mijn leven, mijn vader Deze blog gaat vooral over alcoholisme, autisme en narcisme bij mijn vader. En de lichte autisme bij mijn zelf.
16-07-2013
Mijn leven, verleden
17 juli 1996, toevallig geboren in het verkeerde leven? Of
was/is het mijn lot om ongelukkig te zijn?
Verkeerde vader? Die domme achterlijke agressieve
autistische en narcistische alcoholist Ons soms vergeten af te halen wanneer
mijn moeder niet thuis was omdat hij dronken in de zetel lag, agressief gedrag,
wel vooral agressief in woorden maar die woorden sleep ik nu ook nog steeds
mee Wat is er verkeerd met hem?, vroeg ik me vaak af. Hij begrijpt me niet,
hij gedraagt zich als een klootzak Was
hij maar dood!, Heeft iedereen een vader als hem? Is dat normaal?
Maar mijn leven was zoals een ander. Ik was best vrolijk.
Wat wilde je, ik was een kleuter, ik besefte niet echt wat er allemaal
gebeurde. Ik ging naar school, ik had vriendjes en vriendinnetjes. Tot op een
dag alles veranderde. Zolang geleden maar nog steeds weet ik die dag als
gisteren. Ik zat in het 3de kleuter. Zo klein en zo onschuldig. Maar
toen zei een jongen dat ik stonk, en heel mijn klasje deed mee. Mijn moeder
liep er mee naar school en na een gesprek met mijn klas was alles opgelost. Dat
dacht ik toch. Maar hoe ouder we werden hoe erger het werd. Men begon me steeds
meer te pesten; ik was te dik, ik was anders, ik was te verlegen, ik was te
raar, ik had dyslexie, kon dus niet lezen of
schrijven, Ik hoorde er niet bij, ze sluitende me uit, ze gaven me niet eens
de kans om te laten zien wie ik echt ben. Mijn moeder heeft veel naar school gelopen, maar nut had
het niet. Ik had maar één vriendin, of ja zo ver je het een vriendin kon
noemen. Ze werd ook vaak gepest, en dan kwam ze naar mij en ik hielp haar
altijd, maar wanneer mijn klas mij pestte, liep ze bij de pestkoppen, dan
bestond ik niet meer voor haar.
Ondertussen ging het thuis maar door. Geroep, getier,
geschreeuw, gooien met dingen, hele dagen zuipen, Maar in het 2de
leerjaar moest mijn vader een heel zware hartoperatie ondergaan. 9/10 kans op verlamming, 8/10 kans
op overleden. Maar hij haalde het zonder er iets aan over te
houden, allee ja, hij mocht wel niet meer drinken (joepie!), niet meer roken,
geen stress meer en hij moest vermageren
En ja hij heeft het behoorlijk lang volgehouden, het drinken
dan toch. Een week na dat hij uit het ziekenhuis was begon hij toch in het
geheim al weer te roken, maar ja daar kalmeert hij mee dus was dat 'niet zon
probleem'. Maar in het 6de leerjaar is hij toch weer beginnen met
drinken, stiekem. Ik heb hem betrapt. Maar gezwegen, ik dacht dat niemand me
ging geloven. Maar mijn moeder wist het blijkbaar ook al.
Mijn grote broer werd depressief. Hij is een half jaar niet
naar school geweest en zat altijd thuis op zijn kamer.
Het eerste middelbaar begon. En ik was blij, nieuwe school,
op internaat, hopelijk nu wel vrienden. Ondertussen was ik al 10kg vermagert
dus zo extreem dik was ik niet meer.
En ik moet toegeven in het begin liep het goed, ik kwam in een groep vrienden
terecht. Niet de meest beste groep achteraf gezien want al snel werd ik weer
uitgesloten. Maar daarna kwam ik in een nieuwe groep terecht, een betere groep.
Het begon ook in de liefde, mijn eerste liefje, mijn eerste kus. En ik was
gelukkig, zo leek ik toch. Maar wat er thuis allemaal afspeelde werkte hard op
mij. En ik had ook zoveel vragen. Ben ik niet zoals de rest?, Waarom heb ik
zoveel gebreken?, Waarom kan ik niets?, Wat is er mis met me?.
In het eerste jaar na de rapportbespreking voor de
herfstvakantie reed ik samen met mijn mama naar huis. En mijn mama begon over
iets dat mijn leerkracht gezegd had dat in mijn documenten stond, maar ik had mijn
leerkracht er niets over horen zeggen. Eigenlijk was het helemaal niet gelukt
om naar mijn leerkracht te luisteren. Maar toen zei mijn mama ook waarover het
ging. En op dat moment wist ik wat er verkeerd met me is. Autisme! Ik had het
gevoel dat ze een stempel op me drukte, waarvan ik niet eens wist wat het
betekende. En toch was ik ook opgelucht. Nu wist ik wat er met mij was. Maar ik
wist niet goed wat ik er van moest denken, ik had het woord autisme zelf nog
nooit gehoord. Waarom en hoe kom het dat ik het heb? Je hebt het mee van je
vader, die heeft het ook. Wat? Lijk ik op mijn vader? Ben ik dan ook zo?
vragen speelden door mijn hoofd. Maar zonder antwoord. Je vader is ook
narcistisch, maar jij niet. Ik verstond er niets van, ik kende de woorden
niet. Maar beetje bij beetje kwam ik te weten wat het betekenden. En eerst was
ik opgelucht dat ik het wist, maar hoe langer ik het wist, hoe minder ik er mee
kon leven. Het werd me allemaal te zwaar. Ik durfde het aan niemand te
vertellen. Bang dat ze me zouden uitlachen. Ik haatte, nog steeds eigenlijk, de
gedachte dat ik anders ben.
Ik kreeg het zeer moeilijk, de thuissituatie die niet meer
leefbaar werd, ook de gedachte anders te zijn.
En ik kon er over niemand over praten.
In het eerste middelbaar had ik een vriendin die kraste, en
toen mijn vriendje mijn bedrogen had en het me helemaal teveel werd probeerde
ik het ook, met een sleutel. En het voelde wel goed. Veel pijn deed het niet,
toch niet terwijl ik het deed. En dan deed ik het nog eens en nog eens. Maar
daar bleef het eigenlijk bij. Maar dat is waarschijnlijk het begin van een hele
rij stommiteiten
Ik kreeg het al maar moeilijker, ik kon het niet meer aan,
ik wou weg, ik wou dood En zo schreef ik een afscheidsbrief, en daarna nog
een, en nog een. Maar nooit deed ik er iets mee. Tot het op een dag veel teveel
werd. Ik stond voor de spiegel, pakte mijn keel vast en neep hem toe, zo hard
ik maar kon, ondertussen stond ik te kijken hoe ik rood, paars, blauw werd. Ik
vond het geweldig me zo te zien. Ik begon zwart te zien. Ik werd slap. Mijn
spieren werden slap, zodat mijn greep verminderde en ik dus losliet.
Dat heb ik ondertussen nog 2keer geprobeerd. Maar steeds
zonder effect.
Echt gepest werd ik niet meer maar mensen zeiden wel vaak
dingen over me, tegen me, achter me rug. Men zei dat ik een slet ben, dat ik
lelijk ben, En na een eindje dacht ik dat iedereen zo over me dacht, nog
steeds denk ik dat vaak. Ik heb nog steeds het gevoel dat mensen roddelen over
me. Dat ik voor niets of niemand goed genoeg ben. Het taste mijn zelfvertrouwen
heel hard aan. Ik voelde me altijd maar slechter.
In het 2de middelbaar moest mijn vader weer een
zware hartoperatie ondergaan. Hij
moest weer stoppen met drinken, roken, stress, Maar hij deed en doet het nog
steeds niet. Maar voor de rest was het thuis nog steeds hetzelfde.
Een klote pa. Wanneer hij boos was riep hij, schreeuwde hij,
schelde hij me uit. Maar wanneer hij goed gezind was, ging het niet veel beter,
dan deed hij mij pijn om te lachen. Hij pakte me vast bij mijn nek en hield
mij omhoog in de lucht. Tot mijn moeder roept dat hij me los moeste laten, dat
ik blauw werd. Hij sloeg mij met zijn leren riem, porde heel hard tussen mijn
ribben tot het pijn begon te doen, tot mijn ribben blauw stonden.
middelbaar had ik dan ook nog een
vriendje die mij pijn deed Hij zat aan de drugs, hoe dom kon ik ook zijn. Maar
ja, dom ben ik wel vaker geweest. Zeker over vriendjes, ik viel op de
verkeerde, heel veel bedrogen geweest. Van drugsdealer tot iemand die genoot
van het feit dat ik me slecht voelde.
In het 2deKrassen deed ik dan zelden. Afscheidsbrieven en denken aan
zelfmoord deed ik wel af en toe. En zo ging het ook verder in het 3de middelbaar.
Verkeerde vriendjes, problemen thuis, met mezelf, maar ik kropte alles op en
niemand die het zag.
Maar alles begon in de grote vakantie van het 3de
naar het 4de middelbaar. De hele vakantie was het thuis een ramp.
Alles wat ik al die jaren opgekropt had kwam er uit. Ik flipte hele dagen. (Wat ik trouwens een periode op het eind van het 2de middelbaar en in
het 3de middelbaar ook heb gehad. Ik had woede en huilbuien. En ik pakte
vaak mijn sleutel en duwde hem in mijn hand tot dat mijn hand begon te bloeden.
Maar dat vond ik niet erg.) Maar in die vakantie was alles nog erger, alles ontplofte,
ik ontplofte... Ik begon weer met
krassen, eerst één keer, dan nog eens, dan nog eens en uiteindelijk werd het
minstens 3keer per dag Ik deed het niet meer omdat ik mijn slecht voelde, oké,
ook wel een beetje maar het werd meer een verslaving
Mijn gedachten werden steeds maar negatiever, ik had
ondertussen helemaal niets meer van zelfvertrouwen niet dat ik die echt heb
gehad maar toch verminderden ze met de dag
Ik kon het allemaal niet meer aan. Ik heb wel honderden afscheidsbrieven
geschreven, had een hoop pillen liggen in het geval van. Wist door welke raam
ik kon springen. En heel vaak heb ik het geprobeerd, te veel pillen genomen
maar toch juist te weinig. Ik was slap of viel flauw, maar jammer genoeg niet
meer.
Mijn vriendje van toen zag het, en liep naar de
leerlingbegeleiding en dan begon het helemaal. Moest elke dag zeker één uur in
het CLB zitten, mensen begonnen zich vragen te stellen. En het lukte steeds
moeilijker om het op te kroppen. Het moest er allemaal uit. Ik wou slapen,
slapen voor altijd. Mijn mama werd er bij gehaald. Ik werd van de ene plaats
naar de andere gestuurd. Begreep niemand dan dat ik gewoon gerust wou worden
gelaten. Op internaat zat ik altijd op mijn kamer. Mensen zaagden er over aan
mijn kop. Ik wou weg, weg van school, weg van het internaat, maar vooral weg
van thuis. Ik wou overal van weg. Dood, ja dood dat wou ik.
Het CLB wou me eerst antidepressiva geven maar dan werd ik
dik en dat wou ik niet. Daarna wilden ze me naar een instelling
sturen. Word ik dan weer beter? Ben ik dan eindelijk weg van hier? Oké dan. Maar
mijn mama was daar niet mee akkoord. Dat hoefde ze ook niet, als ik wilde kon
ik gaan en dat ging ik doen. Tot op een vrijdag, juist voor de herfst vakantie,
het weer helemaal niet meer ging. Ik zat in het CLB maar wou het liefst dood en
wel nu! In het CLB zeiden ze dat ze me maandag gingen binnenbrengen. s Middags
ging ik naar huis.
Thuis gekomen waren allebei mijn ouders boos op me. Omdat ik
naar huis was gegaan? Ik wou weg en ging weg gaan! Liep als een gek door mijn
kamer opzoek achter een touw, een mes, Maar ik zat boven en kon niet naar
beneden want daar zaten mijn ouders. Ik vond niets. Uiteindelijk ben ik
gekalmeerd. En dat weekend heeft mijn mama mijn gesmeekt om niet naar de
instelling te gaan. Mijn papa wist niet eens dat ik me slecht voelde. Hij weet
het nog altijd niet. En ze wist niet hoe ze het hem moest vertellen. Na veel
wikken en wegen, kwam ik maandagochtend toe in het CLB, zei dat het beter ging
en dat ik niet naar een instelling wou. Ze geloofden me wel niet, maar ze
konden er niets aan doen. Sinds dien ben ik maar één keer terug naar het CLB
geweest. Ik ging het zelf wel oplossen, hoe wist ik nog niet. Maar ik ging het
oplossen. Het raakte ook uit met mijn vriendje. Ik wou een nieuw leven beginnen
en daar hoorde hij niet bij. Hij duwde me toch enkel nog meer de grond in. Mijn
moeder had me gewaarschuwd, maar liefde maakt blind zeker?
Maar ja mijn oh zo geweldig nieuw leven
verliep niet zoals ik gehoopt had, ik begon gewoon opnieuw zoals vroeger.
Ik kropte alles op. Iedereen zag me weer
als het vrolijke meisje, maar dat was ik niet. Ik kraste nog steeds, ik wou nog
steeds dood. Maar beetje bij beetje probeerde ik uit de put te komen, en vaak
lukte het me een beetje maar wanneer dan iemand iets zei of deed viel ik weer
helemaal naar beneden.
Mijn papa was nog steeds dezelfde klootzak. Maar het ging in een periode ook niet goed met hem. Hij zei tegen mijn mama, zijn zus, schoonbroer,
mijn broer, dat hij zich wou ophangen Ik denk niet dat hij dit effectief ook
meende maar toch maakte ik me zorgen. Ik
vrees ook dat hij sowieso niet lang meer zal leven Hij is niet goed bezig. Hij
drinkt, rookt, heeft heel veel stress, weegt 100kg, Alles wat dus
zeker niet mocht Ik weet dat elke moment iemand kan binnenkomen om te
vertellen dat hij er niet meer is. En ik ben er al een beetje op voorbereid. En
ja hij een klootzak en ik heb hem vaak doodgewenst en waarschijnlijk zijn we
allemaal beter zonder hem , maar hij is en blijft wel mijn vader. En hoe je het
ook draait of keert, ik zal het er toch moeilijk mee hebben als hem iets
overkomt.
Op het einde van het schooljaar maakte ik nieuwe vrienden en
werd weer vrienden met mijn vrienden die ik een beetje verwatert had. Ik
ontmoette ook een jongen, een schat van een jongen. Hij heeft een grootdeel van
mijn leven verandert. In de eerste 7-8maanden voelde ik me steeds beter, nog
niet perfect maar wel weer goed. Door hem was ik gestopt met krassen, door
hem wilde ik geen zelfmoord meer plegen (ik dacht er nog heel zelden aan, maar
ik kon het niet meer doen), door hem heb ik nu geen anorexia, door hem had ik
een klein beetje meer zelfvertrouwen, beetje bij beetje had ik het gevoel dat
ik er kwam. Maar zo bleef het niet gaan
Mijn klas ging om een of andere reden zich tegen mij keren. Ze negeerden mij,
gaven heel de tijd commentaar op alles wat ik zeg of doe en als ik zelf iets
zei beten ze mijn neus af. Als we pratende over de Milaanreis en de
kamerindeling kreeg ik meteen een reactie; Jij slaapt wel bij het 6de
jaar hé, of tijdens de les creatie: Gaan we die opdracht klassikaal doen,
maar jij moet maar alleen doen, je bent toch al begonnen. En zo gingen ze
maar door.
Ik wou niet
meer thuis zijn, ik wou niet meer op school zijn, ik wou nergens meer zijn!
Tot op een avond alles teveel werd. Ik had dan nog eens ruzie met mijn vriendje ook en
ik begon te flippen. Iedereen sliep al. Ik liep naar beneden nam een doos
Dafagans en water en ging op de grond in de wc gaan zitten. En ik begon er één
te slikken, en nog één en nog één. En al snel zat ik aan 9dafagans Toen ik
uiteindelijk vroeg of mijn vriendje ging bellen kalmeerde ik bijna meteen vanaf dat ik
zijn stem hoorde en had ik al spijt. Op vraag van hem vertelde ik het aan mijn
moeder. Gelukkig was ze maar 5min. boos, tot dat ik uitgelegd had waarom. Ik moest meteen alles weer uit braken. Die nacht weinig geslapen, ik ben 's nachts beginnen overgeven en ben niet meer gestopt tot 's middags. Maar alles was uit mijn maag dus gaf ik maagzuur over, het deed pijn. Ik stond in uitslag, ik was zo ziek, ik voelde mij zo slecht, fysiek maar ook emotioneel. Ik had mijn vriendje en mijn mama gekwetst.
Ik begon ook weer met mezelf pijn te doen Niet zoveel krassen als vroeger maar
aan bijna alles waar ik mijn pijn kan aan doen deed ik mijn pijn aan. Ik
probeer dit nu wel niet meer te doen voor mijn vriend maar gemakkelijk is dat niet.
Momenteel gaat het een beetje beter met mij, het is nu al een aantal maanden geleden sinds mijn laatste zelfmoordpogingen. Mijn zelfmoordgedachten zijn ook veel vermindert. Krassen doe ik zelden tot niet meer. Ik probeer mezelf gewoon sterk te houden, dit vooral voor mijn vriend. Ik ben nu meer dan een jaar met hem samen en probeer mij zoveel mogelijk te focussen op onze toekomst.
De gedachten dat ik anders
ben,
de gedachten die niemand zal
begrijpen,
ze doen zon pijn.
En ja, ik heb een vriend,
een luisterende vriend,
maar mij verstaan zal hij
wel niet.
De mensen om me heen, ze
doen zo druk,
Geef me asjeblieft wat rust!
Vaak wil ik schreeuwen,
Stop de wereld! Ik wil er
af!
Naar mijn eigen planeet.
Zet de tijd, de mensen even
stil,
Laat me toch even denken,
Alles op een rijtje zetten,
Waarom zijn de anderen zo
moeilijk?
Waarom zo ingewikkeld?
Waarom kunnen ze niet even
zijn zoals ik,
Het voelen om anders te
zijn,
Hoe moeilijk het is,
Misschien begrijpen ze me
dan wel.
Waarom kan ik nu geen
normaal leven leiden, zoals de anderen.
Vragen spelen door mijn
hoofd,
Hoe bedoelen ze het?
Wat moet ik daar op antwoorden?
Hoe voelt het om normaal
te zijn?
Te snappen wat men bedoelt,
Te kunnen lachen om de
grappen
en niet omdat anderen
lachen.
Hoe voelt het om normaal te
kunnen leven?
Te leven met de gedachten ik
ben een zoals zij?
Te weten hoe anderen mij bekijken,
Hebben ze echt begrip voor
mij,
of is het allemaal maar
fake?
Waarom is het al zo
moeilijk?
Moeilijk om contacten te
leggen?
Moeilijk om vrienden te
maken?
Moeilijk om sociaal te zijn?
Waarom is de wereld zo
moeilijk voor mij?
Waarom begrijpen we elkaar
niet?
Spreek ik dan een vreemde
taal?
Ja, soms ben ik vrolijk,
soms hyper, soms lach ik,
en 5minuten later kan ik al,
boos zijn, wenen,
En niemand die het snapt,
maar ik snap het zelf ook niet,
Hoe kan ik dan verwachten
dat zij het snappen?
Soms zeg ik rare dingen,
dingen die niet kloppen,
Maar mijn hoofd zit vol met
woorden en zinnen,
Hoe kan ik nu het juiste
vinden,
En tegen dat ik het weet,
gaat het al over iets anders,
Maar moet ik dan zwijgen?
Zodat ik niets verkeerd kan
zeggen,
of moet ik zeggen wat ik
denk, voel,
Ook al gaan ze me niet
begrijpen wat en waarom ik het zeg..
Ze gaan me dan raar vinden,
maar ik kan toch moeilijk
heel mijn leven zwijgen.
En ze zeggen dat ik niets
mag opkroppen,
maar zeggen is zo moeilijk,
Hoe moet ik uitleggen hoe ik
me voel
als ik het zelf niet weet?
En tegen wie kan ik het
zeggen, niemand snapt het.
En zo mogen me al zo lang
kennen.
Begrijpen zullen ze het
nooit.
Ze gaan nooit voelen hoe wij
ons voelen.
Hoe het is om een stempel op
je te krijgen,
ondertussen je zelf niet
weet wat er is,
Je leven stort in, en toch
ben je opgelucht,
te weten wat er met jezelf
is.
Moet ik tonen hoe ik echt
ben?
Het meisje dat van het
minste tilt slaat,
Het meisje me haar woede- en
huilbuien,
met haar angstaanvallen,..
Zonder een echte reden?
Of moet ik dat vrolijke
meisje spelen
die altijd lacht en van het
leven geniet
Ondertussen dat ze van
binnen kapot gaat?
Er zijn zoveel mensen, toch
voel ik me vaak alleen,
Ze zien niet wat er van binnen
gebeurt,
Hoe veel pijn en verdriet er
in mijn zit.
De mensen kennen het vrolijk
meisje, die altijd lacht en plezier maakt,
Maar meer dan een masker is
het niet,
Men weet niet dat ik s
avonds ween,
ween van de pijn om anders
te zijn.
Alles uit ween wat ik over
dag niet kan.
Ze weten niet hoe het is om
zoals ik te zijn.
Ik kan geen pilletje nemen
en Hup opgelost.
Het is geen verkoudheid , of
andere ziekte die na een paar dagen voorbij is.
Het is iets wat je heel je
leven zal mee dragen.
Waarom is het leven nu niet
makkelijk?
Zonder problemen, stress,
pijn, verdriet, anders zijn?
Ik ben zo bang, bang voor
woorden,
kritiek, pesterij, reacties,
starende mensen, geroddel,
bang voor volgend jaar,
bang voor de toekomst,
Bang dat ik moet veranderen
van school,
Bang om nieuwe vrienden te moeten
maken,
Bang om mijn vrienden kwijt
te spelen,
Bang om te tonen hoe ik ben,
Bang om niet aanvaard te
worden,
Bang dat ik weer alles zal
opkroppen,
Bang dat ik dan plots zal
ontploffen,
Bang om nooit geen normaal
leven te kunnen leiden.
Bang dat iedereen het ziet.
Soms denk ik dat het op mijn
voorhoofd staat gedrukt,
Soms wil ik me onzichtbaar
maken, me in mijn eigen wereldje verstoppen,
De deuren sluiten.
Een dom woord zit heel de
tijd in mijn hoofd: autisme.
Maar dat dom woord, laat me
geen normaal leven leiden,
Dat dom woord laat me
huilen, kwaad zijn,
angstaanvallen krijgen
zonder een goede reden.
Dat woord haalt heel mijn
leven over kop.
Dat dom woord leid mijn
leven.
Alcoholisme is een verslavingsziekte die word veroorzaakt door langdurig en aanhoudend drinkgedrag. Meestal begint het met af en toe gezellig wat drinken in de kroeg of thuis en bij vele mensen mensen word de alchol ook genuttigd om bepaalde gevoelens en gedachtes te onderdrukken. Op een langer termijn word de gezondheid, het werk en het sociale leven van een persoon steeds meer aangetast door de alcohol. Op een gegeven moment merkt de alcohol gerbuiker en zijn omgeving ook wel dat het gedrag van de drinker aan het veranderen is, het gedrag van de drinker is onder invloed van de alcohol wat er voor kan zorgen dat de drinker egoistischer word, zichzelf en andere gaat verwaarlozen, agressief gedrag gaat vertonen en geheugenstoornissen krijgt. Uit onderzoeken is gebleken dat alcoholisme zowel erfelijk kan zijn, het kind kan genetisch kwetsbaar zijn voor alcoholmisbruik, maar het kan ook bepaald worden door sociale aandoeningen
Narcistisch gedrag bestaat uit een overdreven positief zelfbeeld, egoïsme, egotripperij, gebrek aan empathie en een voortdurende drang om aandacht en bevestiging. Typisch voor een narcist is ook de kwaadheid die ontstaat als iemand anders denkt of doet dan de narcist.
We spreken van narcistische persoonlijkheidsstoornis of narcissistic personality disorder als het narcistisch gedrag buitensporig grote, dwangmatige proporties begint aan te nemen en de narcist problemen krijgt met de mensen om zich heen: collegas, vrienden, partner en familie. Typische kenmerken voor een narcistische persoonlijkheidsstoornis zijn:
Persoon leeft in een droomwereld of fantasiewereld en denk ontzettend succesvol en knap te zijn.
Persoon denkt zo bijzonder te zijn dat hij/zij alleen door andere speciale mensen begrepen wordt.
Persoon wil constant geprezen worden voor wat hij/zij gedaan heeft. Deze ziekelijke drang tot aandacht lijkt wel een drug voor de narcist.
Persoon maakt gebruik van anderen en misbruikt anderen zelfzuchtig voor zijn/haar plannen.
Persoon gedraagt zich arrogant en hooghartig tegenover anderen.
Persoon heeft gebrek aan empathie en denk eerst en vooral aan zichzelf.Persoon is jaloers op anderen en denkt dat anderen jaloers op hem/haar zijn.
-De definitie over autisme die je vind op internet is wel een beetje in het extreme getrokken en nogal stereotyp. Zeker niet iedere autist heeft al de symptonen, en zeker niet in zo'n mate. Er bestaan nu eenmaal veel meer 'lichte' autisten (waarbij je het moeilijk merkt dat ze autistisch zijn), dan 'zware' autisten (waarbij het goed opvalt).-
Autisme is een pervasief (d.w.z. indringend) ontwikkelingsprobleem dat veroorzaakt wordt door een hersenstoornis van heterogene oorsprong. Mensen met autisme ontwikkelen daardoor niet alleen trager, maar vooral anders. Zij nemen hun omgeving op een heel andere manier waar en missen de vaardigheid om echt betekenis te geven aan die waarneming. Mensen, dingen en gebeurtenissen worden niet (of heel moeizaam) met elkaar in verband gebracht, indrukken blijven losse details en worden niet (of heel traag) samengevoegd tot een betekenisgevend geheel. Mensen met autisme zien meestal niet verder dan wat ze letterlijk zien.
Als gevolg van deze andere waarneming en informatieverwerking, vinden we bij mensen met autisme steeds kwalitatieve stoornissen op het vlak van flexibiliteit, communicatie en sociale interactie.
Door hun beperkt begrip van de werkelijkheid gaan zij hun omgeving op een heel eigen wijze proberen te vatten: in plaats van betekenis te geven registeren zij alle (voor ons vaak irrelevante) details. Van zodra er iets verandert moeten ze opnieuw beginnen. Het is dan ook niet verbazend dat zij een enorme weerstand hebben tegen veranderingen: hun gebrek aan flexibiliteit is immers een overlevingsstrategie om de veelheid aan indrukken in te perken. Vaste routines en stereotiepe gedragingen bieden een zekere veiligheid. Langs de andere kant zorgen ze er echter ook voor dat mensen met autisme slechts een heel beperkt repertoire van activiteiten kunnen ontwikkelen, het kunnen plannen van nieuwe activiteiten veronderstelt immers een zicht op het geheel dat voor mensen met autisme heel moeilijk is.
Ik ben een meisje van 17. Ik woon in West-Vlaanderen, samen met mijn moeder, 2 broers (14 en 18 jaar) en mijn vader die alcolieker, en vermoedelijk ook autistisch en narcistisch is.
Ik maak een blog omdat ik graag mijn verhaal kwijt wil, maar ook omdat ik al vaak het advies heb gekregen om mijn gevoelens op te schrijven.
Ik doe dit anoniem om commentaar te vermijden in het echte leven en omdat ik liever niet heb dat iedereen weet dat ik die problemen thuis heb.
Nu kan je wel denken: "Waarom zet je het dan op internet?" Ik doe dit bewust omdat ik hoop hiermee mensen in dezelfste situatie te helpen/steunen, door eventueel advies en tips mee te delen en doordat ze nu weten dat ze niet de enigste zijn met dit probleem.
Mensen die hun verhaal kwijt willen, of gewoon een reactie willen geven mogen zeker en vast een berichtje achterlaten in mijn gastenboek.