Toen we op zoek gingen naar onze voorouders werd bevestigd wat we reeds vermoedden :
onze familienaam "Meesdom" is tamelijk zeldzaam.
We ontdekten dat bijna al onze voorouders afkomstig waren uit West-Vlaanderen.
Verder bleek dat de naam op verschillende wijze gespeld werd, soms zelfs binnen eenzelfde gezin.
Hier een overzicht van de verschillende schrijfwijzen :
Mesdom, Misdom, Meesdom, Meersdom, Mersdom, Mesdon, Meysdom.
We begonnen de gegevens te noteren van alle personen met deze namen en stilaan werd duidelijk dat zij
allemaal verwant bleken, op enkele uitzonderingen na van wie we de herkomst niet konden terugvinden.
We vroegen ons af wat de betekenis en herkomst van deze naam was.

Dr. Fr. Debrabandere verklaart in "Woordenboek van de familienamen" de naam als volgt
Mesdom,Mesdon,Mee(r)sdom : Franse familienaam Mesdon. Wellicht plaatsnaam Maisdon (Loire-Atl.)

Het is inderdaad mogelijk dat één persoon/familie uit Frankrijk (Maisdon) in West-Vlaanderen terecht kwam.
In Bretagne en de streek rond Nantes komt de naam Mesdon vrij veel voor.
Een andere mogelijkheid is dat er een verband is met het stadje Mesen, waar enkele van de vroegste naamgenoten opduiken.

Momenteel leven er in België 12 personen met de naam Meesdom, allemaal nakomelingen van
Gentillis Mee(r)sdom (° 17/07/1881) en Zoë Dejonckheere.
Er zijn nog 17 Mesdom en 65 Meersdom, ook allemaal verwant.
In Noord-Frankrijk komt zowel Mesdom als Meersdom voor, de meesten zijn vanuit België daar terecht gekomen.
Misdom komt in België niet meer voor maar is in Nederland goed vertegenwoordigd.
Dit zijn bijna allemaal afstammelingen van één echtrpaar, afkomstig uit West-Vlaanderen dat rond 1800 in Vlissingen een gezin stichtte.  
Een nakomeling van ditzelfde gezin emigreerde rond 1840 naar Amerika en werd daar stamvader van een uitgebreide familie.
Ook in andere landen (Duitsland, Zuid-Afrika, Australia) komen Misdoms voor.

Wij willen proberen heel de familiestam in kaart te brengen en haar geschiedenis te reconstrueren.

Tot de 15de eeuw zijn de genealogische bronnen schaars en vonden we weinig terug.
We vermoeden dat de tot nu toe oudste vermelding van de naam die we vonden, voorkomt in de publicatie
van Wilfried Beele "Studie van de Ieperse persoonsnamen uit de stads- en baljuwsrekeningen 1250 –1400" :
er is sprake van "Medem,Medom, le Medem".
Helemaal zeker is het niet of het om dezelfde naam gaat; wel vonden we deze vormen later in de
geschiedenis nergens meer terug maar wel Mesdom/Maesdom/Misdom…
Ook de archivaris van het Stedelijk Archief van Ieper is van oordeel dat het om dezelfde familienaam gaat.

In de periode vanaf de eerste naamvermeldingen in de parochieregisters tot ongeveer 1650 speelt
de familiegeschiedenis zich voornamelijk af in de Westhoek, vooral in  Kemmel, Belle(Bailleul)
en de aangrenzende dorpjes.
Dat de families ook allemaal verwant zijn, kunnen we soms onrechtstreeks afleiden uit het onderling
optreden als dooppeters en -meters of getuigen bij huwelijken.
Er zijn echter teveel hiaten om tot volledige gezinsreconstructies te komen.
Opvallend is dat de spelling Mesdom/Misdom willekeurig lijkt en soms in hetzelfde gezin voorkomt.
Dit is natuurlijk te wijten aan de gebrekkige alfabetisatie (ook van de priesters) waardoor er vaak
fonetisch werd genoteerd. Daarbij speelt dan het plaatselijke dialect een rol.

Vanaf de 2de helft van de 17de eeuw vinden we de meeste nakomelingen van onze directe voorouders
Joannes Mesdom en Petronella Voets in de naburige dorpjes : Loker, Dikkebus, Reninge.
Zij zelf verhuizen rond 1640 blijkbaar van Kemmel naar Poperinge.
Hun dochter Catharina die daar in 1641 wordt geboren is de eerste naamgenote die we in deze stad aantreffen.
Vermits de parochieregisters in Poperinge goed bewaard zijn (in tegenstelling met bv. Ieper
waar bijna alles vernietigd werd tijdens W.O. 2) hebben we vrij volledige gezinsreconstructies aldaar.
De naam wordt hier steeds Misdom gespeld.

Een zoon van Joannes Mesdom en Petronella Voets, Jacobus °1635 blijft in Poperinge
wonen en wordt daar stamvader van een uitgebreide familie.
Rond 1770 wijken enkele van de achterkleinkinderen uit naar Veurne en van daaruit naar Oostende.
Johannes Benedictus, geboren in 1772 te Poperinge, trouwt in Oostende en gaat in Vlissingen wonen.
Hij wordt stamvader van het geslacht Misdom in Nederland tot wie bijna alle nu nog levende
Misdoms behoren.
Een telg emigreert naar Amerika en ook van hem leven er daar nog altijd afstammelingen.
Andere achterkleinkideren van hem emigreren op hun beurt naar Amerika en naar Australië.
Ook van hen daar nog steeds nakomelingen.

Op de lijst van de opvarenden van de V.O.C. vonden we enkele Mesdom/Misdoms die o.a.
uit Gent kwamen. In de parochieregistrers van Gent vonden we  2 gezinnen en nog enkele
huwelijken en geboorten. Vermoedelijk stichtte één Mesdom rond 1650 in Gent een gezin en 
huwden later enkele kinderen uit dit huwelijk ook aldaar.
Na 1720 hebben we geen naamgenoten meer gevonden in Gent.

Een raadsel blijft Antonius Misdom die rond 1730 een Antonius Misdom opduikt in Beesel
(Nederlands Limburg) van wie we de afkomst nog niet konden achterhalen.
Er zijn aanwijzingen dat ook hij uit West-Vlaanderen afkomstig is maar we konden tot nog toe de link
niet vinden. Zijn nakomelingen vinden we terug in Nederland, Duitsland en Amerika.

Andere naamgenoten van wie we niet weten waar ze vandaan komen, doken op in het nederlandse
Heusden en in Leiden begin 17de eeuw. Ook hier vermoeden we een westvlaamse afstamming en
denken we aan ambachtslieden of soldaten die om economische redenen wegvluchtten uit hun geboortestreek.

We vonden verschillende (vermoedelijke) voorouders terug in de lijsten van poorters (of burgers) van de stad Ieper.

Het poortersschap was in de eerste plaats erfelijk, je werd poorter omdat je ouders of
één van hen poorter was. Je kon het ook verwerven door een huwelijk of gewoon kopen.
Aan het poorterschap waren voordelen verbonden, zo konden poorters bepaalde ambten
uitoefenen, ze werden van bepaalde belastingen vrijgesteld en genoten een bijzondere rechtsbescherming.
Ook de inwoners van de omringende dorpen zoals Kemmel, Dranouter, Wulveringem konden
tot de burgerij van de stad Ieper konden horen.
De gegevens komen uit het register Cordonnier, te raadplegen in het stadsarchief van Ieper.
In de 19de eeuw werden door Cordonnier heel wat gegevens uit de archieven van Ieper
overgenomen en bewaard. Het is vaak de enige bron voor genealogische informatie uit Ieper en omstreken
omdat veel registers van de parochies en de burgelijke stand tijdens de 1ste wereldoorlog vernieteigd werden.
Wij vonden onze familienaam in verschillende periodes terug, ook onze oudste gekende voorvader.
Merk hier al de verschillende schrijfwijze op.

Afkortingen : etr. = etranger(vreemdeling)
bg. = bourgeois (burger/poorter)
fs = filius (zoon van)
fa = filia (dochter van)

Onze oudste voorouders in Kemmel spelden (meestal) hun naam Mesdom.
Petrus Jacobus, geboren in 1730, sticht een gezin met Maria Deconinck en krijgt minstens 9 kinderen.
Hier gebeurt de naamsverandering naar Meersdom; Petrus Jacobus wordt als Mesdom geboren
en sterft als Meersdom. Bij zijn kinderen komen beide spellingswijzen voor en worden zo ook
doorgegeven aan hun kinderen.
Van hen stammen bijna alle nu nog levende familieleden Mesdom en Meersdom af.
Zoon Petrus Joannes (Meersdom) trouwt in Renige met Isabella Poot.
Eén van hun kinderen is onze betovergrootvader Eugène, geboren in 1806.
Bij zijn kleinzoon Gentillis (mijn grootvader) ontstaat verwarring over de "r" in de naam..
In sommige aktes is het Meersdom, in andere Meesdom. Uiteindelijk wordt de naam Meesdom
doorgegeven aan zijn kinderen. Er is slechts één zoon, Jozef die de naam doorgeeft.
Zijn kinderen en kleinkinderen zijn momenteel de enige nog levende Meesdoms in België.
In andere familietakken kwamen in het verleden ook enkele Meesdoms voor maar van hen
zijn geen nu nog levende nakomelingen bekend.

Van de 15de tot de 19de eeuw vinden we de naam terug in verscheidene dorpen langs de huidige grens met Frankrijk.
In Belle (Bailleul) en Sint-Jans-Cappel (nu grondgebied Frankrijk maar toen behorend bij Vlaanderen)
komen heel wat families vrij voor.
Verschillende van hen komen door huwelijk in (het huidige) West-Vlaanderen terecht.
De namen van dooppeters en meters doen vermoeden dat de families onderling verwant zijn,
maar door de onvolledige gegevens zijn de gezinsreconstructies moeilijk.
Een omvangrijke stam wordt gevormd door de nakomelingen van Melliart Misdom uit Belle.
Deze persoon wordt ook vermeld in de Lijst van Weerbare mannen van Belle anno 1639.
De Raad van Vlaanderen gebood op 23 februari 1639 tot het opstellen van militielijsten
om de verdediging van het graafschap voor te bereiden.
De weerbare mannen moesten zich in de hoofdplaats van de kasselrijen aanbieden
en werden aldaar gekeurd en al dan niet goed bevonden voor de strijd.