Ik vond hem, hij heeft Andrew Henry vermoord... Hoe kan hij zelf de kapitein vermoorden. Zijn gezagvoerder. We hebben weer een zwaar gevecht ondergaan maar ik voelde me sterker dan ooit. Hij heeft me verwond maar mijn woede overstemde alles. Hoe dan ook, ik ben niet diegene die beslist over leven en dood. Het verwonde en uitgemergelde lichaam van Fitzgerald heb ik in de rivier gedropt. Ik zag hoe zijn lichaam afdreef naar de andere kant van de oever. Daar stond een groep indianen hem op te wachten. Zij besloten zijn leven niet te sparen maar dat van mij daar in tegen wel. Ik voelde een opluchting over mijn schouders neervallen. Ik had het gehaald. Ik heb mijn wraak gekregen.
Ik ben er geraakt, iedereen is verwonderd dat ik nog leef. En boos, ze zijn boos op Fitzgerald. Dat hij me alleen liet en dat hij de andere in de waan liet dat ik dood was. Uiteraard is Fitzgerald gevlucht. Hij weet dat ik voor hem de wildernis heb doorkruist dus is hij bang. Na een korte revalidatie besloot ik om terug te keren in de wildernis om hem op te zoeken. Kapitein Andrew Henry besloot om me te vergezellen op deze zoektocht.
Vandaag leek op een geschenk uit de hemel. Na een zware beklimming kwam ik terecht in een veld vol met bizons. Een groep wolven had ook net hun zinnen op deze maaltijd gezet. Aangezien ik niet kan jagen in deze omstandigheden besliste ik om af te wachten tot de restjes alleen over bleven. Ik dompelde even weg. Uiteindelijk werd ik wakker door het geluid van de wolven die weg liepen. Wanneer ik keek zag ik een man. Het was een Indiaan. Hij was van de bizon aan het eten en had de andere dieren weg gejaagd. Aangezien hij van de tegenstanders was liet de man me toch mee eten en uiteindelijk gingen we samen verder op pad. Hij hielp me een groot stuk verder. Op een morgen werd ik wakker en trof ik hem dood aan in een boom. Zomaar opgehangen met op zijn borst een waarschuwing. Ik kon het niet aanzien, hij was een echte vriend geworden...
Het is zwaar, mijn gebroken voet is aan het genezen. Het doet steeds minder pijn. Ik volg de sporen maar ze gaan oneindig lang door. Ik weet niet wanneer ik eindelijk zal aankomen. Het voedsel is schaars in de winter. Overleven op planten is niet evident. Maar ik wordt gevoed door mijn wraakzucht. Hoe dan ook, ik zal wraak nemen. De lafaards die me in de steek lieten, die mijn zoon van het leven beroofden, zij zullen boeten.
Ik ben doodop, geen energie meer. Af en toe vang ik flarden van gesprekken op. Ik heb het gevoel dat ik boven de grond zweef maar wordt gedragen door mijn mede kompanen. Gelukkig heb ik mijn zoon die over me waakt. Wanneer ik bij bewustzijn ben hoor ik hoe de groep beslist om me met 2 andere kompanen achter te laten. De indianen en de winter zaten vlak achter ons, ze konden geen tijd verliezen. Uiteraard begrijp ik dat. Wanneer de angst om het hart van mijn 2 kompanen sloeg lieten ze me voor dood achter. Ik zag hoe ze mijn zoon vermoorden en me volledig beroofden van mijn weinige bezittingen. De haat omarmde mijn hart. Ik zal ze terug krijgen. Koste wat kost..
Wat vandaag is gebeurd had ik nooit durven dromen. Niet dat het positief was. Ik werd aangevallen door een grizzlybeer. Misschien was het wel terecht. Ik ben nu eenmaal lid van de Rocky Mountain Fur Company. Wij zijn een groep pelsjagers en die beer had wel een mooie pels. Ik heb alles gegeven wat ik kon om die beer te verslaan. Uiteindelijk, wanneer ik deed alsof ik dood was liet de beer me gaan maar dat had hij nadien even snel terug door. Helse pijnscheuten gierden door mijn lijf. Het is me uiteraard gelukt om de beer te verslaan. Anders zou ik deze blog niet kunnen schrijven voor jullie.