VERSLAG 1
Er hing een scherpe geur van 10 kleine negertjes bij het vertrek op
weg naar Oostende, alwaar we verwacht werden om op klokslag noen het verse
hockeyseizoen in te zegenen. De regels van het spel lagen nog wat ver in het geheugen,
want we waren slechts met negen, en niet met elf, zoals de nieuwe
reglementering oplegt. Wij zijn echter geen mietjes, en gingen de confrontatie
aan met het mes tussen de tanden, hetgeen bij nadere beschouwing niet echt
handig blijkt.
De weinig aandachtige lezer zal waarschijnlijk niet doorhebben dat
bovenstaande passus bol staat van de ironie. Hem zal ik dan ook aanraden om het
vervolg van deze tekst niet verder te lezen, want laten we niet vergeten dat
parels niet aan zwijnen moeten worden gevoederd! Ik hoor u al aankomen: Dat
van die mietjes, is dat ironisch bedoeld?. Neen, domkop! Dat van die negen
spelers op het veld, dat is ironie van de bovenste plank. Echte lolbroeken
maken daar wel strijkplank van, edoch zover ben ik nog niet gekomen!
Teneinde nog aan voldoende spelers te geraken werd her en der rond
gebeld. Onze pogingen om nog enkele spelers te ronselen gingen zelfs zover dat
we Koninklijk Verkenner Van Rompuy opbelden. Herman, zei ik, Kun jij eens
nagaan of je nog twee spelers voor onze ploeg kan vinden?. Godverdomme, zei
de CD&V-er, Ik ben aan het vergaderen met gezanten van de VS. Ook wij gaan
troepen sturen naar Irak. Alleen weten onze onderhandelingspartners dat nog
niet. Bel eens naar Leterme, die heeft tegenwoordig toch niets omhanden, tenzij
zijn BlackBerry.
Ik belde direct naar het nummer dat van Rompuy mij gegeven had, en een
Waalse aardappelboer op rust en met een hond Trikkie nam op. Yves?, probeerde
ik voorzichtig, want de zware Luikse tongval waarmee hij opnam voorspelde geen
goeds. Van Rompuy had mij een verkeerd nummer doorgegeven. Een typische
tsjeventruc.
Daar stonden we dan, heroïsch strijd voerend, steeds maar weer die bal
zo ver mogelijk uit ons doel krijgen. Na enkele mooie acties en een goede
teamspirit wonnen we verdiend met nul-drie. En ja, in tegenstelling tot Jan
Verheyen en menig filmrecensent, ben ik er wel in geslaagd om de woorden
Teamspirit en goed in één zin te gebruiken. Laat die Pulitzer maar komen,
ik heb nog een plekje op de schouw.
(Fred Delbar)
02-10-2007, 23:59 geschreven door Mike 
|