Er was eens een weerwolf die in een donker bos woonde. Hij was zo eenzaam maar op een dag zag hij honden, hij rende via een andere weg met ze mee en sloeg af. toen stond hij voor de honden. Bruintje (de slimste van de honden) blafte. Kom mee hij is gevaarlijk. Stop! Ik ben geen weerwolf die jullie op eet! ik voel me eenzaam, ik zoek vrienden. geloof me. vlekje (de liefste van de honden) blafte we kunnen hem een kans geven. ja maar als hij liegt zijn wij ons leven kwijt blafte bruintje. We kunnen het toch niet weten als we hem geen kans geven. Ja oke maar als ik mijn leven kwijt ben, ben je de schuldige .blafte bruintje. Oh dank je jullie zullen geen spijt krijgen. ik mag het hopen! blafte bruintje gaan we spelletjes spelen. Ja ben je zot, en me dan op eten? Blafte bruintje. bruintje wees eens kalm .Ja tuurlijk welk spel dan? Blafte vlekje. Misschien kunnen we verstoppertje spelen?