Het boek is uit! Het duurde even maar eindelijk heb ik mijn doel bereikt. Omdat het boek donderdag binnen moet, heb ik het gisteren nog snel uitgelezen om het te kunnen binnenbrengen.
Algemeen gezien sprak het boek me niet aan, het is veel te moeilijk. Het verloop wel vlotter dan verwachter, aangezien ik toch deeltjes van het boek goed begrepen heb. Ik vind het namelijk zeer vervelend om niet te begrijpen waarover een boek gaat en je daardoor bepaalde zinnen opnieuw moet lezen. Dit was soms wel het geval en het maakte het ook lastig.
Toch zie ik een potentieel in dit boek. De korte verhaaltjes zijn interessant en geeft voordelen. Wanneer er weinig tijd is, dan is de drempel niet te groot om toch een boek vast te houden. Want het kan wel vervelend zijn als je geen heel hoofdstuk kan uitlezen in één keer. Ik zou het boek dan ook aanraden voor mensen die geïnteresseerd zijn in verhalen over de oorlog en meer specifiek in persoonlijke getuigenissen. Het is een moeilijk boek, volwassenen zullen dit zeker appreciëren.
Vandaag ga ik het hebben over het verhaaltje 'Het eerste uur' op pagina 89. Ik heb het boek ondertussen bijna uit en heb besloten nog eens een specifiek verhaaltje eruit te kiezen om te bespreken.
Het verhaal wordt verteld door een fransman en getrouwd is. Hij beschrijft hoe hij en zijn vrouw afwisselden om buiten de wacht te houden, want als de Duitsers kwamen dan moesten ze hun vlag buitenhangen. Anders werden ze meegenomen net zoals wat een van hun buren is overkomen. De man controleerde ook of er geen foute boeken in hun kast liggen. De Franse boeken moesten weg.
Buiten hadden ze een zetel staan om al zittend de wacht te kunnen doen. Er werd veel gerookt die tijd en de man spreekt ook over het feit dat er weinig geld was om sigaretten te kopen. Ze waren veel armer tijdens de oorlog. Aan de zetel was ook een achterpoortje, hij vertelt dat het belangrijk was dit te sluiten voor als de Duitsers kwamen.
Zijn vrouw was heel triest door heel de situatie en hij moet haar steunen. Dit valt hem toch zwaar, vooral omdat ze rare dingen zegt.
Op een bepaald moment wordt de marseillaise gezongen en ze zijn in de war. Gelukkig hebben ze snel door dat het hun gekke buren zijn. Maar dat brengt een gedachte bij hem op. Hij vindt dat hij in zijn hersenen wel al zijn boeken kan weggooien, maar in zijn bloed blijft hij frans. Dit is heel belangrijk voor hem.
Dit is ongeveer wat ik vanuit opgemaakt heb. Als ik fout ben, reageer gerust.
Ik heb het boek Mijn kleine oorlog uitgelezen. Het heeft
me langer geduurd als ik had verwacht.
Ik raad dit boek aan om te kiezen voor deze boekbespreking.
Het is zeer handig dat het bestaat uit meerdere korte verhaaltjes, want zo kan
je jezelf voorleggen om elke week bijvoorbeeld twee verhaaltjes te lezen.
Persoonlijk zou ik het boek niet nog eens lezen. Ik heb er
niet echt van genoten omdat het nog iets te moeilijk is voor mij.
In mijn vorige post heb ik verteld dat ik alleen nog de
zogenaamde extra informatie moest lezen. In realiteit bestaan deze 40 paginas
uit zes puntjes: het nawoord, een tekstverantwoording, een bibliografie, de
noten en twee bijlagen. Ik zal nu in het kort vertellen wat die zes puntjes
inhouden.
Het nawoord bestaat in totaal uit 26 paginas. Hier krijg je
nog wat achtergrondinformatie over Louis Paul Boon en het boek zelf, onder
andere hoe dat het boek tot stand is gekomen.
De tekstverantwoording bestaat uit twee puntjes: de keuze
van de basisteksten en de constitutie van de leestekst. In totaal zijn dit zes
paginas.
De bibliografie bestaat uit vier puntjes: de selectieve
bibliografie, de primaire bibliografie, vertalingen en de secundaire
bibliografie. In totaal zijn dit drie paginas.
De noten. In totaal zijn dit twee paginas.
Bijlage één, Weerzien van Oostende, Zondagspost, 1945. Dit
is in totaal twee paginas.
Bijlage twee, Vijftien jaar later, Laatste woord, Tweede
druk, 1960. In totaal zijn dit vier paginas.
Ten laatste is er nog het verzameld werk van Louis Paul
Boon. Dit bestaat uit 24 delen. Het boek dat wij gelezen hebben, Mijn kleine
oorlog, is deel vier.
De bibliografie en de noten waren zeer moeilijk om te lezen.
Dat komt doordat het allemaal in puntjes geschreven is. Dit ervaarde ik als
zeer verwarrend.
Wat vind ik van het boek in het algemeen? Ik vond het heel
vermoeiend om te lezen. Ik kon er nooit voor een lange tijd aan één stuk in doorlezen,
omdat het na een tijd begon te vervelen.
Omdat ik nu het boek uit heb, is dit mijn laatste post. Ik hoop
dat mijn berichtjes een beetje helpvol waren.
Ik heb het boek zelf, dat tot pagina 121 gaat, uit gelezen. Het
volledige boek is 172 paginas, dus ik moet er nog ongeveer 40 lezen. Die overige
40 paginas gaan denk ik extra informatie zijn, maar dat weet ik nog niet. In
mijn volgende post zal ik vertellen wat er in staat geschreven.
Na het verhaaltje Rechtvaardigheid wordt er in het
schuingedrukte lettertype uitgelegd waarom dat er in die kleine stukjes uitleg
geen hoofdletters staan. Er staat dat een zekere Jan de bladzijdes van het boek
wel eens leest, de schrijver vraagt of dat er geen hoofdletters op zijn
schrijfmachien staan. De schrijver antwoord dat ze er wel zijn, waarop Jan weer
vraagt waarom hij ze niet gebruikt. Hierop wordt geen antwoord gegeven. Tot dat
dit hier vermeld werd, was het feit dat er geen hoofdletters zijn mij nog niet
opgevallen.
Iets dat mij opgevallen is, is dat er op pagina 108 een zin
van 25 regels staat. Dat vind ik zeer lang en ik ervaar het als zeer
verwarrend. Ik heb deze zin meerdere keren moeten lezen voordat ik begreep wat
er stond. In de zin wordt er verteld over een joods meisje, Lea Lübka genaamd,
dat tijdens de oorlog Lisken genoemd werd. Er staat dat ze elke dag aan het
breien was, maar niemand wist wat. Om de 14 dagen zou de haar gedachte zeggen
over iets en dat is altijd zo diep en schoon. Het is een gedachte die je zou
gaan zoeken bij Dostojewski of d.h. lawrence. Lea wordt gedeporteerd naar kamp
Mauthausen in Duitsland. Op de radio wordt er gezegd dat ze in goede gezondheid
terugkeert. De ik-persoon is hierdoor euforisch en vertelt het aan iedereen
door. Hierdoor kreeg ik de indruk dat hij Lea leuk vindt. Zijn euforie wordt
in één klap neergeslagen door een brief waarin staat dat ze gestorven is in
Zweden. Wanneer dat de ik-persoon terug thuiskomt, wordt er nog altijd op de
radio verteld dat ze terugkomt in goede gezondheid. Ik vind het merkwaardig dat
je zo een heel verhaal in één zin kan krijgen.
Op pagina 123 staat een foto. Er staan 14 soldaten op die
poseren met hun geweren. De foto is zowel serieus als ludiek. Het is serieus
omdat de soldaten allemaal serieus kijken, met als uitzondering twee die een
beetje glimlachen. De foto is ludiek omdat één van de soldaten op de rug van
een andere zit. Een andere soldaat ligt op de grond.
Ik kan mij boek niet meer verlengen, dus ik zal mijn volgende post al snel moeten toevoegen.
Ik heb het boek even laten liggen, ik zit nu aan pagina 78. Het was een heel drukke periode. Maar nu dat het weekend is heb ik besloten nog eens iets te posten. Hoe vlot het boek bij jullie?
Graag zou ik met jullie willen praten over een specifiek onderwerp en daarom heb ik gekozen één verhaaltje te bespreken. Op pagina 55 begint het verhaaltje 'Tonijn'. Het is een van de stukjes die ik het best begreep en het meest interessant vond.
Ik vind het een tof verhaaltje, omdat het verteld hoe de burgers het lastig hebben met een kamp te kiezen. Op dat moment bezetten Duitsland dit deel van België en de burgers worden verondersteld Duitsgezind te zijn. Voor sommigen is dit heel lastig, want ze houden van hun vaderland (België). Maar de Duitser delen voedsel uit en als mensen moeten overleven dan hebben ze hier veel voor over. Velen stappen dus over naar het Duitse kamp om gewoon te kunnen blijven leven (dus eten).
Deze keer stond er tonijn op het menu en een jongen met een spraakgebrek roept dit door de straten. Mensen die op het eten ingingen werden door anderen raar bekeken omdat ze overliepen.
Op het einde van het verhaaltje begreep ik pas wat ik hierboven geschreven heb. De auteur vertelt hier zijn eigen mening over wat hij dacht in deze situatie en dat geeft je meer informatie. Deze informatie was zeer welkom, aangezien het geen kwaad kan om iets nog beter te begrijpen. Hij toont zijn emoties en dat geeft je meer inzicht in hoe het moet geweest zijn voor de mensen om in zo'n strijd te leven.
Ik heb amper motivatie om het boek uit te lezen. Ik zit nu aan pagina 58 en het lezen gaat nog altijd niet vlotjes. Ik moet vaak zinnen een paar keer opnieuw lezen om ze te begrijpen en het begint op mijn zenuwen te werken. Ik vind het moeilijk om een boek te blijven lezen als ik te veel moet nadenken. Dat is dan ook de reden dat ik niet zo veel verder zit sinds mijn vorige post.
In de pagina's die ik gelezen heb, zijn er een paar dingen die mij opgevallen zijn. Ik zal die dingen hieronder opsommen.
In het hoofdstuk dat op pagina 46 begint, heeft een personage een rare naam, namelijk Ekster. In mijn vorige post heb ik al gemeld dat de rare nemen me opgevallen waren. Deze personage valt voor mij toch het meeste op, want hij wordt zeer gedetailleerd beschreven.
Hij wordt vooral op basis van uiterlijke kenmerken beschreven.
Nog iets dat mij opgevallen is, is dat er in het verhaal symbolen gebruikt worden. Een 'x' in plaats van het woord 'keer', '+' in plaats van 'plus' en '%' in plaats van procent of percent. Er wordt ook gebruik gemaakt van breuken. Dit is mij opgevallen omdat ik dit nog nooit ben tegengekomen in een ander boek dat ik gelezen heb. In het begin leest dit moeilijk, maar na een tijd word je het gewoon en is het eerder handig. Ook worden de nummers niet voluit geschreven.
Een derde ding dat mij opgevallen is, is dat er in sommige zinnen precies leestekens missen. Dit is zeer verwarrend voor mij en het is één van de redenen dat het lezen bij mij zo traag gaat. Dat is irritant voor mij, omdat ik normaal gezien een snelle lezer ben.
Een laatste ding dat mij opgevallen is, is dat er tussen het verhaal door vragen gesteld worden die de schrijver zich lijkt af te vragen. Een voorbeeld van een vraag is: "Waar gaat die haar kolen ingieten?". Deze vraag wordt niet beantwoord en het zet je tot het denken.
Ik ga proberen dit weekend een stuk verder te geraken in het boek. Mijn doel is om tot pagina 89 te geraken.
Ik zit nu aan pagina 46. Het lezen gaat voor mij ook niet zo vlotjes. Dat komt doordat er veel moeilijke woorden zijn, de zinnen lang zijn en het een tijd duurt voordat ik in het verhaal zit. As ik nu eenmaal in het verhaal zit, gaat het beter. Dat komt vooral door de korte hoofdstukken.
Sommige personages hebben een rare naam. Een voorbeeld daarvan is Dingen. Hij is een soldaat die bij de hoofdpersonage in het leger zit. Andere personages, zoals de vrouw en het kind van de hoofdpersonage, krijgen zelfs geen naam.
Een van de dingen die ik gemerkt heb aan het boek, is dat er aan het einde van elk hoofdstuk in het cursief een uitleg staat over dingen die in het hoofdstuk gezegd werden. Twee voorbeelden van dingen die daar uitgelegd worden, zijn vergelijkingen die gemaakt zijn en dingen die in het verhaal staan, maar niet echt gebeurd zijn. Er staat dan waarom ze aangepast zijn en wat er echt gebeurd is.
De korte hoofdstukken van het boek hebben zowel voor- als nadelen.
Een voordeel is dat ze werken als een soort motivatie om het boek sneller uit te lezen. Dat komt doordat je steeds opnieuw tegen jezelf blijft zeggen dat je nog één hoofdstukje gaat lezen. Uiteindelijk heb je er dan meerdere gelezen. Een nadeel is dat tegen de tijd dat je in het verhaal gekomen bent, het hoofdstuk al bijna gedaan is.
Aan de hand van wat ik tot nu toe al gelezen heb, is dit niet echt een boek dat ik opnieuw zou willen lezen.
Ondertussen zit ik aan pagina 40. Ik had eigenlijk gehoopt verder te zitten, omdat het vakantie is. Dan is heb je veel gelegenheden om een boek vast te pakken, zoals een lange autorit of vlucht. Het is er niet van gekomen.
In het begin van het boek en het eerste verhaaltje is het heel moeilijk alles te begrijpen. Het boek is geschreven in dialect en in een andere tijd. Klinker worden verdubbeld en woorden zoals ' lijk' worden veel gebruikt. Er worden ook veel te lange zinnen gebruikt wat het standpunt minder sterk maakt.
Na een tijd lezen begrijp je wel alles en geraak je eraan gewend, maar het is toch even aanpassen. Wanneer je verder leest zie je het vaak niet meer.
Een ander minpuntje is dat de verhaaltjes soms té kort zijn om je in te leven in het verhaal. Je leert de personages niet goed kennen en vaak ontbreekt er zelfs een naam. Het gevoel om meer te weten wordt aan de kant geschoven. Want het verhaal stopt hier.
Een voordeel van de korte verhaaltjes is wel dat je kan lezen ook wanneer je minder tijd hebt. Als je zo even 10 minuten niets te doen hebt, dan is het boek vast pakken een goed idee. Doordat de verhaaltjes maar 1,5 pagina's lang zijn heb je één verhaal snel uitgelezen.
Op dit moment heb ik nog geen 'wow-gevoel'. Hopelijk komt dit nog.
Gisteren hebben Iris en ik het boek 'Mijn kleine oorlog' uit de bib geleend. Het duurde een tijdje om het boek te vinden, maar met de hulp van een vriendelijke vrouw aan de info-balie hebben we het uiteindelijk toch nog gevonden. Gelukkig waren er twee exemplaren beschikbaar.
Vandaag hebben Elise en ik eindelijk een boek gekozen. We kozen voor 'Mijn kleine oorlog' van Louis Paul Boon.
Het lijkt me wel een tof boek, want het heeft 30 korte verhaaltjes wat het niet te moeilijk maakt. Het feit dat het boek daardoor niet te lang is, maakt deze taak niet te zwaar voor mij.
Morgen gaan we het boek halen in de bib. Ik hoop dat ik in het weekend al kan beginnen lezen.