voorstellen dat niet iedereen staat te juichen bij de directe en daardoor gevoelige besturing van de Cooper. De auto wordt er een beetje nerveus en zoekerig door, wat bijvoorbeeld op de snelweg op den duur kan gaan irriteren. Je merkt maar al te goed dat het 1.6-je de nodige extra kilos moet verslepen, hij mist t agiele van de Cooper zonder handicapgewicht. Met de Mini Cabrio beleefden we enorm veel lol en dat is toch waarvoor je een cabrio koopt? Daarmee wil je toch de blits maken, lol hebben en met een brede glimlach onderweg zijn. Deze ingrediënten krijg je standaard bij de Mini Cooper Cabrio geleverd
De Cooper S is het topmodel van Mini. Daarom is het in eerste instantie vreemd als de koper van deze snelste Mini de auto bij aflevering direct weer retourneert aan de dealer. Maar daar is een goede reden voor, want als extra is nu het "Works"-pakket leverbaar. Hiermee wordt de toch al snelle Cooper tot het uiterste opgevoerd. Autozine gaat op stap met het fijnste dat Mini biedt ... en dan een beetje meer.
The works
"The Works" is een Engelse uitdrukking om de meest uitgebreide behandeling mee aan te duiden. Het betreft vaak verwennerij in een schoonheidssalon, maar het kan net zo goed verwennerij voor een auto zijn. Het "werk" wordt uitgevoerd door een dealer, in naam van Mike Cooper, zoon van John Cooper die ooit de eerste generatie Mini opvoerde in de jaren '60.
De procedure bestaat uit het aanpassen van de cilinderkoppen, de compressor en de uitlaatdemper. Dit laatste is één van de weinige uiterlijke kenmerken van een Mini Works, want de auto is nu voorzien van een dubbele uitlaat. Uiteraard wordt ook het motormanagement aangepast om de extra slagkracht en ademruimte ten volle te benutten. Uiteindelijk komt bovenop de toch al niet misselijke 163 pk van de Cooper S bijna 40 pk extra, waarmee het totaal de magische grens van 200 pk overschrijdt. Iedere "Works"-set is genummerd en onder de motorkap is te zien dat dit opvoerset nummer S1021 is.
Na de behandeling door de familie Cooper, heet de auto nu voluit "Mini Cooper S works"; een naam die het ware karakter onmiddellijk verraadt. Vanaf de eerste kilometer hangt de auto op een zeldzaam directe manier aan het gas. De koppeling grijpt robuust aan, de versnellingsbak schakelt relatief zwaar en laat zich vlot en trefzeker bedienen. Wanneer het gas wordt losgelaten, houdt de auto meteen in met een geluid en gevoel dat duidelijk maakt dat veel meer vermogen beschikbaar is dan gebruikt wordt.
Deze auto heeft karakter en dat karakter zegt dat het altijd harder mag. De ene chauffeur zal dit "nerveus" noemen, ondergetekende spreekt liever van gewillig en veelbelovend. Helaas missen zowel een koelwatertemperatuurmeter als een olietemperatuurmeter, zodat alleen op gevoel kan worden bepaald wanneer die beloften kunnen worden waargemaakt. Ondanks het zeer levendige karakter, is de Cooper S Works probleemloos langzaam te rijden en zal de auto een minder ervaren bestuurder niet zomaar overvallen met onverwachte krachtsexplosies.
Krachtsexplosie
Om het volle vermogen te benutten, moet het gas vastberaden worden ingedrukt tot bijna 7.000 toeren per minuut. Dan komen alle 200 paardekrachten los en gaat deze Mini er vandoor op een manier die z'n gelijke nauwelijks kent. Gasgeven bij hoge of lage snelheid maakt niet uit, de acceleraties zijn ronduit sensationeel. Het geluid is een ervaring op zich, omdat dit geen diep brullende krachtpatser is, maar meer een gierende toerenmaker. Dit is een pure pretmachine die menig sportwagen letterlijk en figuurlijk achter zich laat. De krachtsexplosies zijn zo overweldigend dat, wanneer het uiterste wordt gevraagd, de (uitschakelbare) tractiecontrole in de 1e en 2e versnelling bijna continue actief is. De Mini Works is niet zomaar snel, maar kan zelfs de snelste auto's van moederbedrijf BMW het leven zuur maken, wat tijdens de testperiode dan ook herhaaldelijk en met veel plezier en genoegen gedaan is!
Met een snelle, zeg maar razendsnelle, motor is de ervaring echter nog niet compleet. Gelukkig is de Mini van origine een fijn sturende auto die levendig en direct reageert op ieder commando. Evenals de illustere voorganger is ook deze nieuwe Mini een ware asfaltplakker, waarmee de Cooper S ook op dit punt karrenvrachten rijplezier levert. Ook deze extreme Mini heeft voorwielaandrijving, wat betekent dat rassportwagens op gebied van bochtengedrag wel een stapje verder gaan. Onderstel, besturing en overbrenging hebben ook op hoge snelheid geen enkel probleem met het toegenomen vermogen. De auto zou daarom technisch gezien nog meer vermogen aan kunnen, alhoewel het geboden snelheidspotentieel niets te wensen over laat.
Reisauto
Waar Mini wel iets te wensen over laat is op het gebied van zitmeubilair. De stoelen zijn comfortabel en aangenaam op de lange afstand, maar het zijn geen pure kuipstoelen die de concurrentie wel levert en waar een auto met dit potentieel bijna om vraagt. Een zelfde gevoel geven de remmen. Ook deze scoren een dikke voldoende, maar om te passen bij het extreme karakter hadden de remmen nog alerter en nog bijteriger mogen reageren om de belevenis nog intenser te maken.
Wanneer de bestuurder uiteindelijk is uitgespeeld, al dan niet gedwongen door het overige verkeer, kan worden doorgeschakeld naar de zesde versnelling. Dan daalt het toerental belangrijk en is de Mini Works ook een prima reisauto. Het geluidsniveau is hoger dan gemiddeld, maar het weggedrag rustig en dankzij de grote krachtreserve kunnen met groot gemak lange afstanden worden afgelegd. Evenals iedere andere Mini wordt ook deze Cooper S geplaagd door zeurderige bijgeluiden van het klimaatcontrolesysteem, de stuurbekrachtiging en de brandstofpomp.
Tenslotte heeft de testauto nog een aangename verrassing in petto. De fabrikant heeft dit exemplaar voor de gelegenheid voorzien van alle leverbare opties. Daarmee is het gevoel een luxe reisauto te rijden helemaal compleet. Zo is de testauto voorzien van xenon-verlichting met lichtsensor, met leder beklede stoelen inclusief stoelverwarming, cruise-control en een navigatiesysteem. Net als iedere Mini is ook dit exemplaar voorzien van een audiosysteem waarvoor de hulp is ingeroepen van hifi specialist Harman Kardon. De radio/cdspeler geeft een warm en krachtig geluid. Het is verre van hifi maar klinkt meer als een swingende houten juke box die het plezier nóg verder verhoogt.
Conclusie
Meer Mini kan echt niet. Uitgangspunt voor de testauto is de "Cooper S", de snelste standaard Mini van dit moment. Die auto is voor de gelegenheid voorzien van alle leverbare opties en kan daarmee wedijveren met menig luxe zakenauto. Omdat het oog ook wat wil, is de testauto bovendien voorzien van het "The Italian Job"-pakket, waarmee de auto als twee druppels water lijkt op de Mini die een hoofdrol speelt in de gelijknamige film.
Het belangrijkste ingrediënt is echter de opvoerset van Mike Cooper, die geleverd kan worden op een nieuwe of bestaande Mini Cooper of Cooper S. In geval van een Cooper S komt het totale vermogen op 200 pk en dat verandert de auto in een rijmachine die zijn gelijke nauwelijks kent. De prestaties zijn ronduit sensationeel. Uiteraard kan het nog steeds rustig, maar in het dagelijks leven is dit een minder vergevingsgezinde sportwagen dan vergelijkbare compacte snelle auto's. Dat is voor de ene bestuurder vermoeiend, voor een ander is het de garantie voor maximale pret tot de laatste meter .
De nieuwe Mini heeft zich in zijn korte bestaan inmiddels meer dan bewezen. Het ontwerp is bij nieuwe kopers en oude puristen in de smaak gevallen dankzij een geslaagde mix van nostalgie en modernisme, waarbij de ontwerpers trouw zijn gebleven aan de illustere voorganger. Ook de rijeigenschappen doen de Mini eer aan, zodat de proefrit met de Mini One naar meer smaakte. In de vorm van de Mini Cooper belooft Mini meer stijl, meer vermogen en dus ook meer plezier.
Het is alsof de fotocamera en de auto op slag verliefd op elkaar werden, zo fotogeniek is deze rood-witte Mini Cooper. Alhoewel de creatieve oorsprong in het verleden ligt, straalt ook deze nieuwe Mini een onovertroffen hoeveelheid stijl, flair en plezier uit. Alles wijst er op dat de ontwerpers van de nieuwe Mini het niet alleen als hun taak zagen een icoon uit het verleden opnieuw tot een commercieel succes te maken.
De nieuwe Mini straalt passie voor auto's, liefde voor vormgeving en bovenal eerbied voor het verleden uit. Het dak, de wielen en de spiegels van de testauto zijn in wit uitgevoerd en dat verraadt dat het hier om een Mini Cooper gaat. Mede dankzij de kleurstelling geeft de auto het zorgeloze en pure gevoel dat films uit de jaren '60 ook uitstralen. En ondanks het feit dat de nieuwe Mini al enige tijd in Nederland te koop is, is de auto nog steeds een regelrechte koppendraaier. Zeker deze rood-witte verschijning kon tijdens de testperiode op veel aandacht rekenen en die was louter positief.
Ergonomie
Het interieur van de Mini vraagt enige gewenning. Terwijl dit bij andere auto's een minpunt op het gebied van ergonomie zou betekenen, is de Mini ongebruikelijk van opzet om zo veel mogelijk trouw te kunnen blijven aan het origineel. Zo zijn veel functies ondergebracht in een grote rij tuimelschakelaars onderin de middenconsole.
Enkele andere functies die de oude Mini niet kende, zijn in de vorm van kleine ronde knoppen bij de bediening van de verwarming te vinden. In de hier gereden uitvoering is de nieuwe Mini voorzien van airconditioning, voorruitverwarming, elektrisch bedienbare zijruiten, centrale portiervergrendeling, elektrisch verstelbare buitenspiegels en een (uitschakelbare) anti-slipregeling.
Echt vreemd is de instelling van de rugleuning van de stoelen. Terwijl bij iedere andere auto een enkele hendel wordt gebruikt om de rugleuning in te stellen én toegang te verlenen tot de achterbank (waar de beenruimte zeer beperkt is), kent de Mini hiervoor twee hendels. Wie dat niet weet zit minuten lang te rommelen en denkt dat de stoelverstelling kapot is.
Centraal in het dashboard staat de grote snelheidsmeter van het type stationsklok. Niet alleen alle inzittenden kunnen de snelheid probleemloos aflezen, ook auto's op de andere rijstrook weten precies hoe hard de Mini gaat. Om de bestuurder een echt sportwagen-gevoel te geven, is achter het stuurwiel alleen een grote toerenteller te vinden. Onderin die toerenteller is het display van de boordcomputer ondergebracht. Deze toont de buitentemperatuur, actieradius, gemiddelde snelheid en het gemiddelde brandstofverbruik. Gegevens over het actuele verbruik missen helaas, zodat de boordcomputer zich niet leent om zuiniger te (leren) rijden.
Uiteindelijk is alle luxe die van een moderne auto in deze prijsklasse mag worden verwacht op ergonomische, zij het zeer onorthodoxe wijze, in het interieur ondergebracht. Tijdens de eerste kilometers moet de bestuurder regelmatig zoeken naar allerlei functies, maar uiteindelijk is de Mini anders zonder ooit onhandig te zijn.
Enige echte minpunt vormen de vele bijgeluiden die deze Mini Cooper kent. Het geluid van de aanjager is vooral in de eerste stand ronduit zeurderig en storend, maar ook de achterwielophanging, stuurbekrachtiging en benzinepomp zijn binnen en buiten de auto duidelijk hoorbaar.
Cooper
De Mini Cooper biedt zoals vanouds een flinke hoeveelheid extra motorvermogen ten opzichte van het basismodel. In dit geval biedt de Cooper 115 pk bij 6000 toeren en een maximum koppel van 149 Nm. Daarmee laat de Cooper zich sportief rijden, maar is het zeker geen GTi. De Mini Cooper is snel en wanneer nodig zelfs beduidend sneller dan het overige verkeer, echte krachtsexplosies blijven echter uit.
Het leukste aan iedere Mini is en blijft daarom het weggedrag, dat is zo levendig en precies dat alleen sportwagens met middenmotor het weten te overtreffen. De besturing is zo direct dat voor het wisselen van rijstrook bij wijze van spreken alleen het denken aan de linker rijbaan genoeg is om van koers te veranderen. Het is daarom vooral op bochtige weggetjes dat de Mini Cooper een lach op het gezicht van iedere bestuurder weet te toveren.
Bij voluit accelereren is dan direct duidelijk dat dit een voorwielaandrijver is. Wanneer het uiterste van de auto wordt gevraagd, is duidelijk te voelen hoe de voorwielen naar grip zoeken, de voorkant van de auto iets omhoog komt en de besturing lichter wordt. Dat is allemaal niet gevaarlijk en maakt de auto voor het gevoel alleen maar wilder en spannender. De remmen van deze Cooper zijn zo krachtig dat ze in geval van een noodstop in staat zijn rimpels in het asfalt te maken. Wie de Cooper eenmaal aanvoelt, zal uiteindelijk iedere route zo plannen dat het aantal klaverbladen en kronkelende binnenweggetjes maximaal is. Op die manier weet de Mini Cooper iedere rit tot een pure plezierrit te maken.
Conclusie
Wie een Mini koopt, koopt vooral een stuk imago. Wie deze auto koopt, laat zich daarom niet leiden door een testverslag, maar door gevoel. Dan telt hoogstens de vraag: wordt het een Mini One of een Mini Cooper? Op die vraag bestaat gelukkig een duidelijk antwoord. De Mini Cooper is ontegenzeglijk leuker aangekleed en sneller dan het basismodel, de Mini One. Maar de Mini One geeft door het materiaalgebruik en het uitlaatgeluid een nostalgischer gevoel, terwijl de auto minder vermoeiend is dan de Cooper.
Voor beide auto's geldt dat de besturing en het weggedag iedere kilometer tot een waar genoegen maken. Daarbij is de Mini One snel genoeg en overtreft de Mini Cooper dat plezier voornamelijk door het betere onderstel. Wie wel een Mini wil maar ook het verstand laat spreken, kiest de Mini One. Wie een echt snelle Mini wil, wacht nog heel even en kiest de Cooper S.
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.