Redactie
Medjugorje België en Nederland
Chris De Bodt
(1958 - 2012)

medjugorjebn@gmail.com

Patty De Vos
Kasteelstraat 81
9180 Temse
België
patty.de.vos@hotmail.com

Dr. Guy Claes
Platanendreef 40
8790 Waregem
België
gclaes@scarlet.be

Henk
Twan Vereecken
Geertrui Schonken
Veerle De Caluwé
Anne Van Der Sloten
p. Alfons J. Smet
Broeder Joseph
Zoeken in blog

Medjugorje 2015 Medjugorje 2014 Medjugorje 2013 Medjugorje 2012 Medjugorje 2011 Medjugorje 2010

 

Voorlopig worden enkel de boodschappen gepubliceerd.
10-02-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De huilende Madonna van Civitavecchia
De huilende Madonna van Civitavecchia

Wat de meeste mensen treft als ze voor het eerst het beeld zien van de huilende Madonna van Civitavecchia is de afmeting ervan. Het wit plaasteren beeldje is amper 43 centimeter hoog, met neergeslagen ogen die nog niet de afmeting van een duim breed hebben. Het beeldje, afkomstig uit een winkel te Medjugorje in Herzegovina, kostte nog geen tien euro.

Sinds 1995 staat de "Madonnina", of de kleine Madonna, zoals ze hier bekend is, achter kogelvrij glas in de kleine Sint Augustinus kerk van Pantano, een arme landelijke gemeente, even buiten Civitavecchia, op ongeveer 65 km. van Rome. Elk jaar opnieuw trekt het beeld vele pelgrims aan, maar zij die komen om het beeld te zien wenen zullen worden teleurgesteld, want sinds het beeldje in februari 1995, in aanwezigheid van duizenden getuigen 13 maal tranen weende van bloed, staan de ogen van de Madonnina tot op de dag van vandaag droog en is elk spoor van bloed op de wangen sinds lang verdwenen.

Zoals velen is Fabio Gregori, de 45-jarige eigenaar van het beeldje, die destijds getuige was van het mirakel, er vurig van overtuigd dat het gebeuren van toen wel degelijk een mirakel was. Het gebeuren veranderde ook totaal zijn leven.

Gregori, een overtuigde katholiek, was vervuld van vreugde toen de plaatselijke priester, Vader Don Pablo Martin, die terugkwam van een bezoek uit Medjugorje in september 1994, hem het plaasteren beeldje als geschenk gaf ter bescherming van zijn huis en zijn familie. Het beeldje onderscheidt zich in niets van de duizenden andere beeldjes uit het bedevaartsoord en toch geloofde Vader Pablo dat dit beeld bijzonder was. Hij blijft volhouden dat het Pater Pio was die hem heeft geleid om het beeldje naar Civitavecchia te brengen, waar "de mooiste gebeurtenis uit zijn leven" zou plaatsvinden.


Gedurende vijf maanden vond er een gebeuren plaats dat het kleine gehucht in het spotlicht bracht. Tijdens de namiddag van donderdag 2 februari 1995, wou Fabio Gregori zich samen met zijn zesjarig dochtertje Jessica naar de Heilige Mis begeven, toen het kleine meisje het plots uitschreeuwde: "Papa, papa, kom kijken. De Madonna weent. Overal is er bloed." Hij rende naar de kleine stenen kapel dat hij in zijn tuin had gebouwd en toen zag ook hij de rode vloeistof uit de ogen van de Madonnina lopen en langs de wangen naar beneden glijden.

Diep getroffen begaf hij zich naar de Heilige Mis en lichtte Vader Pablo in over het gebeuren. Binnen enkele uren had het nieuws van de "huilende Madonna" zich in de streek verspreid en begon het volk zich voor Gregori’s tuinpoort te verzamelen. Na het weekend haalde het nieuws de pers en begaven de journalisten en TV-ploegen zich naar de plaats. Allen bleven uren wachten. De tuin was veel te klein om iedereen de gelegenheid te geven om het gebeuren waar te nemen.

"Het was een hele invasie, men klom zelfs in de bomen", aldus de uit Schotland afkomstige Carmela Dinardo, directrice van een plaatselijke school. "Auto’s, bussen en mensen blokkeerden het hele gebied rondom Fabio’s huis. Ook ik wou de Madonna zien en ik was gedwongen om mij ver van de plaats te parkeren en mij te voet verder te begeven. Het duurde uren vooraleer ik ter plaatse was. De hele tuin en de omgeving was één massa volk."

De mensen zakten van overal uit Italië af naar Pantano. De Gregoris konden niets anders doen dan zichzelf in hun huis opsluiten en toen men poogde om het beeld en het bloed aan te raken werd de politie erbij gehaald om de orde te bewaren.

Tegen zondagavond 5 februari had het beeldje 13 maal bloed geweend. ’s Anderendaags kon Fabio Gregori, achtervolgd door de paparazzi, de druk niet langer aan en overhandigde hij het beeld voor bewaring aan Vader Pablo van de Sint Augustinus kerk. Dan sloot hij definitief de poorten van zijn tuin en hing er het opschrift aan: "Stop hier niet a.u.b. De Madonna bevindt zich niet langer hier."

In het begin geloofde Mgr. Girolamo Grillo, de Bisschop van Civitavecchia, niet in het miraculeuze gebeuren. Vader Pablo, die hem had opgebeld was zelfs diep geschokt door zijn antwoord: "Ik heb het rapport verscheurd en het in de prullenbak gegooid. U zou beter het beeld vernietigen zodat deze dwaasheid ophoudt."


Bisschop Grillo, in die tijd een schertsende zeventiger, die door de inwoners "il grillo parlante" [de pratende krekel] werd genoemd zei: "Ik had er geen enkele twijfel over dat dit bedrog was. Uiteraard waren er de woedende parochianen die mij veroordeelden omdat ik aan deze nonsens niet wou meedoen." Er waren hier ook gegronde redenen voor, want de streek was staat ook gekend om zijn vele Jehovah getuigen, en occulte groeperingen. Iedereen kon een bedrog hebben georganiseerd. De bisschop vervolgt: "Mijn volgende stap was dan ook om de plaatselijke politie te vragen om een onderzoek in te stellen naar het doen en laten van de Gregoris en een test op het bloed te laten uitvoeren. Maar ik moet zeggen dat ik niet was voorbereid op het resultaat van het onderzoek: de vloeistof was hemoglobine."

"Het rapport versterkte aanvankelijk mijn gevoelens om deze list proberen op te lossen", gaat Bisschop Grillo door. "Ik kreeg verslag dat de Gregoris gewone, eenvoudige, arme en hardwerkende mensen waren, eerlijk en gelovig, met geen enkel misdadig verleden. Ik heb zelfs een uitdrijving uitgevoerd op hen, omdat ik geloofde dat dit alles een satanische opzet was."

Maar als een amateuristische speurhond bleef Bisschop de zaak niet opgeven. Ondertussen had Vader Pablo, tegen het order van het bisdom in, het beeld aan een van de broers van Pablo afgegeven. Bisschop Grillo kon echter de familie overtuigen om het beeld in Rome te laten onderzoeken op de bloedstalen en het ook radiografisch te laten scannen. Er waren meerdere testen door verschillende ploegen: een ploeg onder leiding van Professor Angelo Friori in het Vaticaanse Gemelli hospitaal en een andere ploeg onder leiding van Giancarlo Umano-Ronci, Rome’s meest erkende gerechtelijke DNA expert en directeur van het Instituut voor Gerechtelijke Geneeskundige aan de Universiteit van Rome.

"Toen ik het beeld overhandigde aan het laboratorium, verzekerden ze mij dat het resultaat van het onderzoek bloedstalen zou opleveren van dierlijke oorsprong," lachte Mgr. Grillo alles weg. "Maar het was menselijk bloed."

Nog grotere onthullingen zouden volgen: herhaalde onderzoeken en DNA testen bevestigden dat het om mannelijk bloed ging, terwijl een reeks X-stralen en CAT scans enkel vaststelden dat het beeld bestond uit vast materiaal en dat er geen oplichterij kon bij betrokken zijn. "Dit verhoogde nogmaals mijn twijfels dat alles overduidelijk een list was. Het bloed van Onze Lieve Vrouw wordt toch verondersteld afkomstig te zijn van een vrouw?"

Na al deze ontwikkelingen te hebben gerapporteerd aan het Vaticaan, werd aan Mgr. Grillo de opdracht gegeven om een theologische commissie samen te stellen om de zaak te onderzoeken. Het was de aanvang van vele slapeloze nachten voor de Bisschop.

Op 1 maart legde CODACONS, de grootste beschermingsgroep van verbruikers in Italië een klacht neer tegen "onbekenden" wegens het "misbruik maken van de geloofwaardigheid van de mensen" of "abuso della credulita populare". Er werd hiervoor een wet uit 1930 van onder het stof gehaald die het volk moet beschermen tegen bedrog en magiërs. De pers schonk veel aandacht aan deze klacht. Dit werd gevolgd door beschuldigingen van opeenvolgend een belangrijke Italiaanse hulplijn, "Telefono Antiplagio", onder de leiding van Professor Giovanni Panunzio, een godsdienstleraar uit Sardinië en de Voorzitter van de Italiaanse Commissie die hulp verleend aan "Slachtoffers van Charlatans en Goeroes." En opnieuw gaf Mgr. Grillo aan de politie de opdracht om de aangelegenheid te onderzoeken: "Ik riep de hulp in van de wet in de hoop dat ze mij uiteindelijk zouden kunnen bewijzen dat het wenen een grap was, omdat ik er zo zeker van was dat het om een misplaatste grap ging." Maar toen de politie de huizen onderzocht van alle vier de Gregori-broers en hun moeder op de ochtend van 8 maart, waarbij alles werd overhoop gegooid om bewijzen van bedrog te kunnen vinden, liep dit onderzoek op niets uit.

De beproeving van Fabio Gregori was echter verre van over. Eenmaal er in Italië een beschuldiging is gemaakt, is de openbare aanklager verplicht om een volledig misdadig onderzoek te leiden, dat jaren kan duren, zelfs wanneer er onvoldoende bewijs bestaat voor vervolging. Wat er een week later gebeurde gaf een heel nieuwe dimensie aan de zaak: terwijl hij thuis de Heilige Mis opdraagt in aanwezigheid van zijn zus, schoonbroer, neef en twee zusters uit Rome, ziet de bisschop zelf dat de Madonnina tranen van bloed begint te wenen als hij het beeld in de handen houdt.


Ondanks zijn getuigenis hiervan, een week later, in een televisie-interview, waarbij hij dit mirakel in feite bevestigt, weigert hij het woord "mirakel" in de mond te nemen en zegt enkel: "het is een mysterie, er bestaat geen rationele beschrijving hiervoor." Het is wel de eerste keer dat hij de Madonnina ernstig neemt.

De verklaring van de Bisschop, uitgevoerd tegen het advies van het Vaticaan, zette Antonio Abano, de openbare aanklager, die eveneens werkt in opdracht van Criminal-pol, het Italiaanse equivalent van de FBI, er nog meer toe aan om de zaak dieper uit te graven. Abano verzocht de Bisschop om de Madonnina in handen van het gerecht te geven en vorderde bloedstalen van alle mannelijke leden van de Gregori familie voor een vergelijking van hun DNA met dat van het bloedstaal van het beeld. Aan geen enkel van deze verzoeken werd een gevolg gegeven.

"Sinds ik zelf getuige geweest ben van het wenen, gaf het Vaticaan mij de opdracht om de politie te weren en niet toe te laten om het beeld in beslag te nemen", zei Mgr. Grillo, "maar dit viel absoluut niet in goede aarde bij het gerecht want nu waren ze er van overtuigd dat ook ik mede in het complot zat, samen met de Gregoris. Ze beschuldigden ons beiden van bedrog en van het onder één hoedje spelen met het Vaticaan. En indien ze konden, hadden ze mij voor bedrieglijk opzet opgesloten, maar een bisschop blijft een bisschop, en zo probeerden ze de Madonnina te bemachtigen. Als het godsdienstige zaken aangaat probeert de macht der wet altijd de zaak naar zich toe de trekken. Kijk naar Lourdes, Fatima en nu hier. Overal maken ze er een boeltje van om uiteindelijk te moeten toegeven dat er geen bewijzen van bedrog zijn."

"Het eindresultaat", aldus Bruno Forestieri, de advocaat van Fabio Gregori, "was een typisch Italiaans compromis". Het gerecht stemde ermee in dat de bisschop het beeld in een verzegelde kast in het bisdom mocht bewaren, zolang het onderzoek voortduurde. Het was een diplomatieke oplossing: de openbare aanklager kwam tussen, maar zonder de autonomie van de Kerk te schenden. Op vraag van Fabio Gregori richtte ik een verzoek aan het Italiaanse Hof van Cassatie om het beeld vrij te geven tegen Pasen. Honderden woedende parochianen hadden openlijk geprotesteerd en wensten hun beeld terug tegen de processie van Goede Vrijdag, waarbij meer dan 10.000 aanwezigen werden verwacht. Twee weken later kwam er een bevel om het beeld vrij te geven, wat van mij de enige advocaat in de geschiedenis maakt die Onze Lieve Vrouw heeft bevrijd."

Hoe dan ook kwam het bevel te laat voor de Goede Vrijdagprocessie. In plaats daarvan, met een gebaar dat boekdelen sprak, schonk de nabije vriend en landgenoot van de Paus, Kardinaal Andrej Maria Deskur, na een verzoek te hebben gericht aan de Kathedraal van Civitavecchia op Paasmaandag, een gezegende kopij van de Madonnina naar de Gregori familie, er op wijzend dat de Paus zijn visie op de zaak deelde, ging Kardinaal Deskur verder met de beproevingen rond het originele beeld te vergelijken met deze van de Madonna van Czestochowa in Polen, dat in beslag genomen werd door de communistische gezaghebbers in 1967 en in Krakow staat, het vroegere bisdom van de Paus. Het beeld keerde uiteindelijk in juni naar de parochiekerk terug, na nieuwe scans en DNA-onderzoek op de bloedstalen, waarvan het resultaat hetzelfde was als het voorgaande onderzoek. Dit leidde er dan ook toe dat Mgr. Grillo publiekelijk zei dat, omwille van het mannelijke bloed, de tranen enkel afkomstig konden zijn van Jezus Christus.

Sindsdien heeft de relikwie van de Madonnina bij de bedevaarders alleen maar aan aantrekkingskracht gewonnen. De plaatselijke overheden gaven sindsdien de opdracht om de hele infrastructuur rond de plaats te herinrichten voor de bedevaarders en gaat het goed met onze Madonnina van Civitavecchia.


In januari 2005 schreef het Italiaanse dagblad "Corriere delle Sera", dat beweerde het rapport te hebben mogen inzien: Het onderzoeksteam, bestaande uit theologen, historici en artsen heeft alle mogelijke verklaringen voor het fenomeen en alle getuigenissen van betrokkenen kritisch geanalyseerd. "Unaniem zeggen zij [de deskundigen] dat alles erop wijst dat in deze uithoek van de aarde, aan de poorten van Rome, iets plaatsvond waarvoor geen menselijke verklaring is en dat verwijst naar het mysterie van het bovennatuurlijke." Dat schrijft Vittorio Messori, de auteur van het Corriere-artikel. Messori is een katholieke journalist, die paus Johannes Paulus II hielp met het schrijven van diens bestseller Over de drempel van de hoop [1994].

Vittorio Messori citeert in zijn artikel pater Stefano De Fiores, Maria-expert en theoloog aan de pauselijke Gregoriana-universiteit in Rome. De Fiores denkt dat er in Civitavecchia sprake is van een goddelijke interventie. De Fiores, die volgens Messori "zeer goed is geïnformeerd", zegt dat het uitgesloten is dat er sprake is van "bedrog of trucage", van "hallucinatie of autosuggestie", of van "een paranormaal verschijnsel". De Romeinse marioloog ziet in het bloedige wenen de "vinger Gods". Volgens Messori is deze uitspraak opmerkelijk, omdat de pater bekend staat om zijn voorzichtigheid en zijn academische en kerkelijke tucht.

Interview uit "Avvenire" met Mgr. Girolamo Grillo

Dit interview met de bisschop van Civitavecchia, is gepubliceerd in 2005, naar aanleiding van de tiende verjaardag van dit verschijnsel in 2005.

Bisschop Girolamo Grillo uit Civitavecchia haalt dezelfde woorden aan als deze van Jezus als uit het evangelie: "De boom kan worden herkend aan zijn vruchten", als er hem iemand vraagt naar de Gospa die tranen van bloed weent in Civitavecchia. Een klein beeldje van Onze Lieve Vrouw, aangekocht in Medjugorje, begon meer dan tien jaar geleden tranen te wenen in het dorpje Pantano, nabij Civitavecchia op zo'n 65 kilometer van Rome.

Het verschijnsel werd de eerste maal opgemerkt op 2 februari 1995 en op 15 maart van datzelfde jaar, was de bisschop persoonlijk zelf getuige van deze gebeurtenis, waar de wetenschap geen verklaring voor heeft. In een interview met het Italiaanse blad "Avvenire" [krant van de Italiaanse Bisschoppenconferentie], maakt Mgr. Grillo een evaluatie van wat er de voorbije tien jaar in zijn bisdom is gebeurd.

Avvenire: Wat gebeurde er de voorbije tien jaar?

Mgr. Grillo: Kijk zelf, sindsdien is het aantal pelgrims niet alleen toegenomen, maar is deze plaats van genade ook gezuiverd van alle sensatie en nieuwsgierigheid. Mensen die nu naar Pantano komen hebben een enorm verlangen om zich te veranderen, zich te bekeren. Wat ook in het voordeel spreekt is, dat ik vijf priesters permanent ter bischikking moet stellen van de gelovigen om de biecht af te nemen. Ze vertelden mij dat ze zich hebben verzoend met Gods oneindig aantal volgelingen, mensen die het geloof ver achter zich hadden gelaten gedurende lange tijd. Er zijn zelfs berouwvolle moordenaars die komen biechten. Meer dan duizend echtparen die om een of andere redenen uit elkaar gegroeid waren, hebben zich opnieuw verenigd, en dit is de dag van vandaag eerder uitzonderlijk. Vele vrouwen die verlangden naar het moederschap hebben hen wens zien uitkomen. De mensen komen ook om hun kinderen hier te laten dopen en velen vragen om het sacrament van het doopsel, zelfs moslims. Waarom dan al deze positieve berichten ook niet bekend maken?

Avvenire: Hebt u een speciaal initiatief genomen voor de tiende verjaardag?

Mgr. Grillo: We hebben een dossier voorbereid dat spoedig zal worden uitgegeven in heel Italië. Wij hebben reeds 44 boekjes met getuigenissen en handtekeningen van bedevaarders. Volgens mij geven deze al onze angsten weer van onze tijden, maar eveneens de hoop van hen die vragen om Maria's tussenkomst.

Avvenire: Zijn er bijzondere feestelijkheden of vieringen?

Mgr. Grillo: Elk jaar, tijdens de nacht van 1 of 2 februari is er een optocht van bedevaarders vanuit het centrum van de stad naar Pantano. Dat is zo'n 12 kilometer. Dit jaar namen er meer dan 1200 gelovigen aan deel, ondanks de vrieskou. Vergeet echter niet dat Civitavecchia, amper twinting jaar geleden, nog het Stalingrad van Lazio werd genoemd. Meer dan 60% van de inwoners van deze communistische stad waren anarchist of tegen de kerk. Het voorval met de Gospa gaf een volledig andere dimensie aan de stad. Het is waar dat de Moeder Gods weende en ik geloof dat dit niet alleen was omwille van Civitavecchia.

Avvenire: Wat heeft dit voorval bijgebracht aan de parochie?

Mgr. Grillo: Als bisschop ben ik bijzonder gelukkig dat de Sint Augustinus Parochie van Pantano een evengelisch centrum is geworden, niet alleen voor de gehele stad, maar voor het hele land en de hele wereld. In de laatste statistieken van november 2004 bevonden er zich twaalf buitenlandse bedevaardersgroepen, van Sri Lanka tot Zuid Amerika. Wij doen alles om een echte toewijding aan Maria te delen en te bevorderen, een toewijding die leidt naar Christus. Ik denk dat dit goed wordt aanvaard. De rest heeft zijn tijd nodig. We moeten wachten en geduldig zijn. Bovennatuurlijke gebeurtenissen kunnen niet worden bewezen in een wereld die niet gelooft in God en alle echte waarden heeft verloren.


Avvenire: Welke goede vruchten bracht dit voor uw persoonlijk leven?

Mgr. Grillo: Na die ochtend van 15 maart 1995, was ik gedurende drie jaren enorm onder de indruk van de feiten. De Gezegende Moeder heeft mijn leven volledig omgekeerd. Zij bracht mij dieper tot mijzelf en tot een spiritueel leven. Ik ben veel opener geworden voor de noden van de gelovigen en buiten mijn pastorale werk, besteed ik nu meer tijd aan geestelijke begeleiding.

Avvenire: Wat zegt Paus Johannes Paulus II over de Gospa?

Mgr. Grillo: Tijdens mijn laatse Ad Limnia bezoek, vroeg de Heilige Vader me naar de mogelijkheid om een vereringsplaats voor Maria op te richten. Ik vertelde hem dat ik hiertoe graag bereid was, maar ik vroeg hem ook om mij te helpen bij het bouwen van een huis in Civitavecchia voor de zusters van Moeder Teresa uit Calcutta. Ik zou ervan in het bijzonder van genieten dat de vruchten van zo'n vereringsplaats vooral ten goede komen aan de armen.

Wat is het standpunt van de kerk?

Op 1 juni 2005 stond er in "Il Messagero" het volgende artikel.

"De Madonna van Civitavecchia zal grote dingen doen", zei Paus Benedictus XVI afgelopen maandag, toen hij bisschop Girolamo Grillo begroette op het einde van de bijeenkomst van de Italiaanse Bisschoppenconferentie. Precies op 1 april, de dag vóór de dood van Johannes Paulus II, overhandigde de bisschop van Civitavecchia een dossier aan de Congregatie voor de geloofsleer, voorgezeten door Kardinaal Ratzinger. Een commissie van de Congregatie heeft een negatieve mening over het bovennatuurlijke karakter van het huilende Madonnabeeld van Civitavecchia.

Tijdens een vergadering, die gisteren plaatsvond, herinnerde Mgr. Grillo aan de bijzondere verering die Paus Johannes Paulus II had voor de Madonnina van Civitavecchia, en zijn wens om een ongunstige mening niet openbaar te maken, vooraleer er verdere onderzoeken plaatsvinden. Naast feiten die reeds bekend waren, voegde Mgr. Grillo hieraan nieuwe details toe. Zo vertelde hij dat hij, op een avond op het einde van februari 1995, het miraculeuze beeld overhandigde aan Johannes Paulus II in het Vaticaan, die het vereerde en het aanbad, terwijl hij zich voor het beeld bevond. Op het einde plaatste de Paus zelfs een kroon op het hoofd van de Maagd, die hij zelf bij zich had.

Het verslag van deze ontmoeting en de verering door de Paus staat nauwkeurig beschreven in het dagboek van Mgr. Grillo die, bevreesd om niet te worden geloofd na de dood van Johannes Paulus II over diens pauselijke gebaar, een soort van getuigenis vorderde van Mgr. Stanislaw Dziwisz, de persoonlijke secretaris van de Paus. Een kopij van dit rapport van 20 oktober 2000 werd overgemaakt aan het Vaticaan, met onderaan de Pauselijke handtekening.

Ter herinnering, het beeldje van de Maagd van Medjugorje weende dertien maal bloed ten huize van Fabio Gregori tussen 2 en 6 februari 1995, in de aanwezigheid van tientallen getuigen, zelfs openbare ambtenaren, en de veertiende maal in het Bisschoppelijk huis op 15 maart 1995. Wetenschappelijk onderzoek wees uit dat het mannelijk bloed ging. Een commissie van theologen sprak zich uit voor het bovennatuurlijk karakter ervan, terwijl een andere commissie van theologen, aangesteld door de Congregatie voor de geloofsleer een negatieve mening heeft over het bovennatuurlijke karakter van het huilende Madonnabeeld van Civitavecchia. Momenteel zit men dus met het gegeven dat twee theologische commissies elkaar tegenspreken.




09-02-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Christelijke uitvaart
De Christelijke uitvaart

Inleiding

We willen ook de christelijke uitvaart onder uw aandacht brengen. Het behoort wel niet tot de 7 sacramenten, maar in aansluiting op het sacrament van de ziekenzalving en als christen, kan men hier niet onderuit om deze keuze te maken, om van Gods genade te kunnen genieten.

Is het nu wel of niet nodig op een christelijke manier begraven te worden? Zoals het heden ten dage al vaak gebeurt, wordt een katholiek zonder eucharistie begraven. Wat is de betekenis van deze eucharistie tijdens deze begrafenis? Is het nodig hier op aan te dringen?

Maria Simma heeft ons gezegd via het boek van Nicky Eltz dat deze eucharistie tijdens de begrafenisplechtigheid van groot belang is voor de overledene. Ook de manier waarop wij ze al dan niet beleven kan van grote betekenis zijn voor hem of haar.

Vele mensen verlaten de kerk tijdens de offergang. Dit is een teken dat ze niet begrepen hebben wat deze eucharistie voor de overledene betekent. Laat ons niet meedoen met deze praktijken en draag deze H. Mis op voor de overledene. Het zal hem of haar verder helpen in het hiernamaals als ze nog in het vagevuur verblijven. Ook is het belangrijk om tijdens de Mis, maar ook op andere momenten te bidden voor iemand die u dierbaar is en de overledene zal er u dankbaar om zijn.

Het is begrijpelijk dat er, bij een overlijden van een dierbaar persoon, verdriet is. Dit is normaal. Het hoort tot het verwerkingsproces. Hoe dierbaarder een persoon u is, hoe langer dit kan aanhouden. Toch is Maria Simma duidelijk dat verdriet geen genaden van de Heer met zich meebrengt. Genaden kunnen enkel bekomen worden door gebed of door het opdragen van een eucharistie voor de overledene. Ook al kan het eigenaardig klinken, maar het opdragen van een Mis voor iemand die nog in leven is, inclusief uzelf, levert uitzonderlijke genaden op van de Heer. Dit is meermaals bevestigd door Heiligen.

Alle sacramenten, maar vooral die van de christelijke initiatie, hadden het laatste Pasen van het kind van God als einddoel, het Pasen dat hem door de dood het leven van het Koninkrijk doet binnentreden. Dan wordt vervuld wat hij in geloof en hoop beleed: 'Ik verwacht de opstanding van de doden en het leven van het komend rijk'.

1. Het laatste Pasen van de christen

De christelijke zin van de dood wordt geopenbaard in het licht van het paasmysterie van de dood en de verrijzenis van Christus, in wie onze enige hoop is gelegen. De christen die in Christus Jezus sterft, 'verhuist uit dit lichaam om zijn intrek te nemen bij de Heer' (2 Kor. 5,8).

Op de dag van zijn sterven begint voor de christen aan het einde van zijn sacramenteel leven de voltooiing van zijn nieuwe geboorte, die met het doopsel een aanvang nam. Op die dag begint de definitieve 'gelijkvormigheid' naar 'het beeld van zijn Zoon', die werd meegedeeld door de zalving met de Heilige Geest. Zelfs al moet een christen nog een laatste loutering ondergaan, alvorens hij met het bruiloftskleed getooid kan worden, op die dag begint de deelname aan het gastmaal van het koninkrijk, waarvan de eucharistie het onderpand vormde.

De kerk, die als een moeder op sacramentele wijze de christen tijdens zijn aardse pelgrimstocht in haar schoot heeft gedragen, begeleidt hem op het einde van zijn tocht, om hem 'in de handen van de Vader' toe te vertrouwen. In Christus draagt zij het kind van haar genade op aan de Vader, en de kiem van het lichaam dat in heerlijkheid zal verrijzen, vertrouwt zij hoopvol aan de aarde toe. Deze offerande wordt ten volle gevierd door het offer van de eucharistie; de zegeningen die aan de eucharistie voorafgaan en die erop volgen zijn sacramentalia.

2. De viering en de uitvaart

De kerkelijke uitvaart dient aan de overledene noch een sacrament, noch een sacramentale toe, aangezien hij het stadium van het sacramentele heilsbestel heeft overstegen. Toch gaat het om een liturgische viering van de kerk. Het dienstwerk van de kerk wil de vruchtbare 'communio' met de overledenene tot uitdrukking brengen en tegelijk de gemeenschap, die voor de uitvaart verzameld is, bij deze 'communio' betrekken en haar het eeuwig leven verkondigen.

De verschillende uitvaartriten drukken het paaskarakter van het christelijk sterven uit en beantwoorden aan de situaties en tradities van de verscheidene streken, zelfs wat betreft de liturgische kleur.

De Ordo exsequiarum (OEX; uitvaartliturgie) van de Romeinse liturgie stelt drie vieringstypen van uitvaarten voor, die overeenkomen met de drie plaatsen waar ze gehouden worden (in het huis van de overledene, in de kerk, op het kerkhof) en die men kan aanpassen aan het belang dat de familie, de plaatselijke gewoonten, de cultuur en de volksvroomheid eraan hechten. Het verloop is trouwens in alle liturgische tradities hetzelfde en heeft vier kernmomenten:

De begroeting van de gemeenschap. De viering wordt geopend met een geloofsgroet. De verwanten van de overledene worden ontvangen met een woord van 'troost' (in nieuwtestamentische zin: de kracht van de heilige Geest in de hoop. Ook de biddende gemeenschap die zich verzameld heeft, verwacht 'woorden van eeuwig leven'. De dood van een lid van de gemeenschap (of de herdenking op de verjaardag, de zevende of veertigste dag) is een gebeurtenis waarbij de perspectieven van 'deze wereld' overstegen moeten worden en die de gelovigen moet plaatsen binnen de echte perspectieven van het geloof in de verrezen Christus.

De woorddienst tijdens uitvaarten moet met aandacht voorbereid worden, te meer omdat onder de aanwezigen ook gelovigen kunnen zijn die niet zo vaak liturgie vieren, of vrienden van de overledene die niet christen zijn. Met name de homilie 'mag geen lijkrede zijn' en moet het mysterie van het christelijk sterven beschouwen in het licht van de verrezen Christus.

Het eucharistisch offer. Wanneer de viering in de kerk plaats vindt, is de eucharistie het hart van het paasmysterie dat in het sterven van een christen gestalte krijgt. Daar drukt de kerk haar feitelijke gemeenschap met de overledene uit: wanneer zij in de heilige Geest het offer van de dood en de verrijzenis van Christus aan de Vader aanbiedt, vraagt zij dat haar kind gereinigd mag worden van zijn zonden en de gevolgen ervan, en dat hij deel mag hebben aan de volheid van het paasgebeuren door aan te zitten aan de tafel van het Koninkrijk. Wanneer de eucharistie op deze wijze gevierd wordt, leert de geloofsgemeenschap, in het bijzonder de familie van de overledene, zich te verenigen met degene die "in de Heer ontslapen is." Zij doet dit door deel te nemen aan het lichaam van Christus, waarvan de overledene een levend lidmaat is, en door voor en met de overledene te bidden.

Het afscheid van de overledene is zijn aanbeveling bij God door de kerk. Het is "een laatste vaarwel door de christengemeenschap aan de overledene, voordat diens lichaam wordt uitgedragen en begraven." In de Byzantijnse traditie wordt dit uitgedrukt door de overledene een afscheidskus te geven: 

Door deze laatste groet 'zingt men omwille van zijn vertrek uit dit leven en zijn afscheid, maar ook omdat er een gemeenschap en een hereniging is. Door de dood worden wij inderdaad niet van elkaar gescheiden, want we gaan allen dezelfde weg en we zullen elkaar op dezelfde plaats terugvinden. Nooit zullen wij gescheiden worden, want wij leven voor Christus, en nu zijn wij verenigd in Christus; wanneer wij naar Christus toegaan (...) zullen we allen tezamen in Hem zijn'.

Euthanasie

Verklaring van het bisdom omtrent euthanisie en uitvaart

Vrijdag 2 september 2011

Euthanasie en pastoraal handelen

Als gelovigen leggen we ons leven in Gods hand. Het is een christelijke opdracht zieke mensen bij te staan op alle mogelijke manieren. Maar als het gaat om leven en dood, daar moet een mens pas op de plaats maken en dit overlaten aan God, want het leven is heilig. Door het leven in eigen hand te willen nemen, overschrijden we een grens. De Kerk dient daar stelling te nemen voor het leven. Daar waar iemand verkiest het leven te beëindigen middels euthanasie, daar dient de kerk zich terug te trekken. Immers bij het toedienen van sacramenten en bij een kerkelijke uitvaart staat centraal dat we een mensenleven toevertrouwen aan God. Het is de Schepper die het leven geeft; we hebben het leven niet aan onszelf te danken. En het is God die neemt. Het staat de kerk niet vrij medewerking te verlenen aan het doelbewust beëindigen van een mensenleven, en zodoende mee te werken aan wat de kerk als kwaad en zondig beschouwt. De Kerk gelooft dat geen mens het beschikkingsrecht heeft over eigen of andermans leven. Daarom wijst de Kerk euthanasie af. De Kerk ziet het als haar fundamentele plicht elk menselijk leven te beschermen vanaf het prilste begin tot haar meest breekbare levensfase. Pastoor v.d. Sluis heeft daarom juist geoordeeld en gehandeld.

Tevens gelooft de Kerk dat niemand een lange, pijnlijke dood hoeft te ondergaan en dat zieken moeten worden behandeld en de stervenden getroost. Mensen die op sterven liggen en ernstige pijnen lijden als gevolg van ziekte of verwonding, kunnen en moeten pijnstillende medicatie toegediend krijgen, ook als hierdoor het overlijden wordt bespoedigd. Het is dus toegestaan iemand morfine te geven. De Kerk beschouwt het als een christelijke plicht lijden te verlichten. De dosis dient evenwel niet groter te zijn dan voor de pijnbestrijding vereist is.

Palliatieve sedatie (of: terminale sedatie) is het toedienen van slaapmedicatie tijdens de stervensfase. Hierbij wordt de onderliggende ziekte niet meer behandeld en overlijdt de patiënt uiteindelijk aan zijn ziekte. Een natuurlijke doodsoorzaak derhalve. Er is een belangrijk onderscheid met euthanasie, waarin actief het leven wordt beëindigd door middel van toedienen van dodelijke medicatie. Hier overlijdt de patiënt ten gevolge van het toedienen van medicatie, een niet-natuurlijke doodsoorzaak derhalve.

Weliswaar dient iedere normale proportionele en menselijke behandeling altijd voortgezet te worden, maar staat de Kerk het eindeloos rekken van het leven niet voor. Het onthouden van medicijnen of het staken van behandelingen die de dood tot gevolg kunnen hebben, maar waarbij de dood niet het doel of de directe reden is, acht de Kerk niet immoreel. Het stopzetten van medische behandelingen die belastend zijn, gevaarlijk, buitengewoon of die niet in verhouding tot de verwachte resultaten staan, kan geoorloofd zijn. Men wil zo niet de dood bewerken, maar aanvaardt dat men hem niet kan verhinderen.

Het pastoraal handelen is gericht op de overgave aan Gods liefdevolle barmhartigheid. Wanneer men bewust en in volle vrijheid kiest voor euthanasie, dan wil men de regie over het leven in eigen hand nemen en sluit men zich af voor Gods barmhartigheid. Om die reden kan de Kerk hieraan geen medewerking verlenen, omdat pastoraal handelen erop gericht is mensen open te stellen voor Gods liefde. Euthanasie in combinatie met de toediening van het Sacrament van de Zieken suggereert instemming met euthanasie: vandaar dat hier geen medewerking aan verleend kan worden. Dan zal gezocht moeten worden naar mogelijkheden de stervende nabij te zijn met gebed. Wat betreft de kerkelijke uitvaart (eucharistieviering, gebedsviering of absoute) geldt hetzelfde, gezien het publieke karakter van de kerkelijke uitvaart. Dit zou wederom een goedkeuring impliceren. Uiteraard kan men altijd bidden voor het zielenheil van overledenen.

Het kan evenwel zo zijn dat iemand, door pijn, angst en lijden overmand, in wanhoop vraagt om zijn leven te beëindigen. Er kunnen ook situaties voorkomen waarin keuzes en gevoelens van wanhoop zich met elkaar vermengen. Het lijden aan een ernstige, ongeneeslijke, lichamelijke ziekte kan invloed hebben op de psyche. Wanneer er aanwijzingen zijn dat de keuze voor euthanasie niet volledig in vrijheid is gedaan, kan men op basis van een prudente afweging van alle factoren een kerkelijke uitvaart toestaan. Alle omstandigheden in achtgenomen kan het derhalve gerechtvaardigd zijn dat deken Blom de uitvaart heeft gedaan. Het is wel onjuist dat hij vooraf geen contact heeft opgenomen met zijn collega in Liempde. Een kerkelijke uitvaart zal ook niet geweigerd worden als betrokkene vóór diens dood enig teken van berouw heeft getoond.

Tot slot. De Kerk beoordeelt het moreel handelen. Dat is haar plicht. Zij beoordeelt dit in overeenstemming met de Bijbel. De Kerk veroordeelt nimmer de persoon. Dat laat zij te allen tijden over aan Gods barmhartigheid. Elk pastoraal handelen is gericht op het zielenheil. Daarom is het de taak van de Kerk te wijzen op Gods liefde, opdat de mens zich zou toevertrouwen aan Gods liefde. Het zou liefdeloos zijn als de Kerk zou meewerken aan wegen die mensen niet leiden naar God.

+R.Mutsaerts
2/9/2011

Anne Van Der Sloten


08-02-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gods adres
Gods adres

God beschikt over een postbus en een adres. Al wat u hoeft te doen is te schrijven naar "God, Jeruzalem" en de postbode van deze Heilige Stad zal de brief netjes afleveren voor u. Er worden duizenden brieven gericht aan God en velen ervan zijn met zulke mooie zorg afgewerkt dat zelfs de meest vurige correspondenten er zouden van blozen.

De benamingen voor de bestemmeling zijn soms heel inventief: "De Heilige, grote en omvangrijke Tempel", "Eerwaarde", "Aan de Hogepriester", "De Heilige Tempel van God", "Jeruzalem, Heilige Stad van God", "Aan de Almachtige God", "Alpha en Omega", "Heilig Land van Israël," enz...

Terwijl andere onbestelbare brieven onverwijld in de prullenmand belanden, wordt aan deze brieven een tweede leven gegund. Vanaf het ogenblik dat de brief een "herkenbare bestemming" heeft, is de postbode, volgens de internationale wetten, verplicht om de brief af te leveren.

Zo weet het hoofd van het lokaal postkantoor; Avi Yaniv, te zeggen dat hij de plaats kent waar God het dichtst bij de aarde is. Elke keer worden de enveloppen geopend, de brieven netjes gevouwd afgeleverd in de scheuren van de klaagmuur, de meest heilige plaats van Jodendom, de laatste resten van de Tempel van Koning David.

Yaniv: "Als de brieven een afzender bevatten, worden ze netjes terugbezorgd, zoniet belanden ze in de klaagmuur." Verder zegt hij: "Ook zijn er vele brieven gericht aan Jezus Christus, de Maagd Maria en aan Koning David, maar het hoofd van de rabbijnen zegt dat enkel deze die aan God zijn gericht mogen worden afgeleverd. Wanneer de brieven aankomen in het postkantoor worden ze netjes gesorteerd èn er is een aparte sorteerbox voor de brieven gericht aan God en alhoewel 90% van de brieven afkomstig zijn van Christenen, zullen deze nooit worden afgeleverd in de Heilige Grafkerk, het meest vereerde heiligdom van de Christenen, want hun brieven zijn gericht aan God, niet aan de Kerk.

De mensen schrijven van over heel de wereld, maar dit jaar was er een primeur: voor het eerst was er iemand uit de Arabische wereld die een brief gericht had aan de God van Israel. De brief, afkomstig uit Marokko, was gericht aan "Quds", de Arabische naam voor Jeruzalem.

Ongeacht de oorsprong van de brieven, hebben ze meestal één ding gemeen. De meesten verlangen dingen van God. Sommigen schrijven hun adres op de keerzijde, alsof ze een brief terug verwachten. Ooit had er iemand de nummers van de loterij opgezonden, in de hoop dat God hem zou helpen en een man uit Rusland vroeg Gods tussenkomst voor een eventueel huwelijk met een Hollywoodactrice. Alles wordt er gevraagd, maar de voorbije maand was er een brief van iemand die om niets vroeg, integendeel, hij wou enkel God bedanken omwille van zijn goed huwelijk, zijn huis en werk. Anderen zoeken troost. Een verdrietige weduwnaar schreef wanhopig dat hij zijn vrouw zo erg miste en hij vroeg of hij haar in een droom nog eens mocht zien."

07-02-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Interview van Bisschop Del Val Gallo uit Santander
Interview van Bisschop Del Val Gallo uit Santander door Sari Loli, zus van zienster Mari Loli (1992)

Sari: Waar bent u geboren?

Mgr. Del Val Gallo: Ik ben geboren te Burgos, maar toen ik vijftien dagen oud was verhuisde ik naar Santander, waar ik van dan af heb geleefd.

Sari: Wat heeft u doen beslissen om priester te worden?

Mgr. Del Val Gallo: Toen ik vier jaar oud was vroeg de pastoor uit mijn dorp me of ik ooit priester zou willen worden. Ik zei "ja" op een manier als een klein kind normaal zou antwoorden. Op mijn negende echter, stierf er een religieuze tante langs mijn vaders kant, in een sfeer van heiligheid. Er heerste toen een heel gevaarlijke ziekte die vooral kinderen trof en ondanks het epidemisch karakter van de ziekte [zonder de ziekte bij naam te noemen ging het hier meer dan waarschijnlijk om de Spaanse griep] bleef ze doorgaan met haar liefdadigheid door de zieken te verzorgen. Zij werd gewaarschuwd voor de besmettelijkheid van de ziekte en ze bezweek er ook onder, maar ze zei: "Ik heb mijn hele leven toegewijd aan de Heer door de armen te helpen en nu, wanneer ze mij het meeste nodig hebben, kan ik er ook niet mee stoppen. Ze werd uiteindelijk ook ziek en overleefde de ziekte niet. Er werd over deze zaak gepraat binnen de familie en het liet een diepe indruk na op mij. Deze heldendaad van mijn tante deed mij nadenken: "Zou ik dit ook kunnen bereiken als priester?" Het was toen dat ik de beslissing nam om priester te worden, op mijn negende. Toen ik twaalf jaar werd ging ik naar de Pauselijke Universiteit van Comillas tot ik priester werd in 1944.

Sari: Hou oud was u toen u tot priester werd gewijd? Door wie en wanneer?

Mgr. Del Val Gallo: Ik was achtentwintig jaar oud toen ik tot priester ben gewijd door Aartsbisschop Parrado van Granada. Hij is vele jaren geleden gestorven. De kerk waar ik gewijd ben is eigendom van de Pauselijke universiteit van Comillas.

Sari: Wanneer ging u voor het eerst naar het dorpje Garabandal en waarom?

Mgr. Del Val Gallo: Ik ging acht dagen na de eerste verschijning. Ik ging daar op vraag van Bisschop Doroteo Fernandez. Hij was toen de Pauselijke Beheerder van het Bisdom. Daar ik een priester was in wie hij vertrouwen stelde, wou hij dat ik er heen ging als waarnemer en hem mijn indrukken te rapporten over alles wat ik had gezien. En zo was ik daar ongeveer acht dagen na de eerste verschijning, op vraag van de Bisschop.

Sari: Hoe dikwijls bezocht u de plaats ten tijde van de verschijningen?

Mgr. Del Val Gallo: Daarna ging ik nog tweemaal, steeds op bevel van dezelfde Bisschop.

Sari: Hebt u de meisjes gezien tijdens de verschijningen? En zo ja, wil u beschrijven wat u zag en hoorde. Wat waren uw indrukken?

Mgr. Del Val Gallo: Ja, ik zag de meisjes in extase. Dit noemt men een psychologische droomtoestand. Het was wel een soort verlaagd bewustzijn, maar niet zo diep als men eerst zou denken, daar de meisjes voortdurend in en uit deze toestand kwamen. Ik zei dat ik geloofde dat het een soort "trance" was en dat verbaasde de mensen en deed hen geloven dat het om iets bovennatuurlijks ging, maar mijn indrukken waren deze van een toeschouwer. We zullen zien. We zullen zien wat er gebeurt. Met dit soort zaken mogen we niet overhaast te werk gaan.

Sari: Wanneer kwam het bisdom Santander onder uw toezicht te staan? Wat dit uw eerst diocees als Bisschop?

Mgr. Del Val Gallo: Ik kreeg het bisdom Santander toegewezen op 4 december 1971 en kwam hier voor het eerst aan op 16 januari 1972. Dit was mijn eerste en meteen ook mijn laatste bisdom als Bisschop. Ik leidde het diocees gedurende twintig jaar. Daarvoor was is in Jerez de la Frontera in de omgeving van Cadiz, dat toebehoorde aan het bisdom van Sevilla. Ik kreeg de leiding van de regio Cadiz door de Kardinaal van Sevilla, waarbij ik mijn taken vervulde zoals elke andere Bisschop. Vandaag is het een bisdom op zichzelf.

Sari: Hoeveel Bisschoppen gingen er u vooraf, sedert het begin van de verschijningen?

Mgr. Del Val Gallo: Velen. Er waren er velen als we veronderstellen dat sommigen Bisschop waren en andere Pauselijke afgevaardigden tijdens deze jaren, er was heel wat beweging in het diocees Santander. Er was Doroteo Fernandez, Eugenio Beitia, Vicente Puchol, Enrique de Cabo [plaatsvervangend Bisschop]. Toen kwam José Maria Cirarda die destijds hulpbisschop was van het bisdom van Bilbao en Pauselijke afgevaardigde. De laatste Bisschop alvorens ik in 1972 werd aangesteld was Rafaël Torrija de la Fuente.

Sari: Is het waar dat u, van al deze bisschoppen, de enige getuige was van de verschijningen?

Mgr. Del Val Gallo: Ik denk van wel, alhoewel ik ooit heb horen zeggen dat Conchita Gonzalez in extase overging voor Bisschop Puchol, maar ik ben hier niet zeker van. Ja, ik denk dat ik de enige was die de meisjes in extase heb gezien.

Sari: Heb u zich ooit voorgesteld dat God u rond zo een unieke gelegenheid zou plaatsen?

Mgr. Del Van Gallo: Ik heb steeds geprobeerd om mij over te geven in Gods handen. Ik probeerde dit steeds ongeacht moeilijke omstandigheden of vreugdevolle gebeurtenissen, en deze [Garabandal] kent zowel moeilijke als vreugdevolle omstandigheden tegelijkertijd.

Sari: Wanneer hebt u besloten om alle beperkingen van de vorige bisschoppen voor de priesters op te heffen en waarom?

Mgr. Del Val Gallo: Ik kan niet meer de juiste datum zeggen. Het gebeurde stap voor stap. Ik vertelde de priester dat ik de beperkingen ging ongedaan maken en daarop werd het openbaar gemaakt. Ik herinner mij niet meer de juiste datum, maar het moet ongeveer een zestal jaren voor ik mij terugtrok geweest zijn, wat vorig jaar in september gebeurde.

Sari: Zijn de verschijningen te Garabandal ooit veroordeeld door de kerk?

Mgr. Del Val Gallo: Neen, de vorige bisschoppen erkenden het bovennatuurlijke karakter er niet van, maar hebben de verschijingen ook nooit veroordeeld. Dat woord werd nooit gebruikt.

Sari: Wanneer hebt u de zaak Garabandal heropend? Wie deed de studie? Hoe werd deze geleid en tot welk besluit kwam men?

Mgr. Del Val Gallo: De studie werd niet begonnen op een afgesproken datum [1986 n.v.d.r.], maar begon wel ongeveer zes jaar eerder, rekening houdende met alle omstandigheden van toen en werd beëindigd bij een bijenkomst in april 1991. In het begin verliep de studie maar langzaam zodat het zes of zeven jaar duurde vooraleer ze werd beëindigd. Tot dan liet ik mij in met de verklaringen van de vorige bisschoppen, maar ik voelde dat ik persoonlijk iets aan deze zaak moest doen. Ik voelde dat ik een persoonlijk onderzoek moest leiden, omdat de verantwoordelijkheid van een Bisschop zoiets vraagt. Ik moest wel iets doen omdat ik er van overtuigd was dat er ernstige dingen waren gebeurd in Garabandal, zo ernstig dat ik dit voelde dat mijn eigen inbreng vereist was.

Sari: Wat is er gebeurd met de resultaten?

Mgr. Del Val Gallo: De resultaten van het onderzoek werden opgestuurd naar de Heilige Stoel, naar de Congregatie van de Geloofsleer. Dit dient altijd te gebeuren met zo'n aangelegenheden en zo bevinden de documenten zich nu daar. Alles werd in handen gegeven van Kardinaal Ratzinger.

Sari: Waren de verschijningen te Garabandal theologisch correct en werden ze in overeenstemming met de leer van de Katholieke Kerk gevonden?

Mgr. Del Val Gallo: Ik geloof dat ze wel theologisch juist waren, maar één van de details maakte mij bezorgd: "Vele bisschoppen en kardinalen bewandelen het verloren pad." Dit lijkt me persoonlijk wel héél erg streng, maar hoe dan ook spreken de boodschappen de Kerkelijke Leer niet tegen!

Sari: Wanneer en waarom trok u zich terug?

Mgr. Del Val Gallo: Omwille van mijn leeftijd. De Kerk vraagt aan elke bisschop om op de leeftijd van 75 jaar de Paus per brief hierover in te lichten zodat de Heilige Vader op zoek kan gaan naar vervanging. En dat ik wat ik ook deed. Op 13 juni van 1991 werd ik 75 jaar en op 29 september ging ik met pensioen.

Sari: Hebt u nog bijzondere plannen voor de toekomst?

Mgr. Del Val Gallo: Ja, mijn eerste voornemen is om meer te bidden, omdat ik nu meer tijd zal hebben. Ik moet veel meer tijd besteden aan het bidden. Mijn tweede voornemen is om de kansarmen te helpen. Ik heb ook steeds het voornemen gehad, zelfs van voor ik bisschop was, om te schrijven, maar eens ik was aangesteld kwam dit er ook al niet meer van. Als men een goede bisschop wil zijn, is er geen tijd om te schrijven omdat er te veel werk is, en zo heb ik nu als derde voornemen om in de komende anderhalf jaar een boek te schrijven. Ik denk reeds aan de mogelijke titel: "De Christen in het jaar 2000". Het zal een boek zijn over de hedendaagse Europese cultuur en hoe het ons Christelijk leven en denken beïnvloedt. Deze Cultuur zou aan Gods oproep moet beantwoorden en ten dienste staan van de mens.

Sari: Wat denkt u wat het resultaat zou moeten zijn op de mensheid van onze Heilige Moeder, als "Moeder van de Verlosser" en "Moeder van de Kerk"?

Mgr. Del Val Gallo: Het eerste wat bij me bij deze vraag opkomt is het leven van Kardinaal Wyszynsky uit Polen. U weet dat hij Kardinaal was tijdens de moeilijkste periode in de geschiedenis van zijn land. Het imperiale communisme was zo allesomvattend dat de Kerk enorm werd tegengewerkt en onderdrukt. Er was geen enkele vrijheid en toch vertrouwde Kardinaal Wyszynsky zijn volk toe aan Maria, Onze Lieve Vrouw van Czestochowa. In deze extreme omstandigheden zocht de Kardinaal zijn toevlucht tot onze Hemelse Moeder, omdat Zij diegene is die het geloof zal redden. Hierin vergelijk ik mijzelf een beetje met Kardinaal Wyszynsky, omdat ik net als hem denk, dat Onze Lieve Vrouw het geloof zal redden.

Sari: Denk u dat de boodschappen het belangrijkste gedeelte uitmaken van de boodschappen van Garabandal?

Mgr. Del Val Gallo: Uiteraard zijn deze belangrijk, net zoals deze ook belangrijk waren te Lourdes en te Fatima. Voor ons Christenen is het belangrijk om te leven naar de boodschappen die Onze Moeder ons doorgeeft, als wij in overweging nemen dat Zij deze zou gezegd hebben, want ik ik kan dit niet openlijk toegeven, want dit zou ermee instemmen zijn dat de verschijningen echt waren, wat ik niet kàn doen, omdat de Kerk hierin het laatste woord heeft en hierover nog geen definitief standpunt heeft ingenomen.

Aan het einde van de interview voegde Bisschop Del Val Gallo er nog de volgende belangrijke commentaar aan toe: "Ik ben zeer dankbaar voor uw bezoek, dat zo betekenisvol was."

Opmerking Chris De Bodt: Alsof Onze Lieve Heer en Zijn Moeder een teken van de echtheid van de verschijningen wou geven aan de mensen: Bisschop Juan Antonio Del Val Gallo was de eerste bisschop die de verschijningen van Garabandal genegen was. De dertiende speelde, net als in Fatima, een héél belangrijke rol in zijn leven: Hij werd geboren op 13 juni 1916 en overleed op 13 november 2002. De dag van de laatste verschijning te Garabandal was ook op 13 november [1965].

06-02-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Katarina Bednarczuk Sieminska: Te voet van Polen naar Medjugorje
Katarina Bednarczuk Sieminska:
Te voet van Polen naar Medjugorje

Katarina Bednarczyk Sieminska (55) uit Kazimierz Dolny, nabij Lublin, heeft een voettocht van Polen naar Medjugorje achter de rug. Zij wandelde er 62 dagen over. Zij vertrok met lege handen op pelgrimstocht, enkel vertrouwend op Gods Voorzienigheid. Zij droeg alleen een kruis, een gebedenboek en een reiskaart. Haar gebedsintentie voor deze tocht was de vrede en de verzoening onder de mensen in de wereld, die allemaal deel uitmaken van Gods familie. Zij is gehuwd, heeft geen kinderen en haar echtgenoot is kunstenaar, schilder.

Dit is haar getuigenis:

Ik ben te voet naar Medjugore gekomen omdat de Moeder en de Koningin van Vrede hier verschijnt. Ik geloof dat Maria hier verschijnt en dat is de reden waarom ik naar hier kwam. Uiteraard is Zij overal, maar hier is Zij op een bijzondere wijze aanwezig. Zij wenst ons voor te bereiden op onze ontmoeting met Jezus en met God de Vader.

Wij leven in moeilijke tijden en ik denk dat de tijd is gekomen voor de verzoening van de hele mensheid. Ik heb dit voornemen ontvangen in gebed. Wij zijn allemaal Gods kinderen. De mensen zouden meer tot elkaar moeten komen. De mensheid bevindt zich in weeën en wij moeten ons daarvan bewust zijn. Alle mensen zijn broeders en daarom had ik noch water, noch brood bij mij, maar in volle bewustzijn en met een duidelijk voornemen wou ik afhangen van diegenen die ik zou ontmoeten, van hun goedheid. Soms wensten ze mij brood en water mee te geven voor onderweg, maar dat wou ik niet. Het is mooi om te kunnen vragen, een verzoek te kunnen richten en de mensen zijn gelukkig als ze kunnen geven, als ze iets kunnen aanbieden. Dan ervaren we hen als leden van onze eigen familie. God werkt door hen.

Soms werd ik van de hand gewezen, maar ook dit noem ik een goede ervaring. Hoe dikwijls klopt God niet aan op de deur van ons hart en weigeren wij Hem, en wensen wij Hem niet binnen te laten. Soms moeten we meerdere malen aankloppen. We ontmoeten Jezus in de daklozen, in de armen, en als wij Hem niet herkennen, dan zijn wij werkelijk blind. Alle mensen zijn leden van onze familie, de zieken inbegrepen en ook zij die hun gemoed verloren zijn. Soms wil iemand iets stelen van ons. Wij zouden zelfs dat moeten toestaan. Laat ons niet gesloten blijven, maar onze harten openen en de mensen zullen minder agressief zijn.

We moeten er ons van bewust zijn dat wij allemaal één zijn, één lichaam. Soms wensen wij beter te zijn dan de anderen, maar God wil niet dat wij beter zijn dan anderen. Hij wil enkel dat wij goed zijn en goed zijn betekent niet dat wij beter dan de anderen moeten zijn. Wij moeten God om deze genade vragen, en wij zullen Zijn hulp hiervoor ontvangen. Enkel God kan de mensenharten openen. Wij kunnen onszelf niet veranderen, enkel God kan ons veranderen en dat is waarom wij voor elkaar moeten bidden.

Thuis zijn wij niet arm. Mijn echtgenoot is een kunstenaar en hij gaf mij geld voor deze onderneming, maar ik liet het achter in Polen. Ooit wandelden wij naar Rome, mijn man, ik en een vriend, maar deze keer voelde ik dat ik helemaal alleen moest gaan, juist zoals God mij het heeft ingegeven, met lege handen en zonder enige bescherming. Als wij ons op alles voorzien, hoeft God over ons niet te waken, maar wij moeten de ervaring doormaken dat Hij over ons wil waken.

Laat mij u een voorbeeld geven: het was herft en dus begon ik met een regenjas aan en tijdens de eeste tien dagen regende het inderdaad. Dan besloot ik om deze natte en doordrongen regenjas achter te laten en de zon begon te schijnen. God kan maken dat het overal regent, behalve op de weg die we bewandelen! Deze ervaring maakte mij bijzonder gelukkig. Ik ben bedroefd voor allen die niet geloven in God. Zij denken dat zij alles zelf kunnen oplossen en dat is waarom wij geen vrede kunnen vinden.

Ik sliep bij families, in parochiehuizen. Van Polen ging ik door Slovakije, Hongarije, Kroatië en Bosnië. Ik ging door de streek die door Moslims werd bewoond. Ik praatte met hen. Zij weten niet dat God een Vader is. Daarom vertelde ik hen dat wij een gemeenschappelijke Vader hebben. Zij zijn onze jongere broers, die een aantal eeuwen later dan ons zijn geboren. In een stad nabij Zenica, ging in naar de moskee. Ik vroeg hen om onderdak en ze gaven mij ook te eten. Ik vertelde hen dat ik naar Medjugorje ging. Toen ik hen verliet werd ik door velen uitgewuift en zij vroegen mij nog om dit of dat mee te nemen, maar ik vertrok met lege handen. Zij waren gelukkig dat ik naar Medjugorje ging en zij vertelden mij dat zij enkel vrede, vrede en nog eens vrede wilden.

Enkele jaren geleden ging ik te voet naar Czestochowa, geladen met een rugzak van 25 kilo, vol met gerief. Toen dacht ik dat ik dit alles nodig had. Maria vertelde mij: "als u Mijn Zoon wenst te volgen hebt u helemaal niets nodig." Zij zal zorg voor ons dragen.

05-02-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Maria's uiterlijk
Medjugorje: Maria's uiterlijk

Velen hebben op verschillende wijzen gepoogd om de zieners te ondervragen over het uiterlijk van Onze Lieve Vrouw. Vader Janko Bubalo was hierin het meest succesvol. Hij volgde de verschijningen van bij het begin. Jarenlang kwam hij naar Medjugorje om de biecht te horen en zo verzamelde hij heel wat ervaring over de godsvrucht in Medjugorje. Hij sprak verscheidene malen met de zieners en publiceerde niets zonder hun toestemming.  Ondertussen deden er zovele beschrijvingen over Haar uiterlijk de ronde [sommige waren zelfs totaal tegengesteld aan wat de zieners ooit hadden beweerd]. dat Vader Janko in 1992 besloot om aan alle zieners een vragenlijst te geven over het uiterlijk van Onze Lieve Vrouw bij Haar verschijningen, teneinde hieromtrent definitief orde op zaken te stellen. Alle zieners, behalve Jakov Colo, hebben deze vragenlijst onder handtekening ingestuurd. Om gerechtvaardigde redenen heeft Jakov de lijst niet ingevuld, maar hij ging akkoord met het antwoord van de overige zieners, zonder hier iets in het bijzonder aan toe te voegen. Hieronder vindt u de volledige vragenlijst en de antwoorden van de zieners.

Janko: Eerst en vooral: Hoe oud is de Madonna, die jullie geregeld zien?
Antwoord: Zo'n 165 cm [Vicka: zoals ik].

Janko: Ziet Zij er eerder "slank", tenger uit...?
Antwoord: Zij ziet er eerder slank uit.

Janko: Hoeveel kilogram denken jullie dat Zij weegt?
Antwoord: Zo'n 60 kilogram.

Janko: Hoe oud denken jullie dat Zij is?
Antwoord: Tussen de 18 en de 20 jaar oud.

Janko: Als Zij met Haar Kindje Jezus is, ziet Zij er dan ouder uit?
Antwoord: Zij ziet er zoals gewoonlijk uit. Hetzelfde.

Janko: Als Onze Lieve Vrouw bij jullie is, staat ze dan rechtop of...
Antwoord: Altijd rechtop staand.

Janko: Waarop staat zij?
Antwoord: Op een kleine wolk.

Janko: Welke kleur heeft die kleine wolk?
Antwoord: De wolk heeft een witte kleur.

Janko: Hebben jullie Haar ooit geknield gezien?
Antwoord: Nooit! [Vicka, Ivan, Ivanka,...]

Janko: Uiteraard heeft jullie Madonna Haar eigen gelaat. Is dit rond, eerder lang of ovaal?
Antwoord: Het is eerder lang, ovaal, normaal.

Janko: Welke kleur heeft haar gelaat?
Antwoord: Normaal, eerder licht met roze wangen.

Janko: Welke kleur heeft haar voorhoofd?
Antwoord: Normaal, eerder licht zoals haar gelaat.

Janko: Welke soort lippen heeft Onze Lieve Vrouw, eerder dik of dun?
Antwoord: Normaal, prachtig. Ze zijn eerder dun.

Janko: Welke kleur hebben ze?
Antwoord: Rood, een natuurlijke kleur.

Janko: Heeft Onze Lieve Vrouw enige rimpels, zoals de mensen gewoonlijk hebben?
Antwoord: Doorgaans heeft Zij er geen, misschien een beetje, als Zij glimlacht [Mirjana]

Janko: Is er normaal een vriendelijk glimlach te bemerken op Haar gelaatsuitdrukking?
Antwoord: Misschien, meer iets zoals een onbeschrijfelijke voornaamheid. Het is alsof er ergens onder Haar huid een glimlach valt te bemerken [Vicka].

Janko: Wat is de kleur van de ogen van Onze Lieve Vrouw?
Antwoord: Haar ogen zijn prachtig! Helderblauw [allen].

Janko: Zijn deze eerder groot of...?
Antwoord: Meer normaal, misschien iets groter [Marija]

Janko: Welke kleur hebben Haar wimpers?
Antwoord: Normaal, geen bijzondere kleur.

Janko: Zijn ze dunner of...?
Antwoord: Gewoon, normaal.

Janko: Uiteraard heeft Onze Lieve Vrouw ook een neus. is deze scherp of...?
Antwoord: Een lieve, kleine neus [Mirjana], normaal, in overeenstemming met Haar gelaat [Marija]

Janko: En Haar wenkbrauwen?
Antwoord: Haar wenkbrauwen zijn dun, normaal, eerder zwart van kleur.

Janko: Hoe gaat jullie Madonna gekleed?
Antwoord: Ze draagt een normaal vrouwenkleed.

Janko: Welke kleur heeft haar kleed?
Antwoord: Haar kleed is grijs, misschien een beetje blauwgrijs [Mirjana]
Janko: Is Haar kleed aangetrokken rond het lichaam of valt het vrij neer?
Antwoord: Het valt vrij neer.

Janko: Is er iets aangetrokken of rond haar taille gebonden?
Antwoord: Neen, er is niets.

Janko: Hoe lang reikt Haar kleed?
Antwoord: Tot volledig beneden aan de kleine wolk waarop Zij staat. Het kleed gaat over in de wolk.

Janko: Hoever reikt het kleed aan de nek?
Antwoord: Normaal. Tot aan het begin van de nek.

Janko: Is er een gedeelte van de nek van Onze Lieve Vrouw zichtbaar?
Antwoord: Haar nek is zichtbaar, maar niets van Haar borst.

Janko: Tot waar reiken Haar mouwen?
Antwoord: Tot aan Haar handpalmen.

Janko: Is Haar kleed omzoomd door iets?
Antwoord: Neen, met niets.

Janko: Is de vrouwelijkheid van de Madonna zichtbaar?
Antwoord: Uiteraard is dit zichtbaar! Maar niets in het bijzonder [Vicka]

Janko: Is er iets anders naast dit kleed?
Antwoord: Zij heeft een doek op Haar hoofd.

Janko: Welke kleur heeft dit doek?
Antwoord: Het hoofddoek is wit.

Janko: Zuiver wit of...?
Antwoord: Zuiver wit.

Janko: Hoeveel van Haar lichaam bedekt het doek?
Antwoord: Het doek bedekt Haar hoofd, schouders en volledige lichaam aan de achterzijde en de zijkanten.

Janko: Hoe diep reikt het?
Antwoord: Het doek gaat net als Haar kleed over in de kleine wolk.

Janko: Hoeveel bedekt het van de voorzijde?
Antwoord: Het bedekt van de achterzijde en de zijkanten.

Janko: Is het doek steviger, dikker dan het kleed van Onze Lieve Vrouw?
Antwoord: Neen, het is zoals het kleed.

Janko: Valt er enig sieraad te bemerken?
Antwoord: Er is geen enkel soort sieraad.

Janko: Is het met iets afgewerkt aan de uiteinden?
Antwoord: Neen, met niets.

Janko: Heeft Onze Lieve Vrouw dan geen enkel sieraad?
Antwoord: Neen, geen enkel.

Janko: Bijvoorbeeld op of rond haar hoofd?
Antwoord: Zij heeft een kroon van sterren op haar hoofd.

Janko: Zijn er altijd sterren rond Haar hoofd?
Antwoord: Gewoonlijk wel, ja altijd [Vicka]

Janko: En als Zij bijvoorbeeld met Jezus verschijnt?
Antwoord: Dan is Zij zoals anders.

Janko: Hoeveel sterren zijn er?
Antwoord: Twaalf.

Janko: Welke kleur hebben deze?
Antwoord: Goud, een gouden kleur.

Janko: Zijn deze op enige wijze met elkaar verbonden?
Antwoord: Zij zijn met iets verbonden zodat ze blijven hangen [Vicka].

Janko: Is er een beetje van het haar van Maria zichtbaar?
Antwoord: Er is een beetje haar zichtbaar.

Janko: Waar zie je dit?
Antwoord: Een beetje boven haar voorhoofd, van onder het doek, aan de linkerkant.

Janko: Welke kleur?
Antwoord: Het is zwart.

Janko: Is er iets van Haar oren zichtbaar.
Antwoord: Neen, Haar oren zijn nooit zichtbaar.

Janko: Hoe kan dat?
Antwoord: Omdat het hoofddoek Haar oren bedekt.

Janko: Waar kijkt Onze Lieve Vrouw gebruikelijk naar tijdens Haar verschijningen?
Antwoord: Gewoonlijk kijkt Zij naar ons, soms naar iets anders, naar wat Zij aanwijst.

Janko: Hoe houdt Onze Lieve Vrouw Haar handen?
Antwoord: Haar handen zijn vrij, ontspannen, uitgestrekt.

Janko: Wanneer vouwt Zij Haar handen?
Antwoord: Bijna nooit, soms misschien bij het "Eer aan de Vader."

Janko: Maakt Zij ooit bewegingen of gebaren met Haar handen tijdens de verschijningen?
Antwoord: Zij maakt geen gebaren, behalve wanneer Zij naar iets wijst.

Janko: In welke richting zijn haar handpalmen gedraaid wanneer Haar handen zijn uitgestrekt?
Antwoord: Haar handpalmen bevinden zich gewoonlijk naar boven, net als Haar vingers.

Janko: Zijn Haar vingernagels zichtbaar?
Antwoord: Deze zijn gedeeltelijk zichtbaar.

Janko: Hoe zijn deze? Welke kleur hebben ze?
Antwoord: Een natuurlijke kleur en mooi geknipte vingenagels.

Janko: Hebben jullie ooit Haar benen gezien?
Antwoord: Neen, nooit. Deze worden steeds door Haar kleed bedekt.

Janko: Tenslotte, is Onze Lieve Vrouw werkelijk zo mooi als jullie beweren?
Antwoord: Wel, we hebben u hierover nooit iets verteld want Haar schoonheid kan niet worden beschreven. Het is geen aardse, maar een Hemelse schoonheid, iets dat wij enkel zien in het Paradijs, en dan enkel tot op een bepaalde graad.


04-02-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Monte Cassino
Monte Cassino

Monte Cassino is een Benedictijner abdij, een van de drie kloosters gesticht door Benedictus van Nursia. Het klooster ligt op een rots, 519 meter boven het plaatsje Cassino in de regio Lazio, tussen Rome en Napels. Het is gebouwd op de ruïnes van de Romeinse versterking Municipium Casinum.



Toen Benedictus er aankwam was de regio nog niet bekeerd. Volgens de legende zou Benedictus er het Apollo-altaar hebben afgebroken en er een kapel hebben gebouwd: de basis was gelegd. Monte Cassino zou geen eenvoudig leven zijn beschoren. Aanvankelijk was het niet meer dan een toren en een kapel, maar al snel werd het klooster steeds groter en kwam het onder bescherming van diverse machtige heersers te staan. Tijdens het leven van Benedictus ontstond hier de bekende regel voor monniken [regula benedicti]. Hij verrichtte er ook verscheidene mirakelen. Later zou het klooster verscheidene malen ten prooi vallen aan oorlogen en heersers, waardoor het ondertussen al vier keer is herbouwd. Ook als bedevaartsoord is het klooster sinds eeuwen zeer in trek, zeker nadat Benedictus, die in de crypte begraven ligt, heilig werd verklaard.

Omstreeks 577 werd de abdij verwoest door de Longobarden van Zotto, hertog van Beneventum, maar in de achtste eeuw gaf Paus Gregorius II de opdracht om de abdij te herbouwen. In 787 bezocht Karel de Grote het klooster en verleende de abdij verscheidene privileges. Karel de Grote was een vriend van Paus Gregorius VII. De Basiliek werd opnieuw gebouwd en vele manuscripten zagen het daglicht, evenals mozaïeken.

In 1349 werd het klooster door een aardbeving getroffen. Alleen een paar muren getuigden nog van het prachtige gebouw dat abt Desiderius verwezenlijkte.

Ook tijdens WOII werd de abdij niet gespaard, ondanks de inspanning van vele monniken. Op 15 februari 1944, tijdens de laatste dagen van de oorlog, bevond Monte Cassino zich in de vuurlijn van de twee legers: in dit oord van rust, vrede en gebed hadden honderden mensen een schuilplaats gevonden. Binnen drie uur tijd zou dit hun laatste rustplaats worden.

De laatste heropbouw duurde meer dan een decennium en werd volledig gefinancierd door de Italiaanse staat. Na zoveel eeuwen blijft de abdij van Monte Cassino de oorsprong van het westers kloosterleven.

Het is een groot klooster en het complex omvat een kerk, kapittelzaal, dormitorium, refectorium, keuken, cellarium of voorraadkamer, novicencel, vestiarium of garderobe, oud en nieuw infirmarium of ziekenboeg en het palatium. Van het oorspronkelijke complex zijn alleen de door de kunstschool van Beuron beschilderde crypte (1889-1913) en de graven van Benedictus en zijn tweelingzuster, de heilige Scholastica, bewaard gebleven.

De slag om Monte Cassino uit WO II [ook nog wel eens de slag om Rome genoemd]

De strategische positie van Monte Cassino heeft het tot de locatie van verschillende veldslagen en belegeringen vanaf de klassieke oudheid gemaakt. Naar het zuiden toe kijkt het klooster uit over de rivier Rapido.

In de Tweede Wereldoorlog was de Slag om Monte Cassino een slag, of liever serie gevechten, toen de geallieerden tijdens de Italiaanse campagne probeerden door de Gustav linie te breken. De intentie was de ingesloten geallieerde troepen van de Landing bij Anzio te bereiken en door te breken naar Rome. Oorspronkelijk was de landing bij Anzio bedoeld om de Gustav linie te omzeilen, en een kostbare aanval op de Gustav linie te vermijden, maar Duitse troepen sloten de geallieerde invasiemacht in.

Eind 1943 rukten de geallieerden op, maar bij de Gustav linie kwam hun opmars tot staan. Hoewel het klooster een sleutelpositie inneemt, zou de Duitse veldmaarschalk Albert Kesselring de Duitse troepen het klooster verboden hebben te bezetten vanwege de historische waarde van het gebouw. De commandant van de elite Duitse Eerste Duitse luchtlandingsdivisie, Julius Schlegel, laat de kostbare bibliotheek met meer dan 1200 unieke historische documenten en boeken, in Rome in veiligheid brengen. Volgens de piloten die het klooster later zouden bombarderen werden de Geallieerden beschoten vanuit het klooster, waardoor men genoodzaakt was om het te bombarderen

Verloop van de Slag

De eerste slag begon op 4 januari 1944. Van 17 tot 25 januari probeerden de Amerikaanse eenheden tevergeefs de berg en de stad in te nemen. Met zware verliezen trokken de Amerikanen zich terug.

De Nieuw-Zeelandse generaal, Bernard Freyberg, eiste en kreeg een bombardement van het klooster, hoewel alle Duitse troepen zich in de bergwand op minstens 300 meter van het historische gebouw bevonden. Op 15 februari werd het klooster van Monte Cassino door een geallieerd bombardement verwoest. De katholieke piloten kregen de optie van de aalmoezenier om niet deel te nemen aan de operatie, maar omdat de paus toestemming verleend had, besloten allen de missie te volbrengen. In twee aanvalsgolven gooien de 12de en 15e luchtvloot 435 ton aan bommen op het gebouw. In de kelders van het gebouw hebben de monniken en 800 burgers toevlucht gezocht. 250 van hen vinden de dood. Hierna geeft Kesselring op 17 februari zijn troepen toestemming de ruïnes van het gebouw ter verdediging in te nemen.

Hierna volgde van 15 tot 18 februari een nieuwe aanval, die evenals de eerste vastliep.

De ruïnes werden op 15 maart opnieuw gebombardeerd. Van 15 tot 25 maart volgde een derde aanval. Ook deze aanval liep vast op de taaie Duitse verdediging van het klooster en de stad. De geallieerde strijdmacht bestond uit Amerikaanse, Britse, Indiase, Canadese, Australische en Nieuw-Zeelandse eenheden. Zij verloren tijdens deze gevechten ongeveer 54.000 man.

De zogenoemde vierde slag om Monte Cassino werd uitgevochten door het Poolse 2e Korps, onder generaal Wladyslaw Anders. Bij de eerste aanval (11-12 mei) leed het korps zware verliezen, maar stelde wel het Britse Achtste leger generaal Sir Oliver Leese in staat om door de Duitse linies in de vallei van de rivier beneden het klooster te breken.De tweede aanval (17-19 mei), uitgevoerd ten koste van zeer zware verliezen onder de Poolse troepen, werd door de Polen uitgevoerd met hulp van Franse hulptroepen, gerekruteerd onder de Algerijnse en Marokkaanse bergbewoners, verdreef de Duitsers (de genoemde eerste luchtlandingsdivisie) uit de heuvels rondom het klooster en omsingelde deze bijna. Op 18 mei slaagde een verkenningseenheid van de Poolse "ulanen" erin om de ruïnes van het klooster te bezetten.

De verovering van Monte Cassino maakte de opmars van Britse en Amerikaanse troepen naar Rome mogelijk. Rome viel op 4 juni 1944.

Bij de gevechten zijn 105.000 geallieerde en 80.000 Duitse troepen betrokken geweest. 20.000 Duitse en 54.000 geallieerde troepen werden hierbij gedood, gewond, of raakten vermist.

Monte Cassino en het Poolse nationale bewustzijn

In de definitieve aanval op de Duitse stellingen werd de hoofdrol gespeeld door het Poolse 2e Korps van generaal Wladyslaw Anders. Van deze Poolse soldaten sneuvelden er ongeveer 4000.



In het Poolse nationale bewustzijn wordt grote betekenis toegekend aan deze slag, want dit was voor de Poolse troepen aan het Westfront in Europa één van de grootste overwinningen op de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog. Terwijl het Poolse leger in het Westen, de Poolse regering in Londense ballingschap en het Armia Krajowa in de periode van de Volksrepubliek Polen onderwerpen waren die taboe waren verklaard, mocht men wel [pas vanaf de jaren zestig, als een soort uitlaatklep] de Poolse bijdrage in de slag bij Monte Cassino verheerlijken.

Hemelvaartsdag 2009: Paus roept alle Benedictijnerabten en -abdissen over de hele wereld op
om samen met hem te bidden aan het graf van de Heilige Benedictus.

Op 21 mei 2009, het Feest van Onze Lieve Heer Hemelvaart,bezoekt de Heilige Vader de abdij van Monte Cassino in Italië, de wieg van de Benedictijnerorde, die in het jaar 529, door de Heilige Benedictus zelf werd gesticht en waar hij ook is overleden en begraven ligt. Dom Pietro Vittorelli, hoofdabt van de Monte Cassino, kondigde eergisteren aan dat de Heilige Vader niet alleen in de ochtend de mis zal opdragen aan de voet van de abdij, maar ook de vesper in de abdijkerk. Voor deze gelegenheid heeft hij aan Dom Pietro Vittorelli gevraagd om alle Bendictijnerabten en -abdissen bijeen te roepen om samen met hem te bidden aan het graf van de Heilige Benedictus.

Dit wordt ongetwijfelt een hoogtepunt in het leven van de Benedictijnerorde en daar deze orde steeds nauw verbonden is met de cultuur rond de Heilige Liturgie, wordt er ook gehoopt dat dit zijn vruchten zal afwerpen.


03-02-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Interview met Don Gabriele Amorth
Interview met Don Gabriele Amorth [2002]

Don Gabriele Amorth is exorcist in het bisdom Rome en Erevoorzitter van de afdeling exorcisme in het Vaticaan, opgericht in 1990. Tot het jaar 2000 leidde hij deze afdeling. Tijdens zijn verblijf in Medjugorje, in juli 2002, gaf hij het volgende interview weg aan Vader Dario Dodig:

Vr. Dario: Don Gabriele, u bent uitdrijver in het bisdom Rome?

Don Gabriele: In ben exorcist te Rome en Erevoorzitter van de Vereniging van Exorcisten, die ik heb opgericht. In het jaar 2000 vierden wij de tiende verjaardag. Ik was 75 jaar en ik vroeg iemand om mijn taak over te nemen. Als bisschoppen 75 jaar worden, gaan ze met pensioen. Ik deed dus hetzelfde.

Vr. Dario: Don Gabriele, wil u zo vriendelijk zijn om ons te vertellen wat een duiveluitdrijving is?

Don Gabriele: Een duiveluitdrijving is een openbaar gebed van de Kerk, uitgevoerd met de goedkeuring van de Kerk, omdat deze wordt verricht door een priester die door de bisschop wordt benoemd. Het is een gebed ter bevrijding van de duivel, van de kwade invloeden door de duivel of van het kwade veroorzaakt door de duivel.

Vr. Dario: Wanneer we het over een exorcisme hebben, kunt u ons dan vertellen hoe satan christenen kan beïnvloeden?

Don Gabriele: De invloed van satan is enorm en hij handelt op twee verschillende wijzen. Zijn gewone handelen leidt de mensen tot het kwade. Iedereen, van de geboorte tot de dood, is in een strijd verwikkeld tegen satan, die verleidt tot het kwade. Ook Jezus, toen hij als mens op aarde was, heeft satans verleiding ondergaan. Naast dit gewone handelen, heeft hij nog een buitengewoon handelen wat kan gaan van het veroorzaken van onrust tot de duivelse bezetenheid van de mensen.

Vr. Dario: Als we over bezetenheid spreken, kunnen wij onszelf dan verdedigen tegen satan?

Don Gabriele: Eerst zouden we moeten spreken over het voorkomen ervan, wat te doen om dit kwaad te voorkomen. De maatregelen die zoiets voorkomen zijn leven naar Gods genade, trouw zijn aan het gebed en geen dingen te doen die de deuren voor satan openzetten, in het bijzonder geen occulte zaken. Er zijn drie hoofdwerken van het occultisme: magie, spiritisme en satanisme. Iemand die zich aan deze zaken overgeeft, stelt zichzelf bloot aan het buitengewone handelen van de duivel.

Vr. Dario: Is de invloed van satan in de wereld van vandaag, sterker dan hiervoor, vooral de beïnvloeding van de jeugd door, bijvoorbeeld muziek?

Don Gabriele: Ja, vandaag de dag heeft satan vrije handen. Dit betekent niet dat hij meer macht heeft dan vroeger, maar de deuren staan wijd open. Eerst en vooral leven we in een periode van weinig geloof. Het is zuiver rekenkundig: wanneer het geloof afneemt, groeit het bijgeloof. Als we God verlaten, geven we onszelf in de handen van de duivel. Het lijdt geen enkele twijfel dat de huidige media veel heeft gedaan ten gunste van satan, eerst door de immoraliteit van vele programma's, de overvloed aan filmen waarin geweld, horror en sex wordt getoond. Daarnaast maakt de media populaire figuren van magïërs en tovenaars, en geeft zodoende veel publiciteit in het voordeel van de duivel.

Vr. Dario: Is een exorcisme de hoogste graad van actie tegen satan? Zijn er andere middelen vooraleer men hieraan begint?

Don Gabriele: Bekering! Het eerste wat we van de mensen vragen die naar ons toekomen is te leven in de genade van God, trouw te zijn aan een intens sacramenteel leven en te leven in gebed. Hierna is het nodig om hen aan te moedigen om gebeden van genezing en bevrijding te ontvangen, zoals gebeurt bij de charismatische vernieuwing. Na zo'n aantal gebeden is de persoon ofwel bevrijd, ofwel moet er een uitdrijving gebeuren. Hierop gebeurt dan het exorcisme, waarbij we steeds in gedachten moeten houden dat de resultaten van deze gebeden niet altijd onmiddellijk te zien zijn. Soms zijn jaren van exorisme nodig vooraleer de persoon definitief is bevrijd.

Vr. Dario: Wanneer wij over satan en satanische daden spreken, dan hebben we gewoonlijk angst binnenin?

Don Gabriele: Dat komt omdat we niet meer gewend zijn aan uitdrijvingen. In het algemeen geloven de priesters nog weinig in de buitengewone handelingen van satan. Als een bisschop hen voorstelt om een exorcisme te doen, worden zij bang, alsof ze denken "als ik de duivel met rust laat, dan zal hij mij ook met rust laten. Als ik hem bevecht, zal hij mij aanvallen." Dit is verkeerd. Hoe meer we satan bekampen, hoe meer schrik hij van ons heeft.

Vr. Dario: In Haar boodschappen van Medjugorje, zegt de Gospa dat satan sterk is. Daarom nodigt zij ons uit om te bidden, te vasten en boete te doen.

Don Gabriele: Ja, dit is waar. Ook heb ik over Haar boodschappen in verband met de duivel geschreven in een Italiaans blad. ZIj heeft hier dikwijls over gesproken. Zij legt er dikwijls de nadruk op dat satan sterk is en Haar plannen probeert te vernietigen. Zij nodigt ons steeds uit om te bidden, te bidden, te bidden.

In Haar boodschappen sprak Onze Lieve Vrouw over de Rozenkrans, de aanbidding van het Heilig Sacrament, het gebed voor het kruis en Zij vernoemde zelfs dat door het gebed oorlogen kunnen worden gestopt.

Ja, door het gebed kunnen wij zelfs oorlogen stoppen. Ik heb Medjugorje steeds begrepen als een vervolg op Fatima. Volgens de woorden van Onze Lieve Vrouw te Fatima zou Wereldoorlog II er niet zijn gekomen, indien de mensen zich gehouden hadden aan het bidden en het vasten, maar wij hebben naar Haar niet geluisterd en de Tweede Wereldoorlog is uitgebroken. Ook hier in Medjugorje roept Maria dikwijls op tot vrede via het gebed. Onze Lieve Vrouw stelt zichzelf steeds voor onder een andere naam om het doel van haar verschijningen aan te tonen. Te Lourdes stelde Zij Haar voor als de "Onbevlekte Ontvangenis", te Fatima als de "Koningin van de Heilige Rozenkrans" en hier te Medjugorje als de "Koningin van de vrede". We herinneren ons allemaal de woorden "Mir, Mir, Mir [Vrede, Vrede, Vrede]" die in de lucht stonden geschreven bij het begin van de verschijningen. Wij zien duidelijk dat de mens het risico loop af te stevenen oop een oorlog en Onze Lieve Vrouw legt de nadruk op het gebed een een christelijke levenswijze om vrede te bekomen.

Vr. Dario: In Haar boodschappen legt Onze Lieve Vrouw steeds de nadruk op het vasten, dat een beetje vergeten is door de Kerk. Zij spreekt over het vasten volgens wat er over geschreven is in het Evangelie. Maria zegt dat we zo de invloed van satan kunnen afwenden.

Don Gabriele: Dit is zo. Eerst in Fatima en nu in Medjugorje, spreekt Onze Lieve Vrouw dikwijls over het vasten. Ik denk dat dit heel erg belangrijk is, omdat er momenteel een geest van materialisme heerst. De mens zoekt op alle mogelijke manieren hoe men zonder het minste offer iets kan bereiken en stelt zich zo bloot aan de zonde. Behalve het gebed, vereist het christelijke leven ook enige vorm van soberheid. Ik zal u een voorbeeld geven: vandaag vallen de families zo gemakkelijk uit elkaar. Ze vieren hun huwelijk om weer vlug uit elkaar te gaan. Dit is omdat we niet meer gewend zijn om offers op te brengen. Om met elkaar te kunnen leven, moeten we ook elkaars gebreken kunnen aanvaarden. Dit gebrek aan de geest van opoffering leidt er ook toe dat we het christelijke leven niet meer in zijn volheid beleven. We zien met welk gemak er zwangerschapsonderbrekingen gebeuren omwille van het gebrek aan bereidwilligheid om kinderen op te voeden. Als we gewend zijn om opofferingen te doen, zullen we eveneens een christelijk leven kunnen leiden.

Vr. Dario: De vruchten van Medjugorje zijn talrijk. Er gebeuren vele bekeringen. Theologen zeggen dat de hemel hier de aarde raakt. Onze Lieve Vrouw vraagt om onszelf volledig op Haar te verlaten zodat ze ons tot Jezus kan leiden. Is dat niet de hoofdzaak van het christelijke leven?

Don Gabriele: Zonder twijfel. Medjugorje is zeer zeker een plaats waar men leert te bidden, maar ook zich op te offeren, waar mensen worden bekeerd, waar het leven van de mensen indringend wordt veranderd. De invloed van Medjugorje is wereldwijd. Het volstaat alleen al te zien naar het aantal gebedsgroepen die er kwamen dankzij de ingevingen door Medjugorje. Ook ik leid een gebedsgroep, die is opgericht in 1984. De groep bestaat nu 18 jaar. Wij overdenken tevens de boodschappen van elke 25ste van de maand en ik lees ook de boodschap met betrekking tot een zin uit het Evangelie, omdat Onze Lieve Vrouw niets nieuws brengt. Zij nodigt ons uit tot wat Jezus ons onderwees. Gebedsgroepen bestaan overal in de wereld.

Vr. Dario: Is het waar dat Medjugorje een woord is waar satan over struikelt?

Don Gabriele: Uiteraard. Medjugorje is een versterkte burcht tegen satan. Satan haat Medjugorje omdat het een plaats van bekering, gebed en een verandering van levenswijze is.

Vr. Dario: Welke raad kunt u ons nog meegeven?

Don Gabriele: Het "testament" van Maria. Haar laatste woorden die geschreven staan in het Evangelie zijn: "Doe wat Hij ook vraagt!" Hier in Medjugorje dringt er Onze Lieve Vrouw opnieuw op aan dat de wetten van het Evangelie worden gerespecteerd. De Heilige Mis is het centrum van alles wat er in Medjugorje gebeurt, omdat Onze Lieve Vrouw altijd naar Jezus zal leiden. Het is haar hoofdbezorgdheid om ons te doen leven naar de woorden van Jezus. Dit is wat ik iedereen toewens. Dat het Onbevlekte Hart voor u mag tussenkomen opdat Gods zegen over u allen mag neerdalen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen.

Vr. Dario: Dank u Vader, en dat God u een lang leven mag schenken!

02-02-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Luchtkapitein Scott O'Grady
Luchtkapitein Scott O'Grady

Scott O'Grady, een gevechtspiloot van de NAVO-strijdkrachten, wiens vliegtuig werd neergeschoten in Bosnië in 1995, werd gered na een succesvolle operatie waaraan meer dan 40 vliegtuigen en helikopters, een hondertal soldaten en sommige van de beste getraine, militaire deskundigen deelnamen. Na zijn terugkeer in de Verenigde Staten schreef hij een boek over de gebeurtenissen en de gruwel die hij doorstond nadat de Bosnische Serviërs zijn F-16 hadden neergeschoten. Hierin beschrijft hij het lijden, de honger, de dorst, de kou en de angsten die hij moest doorstaan tijdens de periode waarin hij zich moest verbergen in de bossen om er te wachten op hulp. Maar hij beschrijft ook een opmerkelijke, individuele getuigenis over wat hij heeft meegemaakt.

"Op de derde dag dat ik mij schuilhield dacht ik na over het feit dat overleven eerst en vooral een mentale test is, toen ik plots iets verbazend en uniek meemaakte. In de stilte van mijn schuilplaats herinnerde ik mij plots het relaas van een vriendin van mijn moeder, die Medjugorje, een kleine plaats in het zuiden van land waar Onze Lieve Voruw verschijnt, had bezocht in de periode vóór de oorlog. Die namiddag richtte ik mij in gebed tot Onze Lieve Vrouw. Ogenblikkelijk voelde ik Haar aanwezigheid die duidelijker en voelbaarder werd tot op het moment dat ik Haar aanschouwde. Dit visioen kwam er door de sterkte van mijn gevoelens en het gevoel was onbeschrijfelijk warm, vol van geluk en vrede. Er was iemand die voor mij bad en over mijn behouden terugkeer waakte. Dat visioen was het meest belangrijke wat mij overkwam in Medjugorje. Het gaf mij de moed om vol te houden in de meest moeilijke momenten."

Door dit boek maakt de Amerikaanse piloot zijn eigen verklaringen die hij vrijgaf, onmiddellijk na zijn reddingsoperatie, openbaar: "Onze Lieve Vrouw van Medjugorje heeft mij het leven gered!"


01-02-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maria Simma uit Oostenrijk
Maria Simma uit Oostenrijk

Maria Simma leefde in een klein huisje in Sonntag, een lieflijk dorpje in het Oostenrijkse Vorarlberg. Zij was een simpele landelijke vrouw, die in armoede leefde, zeer katholiek en nederig en werd in haar taak nauw bijgestaan en aangemoedigd door haar parochiepriester. Sinds haar kinderjaren, bad zij vurig voor de zielen in het Vagevuur. Toen ze 25 jaar was kreeg ze bijzondere ervaringen. Ze kreeg "bezoeken" van de zielen uit het Vagevuur. Maria schreef hierover verscheidene boeken en haar ervaringen zijn een unieke aanvulling van de geschriften van diverse heiligen die over deze aangelegenheid schreven. Maria Simma overleed op 16 maart 2004.

Zuster Emmanuel Maillard uit Medjugorje kwam op een bijzondere wijze in contact met haar geschriften en werd er uitermate door geboeid. Toen ze vernam dat zij nog leefde twijfelde ze dan ook geen enkel ogenblik om met Maria Simma contact op te nemen en haar te gaan bezoeken. Tijdens de volgende weken kunt u kennis maken met Maria Simma's ervaringen met de zielen uit het Vagevuur. De lezers zullen ongetwijfeld heel wat antwoorden vinden op hun vragen over deze lotsbestemming die vele mensen na dit leven staat te wachten.

De eerste ontmoeting

Zr. Emmanuel: Maria, kunt u ons vertellen hoe u voor de eerste maal door een ziel uit het Vagevuur werd bezocht?
Maria: Ja, het was in 1940. TIjdens een nacht, rond 3 of 4 uur 's ochtends, hoorde ik iemand in mijn slaapkamer binnenkomen. Dit maakte me wakker: ik keek op om te zien wie er in hemelsnaam mijn slaapkamer kon zijn binnengtreden.

Zr. Emmanuel: Was u bevreesd?
Maria: Neen, ik ben helemaal niet bang. Zelfs als klein kind zei mijn moeder mij dat ik bijzonder was, omdat ik voor niets bang was.

Zr. Emmanuel: Zo, die nacht....vertel ons!
Maria: Wel, ik zag iemand die mij volledig vreemd was. Hij wandelde langzaam voor- en achterwaarts. Ik zei streng tot hem: "Hoe bent u hier binnengekomen?" Maar hij bleef ongeduldig verder rondwandelen in mijn slaapkamer, alsof hij niets had gehoord. Daarop vroeg ik hem opnieuw: "Wat bent u aan het doen?" Toen hij nog steeds geen antwoord gaf, sprong ik uit mijn bed en poogde ik hem vast te grijpen, maar ik tastte enkel in het duister. Er was absoluut niets. Ik ging terug naar mijn bed en opnieuw hoorde ik hem voor- en achterwaarts stappen.
Ik vroeg me af hoe ik deze man kon zien, omdat ik hem niet kon vastgrijpen. Ik stond opnieuw recht om hem tegen te houden, maar terug greep ik in de leegte.
Verward keerde ik terug naar mijn bed. Hij kwam niet meer terug, maar ik kon geen slaap meer vatten. De volgende dag, na de Mis, ging ik naar mijn geestelijke begeleider en vertelde hem alles. Hij vertelde me dat, indien dit opnieuw zou gebeuren, ik niet moest vragen: "Wie bent u?", maar "Wat verlangt u van mij?"
De daaropvolgende nacht kwam de man terug. Het was zeker dezelfde persoon. Ik vroeg hem: "Wat verlangt u van mij?" Hij antwoordde: "Laat drie Missen voor mij opdragen en ik zal bevrijd zijn."
Toen begreep ik dat dit een ziel uit het Vagevuur was. Mijn geestelijke begeleider bevestigde dit en gaf me de raad om deze arme zielen nooit iets te weigeren, maar met edelmoedigheid alles te aanvaarden wat ze vroegen.

Zr. Emmanuel: En daarna, gingen de bezoeken door?
Maria: Ja. Gedurende verscheidene jaren, waren er enkel maar drie of vier zielen, vooral tijdens de maand november. Nadien werden het er meer.

Een liefdeswonde

Zr. Emmanuel: Wat vragen deze zielen van u?
Maria: In de meeste gevallen vragen ze om Missen te laten opdragen en dat er iemand zou bij aanwezig zijn. Zij vragen tevens om de Rozenkrans te bidden en om de Kruisweg te doen.

Thans is de hoofdvraag: Wat is juist het Vagevuur? Ik zou zeggen dat het een prachtige uitvinding is van God. Ik zal u mijn indruk weergeven. Veronderstel dat er zich op een dag een deur opent en dat er een prachtig iemand verschijnt, uitzonderlijk mooi, van een schoonheid die we op deze aarde niet kennen. U bent onder de indruk en gefascineerd door deze persoon vol van licht en schoonheid, die precies toont of deze dolverliefd is op u, iets waaarvan u zelfs nog nooit heb gedroomd dat men u zo erg kon liefhebben. U voelt eveneens een groot verlangen om één te zijn met deze persoon. Het vuur van deze liefde dat in uw hart brandt zet u ertoe aan om u in zijn armen te gooien en u volledig op hem te verlaten.

Maar wacht, plots realiseert u zich dat u zich in maanden niet meer gewassen hebt, dat u slecht ruikt, dat uw neus loopt, uw haar vet is en door elkaar ligt, dat er ze zich grote vlekken op uw kledij bevinden, en zo verder. U zegt dan tot uzelf: "Neen, Ik kan mezelf niet in deze staat vertonen. Ik moet me eerst gaan wassen, een douche nemen, mooie kledij aantrekken en dan kom ik terug."

Maar de liefde die in uw hart is ontstaan is zo intens, zo brandend, zo sterk dat deze vertraging, om u mooi te maken, niet draaglijk is. En de pijn van deze afwezigheid, zelfs al is het maar voor een aantal minuten, is een vreselijke wonde in uw hart, evenredig aan de hevigheid van de onthulling van deze liefde, met andere woorden, het is een "liefdeswonde".

Het vagevuur is precies dit. Het is een vertraging veroorzaakt door onze onzuiverheid, een wachten op Gods omhelzing, een liefdeswonde die zo'n groot lijden veroorzaakt, een wachten, een nostalgie van liefde. Het is juist dit branden, dit verlangen dat ons zuivert van wat nog onzuiver is in ons. Het Vagevuur is een plaats van verlangen, een dol verlangen naar God, een God die we reeds kennen, omdat we Hem reeds hebben gezien, maar met wie we nog niet zijn verenigd. Nu ga ik aan Maria een vraag stellen die een essentieel punt moet duidelijk maken.


Zr. Emmanuel: Maria, hebben de zielen in het Vagevuur, ondanks alles, vreugde en hoop in het midden van het lijden?
Maria Simma: Ja, geen enkele ziel uit het Vagevuur wenst om terug te keren naar de aarde. Ze hebben kennis van het grote onbekende. Ze wensen enkel om niet te moeten terug te keren naar de duisternis der aarde.

Hier zien we het verschil tussen het lijden dat wij hier op aarde kennen. In het Vagevuur is er een zekerheid van eeuwig met God te willen leven, zelfs al is de pijn van de ziel vreselijk. Het is een onwankelbare zekerheid. De vreugde is groter dan de pijn. Er is niets op aarde dat hen opnieuw hier wil doen leven, waar iemand nooit zeker is van iets.

Zr. Emmanuel: Maria, kunt u ons nu vertellen of het God zelf is die deze zielen naar het Vagevuur stuurt of zijn het de zielen zelf die hiervoor kiezen?
Maria Simma: Het is de ziel zelf die wenst naar het Vagevuur te gaan, met het oog om rein te zijn alvorens naar de Hemel te gaan.

De zielen in het Vagevuur zijn volledig vastgeklampt aan Gods wil: zij verheugen zich in het goede, zij verlangen onze liefde en ze hebben heel erg lief: ze hebben God lief en hebben ons ook lief. Ze zijn volkomen verenigd met de Geest van God, het Licht van God.

Zr. Emmanuel: Maria, op het ogenblik van de dood, ziet men God dan in het volle licht of eerder op een sombere, duistere wijze?
Maria Simma: Op een eerder sombere en duistere wijze, maar tegelijk in zo'n helderheid dat het voldoende is om een groot verlangen te veroorzaken.

Eigenlijk is het een oogverblindende helderheid als u het vergelijkt met de duisternis op aarde! En het is nog altijd niets vergeleken met het volle licht van de ziel die weet dat deze in de Hemel komt. Hier kunnen we verwijzen naar "bijna-doodervaringen". De ziel wordt zo door het licht aangetrokken dat het een kwelling is om, na zo'n belevenis, in het lichaam op aarde te moeten terugkeren.

Menslievendheid dekt een groot aantal zonden

Zr. Emmanuel: Maria, kunt u ons vertellen welke de rol van Onze Lieve Vrouw is rond de zielen van het Vagevuur?
Maria: Ze bezoekt hen dikwijls om hen te troosten door hen te vertellen dat ze vele goede dingen hebben gedaan. Ze moedigt hen aan.

Zr. Emmanuel: Zijn er bijzondere dagen waarop deze zielen worden bevrijd?
Maria: Bovenal Kerstmis, Allerheiligen, Goede Vrijdag, en beide Hemelvaartsdagen

Zr. Emmanuel: Maria, waarom gaat iemand naar het Vagevuur? Wat zijn de zonden die het meeste leiden tot het Vagevuur?
Maria: Zonden tegen de naastenliefde, de mildheid, een hart hart, vijandigheid, laster, roddel en al deze zaken.

Gemene dingen, laster en roddel zijn de grootste onvolmaaktheden die een langdurige zuivering vereisen. Maria geeft ons nu een voorbeeld dat haar zodanig trof dat ik dit met u wil delen. Op een dag werd haar gevraagd om ze er kon achterkomen of een vrouw en een man zich in het Vagevuur bevonden.

Tot grote verbazing van diegenen die dit hadden gevraagd, bevond de vrouw zich al in de Hemel en was de man nog steeds in het Vagevuur en dit terwijl de vrouw ooit een abortus had ondergaan, en de man dikwijls naar de kerk ging en blijkbaar een waardig en gelovig leven leidde.

En zo zocht Maria naar meer informatie om er zeker van te zijn dat ze zich niet had vergist, maar blijkbaar was het de waarheid. Ze stierven beiden praktisch op hetzelfde ogenblik, maar de vrouw toonde een diep berouw en was zeer nederig, terwijl de man niets anders had gedaan dan op iedereen kritiek te geven, te klagen en laster over iedereen te vertellen. Dat is de reden waarom hij zo lang in het Vagevuur moest verblijven. En Maria vervolgde: "wij mogen niet oordelen over uiterlijke schijn."

Andere zonden tegen de menslievendheid zijn al onze afwijzingen van mensen van wie we niet houden, het weigeren om vrede te sluiten, het weigeren om te vergeven en al de bitterheid die we van binnen opslaan.

Maria verduidelijkte ook dit punt met een voorbeeld dat onze tot nadenken stemt. Het is een verhaal over een vrouw die ze heel goed kende. Deze vrouw overleed en bevond zich in het Vagevuur, het laagste en vreselijkste niveau, met het grootste lijden. Toen ze Maria kwam bezoeken vertelde ze waarom: zij had een vriendin en tussen hen was er een grote vijandschap ontstaan. Zij zelf was hier de oorzaak van. Zij had deze vijandschap jaren en jaren aangehouden, ook al had haar vriendin haar meerdere malen gevraagd om vrede te sluiten en zich met elkaar te verzoenen. Maar elke keer had ze dit geweigerd. Toen ze vreselijk ziek werd, bleef ze haar hart gesloten houden en weigerde ze de ultieme verzoening die haar was aangeboden door haar vriendin, tot op haar sterfbed. Ik geloof dat dit een goed voorbeeld is van de betekenis van een diep ingewortelde haat. Ook onze woorden kunnen vernietigend zijn: we kunnen er niet genoeg de nadruk opleggen hoezeer een kritisch of bitter woord kan doden, maar ook hoe, integendeel, een zacht woord kan helen.

Zr. Emmanuel: Maria, vertel ons wie diegenen zijn met de grootste kans om recht naar de Hemel te gaan?
Maria: Deze die een goed hart hebben tegenover iedereen. Liefde overwint het grootste aantal zonden. Sint-Paulus zelf vertelt ons dit.

Zr. Emmanuel: Wat kunnen wij hier op deze aarde doen om het Vagevuur te vermijden en recht naar de Hemel te gaan?
Maria: We moeten veel doen voor de zielen in het Vagevuur, omdat zij ons op hun beurt zouden helpen. We moeten veel nederigheid hebben, want dat is het grootste wapen tegen het slechte, tegen de duivel. Nederigheid drijft het slechte terug.

Ik moet u een mooie getuigenis vertellen van Vader Berlioux (die een mooi boek schreef over de zielen in het Vagevuur), over de hulp die door deze zielen wordt verleend voor hen die hun lijden verzachten door hun gebeden en lijden. In dat boek vertelt hij het verhaal van een dame die op een bijzondere wijze toegewijd was aan de arme zielen en die haar leven opofferde voor hun bevrijding.

Op het ogenblik van haar dood, werd zij hevig aangevallen door een duivel die zag dat zij hem ging ontsnappen. Onmiddellijk was de hele ondergrond verenigd tegen haar en zij werd volledig omsingeld door de duivelse troepen. De stervende vrouw streed ondraaglijk toen ze plots in haar kamer een menigte zag aankomen van een oogverblindende schoonheid en de hele duivelse horde op de vlucht deed slaan. Ze naderden haar bed en spraken tot haar met de meest hemelse aanmoedigingen en woorden van troost. In haar laatste ademzucht, weende ze in grote vreugde: wie zijn jullie? Wie zijn jullie a.u.b., waarom doen jullie zoveel goeds voor mij?

De weldadige bezoekers antwoordden: "We zijn bewoners van de Hemel. Uw hulp heeft ons gelukzaligheid gebracht. En nu komen wij uit dankbaarheid u helpen om de overkant van de eeuwigheid te bereiken en u te bevrijden van deze plaats van smart om u in de vreugde van de Heilige Stad te brengen."

Met deze worden kwam er een glimlach op het gelaat van de stervende vrouw, haar ogen sloten zich en zij rustte in, in de vrede van de Heer. Haar ziel, zuiver als een duif, voorgesteld aan de Heer des Heren, had zovele beschermelingen en advocaten rond zich. Het waren allemaal  zielen die zij had bevrijd, en haar dankbaar waren. Ze trad de Hemel binnen in volle glorie, in triomf en onder het luid applaus en de zegen van al diegenen die zij had bevrijd uit het Vagevuur. Mag ook ons dit geluk op een bepaalde dag overkomen.

En zo zijn de zielen die door onze gebeden worden bevrijd enorm dankbaar: zij helpen ons tijdens het leven en dit is duidelijk voelbaar. Ik kan u alleen maar sterk aanbevelen dat u dit zelf zou ondervinden! Zij helpen ons: zij kennen onze noden en bekomen vele genaden voor ons.


Zr. Emmanuel: Maria, Ik denk aan de goede dief die zich naast Jezus aan het kruis bevond. Ik zou werkelijk graag willen weten wat hij voor Jezus had gedaan opdat Hij hem beloofde dat hij diezelfde dag nog bij Hem in het Koninkrijk zou zijn?
Maria: Hij aanvaardde nederig zijn lijden en zei dat dit gerechtigheid was. Jezus moedigde hem aan. Hij had vrees voor God, wat nederigheid betekent. Ook ga ik u een voorbeeld geven van hoe goede daden heel wat zonden kunnen wegspoelen: Ik kende een jongeman van rond de twintig jaar, uit een nabijgelegen dorp. Dit dorpje was enorm getroffen door een reeks van lawines die een heleboel mensen hadden gedood. Op een nacht hoorde hij vanuit zijn ouders huis een lawine naast de deur naar omlaag stormen. Hij hoorde schreeuwen van een doordringende en hartverscheurende angst die het uitriepen: "Spaar ons! Kom, spaar ons! We zitten in de val onder de lawine!" Hij sprong onmiddellijk uit zijn bed en vloog naar beneden om deze mensen te gaan redden. Ook zijn moeder had deze angstschreeuwen gehoord en verhinderde hem om buiten te gaan en ging voor de deur staan: "Neen! Laat anderen hen helpen. Niet altijd ons! Het is te gevaarlijk buiten, Ik wil niet nog een dode!" Maar omdat hij door deze angstschreeuwen zo diep was getroffen, voelde hij dat hij deze mensen moest redden en daarom duwde hij haar opzij en zei haar: "Ja! Ik ga! Ik kan hen zo niet laten sterven!". Hij ging naar buiten en op zijn weg werd ook hij door een aardbeving getroffen en stierf.

Drie dagen na zijn dood, bracht hij mij 's nachts een bezoek en hij zei tot mij: "Laat drie Missen voor mij opdragen en zo zal ik bevrijd zijn van het Vagevuur." Ik ging zijn familie en vrienden inlichten en deze waren er over verbaasd dat er enkel maar drie Missen nodig waren om hem te bevrijden uit het Vagevuur. Zijn vrienden zeiden tot mij: "Ik zou niet graag in zijn plaats geweest zijn op het ogenblik van zijn dood, indien u wist welke slechte dingen hij ooit had gedaan!" Maar de jongeman had hierop geantwoord: "Ziet u! Ik heb een daad van zuivere liefde gesteld door mijn leven op het spel te zetten door deze mensen te willen redden. Het is dankzij deze daad dat de Heer mij zo vlug in de Hemel verwelkomde." Zo ziet u...liefdadigheid dekt heel wat zonden.

Dit verhaal toont ons aan dat liefdadigheid, een eenvoudige daad van liefde vanuit het hart, voldoende was om deze jongeman te zuiveren van een losbandig leven. De Heer had van deze daad van liefde blijkbaar Zijn werk gemaakt. Maria had er nog aan toegevoegd dat zoniet, deze jongeman misschien nooit nog de kans had gekregen om zo'n grote daad van liefde te stellen en dat alles zou kunnen slecht afgelopen zijn voor zijn ziel. Maar de Heer, in Zijn genade, zag hem, op het ogenblik dat hij voor Hem verscheen, op zijn mooist, zuiverst, omwille van deze daad van liefde.

Het is heel belangrijk om ons, op het ogenblik van onze dood, helemaal te verlaten op God.

Maria vertelde me over het verhaal van een moeder met vier kinderen, die ging sterven. In plaats van tegenstand te bieden en bezorgd te zijn, zei ze: "Heer, Ik aanvaard de dood, als het Uw wil is, en ik plaats mijn leven in Uw handen. Ik vertrouw mijn jongens aan U toe en ik weet dat U zorg zult dragen voor hen."

Maria zei dat deze vrouw, door haar enorm vertrouwen in God, onmiddellijk naar de Hemel ging en het Vagevuur vermeed.

Daarom kunnen we werkelijk zeggen dat liefde, nederigheid en verlatenheid op God de drie gouden sleutels zijn om ogenblikkelijk naar de Hemel te gaan.

Laat een Mis opdragen voor hen

Zr. Emmanuel: Maria, kunt u ons nu vertellen wat het meest doeltreffend is om zielen te bevrijden uit het Vagevuur?
Maria: De Heilige Mis

Zr. Emmanuel: Waarom de Heilige Mis.
Maria: Omdat het in de Heilige Mis, Christus Zelf is die Zich offert uit liefde voor ons. Het is het offer van Christus Zelf aan God, de mooiste opoffering. De priester vertegenwoordigt God, maar het is God Zelf die Zich opoffert voor ons. De kracht van de Heilige Mis voor de overledene is nog groter voor hen die een grote waarde aan de Heilige Mis hechtten tijdens hun leven. Als zij tijdens hun leven aan de Eucharistieviering waren gehecht en met hun hart baden, als ze tijdens de weekdagen naar de Mis gingen, naar de hen beschikbare tijd, dan halen ze een groot voordeel uit de Missen die voor hen worden opgedragen. Ook hier oogst men wat men gezaaid heeft.

Een ziel in het Vagevuur ziet heel duidelijk op de dag van zijn of haar begrafenis of we werkelijk voor hen bidden of dat we enkel daar waren om onze aanwezigheid te tonen. De arme zielen zeggen dat het niet de tranen, maar de gebeden zijn die hen helpen. Dikwijls klagen ze er over dat mensen naar hun begrafenis gaan zonder zelfs één enkel gebed tot God te richten voor hen, maar dat ze wel vele tranen laten lopen, terwijl dit laatste nutteloos is.

Wat de Heilige Mis aangaat, zal ik u nu een mooi voorbeeld geven van de Abt van Ars die zich richtte tot zijn parochianen. Hij vertelde hen:

"Mijn kinderen, een goede priester had het ongeluk een vriend te moeten verliezen die hij enorm hoogschatte en zo bad hij veel voor de rust van deze ziel. Op een dag maakte God hem bekend dat zijn vriend zich in het Vagevuur bevond en enorm leed. De heilige priester geloofde dat hij niets beter kon doen dat het Heilige Offer van de Mis aan zijn geliefde overleden vriend op te offeren. Op het moment van de consecratie nam hij de hostie tussen de vingers en zei: "Heilige Eeuwige Vader, laat ons een ruil doen. U houdt de ziel vast van mijn vriend die zich in het Vagevuur bevindt, en ik hou het Lichaam van Uw Zoon in mijn handen. Goede en Barmhartige Vader, bevrijd mijn vriend en ik Offer U Uw zoon met alle verdiensten van Zijn dood en Passie. Het verzoek werd beantwoord. Op het ogenblik dat hij de hostie omhoog hield, zag hij de ziel van zijn vriend, schitterend in glorie opstijgen naar de Hemel. God had de ruil aanvaard. Mijn kinderen, als we wensen dat een ziel die ons echt nabij was, uit het Vagevuur wordt bevrijd, laat ons dan hetzelfde doen: Laat ons een offer doen tot God, door het Heilige Offer, Zijn Geliefde Zoon met al alle verdiensten van Zijn dood en Passie. En God zal u dit niet kunnen weigeren."

Verspil uw aardse lijden niet

Er is nog een andere, zeer krachtige wijze om de arme zielen te helpen: het offeren van ons lijden, onze boeten zoals vasten, verzakingen, en zo verder en uiteraard onvrijwillig lijden zoals gewone ziekten en rouw.

Zr. Emmanuel: Maria, u bent dikwijls uitngenodigd om te lijden voor deze arme zielen, met het oog om hen te bevrijden. Kunt u ons vertellen wat u hebt ervaren en ondergaan tijdens deze ogenblikken?
Maria: De eerste keer vroeg een ziel mij of ik er niets zou op tegen hebben om drie uur met mijn lichaam te lijden, voor haar, en dat ik daarna opnieuw gewoon zou kunnen doorwerken. Ik zei tot mijzelf: "het zal allemaal wel over zijn in drie uur, ik kan dit aanvaarden." Deze drie uren gaven mij de indruk alsof ze drie dagen duurden, zo pijnlijk was het. Maar op het einde keek ik naar mijn uurwerk en ik zag dat het inderdaad maar drie uur had geduurd. Deze ziel heeft mij verteld dat door dit lijden voor drie uur te aanvaarden, ik haar had gespaard van twintig jaar meer Vagevuur!

Zr. Emmanuel: Ja, maar waarom leed u maar enkel drie uren om twintig jaar Vagevuur af te lossen? Wat was uw lijden dan meer waard dan haar lijden?
Maria: Dat is omdat het lijden op aarde niet dezelfde waarde heeft. Als we op aarde lijden, kunnen wij groeien in liefde en verdiensten bekomen, wat met het lijden in het Vagevuur niet het geval is. In het Vagevuur dient het lijden enkel en alleen om ons te zuiveren van de zonde. Op aarde hebben wij alle genaden. We hebben de vrijheid om te kiezen.

Dit allemaal is zo bemoedigend omdat het een buitengewone betekenis geeft aan ons lijden. Het lijden dat geofferd word, vrijwillig of onvrijwillig, zelfs de kleinste opofferingen zoals teleurstellingen, gewone ziekten, rouw ... als we deze met geduld ondergaan en ze met nederigheid verwelkomen, dan hebben deze kleine daden een ongekende kracht om de zielen te helpen.

Het beste wat we kunnen doen, aldus Maria Simma, is om onze pijnen te verenigen met deze van Jezus, door deze in de handen van Onze Lieve Vrouw te plaatsen. Zij is diegenen die het beste weet hoe ze te gebruiken, omdat wij dikwijls de hoogste noden rondom ons niet kennen.

Dit allemaal zal Maria ons uiteraard terugschenken op het ogenblik van onze dood.

U ziet, de pijnen die wij hebben opgeofferd zijn onze meest dierbare schatten in de andere wereld. We moeten iedereen hieraan herinneren en hen aanmoedigen wanneer zij lijden.


Schenk uw gebeden niet met tegenzin

Nog een andere zeer effectieve wijze is, volgens Maria Simma, de Kruisweg, omdat we door te bezinnen over het lijden van de Heer, de zonde beetje bij beetje beginnen te haten en de redding wensen voor alle mensen en deze hartewens brengt grote verlichting aan de zielen in het Vagevuur.

De Kruisweg brengt ons ook tot berouw. Het berouw kan beginnen van zodra we onszelf met de zonde confronteren.

Nog een ander betekenisvolle hulp voor de zielen in het Vagevuur is het opzeggen van de Rozenkrans, alle vijftien mysteries, voor het belang van de overledenen. Door de Rozenkrans worden er elk jaar vele zielen bevrijd uit het Vagevuur èn, het weze gezegd, het is de Moeder van God zelf die de zielen uit het Vagevuur komt bevrijden. Dit is enorm mooi, omdat de zielen in het Vagevuur Onze Lieve Vrouw de "Moeder van Barmhartigheid" noemen.

De zielen vertellen eveneens dat aflaten een onschatbare waarde hebben voor hun bevrijding. Het klinkt eigenaardig, maar het zou misdadig kunnen lijken om geen gebruik te maken van deze schat die de Kerk voorstelt ten gunste van de zielen. Het onderwerp van aflaten zou te veel tijd in beslag nemen om hier te bespreken, maar ik kan verwijzen naar een prachtige tekst, geschreven door Paus Paulus VI in 1968 over dit onderwerp. U kunt er uw parochiepriester naar vragen of er gewoon naar vragen in een godsdienstige boekenwinkel.

Ook kunnen we zeggen dat een grote hulp voor de zielen in het Vagevuur het bidden in het algemeen is. Alle soorten gebeden. Ik hou eraan om u hier een getuigenis te geven van Hermann Cohen, een Joodse artiest, die zich tot de Katholieke godsdienst bekeerde in 1864 en een grote verering had voor de Eucharistie. Het verliet de gewone wereld om binnen te treden in een zeer strenge religieuze orde. Hij aanbad regelmatig het Heilig Sacrament, waarvoor hij een grote verering had. Tijdens zijn aanbidding, smeekte hij de Heer om zijn moeder, van wie hij zielsveel hield, te bekeren. En zo wierp Hermann zich, ziek van verdriet, nederig voor het Heilig Sacrament, in diepe smart, biddend: "Heer, Ik ben U alles verschuldigd, dat is waar. Maar wat heb ik U geweigerd? Mijn jeugd, mijn hoop in deze wereld, mijn welzijn, de familievreugde, een misschien wel hard verdiende rust. Ik heb alles opgeofferd van zodra u mij riep. En u, Heer, Eeuwige Goedheid, die mij heeft beloofd om mij het honderdvoudige terug te schenken, hebt mij de ziel van mijn moeder geweigerd. Mijn Heer, ik bezwijk onder dit martelaarschap, ik zal stoppen met klagen."

Hij weende zijn arme ziel uit toen plots een geheimzinnige stem in zijn oor fluisterde: Mens met een klein geloof! Uw moeder is gered. Weet dat uw gebed almachtig is in Mijn aanwezigheid. Ik heb al diegenen die u hebt aanroepen voor uw moeder verzameld, en mijn Voorzienigheid heeft haar in beschouwing genomen in haar laatste uur. Op het ogenblik van haar heengaan ben Ik tot haar gekomen. Zij zag me en weende: "Mijn Heer en Mijn God!" Heb moed want uw moeder heeft de verdoemnis vermeden  en uw vurige smeekbede zal haar ziel spoedig bevrijden van de verbondenheid met het Vagevuur.

En we weten dat Vader Hermann Cohen, spoedig daarna, tijdens een tweede verschijning vernam dat zijn moeder was opgestegen naar de hemel.

Ook beveel ik sterk de gebeden aan van de Heilige Brigitta van Zweden voor de arme zielen. Laat mij iets heel belangrijks toevoegen: de zielen in het Vagevuur kunnen niet langer iets doen voor zichzelf. Zij zijn totaal hulpeloos. Als de levenden niet voor hen bidden zijn ze totaal verlaten. Daarom is het belangrijk u bewust te zijn van om de onmeetbare en de ongelofelijke kracht die ieder van ons in zijn of haar handen heeft om de zielen die lijden te bevrijden.

We moeten geen twee maal nadenken om een kind te helpen dat voor onze ogen neerviel of uit een boom viel en dat een gebroken been heeft. Uiteraard zouden wij alles voor dit kind doen. Op dezelfde manier zouden wij ook zorg moeten dragen voor deze zielen, die alles van ons verwachten, uitkijkend naar de geringste opoffering, hoopvol voor het minste van onze gebeden, om hen van hun pijn en smart te bevrijden. En het zou uiteraard ook fijn zijn om liefdadig te zijn.

Ik denk bijvoorbeeld aan de vriendelijkheid van de Barmhartige Samaritaan uit het Evangelie, tegen de halfdode man aan de kant van de weg. Deze man was volledig afhankelijk van de goedheid van zijn voorbijganger.


Zr. Emmanuel: Maria, waarom kan men niet langer verdiensten bekomen in het Vagevuur en op aarde wel?
Maria: Omdat op het ogenblik van de dood de tijd om verdiensten te bekomen beëindigt. Zolang wij op deze aarde leven kunnen wij het kwade dat wij hebben aangericht nog herstellen. De zielen in het Vagevuur benijden ons hiervoor. Zelfs de Engelen zijn jaloers op ons omdat wij de mogelijkheid hebben om te groeien zolang wij hier op aarde zijn.

Zr. Emmanuel: Maar dikwijls geeft het lijden op aarde aanleiding tot innerlijke opstand, waarbij wij het erg moeilijk hebben op dit te aanvaarden en te ondergaan. Hoe kunnen wij het lijden beleven zodat het zijn vruchten afwerpt?
Maria: Lijden is het grootste bewijs van onze liefde voor God en als wij dit goed opofferen kan dit vele zielen helpen.

Zr. Emmanuel: Hoe kunnen wij het lijden aanvaarden als een geschenk en niet als een straf, zoals wij dikwijls doen?
Maria: We moeten alles schenken aan Onze Lieve Vrouw. Zij is diegene die het beste weet wie dit en dat lijden nodig heeft om te worden gered.

Aan dit onderwerp van het lijden wens ik een buitengewone getuigenis die Maria Simma ons vertelde te verbinden. Het was in 1954 en een reeks van dodelijke lawines had het dorp naast dat van Maria getroffen. Daarop volgden er nog andere lawines, maar op een wonderlijke wijze hielden deze op, voordat ze het dorp bereikten zodat er geen schade was.

De zielen legden uit dat er in dit dorp een zieke vrouw was overleden die niet goed behandeld was. Zij had gedurende dertig jaren enorm geleden. En ze had al haar lijden opgeofferd aan de bescherming van het dorp.

De zielen legden Maria uit dat het dankzij het offer van deze vrouw was, dat het dorp gespaard bleef van de lawines.

Zij had haar lijden met geduld gedragen. Maria vertelt ons dat, indien zij in een goede gezondheid had verkeerd, het dorp niet zou gespaard geweest zijn en voegt er aan toe dat pijnen die nederig en met geduld worden gedragen meer zielen kunnen redden dan gebeden (maar gebeden helpen ons wel om ons lijden te dragen).

We moeten het lijden niet altijd als een straf beschouwen. Het kan niet alleen worden aangewend ter compensatie van onszelf, maar bovenal voor de anderen. Ook Christus was volledig onschuldig en hij heeft Zijn diepe lijden ondergaan voor de aflossing van onze zonden.

Enkel in de Hemel zullen we alles weten dat we hebben bekomen door te lijden met geduld in eenheid met het lijden van Christus.


Zr. Emmanuel: Maria, komen de zielen in het Vagevuur in opstand door hun lijden?
Maria: Abslouut niet! Zij wensen zichzelf te zuiveren. Zij begrijpen dat dit nodig is.

Op het ogenblik van de dood

Zr. Emmanuel: Wat is de rol van berouw of spijt op het ogenblik van de dood?

Maria: Berouw is heel belangrijk. De zonden worden in alle geval vergeven, maar er blijven de gevolgen van de zonden. Indien iemand een volledige aflaat wenst te bekomen op het ogenblik van de dood, wat recht naar de Hemel gaan betekent, dan moet de ziel bevrijd zijn van al de gevolgen.

Hier zou ik een belangrijke getuigenis willen vermelden van Maria Simma. Op een dag vroegen familieleden haar na te gaan of een vrouw uit hun familie haar ziel al dan niet verloren was gegaan, omdat ze een ontzettend slecht leven had geleid. Ze verongelukte toen ze uit een trein viel. Een ziel vertelde aan Maria dat deze vrouw was gered uit de hel omdat, op het ogenblik van haar dood, ze tot God had gezegd: "U hebt gelijk om mij van het leven te benemen, omdat ik u nu niet langer kan ontstemmen." Deze ene zin wiste al haar zonden. Dit voorbeeld heeft een zeer grote betekenis, omdat het aantoont dat één enkel ogenblik van nederigheid, van berouw, op het ogenblik van de dood, ons kan redden. Dit betekent niet dat ze niet naar het Vagevuur ging, maar ze vermeed wel de hel, wat ze misschien had verdiend door haar goddeloosheid.

Zr. Emmanuel: Maria, op het ogenblik van de dood, is er dan nog een moment waarin de ziel nog steeds de kans krijgt om zich tot God te keren, zelfs na een zondevol leven, vooraleer deze de eeuwigheid binnengaat. Een tijd tussen de zogenaamde dood en de werkelijke dood?
Maria: Ja. De Heer geeft aan iedereen een aantal minuten om zich over hun zonden te berouwen en te beslissen: Ik aanvaard of ik aanvaard het niet om God te zien. Het is daar dat we de film over ons leven te zien krijgen. Ik heb weet van een man die geloofde in de Kerkelijke leer, maar niet in het eeuwige leven. Op een dag werd hij hevig ziek en gleed in een coma. Hij zag zichzelf in aan kamer met een bord vooraan waar al zijn daden stonden op geschreven, de goede en de slechte. Toen vielen het bord en de muren van de kamer naar beneden en alles was onmetelijk mooi. Toen ontwaakte hij uit zijn coma en besliste om zijn leven volledig te veranderen.


Dit lijkt veel op de getuigenissen van "bijna-doodervaringen", het ervaren van het bovennatuurlijke licht is zo'n belevenis dat deze mensen daarna niet meer wensen te leven zoals voorheen.

Zr. Emmanuel: Maria, onthult God zich aan alle zielen met dezelfde intensiteit, op het ogenblik van de dood?
Maria: Aan iedereen word Gods kennis over zijn leven gegeven en ook het lijden dat volgt, maar de intensiteit is niet dezelfde voor iedereen. De intensiteit van Gods openbaring hangt af van het leven dat de ziel heeft geleden.

Zr. Emmanuel: Krijgt de duivel de toelating om ons aan te vallen op het ogenblik van de dood?
Maria: Ja, maar de mensen krijgen ook de genade om hem te weerstaan, om hem weg te drijven. Als ze met de duivel niets willen te maken hebben, geeft de duivel geen enkele macht.

Zr. Emmanuel: Dat is goed nieuws! Wanneer iemand weet dat hij spoedig zal sterven, wat is dan het beste om te zijn voorbereid?
Maria: Door zichzelf volledig op God te verlaten. Offer al uw lijden. Wees volledig gelukkig in God.

Zr. Emmanuel: En welke houding moet iemand aannemen voor een ander die gaat sterven? Wat is het beste dat we voor die persoon kunnen doen?
Maria: Bid hard! Bereid hem voor op zijn dood. Men moet de waarheid spreken!

Zr. Emmanuel: Welk advies zou u aan de mensen geven om heilig te worden op aarde?
Maria: Wees zeer nederig! We mogen niet met onszelf bezig zijn. Trots is de grootste val.

Zr. Emmanuel: Maria, vertel ons, kan men aan de Heer vragen om het Vagevuur op deze aarde te mogen beleven, met het oog om het niet te moeten doorstaan na dit aardse leven?
Maria: Ja. Ik kende een priester en een jonge vrouw die beiden met tuberculose in het ziekenhuis lagen. De jonge vrouw zei tot de priester: "Laat ons aan de Heer vragen om hier zoveel mogelijk te mogen lijden, zodat we recht naar de Hemel zouden mogen gaan." De priester antwoordde dat hij dit niet durfde te vragen aan God, maar een kloosterlinge die zich in de nabijheid bevond, had het gesprek opgevangen. De jonge vrouw overleed vóór de priester. De priester verscheen daarna aan de Zuster: "Had ik maar hetzelfde vertrouwen gehad als deze jonge vrouw, dan zou ik onmiddellijk naar de Hemel zijn gegaan."

De "inwoners" van het Vagevuur

Zr. Emmanuel: Maria, zijn er verschillende niveaus in het Vagevuur?
Maria: Ja, er is een groot verschil op het niveau van het morale lijden. Elke ziel heeft een uniek lijden, voorbestemd voor deze ziel en er zijn vele niveaus.

Zr. Emmanuel: Weten de arme zielen wat er gaat gebeuren in de wereld?
Maria: Ja, niet alles, maar veel.

Zr. Emmanuel: Vertellen deze zielen u soms wat er gaat gebeuren?
Maria: Ze zeggen eenvoudig dat er iets voor de deur staat, maar ze zeggen niet wat. Ze zeggen alleen wat nodig is voor de bekering van de mensen.

Zr. Emmanuel: Is het lijden in het Vagevuur pijnlijker dat het hevigste lijden op aarde?
Maria: Ja, maar dan symbolisch. Het zit hem in de ziel.

Zr. Emmanuel: Ja, ik denk dat het moeilijk is om dit te omschrijven, maar komt Jezus zelf naar het Vagevuur?
Maria: Geen enkele ziel heeft me dit tot op heden verteld. Het is de Moeder Gods die komt. Op een dag vroeg ik aan een arme ziel of ze kon op zoek gaan naar een ziel waar ik naar vroeg. De arme ziel vertelde mij: "Neen, het is de Moeder van Barmhartigheid die er ons over vertelt." Ook komen de zielen uit de Hemel niet naar het Vagevuur, maar wel de engelen: Sint Michaël...en de engelbewaarder van elke ziel.

Zr. Emmanuel: Fantastisch! De engelen zijn met ons...maar wat doen de engelen in het Vagevuur?
Maria: Ze verzachten het lijden en voorzien de zielen van troost. De zielen kunnen hen zelfs waarnemen.

Zr. Emmanuel: Verbazend! Als u zo blijft doorgaan, wens ik haast naar geen andere plaats heen te gaan dan naar het Vagevuur ... met al deze verhalen over de engelen. Een andere vraag: weet u, vele mensen geloven vandaag in reïncarnatie. Wat vertellen de zielen u over dit onderwerp?
Maria: De zielen zeggen dat enkel God het leven schenkt.

Zr. Emmanuel
: Maar sommigen zeggen dat één enkel leven niet volstaat om God te kennen en om werkelijk te zijn bekeerd. Dat dit niet eerlijk zou zijn. Wat wenst u hierop te antwoorden?
Maria: Iedereen heeft een innerlijk geloof [geweten], ook al praktiseert men het niet, maar ze geloven "stilzwijgend" in God. Iemand die niet gelooft ... dat bestaat niet. Elke ziel heeft een geweten om het onderscheid tussen het goede en het kwade te kennen. Een geweten, geschonken door God, een innerlijke kennis, in verschillende graden uiteraard, maar elkeen kan het goed van het kwade onderscheiden. Met dit geweten kan elke ziel Gods zegen bekomen.

Zr. Emmanuel
: Wat gebeurt er met mensen die zelfmoord hebben gepleegd? Bent u ooit door zulke mensen bezocht?
Maria: Tot op heden heb ik geen weet van zo iemand die zou verloren zijn. Dit betekent niet, dat dit niet kan, maar de zielen vertellen me dat het meestal diegenen rondom hen zijn die het meeste schuld treffen, door achteloos te zijn of door roddel te verspreiden.

Zr. Emmanuel
: Hebben zielen die zelfmoord hebben gepleegd, spijt over hun daad?
Maria: Ja, maar dikwijls ligt een ziekte aan de oorzaak.

Deze zielen hebben spijt over hun daad omdat, als ze de dingen in Gods licht bekijken, ze onmiddellijk begrijpen welke genaden God voor hen nog achterhield voor de tijd dat ze op deze aarde nog te leven hadden, en ze zien ook werkelijk die tijd die nog overbleef, soms maanden of nog jaren, en ze zien ook de zielen die ze nog konden hebben geholpen door de rest van hun verblijf aan God op te offeren. Wat hen uiteindelijk het meeste treft is om het goede te zien dat ze zouden kunnen hebben gedaan, maar niet deden, omdat ze hun leven hebben ingekort. Maar, wanneer de oorzaak een ziekte is, dan houdt de Heer hier uiteraard rekening.

Zr. Emmanuel: Maria, bent u ooit bezocht door zielen die zichzelf hebben vernietigd door drugs, een overdosis, bijvoorbeeld?
Maria: Ja, en ze zijn niet altijd verloren. Het hangt er allemaal van af wat de oorzaak van hun verslaving was, maar zij moeten lijden in het vagevuur.

Zr. Emmanuel: Stel u nu bijvoorbeeld dat ik te veel lijd met mijn lichaam, in mijn hart, dat alles te zwaar voor mij lijkt en ik wens te sterven: wat kan ik dan doen?
Maria: Dat gebeurt regelmatig en ik zou zeggen, waarom dit lijden niet opofferen om meer zielen te redden? Dit hernieuwt het geloof en geeft moed. Maar niemand denkt hier nog aan vandaag. Deze zielen worden grote zaligheden verleend door dit te doen, een groot geluk in de Hemel. En in de Hemel zijn er duizenden verschillende soorten geluk, maar elke soort is er een van volledig geluk. Alle wensen zijn vervuld. Iedereen weet dat hij niet meer kan verdienen.

Zr. Emmanuel: Maria, ik zou u willen vragen: hebben ooit mensen van andere godsdiensten, zoals Joden, u bezocht?
Maria: Ja, en ze zijn gelukkig. Iedereen die het geloof beleeft is gelukkig, maar het is door het Katholieke geloof dat wij het meeste verkijgen voor de Hemel.

Zr. Emmanuel: Zijn er godsdiensten die slecht zijn voor de ziel?
Maria: Neen, maar er zijn zovele godsdiensten op aarde! De meest nabije zijn de Orthodoxe en de Protestantse die de Rozenkrans bidden, maar de secten zijn heel, heel erg duivels. Alles moet worden gedaan om de mensen hier weg te halen.

Zr. Emmanuel: Zijn er priesters in het Vagevuur?
Maria: [slaat de ogen naar de Hemel als om te zeggen: Helaas!] Ja, er zijn er vele. Zij hadden geen respect voor de Eucharistie en stimuleerden de mensen er ook niet toe. Ze zijn dikwijls in het Vagevuur omdat ze onachtzaam zijn geweest op de waarde van het gebed, wat hun geloof deed afnemen. Maar er zijn er ook velen die recht naar de Hemel gaan.

Zr. Emmanuel: Wat zou u dan tot een priester zeggen die werkelijk wenst te leven volgens het Hart van God?
Maria: Ik zou hem aanbevelen om veel te bidden tot de Heilige Geest en elke dag de Rozenkrans te bidden.

Zr. Emmanuel: Maria, zijn er kinderen in het Vagevuur?
Maria: Ja, maar voor hen duurt het Vagevuur niet lang en is het ook veel minder pijnlijk, omdat ze nog niet rijp genoeg waren om het onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad.

Zr. Emmanuel: Ik geloof dat er bepaalde kinderen zijn die u hier komen bezoeken: u hebt me het verhaal verteld van het kleine kind, het jongste dat u ooit zag, een klein meisje van vier. Vertel me, waarom was zij in het vagevuur?
Maria: Omdat ze met Kerstmis van haar ouders een pop gekregen had. Zij heeft een tweelingszus en die had ook een pop gekregen. Dit vier jaar oude kind had haar pop kapot gemaakt en ging deze, in het geheim zonder dat iemand het zag, dan verwisselen met deze van haar zus, terwijl ze in haar kleine hart goed wist dat haar zus hierdoor verdrietig zou zijn. En ze wist ook heel goed dat het een leugen en een onrechtvaardigheid was.
In werkelijk hebben kinderen vaker een zachter geweten dan volwassenen. Het is heel belangrijk hen in die levensjaren het liegen af te leren omdat ze hier op die leeftijd heel gevoelig aan zijn.

Zr. Emmanuel: Maria, hoe kunnen ouders meehelpen om het geweten van hun kinderen een gestalte te geven?
Maria: Eerst en vooral door zelf het goede voorbeeld te geven. Dat is het belangrijkste. Daarna door gebed. Ouders moeten hun kinderen zegenen en hen de dingen van God goed bijleren.

Zr. Emmanuel: Heel belangrijk! Bent u ooit bezocht door zielen, die perversiteiten hebben begaan op aarde? Ik denk bijvoorbeeld, op sexueel gebied?
Maria: Ja. Ze zijn niet verloren, maar ze moeten veel lijden om te worden gezuiverd in het Vagevuur. Homeseksualiteit bijvoorbeeld komt waarlijk van de duivel.

Zr. Emmanuel: Welk advies zou u bijvoorbeeld geven aan hen die betrokken zij bij homoseksualiteit, die deze geaardheid in zich hebben?
Maria: Veel bidden om aan deze verleiding te kunnen weerstaan. Ze zouden boven alles moeten bidden tot de Aartsengel Michaël. Hij is de grootse vechter bij uitstek tegen de duivel.

Zr. Emmanuel: Wat zijn de houdingen van het hart die voorgoed kunnen leiden tot het verlies van de ziel, ik bedoel om naar de hel te gaan?
Maria: Wanneer de ziel niet wenst tot God te gaan en deze heel duidelijk zegt: "Neen, ik wil dit niet."

Zr. Emmanuel: Dank u, Maria, om dit te verduidelijken. Kunt u ons een verhaal vertellen dat dit toelicht?
Maria: Op een dag zat ik op de trein en in mijn compartiment zat er een man die niet stopte met kwaad te spreken over de Kerk, over de priesters en zelfs over God. Ik zei tot hem: "Luister, u hebt het recht niet om dit allemaal te zeggen, dit is slecht wat u doet." Hij was kwaad op mij. Toen ik later in het station afstapte zei ik tot God: "Heer, laat deze ziel niet verloren gaan." Vier jaar later kwam de ziel van de man mij bezoeken en hij vertelde mij dat hij heel dicht bij de hel was, maar dat hij gewoon gered werd door mijn kleine gebed van dat ogenblik.

Ja, het is buitengewoon om te zien dat slechts één enkele gedachte, één impuls van het hart, een klein gebed iemand kan redden van de hel. Het is de trots die naar de hel leidt. Hel is koppig en eigenwijs "neen" zeggen tot God. Onze gebeden kunnen een daad van nederigheid teweegbrengen bij het sterven, een plots moment van nederigheid, hoe klein dan ook, dat de ziel kan redden van de hel.

Zr. Emmanuel: Dit is al bij al zo ongelofelijk. Hoe kan dan iemand "neen" zeggen tegen God op het ogenblik van de dood, als men Hem ziet?
Maria: Ooit vertelde een man mij dat hij niet naar de Hemel wou gaan. Waarom? Omdat God onrechtvaardigheid aanvaardt. Ik zei tegen hem dat dit de mensen zijn, maar niet God...Hij antwoordde: "Ik hoop dat ik God niet ontmoet na mijn dood, want ik dood hem met een bijl." Hij had een diepe haat voor God ontwikkeld. God verleent de mens een vrije wil. Hij geeft ieder van ons een eigen keuze.

God verleent aan iedereen tijdens zijn leven èn op het uur van de dood, voldoende barmhartigheid voor een bekering, zelfs na een leven in duisternis te hebben doorgebracht. Indien oprecht om vergeving vraagt, kan iedereen uiteraard worden gered.

Zr. Emmanuel: Jezus zei dat het voor een rijk man moeilijk was om in het Koninkrijk der Hemelen toe te treden. Hebt u kennis van zulke gevallen.
Maria: Ja! Maar als ze goede werken doen, werken van liefdadigheid, als ze liefde uitstralen, kunnen ze daar, net als de armen, geraken.

Zr. Emmanuel: Maria: krijgt u vandaag nog bezoeken van zielen uit het Vagevuur?
Maria: Ja, twee tot driemaal per week.

Zr. Emmanuel: Werkelijk? Wat denkt u over het oproepen van de geesten van overledenen, Ouija-borden, enzovoort?
Maria: Dat is niet goed. Dat is altijd kwaad. Het is het kwade dat de tafel doet bewegen. 

Het is heel belangrijk om dit te zeggen, omdat de mensen dit werkelijk moeten horen, want heden, meer dan ooit, nemen deze gevaarlijke praktijken toe.

Zr. Emmanuel
: Maria, wat is het verschil met wat u beleeft met de zielen van dezen die zijn heengegaan en de praktijk van het spiritisme?
Maria: We worden niet verondersteld van zielen op te roepen. Ik probeer hen niet te lokken, wat bij het spiritisme wel gebeurt. Het onderscheid is heel duidelijk. Als ik de mensen zou mogen vragen om één ding van wat ik zeg te willen aannemen, dan is het dit: zij die zich inlaten met het spiritisme (bewegende tafels en andere dergelijke zaken) denken dat ze de zielen van de doden oproepen. De werkelijkheid is echter, als er een antwoord komt op hun oproep, dat het altijd en zonder uitzondering satan en zijn engelen zijn die de oproep beantwoorden. Mensen die aan spiritisme doen (waarzeggers, heksen, enzovoort) doen gevaarlijk dingen voor zichzelf en voor dezen die naar hen komen voor advies. Zij worden bestookt met leugens. Het is verboden, ten strengste verboden om de doden op te roepen. Wat mijzelf betreft heb ik dit nooit gedaan, doe ik het nu ook niet en zal ik het nooit doen. Wanneer er mij iets verschijnt, is het God alleen die het toelaat. Uiteraard kan satan alles imiteren wat van God komt, en dat doet hij ook. Hij kan de stem en de verschijning van een dode nabootsen, maar elke openbaring van welke aard ook, als men er om vraagt, komt steeds van de duivel. Vergeet niet dat satan zelfs kan genezen, maar deze genezingen blijven niet duren.

Zr. Emmanuel: Bent u persoonlijk ooit beetgenomen door valse verschijningen? Bijvoorbeeld door de duivel die zichzelf vermomt als een ziel uit het Vagevuur, om tot u te spreken?
Maria: Ja. Op een dag kwam een ziel mij bezoeken en zei: "Aanvaard de ziel niet die na mij komt, want deze zal te veel lijden vragen van u, een lijden dat niet draaglijk is. U kunt niet doen wat deze ziel van u zal verlangen." Ik was verward omdat ik mij herinnerde wat mijn parochiepriester mij ooit had verteld: dat ik elke ziel met de grootste edelmoedigheid moest aanvaarden, en ik was verward om wel of niet te gehoorzamen. Zo zei ik tot mezelf: "Misschien is het de duivel zelf die voor me staat en niet een ziel uit het Vagevuur, de duivel in vermomming!" Ik zei tegen deze ziel: "Als u de duivel bent, ga dan weg!" Onmiddellijk volgde er een luide schreeuw en ging hij weg. In werkelijkheid had de ziel die na hem kwam een echte nood aan hulp en het was heel belangrijk om naar deze ziel te luisteren.

Zr. Emmanuel: Als de duivel verschijnt, helpt gewijd water dan altijd om hem te doen verdwijnen?
Maria: Dit brengt hem hevig in beroering en hij vlucht onmiddellijk.

Zr. Emmanuel: Maria, u bent nu heel bekend, vooral in Duitsland en Oostenrijk, maar ook over geheel Europa, dank zij uw praten en uw boek. In het begin was u echter nogal verborgen. Hoe komt het dat de mensen u plots herkenden als iemand die authentieke en bovennatuurlijke ervaringen had?
Maria: Dit was toen de zielen aan hun familieleden vroegen om zaken aan hen terug te geven die ze op een oneerlijke wijze hadden bekomen. Ze ondervonden dat wat ik zei de waarheid was.

Hier verwees Maria naar een aantal getuigenissen, te lang om op te noemen. Meerdere zielen kwamen haar opzoeken en vroegen haar: "Ga naar mijn familie in dat of in dat dorp" [dat Maria niet kende], "en vertel mijn vader, mijn zoon, mijn broer om een bepaalde eigendom of geldbedrag terug te geven dat ik mij op een onrechtmatige wijze heb toegeëigend. Ik zal uit het Vagevuur worden bevrijd wanneer dit alles weer is teruggegeven aan de ware eigenaar. Maria kende hierbij alle details ter plaatste, het juiste geldbedrag of de juiste eigendom en de families waren verstomd dat Maria al deze details kende, omdat ze dikwijls zelfs niet wisten dat deze dingen op een onrechtmatige manier verkregen waren. En zo begon Maria stilletjes aan heel bekend te raken.

Zr. Emmanuel
: Maria, is er een officiële erkenning door de kerk van deze gave van God met betrekking tot de zielen uit het Vagevuur en wat is de boodschap van Kerk voor de mensen die in het bijzonder getroffen zijn door uw getuigenissen.
Maria: Mijn Bisschop heeft mij gezegd dat hier niets mis mee is, zolang er geen theologische vergissingen worden begaan. Ik ga zelfs verder: hij gaat er mee akkoord. Ook mijn parochiepriester, die mijn geestelijke begeleider is, bevestigt dit.

Zr. Emmanuel: Ik zou u graag een wat discrete vraag willen stellen: u hebt zoveel gedaan voor deze arme zielen, dat, wanneer u komt te overlijden, duizenden zielen u op hun beurt gaan begeleiden naar de Hemel. Ik ben er bijna zeker van dat u niet hoeft langs het Vagevuur te gaan!
Maria: Ik denk niet dat ik onmiddellijk naar de Hemel zal gaan zonder een tijd te hoeven doorbrengen in het Vagevuur, omdat ik de gave van meer licht en grotere kennis bezit en hierdoor mijn fouten ook meer ernstig zullen worden genomen. Maar al bij al hoop ik uiteraard dat deze zielen mij zullen helpen om mij te escorteren naar de Hemel.

Zr. Emmanuel: Zeker! Maria, houdt u van deze goddelijke gave? Of zijn al de verlangens van deze zielen soms een lastige en moeilijke opgave voor u?
Maria: Neen. Ik probeer zo weinig mogelijk aandacht te schenken aan de moeilijkheden, omdat ik weet dat ik hen zo veel kan helpen! Ik kan vele zielen helpen en voel me daar uiteraard erg gelukkig bij.

Zr. Emmanuel: Maria, Ik zou u ook graag, in naam van alle lezers van deze mooie getuigenis, willen bedanken. Maar sta me nog een laatste vraag toe zodat we u wat beter leren kennen. Zou u zo goed willen zijn om een paar woorden over uw leven te willen zeggen?
Maria: Wel, reeds van toen ik klein was wou ik het klooster binnentreden, maar mij moeder zei mij om te wachten met deze beslissing tot ik twintig jaar zou zijn. Ik wenste niet te huwen. Mijn moeder heeft mij veel bijgebracht over de zielen uit het Vagevuur en reeds op school hielpen deze zielen mij enorm veel. En zo nam ik het besluit om mijzelf volledig aan hen te geven.

Na mijn schooltijd dacht ik opnieuw na over een eventueel kloosterleven en zo ging ik binnen bij de Zusters van het Hart van Jezus, maar zij vertelden mij dat mijn gezondheid te zwak was om bij hen te blijven. Als kind had ik ooit een longonsteking en een borstvliesontsteking. Moeder Overste heeft mijn religieuze roeping bevestigd maar gaf mij tevens de raad om een meer gemakkelijke orde binnen te treden en enkele jaren te wachten. Ik wou boven alles een kloosterorde binnentreden en wel onmiddellijk.

Maar na twee pogingen bleef het besluit hetzelfde: mijn gezondheid was te zwak en ik berustte langzaam in het feit dat een kloosterleven niet Gods wil was voor mij, maar ik heb hier geestelijk veel onder geleden. Ik zei steeds tot mezelf dat de Heer mij niet had getoond wat Hij van mij verlangde. Hij wachtte hiermee acht jaar, tot op het moment dat Hij mij de taak toevertrouwde om de zielen uit het Vagevuur te helpen.

Wij waren thuis met acht kinderen. Ik werkte op onze boerderij vanaf mijn vijftiende. Toen ging ik naar Duitsland bij een boerenfamilie werken. Nadien werkte ik hier op de boerderij in Sonntag.

Vanaf mijn 25ste, toen de zielen mij begonnen te bezoeken, heb ik veel moeten lijden voor hen. Maar nu voel ik mij lichamelijk veel beter. Dat was het dan.

Slotwoord door Zuster Emmanuel Maillard: Een voorstel aan allen

Nu heb ik een voorstel voor u allen: we kunnen de beslising maken dat niemand onder ons naar het Vagevuur moet gaan. Dit is inderdaad mogelijk, omdat wij alles in onze handen hebben om dit te kunnen waarmaken.. Ik haal hiervoor de woorden aan van de Heilige Johannes aan het Kruis: hij zegt dat de Goddelijke Voorzienigheid in elk leven in de zuivering voorziet dat ons toelaat om onmiddellijk naar de Hemel te gaan op het ogenblik van de dood.

De Voorzienigheid plaatst genoeg moeilijkheden in onze levens zoals beproevingen, lijden, ziekte en tegenspoed zodat al deze zuiveringen, indien wij deze aanvaarden, genoeg kunnen betekenen om ons ogenblikkelijk naar de Hemel te brengen.

Waarom gebeurt dit dan niet? Omdat we in opstand komen! We aanvaarden deze geschenken van beproevingen in ons leven niet met liefde en dankbaarheid en we zondigen omdat we hiertegen in opstand komen, door onvoldoende nederigheid.

Laat ons daarom aan de Heer vragen om de genade te bekomen om elke kans te kunnen benutten zodat Hij op de dag van onze dood ons zou zien schijnen in al onze zuiverheid en schoonheid.

Uiteraard wil ik niet zeggen dat de weg gemakkelijk zal zijn als wij hiervoor beslissen, omdat de Heer nooit heeft beloofd dat de weg gemakkelijk zal zijn, maar wel dat er vreugde zal heersen. Het zal dus een weg van geluk worden, want de Heer is met ons. Laat ons bovenal, en hier wens ik in het bijzonder de nadruk op te leggen, gebruik maken van de tijd die ons hier nog rest op deze aarde, deze tijd die zo dierbaar is, omdat we tijdens deze tijd nog steeds de kans krijgen om te groeien in liefde, te groeien naar de Glorie die moet komen en de schoonheid van onze uiteindelijke bestemming. Elke minuut kunnen wij nog groeien in liefde, in tegenstelling tot de Heilige Zielen uit het Vagevuur die niet langer meer kunnen groeien in liefde.

Zelfs de engelen benijden ons deze macht waarover wij beschikken, om elke minuut die we nog hebben op deze aarde, te groeien in liefde.

Elke kleine daad van liefde dat we opofferen aan de Heer, elke klein offer van vasten, elk klein gebrek of onze neigingen, onze fouten die we bestrijden, elke kleine vergiffenis aan onze vijand, alle kleine dingen van deze aard die we kunnen offeren, zullen later voor ons een sieraad, een juweel en een ware schat voor de eeuwigheid zijn.

Een menselijke ziel is een grote glorie voor God. Dat is de reden waarom God van ons verlangt dat we zuiver zijn. Het is niet door foutloos te zijn dat we zuiver zullen worden. Neen, het is door het berouw over onze zonden en door onze nederigheid. Daar is een groot verschil tussen. De Heiligen waren ook geen "foutloze" zielen, maar het waren wel zij die, bij elke val, elke keer opnieuw en opnieuw opstonden en vergiffenis vroegen. Dit is geen gemakkelijke opgave. Laat ons dus gebruik maken van deze geweldige middelen die God in onze handen legt om de zielen te helpen die nog steeds wachten om God te bezitten en tederheid voelen voor hen omwille van deze vertraging, omdat ze God reeds hebben waargenomen en daarom met geheel hun hart op Hem wachten.

Laat ons eveneens niet vergeten dat de gebeden van de kinderen een ongelofelijke macht hebben over Gods Hart. Laat ons daarom onze kinderen leren om te bidden. Ik herinner mij een klein meisje dat ik heb gesproken over de arme zielen. Ik zei tot haar: "Nu gaan we bidden voor de zielen van al uw familieleden en vrienden die reeds gestorven zijn. Zou u voor Jezus willen staan en Hem dit vragen?" Ze ging voor Jezus staan en, toen zij vijf minuutjes later terugkwam, vroeg ik haar: "Wat hebt u aan de Heer gevraagd?" Zij antwoordde: "Ik heb de Heer gevraagd om elke ziel uit het Vagevuur te bevrijden!" Dit antwoord trof met diep en al klonk mijn verzoek heel eigenaard, het meisje verstond onmiddellijk wat ze moest vragen. Kinderen voelen zo veel aan, zij kunnen zoveel bekomen van Gods hart.

Laat ons ook denken aan de mensen die op rust zijn en al diegenen die over vrije tijd beschikken. Als ze dikwijls naar de Heilige Mis gaan, dagelijks...Wat een schat aan genade slaan zij dan op, niet allen voor zichzelf, maar eveneens voor de overledenen en voor duizenden zielen! De waarde van één enkele Mis is onmeetbaar. Konden we dit maar begrijpen, want elke onwetendheid, elke onverschilligheid of gewoon elke luiheid is verloren tijd.

En zo hebben we de machten in onze handen om onze broeders en zusters te redden, door zelf medeverlossers te worden, samen met Jezus, onze Redder en Verlosser!

30-01-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Een getuigenis uit Vlaanderen
Medjugorje: Een getuigenis uit Vlaanderen

Van 1 tot 5 april 2005 vertrokken wij op bedevaart naar Medjugorje, een tocht georganiseerd door Medjugorje West-Vlaanderen. Eenmaal terug thuis begon ons miraculeus verhaal dat tot op de dag van vandaag blijft voortduren. Omwille van begrijpelijke redenen wensen wij anoniem te blijven. Hier volgt onze getuigenis:

Op 4 april 2005 bevonden wij ons met onze bedevaartgroep van WVL-Medjugorje in een kapel. De naam ervan herinneren wij ons niet meer. Er bevond zich een mooi schilderij voor het altaar waarop Onze Lieve Vrouw de ongeboren kinderen naar de Hemel draagt. De afbeelding was overwegend geel en oranje. Onze groep was op dat moment in de kapel aanwezig voor het vrijwillig opleggen van het scapulier. Er werd uitleg gegeven over de oorsprong van het scapulier en over het vrijwillig aanvaarden ervan. Dit laatste betekent dat wij vrijwillig aanvaarden om onder de beschermende mantel van Onze Lieve Vrouw komen te staan. Vrijwillig, omdat het doopsel geschiedt op een leeftijd dat men nog niet vrijwillig kan kiezen.

Halverwege het gebed stroomde er plots een groep Italianen binnen en werd er opdracht gegeven om deze aangelegenheid te stoppen. Het was toen ongeveer 17.20 uur. Er werd ons medegedeeld dat een zienster er haar verschijning ging beleven. Afwisselend werd er gebeden in het Nederlands en in het Italiaans. Omdat de enige die een orgel kon bespelen zich bij onze groep bevond, waren alle liedjes in het Nederlands.

Hier werd pas écht de Rozenkrans gebeden. Wij, en zelfs de aanwezige priester die de Rozenkrans voorbad, werden hierdoor ten zeerste getroffen. Dit aangrijpen was zo intens dat mijn man, die longproblemen heeft, en ik, die hartkloppingen heb, ons moesten bedienen van een geneesmiddel om de spanningen te onderdrukken en niet te moeten hyperventileren.

Rond 18.15 uur kwam de zienster binnen met haar twee kleine kindjes en een oudere heer. Het kleinste kindje had een melkflesje bij. Rond 18.45 uur werd de manier van bidden intenser. Hierop werd het muisstil en ging haar hoofd omhoog. Wat er dan allemaal omgaat in uw hoofd. Men zit daar en ziet niets en toch beleef je alles intens mee en komen de vragen voor Onze Lieve Vrouw vanzelf in u op.


Verschijningsplaats

Na de verschijning draaide de zienster zich om en vertelde haar verhaal. Iemand zorgde voor de vertaling: Onze Lieve Vrouw had onze intenties aanhoord en wijzelf, onze familie en kennissen ontvingen haar Moederlijke zegen. Maria had ook de religieuze voorwerpen die wij bij ons hadden gezegend, maar Onze Lieve Vrouw had er duidelijk de nadruk op gelegd dat de zegen van een priester meer waarde heeft dan Haar zegen. Daarna groette de zienster onze groep en verliet de plaats. Ook de Italianen volgden.

Dokter Claes uit Waregem, die onze groep begeleidde, vertelde ons om gewoon verder te doen waar we mee bezig waren en alles wat netjes opgeruimd was, werd terug op zijn plaats gezet zoals vóór de verschijning. De priester wijdde nu de scapulieren en zij die het wensten konden tot bij de priester gaan om het scapulier vrijwillig te aanvaarden. Wij twijfelden geen moment.


Scapulier

Tegen negen uur 's avonds kwamen we terug in ons verblijf en werd er nog wat nagepraat. Iedereen van onze groep was onder de indruk van het gebeuren en wijzelf vonden het spijtig dat wij de voorwerpen van onze familieleden niet hadden meegenomen voor de zegen van Onze Lieve Vrouw. We wisten namelijk niet dat er een verschijning ging plaatsvinden. Toen konden we ook nog niet vermoeden dat Onze Lieve Vrouw iets bijzonders voor ons achterhield, waar we pas de dag 's anderendaags zouden op uit komen. Onze Lieve Vrouw had tijdens Haar verschijning in het bijzonder aan ons gedacht. Een van de aanwezige voorwerpen werd door Haar op een bijzonder wijze ingezegend. Alles zou ons de dag erop duidelijk worden.

De volgende dag waren we reeds thuis om 12 uur 's middags en er werd van alles uitgepakt en zo. Om 14 uur gingen ik bij een van onze dochters die een 400-tal meters verderop woont om snel mijn verhaal te doen. Ik nam de papieren zak mee met allerlei kleine dingen erin die ik in Medjugorje hadden gekregen. In de vlugte nam ik ook mijn man zijn scapulier mee dat, met de twee delen op elkaar en de koordjes errond, dat nog op tafel lag. Mijn scapulier had ik op het vliegtuig in een brillendoos gestoken en ik herinner mij nog dat de koordjes voortdurend verstrengeld raakten met het koordje van mijn bril.

Bij mijn dochter was ik onze belevenissen aan het vertellen. Ik wilde een prentkaart uit het papieren zakje nemen toen ik plots een kleine vochtige vlek van ongeveer 3 op 5 millimeter op de zak bemerkte. Het leek niet op een watervlek en onmiddellijk replikeerde mijn dochter: "Moeke, ik heb de tafel nochtans goed afgekuist...en de vlek zou zich anders aan de onderkant bevinden en niet aan de bovenkant."


Papieren zak

Toen kwam ik aan ons verhaal van het scapulier en toen ik het scapulier uit de papieren zak wilden neme, merkten ik op dat het anders aanvoelde dan toen het in het zakje was gedaan. Het rook ook naar kaarsolie. Men kan dit het best vergelijken met de geur van een noveenkaars die aan het branden is. Ik vroeg aan mijn dochter: "Zeg mij wat u voelt en ruikt." Zij antwoordde dat het klam aanvoelde en een soort kaarsgeur had. Ook mijn schoonzoon betastte het en rook, maar antwoordde: "Dit is niet moeilijk. Ze kunnen er van alles hebben opgedaan alvorens ze het u hebben overhandigd.". Ik reageerde hierop dat ik dit niet geloofde en het was ook niet zo vóór ik naar mijn dochter ging.

Terug thuis pakten we nog alles verder uit. U weet hoe dat gaat.

Toen wij nog een prentkaart in de papieren zak wilden steken [de zak lag ondertussen op de kast], bemerkten we dat de kleine vlek inmiddels reeds was uitgegroeid tot een vlek ter grootte van een stuk van 2 euro. We namen het scapulier uit het zakje en bemerkten verschillende vlekken met een laagje erop dat wazig aanvoelde. Mijn man en ik meteen van slag, ik nog het meeste. Ik begon van alles verkeerd te leggen en vond niets meer terug. We belden onze dochter opnieuw op met de vraag om langs te komen. Ze kon ook niets anders doen dan deze feiten vaststellen en wij konden ook niets anders doen dan proberen uit te leggen dat dit alles zomaar buiten onze wil gebeurde. Ik was zo verward dat ik het geld in de papiermand had gestoken en dat wat in de papiermand moest in mijn handtas had gestoken. Mijn dochter, die zag hoe verward ik was, nam mij het werk uit de handen.

Toen we rond 21 uur gingen slapen was de vlek nogmaals verdubbeld in grootte. De volgende ochtend was echter het scapulier opnieuw droog. Men kon wel de kaarsgeur nog ruiken, maar tegen rond 16 uur begonnen de feiten zich te herhalen: de vlek werd opnieuw groter en het scapulier vochtig. We besloten toen om dezelfde priester op te bellen, die met ons was meegereisd, en die de Rozenkrans had gebeden op de dag dat de verschijning in Medjugorje had plaatsgevonden. We konden bij hem thuis gaan. Ook hij kon niet anders dan de feiten vaststellen en gaf ons vertrouwen: "Dit is een persoonlijk teken."

Toen namen we een papier uit onze printer en legden er een foto op van ons gezin, genomen bij het vormsel van onze oudste dochter. Nog geen 24 uur later bemerkten wij hoe er zich vanuit het niets vlekken van vocht en vet op het papier hadden afgezet en hoe dit bleef toenemen. Ook onze drie kinderen waren hiervan getuige. We kwamen toen op de idee om alles tussen glas te steken en snel zagen we hoe het vet aan het glas bleef hangen. Dan staken we het scapulier in een kader tussen papieren waar gebeden op stonden die de mensen er hadden op geschreven, zeg dus maar gebeden uit het hart. Pas in mei daarop dachten we er aan om vanaf dan alle veranderingen die plaatsvonden te gaan inscannen.

Foto's van de evolutie van het afgeven van het vet van het Scapulier







In oktober van 2005 dachten we dat het hele proces ondertussen was gestopt. We staken het scapulier in een kader om het stofvrij te bewaren om tegen eind december 2005 op een dag vast te stellen dat het vet aan het glas kleefde en zo gaat het tot op vandaag nog steeds door. Meestal kleeft het vet aan het glas en zelden aan het papier dat onder het scapulier ligt.

Tijdens die ruim 3 jaar heeft het scapulier in totaal een zestiental weken niets afgegeven. Elke keer is alles anders. Er zijn momenten dat er op twee uur tijd evenveel vet aan het glas kleeft als op negen dagen tijd. Wanneer dit gaat stoppen weten we niet, en elke keer als we denken dat het is gestopt, herbegint alles opnieuw.

De Hemel is onvoorspelbaar. We leven in wondere tijden.

29-01-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe bid ik de Rozenkrans van de Goddelijke Barmhartigheid?
Hoe bid ik de Rozenkrans van de Goddelijke Barmhartigheid?

Gebed door Jezus zelf gegeven aan de Heilige Faustina Kowalska. Deze Rozenkrans wordt gebeden om drie uur in de namiddag, het uur van Jezus' dood, het uur van Jezus' barmhartigheid.

U neemt een Rozenkrans bij de hand [er bestaan ook speciale Rozenkransen voor dit gebed]. U bekijkt de tekening. U volgt de richting van de oranje pijl. De nummering hieronder komt overeen met de nummering op de tekening.



1. Aan het kruisteken: U begint het gebed met het kruisteken en zegt "In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen."

Het eerste kraaltje: wordt in het begin niet gebruikt, op het einde wel.

2. Het tweede kraaltje: u bidt het "Onze Vader"

3. Het derde kraaltje: u bidt het "Weesgegroet"

4. Het vierde kraaltje: u bidt de "Geloofsbelijdenis of de Twaalf Artikelen van het Geloof"

Ik geloof in God de Almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde.
En in Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer,
Die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de Maagd Maria
Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, gekruisigd is, gestorven en begraven,
Die nedergedaald is ter helle, de derde dag verrezen uit de doden,
Die opgevaren is ten Hemel en zit aan de rechterhand van God de Almachtige Vader,
Van daar zal Hij komen oordelen, de levenden en de doden.
Ik geloof in de Heilige Geest,
De heilige katholieke Kerk, de gemeenschap van de Heiligen
De vergiffenis van de zonden,
De verrijzenis van het lichaam en
Het eeuwig leven. Amen.

5. Het laatste kraaltje vooraleer de tien volgende kraaltjes volgen: u bidt "Eeuwige Vader, ik offer u op het lichaam en bloed, de ziel en de Godheid van Uw welbeminde Zoon, onze Heer, Jezus Christus, tot vergeving van de zonden en die van heel de wereld."

6. Op elke kraaltje van het 'Weesgegroet' (dus in totaal 50x), bidt u: "Omwille van Zijn bitter lijden, wees barmhartig voor ons en voor heel de wereld."

7. Op elk kraaltje van het 'Onze Vader' (dus nog 4x), bidt u: "Eeuwige Vader, ik offer u op het lichaam en bloed, de ziel en de Godheid van Uw welbeminde Zoon, onze Heer, Jezus Christus, tot vergeving van de zonden en die van heel de wereld."

Nu komt u terug aan het kraaltje van de Geloofsbelijdenis: dit kraaltje wordt nu niet gebruikt

8. U bidt (driemaal) "Heilige God, Heilige Almachtige God, Heilige Eeuwige God, wees barmhartig voor ons en voor heel de wereld."

9. U komt u nu aan het kraaltje dat in het begin niet werd gebruikt. U bidt: "O Bloed en Water die uit het Hart van Jezus vloeiden, als bron van Barmhartigheid voor ons, Ik vertrouw op U."

10. Aan het kruisteken: U beëindigt het gebed met het kruisteken en zegt "In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen."



28-01-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Graal van Valencia
5. De Graal van Valencia

Hoewel niemand met zekerheid kan zeggen of de Graal van Valencia de echte Graal is van het Laatste Avondmaal, zegt een groep wetenschappers dat deze een enorme culturele waarde heeft dankzij de invloed van de geschiedenis en de literatuur.

Dit werd eveneens verklaard door leden van het internationale congres "Valencia, Stad van de Heilige Graal", over de kelk die geschiedkundig in verband wordt gebracht met de instelling van de Heilige Ecuharistie.



Het congres vond van 7 tot 9 november 2008 plaats in de Katholieke Universiteit van Valencia en was georganiseerd door het Aartsbisdom van Valencia, het Kapittel van de Kathedraal van Valencia, de Katholieke Universiteit van Valencia, het Spaans Centrum voor Sindonologie [wetenschappelijk onderzoek naar de lijkwade], het Koninklijk Broederschap en het Broederschap van de Heilige Kelk.

Experten uit verschillende landen woonden dit congres bij. Ze lichtten de wijze toe waarop deze relikwie de geschiedenis en literatuur heeft beïnvloed sinds de Graal verhuisde van Rome naar Valencia door toedoen van Laurence, de martelaar, in het jaar 258, zoals het traditie het wil.

De massa aan bestaande gegevens duiden de Graal van Valencia aan als de meest waarschijnlijke authentieke kelk die door Christus werd aangewend tijdens het Laatste Avondmaal.

Antonio Beltrán, professor in de archeologie aan de Universiteit van Zaragossa, zegt dat de beker is vervaardigd uit dieprode agaatsteen, ook nog "oosters kornalijn" genoemd, waarin vlamvormige strepen zijn aangebracht. Door het materiaal waaruit deze is vervaardigd, moet deze beker afkomstig zijn uit Palestina, Syrië of Egypte en dateren uit de periode van 400 vóór Christus tot 100 nà Christus. De later aangebrachte onderdelen, zoals de edelstenen dateren uit de 13de of de 14de eeuw.

Jorge Manuel Rodriguez, voorzitter van het Spaanse centrum voor Sindonologie, verklaarde dat "alhoewel de films de Graal meestal als een houten beker tonen, dit soort materiaal niet overeenstemde met de zuiveringsnormen van de Joden." Een ander onderwerp dat ter sprake kwam was de reis van de kelk van Rome naar Valencia.

De deskundigen bevestigden dat, indien de kelk vanuit Jeruzalem in Rome zou zijn terechtgekomen, dit het meest waarschijnlijk door toedoen van de Heilige apostel Petrus is gebeurd.

Jaime Sancho, voorzitter van de Liturgische Commissie van het Aartsbisdom van Valencia, legde informatie voor dat de theorieën ondersteunt dat de eerste Pausen de Eucharistie vierden met dezelfde beker als Jezus. Sancho zei dat de Roomse leerstelling, die teruggaat tot de tweede eeuw letterlijk, op het moment van de consecratie zegt "en deze glorierijke beker in Zijn Heilige en Eerbiedwaardige Handen te nemen," in plaats van gewoon "de beker". Dit en andere bewijzen door Sancho aangebracht tonen het bestaan van een unieke kelk in Rome aan.

Hij werd hierin gesteund door José Vicente Martinez, professor in de Oude Geschiedkunde aan de Universiteit van Valencia èn de Amerikaanse onderzoekster Janice Bennett, doctor in de Spaanse literatuur. Beiden spraken van Paus Sixtus II, martelaar van Rome tijdens de vervolging door Valeriaan, die de Heilige Graal toevertrouwde aan diaken Laurence, de Martelaar om het te beschermen tegen de Romeinse keizer.

Een manuscript van de Heilige Donatus vertelt over dit gebeuren, zegt Bennett, en over het feit dat Laurence zou afkomstig zijn van Valencia en niet Huesca, zoals algemeen wordt aangenomen.

Diverse deelnemers gaven ook het historische bewijs van de aanwezigheid van de kelk in Spanje door de vele eeuwen heen, uit de studie van diverse kronieken en schilderijen.

De Duitse antropoloog Michael Hesemann verklaarde dat "in tegenstelling tot wat velen denken, dit verhaal niet begint bij de Angelsaksische legende van Koning Arthur, maar in de ingewortelde overlevering dat de Kelk van het Laatste Avondmaal reeds in Spanje was tijdens de Middeleeuwen."

De onderzoekers waren praktisch unaniem in het onderzoek naar de kelk met de modernste wetenschappelijke technieken om de oorsprong ervan vast te stellen, alhoewel ze er tevens de nadruk opleggen dat de religieuze waarde ervan niet afhangt van de resultaten van hun ontdekkingen.

Miguel Navarro, doctor in de Kerkelijke Geschiedenis van de Gregoriaanse Universiteit van Rome zei "dat de kelk geen magisch voorwerp is, maar vereerd wordt omwille van het gebruik ervan door Jezus, en daarom een onschatbare godsdienstige waarde heeft, onafgezien van het feit dat het niet met wetenschappelijke zekerheid kan worden bewezen dat het de Kelk van de Heer is."



"Relikwieën," voegde hij hieraan toe, "zijn geen gewoon aandenken, maar hebben een diepere waarde, en zijn een tastbaar bewijs van de werkelijkheid van de menselijke of geschiedkundige gebeurtenis waarop ons geloof is gebaseerd, zoals de redding plaats vindt in de geschiedenis door het vlees."

Bovendien voegde Vader Manuel Carrera, doctor in de lichamelijke wetenschappen, hieraan toe "dat wetenschap en geloof geen tegenstellingen zijn". Hoe dan ook verduidelijkte hij dat "alhoewel de wetenschap een verklaring aan dit alles kan geven, het niet letterlijk kan aantonen over wat er plaatsvindt tijdens de eucharistie."

Tenslotte zei Miguel Navarro dat deze kelk "in zoverre een relikwie, de wetenschap voorbij gaat en er bovenuit stijgt, omdat de oorspronkelijke betekenis ervan tot de sfeer van het geloof behoort, maar dit mag niet betekenen dat we een anti-wetenschappelijke of fundamentalistische houding mogen aannemen. Integendeel, wij hebben de verplichting om dit wetenschappelijk te bestuderen."

Benedictus XVI maakte gebruik van deze kelk tijdens de afscheidsmis van de Familiale Wereldontmoetingsdag te Valencia, in juli 2006. Ook Paus Johannes Paulus II gebruikte de kelk tijdens zijn bezoek aan de stad.

27-01-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laus, Heilgdom in de Alpen
Laus, Heiligdom in de Alpen

Verscholen in een bergpas, hoog in de bergen van Zuid-Frankrijk, duikt er iets heel verbazingwekkends op, een soort verzonnen Paradijs, verborgen voor de rest van de wereld en bijna ongelofelijk mooi om waar te zijn. Het is een schilderachtig gehucht in de bergen dat ongewoon en uitzonderlijk vredig is en zo sereen als zijn adembenemende schoonheid. Een aantal kleine verblijven en een uiterst aantrekkelijke kleine herberg omgeven de basiliek op de heuvel van waaruit men een uiterst prachtig panoramisch zicht heeft op een immense vallei dat vredevol tussen de besneeuwde pieken van de Alpen ligt. Er is hier bijna niets dat doet denken aan onze uiterst technologische maatschappij en de moderne wetenschappen en in plaats van het gedreun van vliegtuigen, treinen en auto’s waar de huidige mens zo aan gewend is geworden, hoort men hier enkel de zachte wind en het vredevol weerklinken van de bellen van de schapen die gebruik maken van de enige weg die langs dit oord gaat. Het geluid van de klokken van de basiliek weerklinken met een regelmatige interval door de vallei en dooft uit in de uitgestrektheid van de bergachtige groene diepen, maar onafhankelijk hiervan, heerst er vooral vrede in dit vreemde, fascinerende toevluchtsoord van stilte.

Maar waarom, kan men zich afvragen, is er zo hoog in de bergen zo’n mooie basiliek gevestigd? Om de weinige inwoners te dienen? Iets moois moet hier hebben plaatsgevonden! Inderdaad, dit was ook zo!

Er heerst een soort onwaarschijnlijke stemming in deze plaats dat nog wordt versterkt door een bijna heilige stilte die heen en weer fluistert tussen de steile hellingen en de weiden van de ‘Vallon des Fours’. De tijd lijkt hier stil te staan en als een reiziger hier zijn ogen sluit en de frisse berglucht inademt dan is het alsof hij terug kan kijken in de tijd, een andere wereld in een ander tijdperk, ergens beneden de mist. Dan vraagt hij zich af wat deze plaats is en waarom zijn ziel hier zo gegrepen wordt alsof deze niet meer wil terugkeren naar de vroegere wereld. Het antwoord hierop is even onwaarschijnlijk als de schoonheid van deze plaats, want het verhaal van deze vreemde plaats is buitengewoon en begon drie en een halve eeuw geleden, in het jaar 1664, toen een herdersmeisje er vertoefde in het gehucht Laus.



Het was in mei van het jaar 1664 dat het kleine gehucht Laus een meest wonderlijk geschenk ontving, het bezoek van een Koningin van een onmetelijke grootsheid, dat van Laus in de Alpen een heiligdom zou maken die de tand des tijds zou doorstaan tot het bittere einde van de wereld. Notre Dame du Laus verscheen er meer dan 300 jaar geleden aan Benoite Rencurel en liet er een krachtige boodschap van hoop voor de mensheid achter die bijna, zoals het gehuchtje zelf, vergeten was door de wereld, en gevaarlijk balanceert op de rand van deze gekke moderne tijden die zo’n aangrijpend contrast vormen met de kalmte van het plaatsje Laus.

De meesten hebben nog nooit gehoord van de boodschappen of de verschijningen van Notre Dame Du Laus. Zelfs het grootste gedeelte van de katholieken in Frankrijk hebben er nooit over gehoord. Waarom? Omdat de boodschap van Onze Lieve Vrouw aan Benoite, naast de vervulling van hoop, nog een andere aspect inhoudt, een aspect dat allesbehalve geliefd is bij de kerk van de moderne wereld. De boodschap legt immers een enorme nadruk op de gevaren van de zonde, het belang van berouw, de absolute noodzaak van het sacrament van de biecht om te worden gered en de noodzaak om dit sacrament regelmatig te ontvangen. Een ongelofelijk aantal katholieken, van gewone eenvoudige mensen tot de meest adellijken hebben er sinds 1647 de weg teruggevonden die leidt naar de redding, als een direct gevolg van de boodschap van Notre Dame du Laus en de vroomheid van de zienster Benoite, die er de boodschap verkondigde voor de wereld.

Het Heiligdom van Laus wordt het "toevluchtsoord" van de zondaars genoemd en het is misschien doordat de nadruk op het kwaad van de zonde gelegd werd, dat de boodschap van Maria tot Benoite "weggemoffeld" werd door deze moderne, verlichte en "volwassen" katholieke wereld.



Wat volgt is het verhaal van de verschijningen van Notre Dame du Laus en het leven van de zienster, Benoite Rencurel. Hou de vreemde, onaardse atmosfeer vat het gehucht en de boodschap in gedachten bij het lezen van dit verhaal en onthou ook dit: samen met het verslag van de verschijningen van Notre Dame du Laus, is er ook de voorspelling dat de buitengewone gebeurtenissen en boodschap van Laus door de wereld voor een hele lange tijd zouden vergeten en veronachtzaamd worden. Maar, eveneens volgens de voorspelling, zou Laus opnieuw in de belangstelling komen op een tijdstip dat het einde der tijden zou nabij zijn.

Maar, wees niet bevreesd. Zoals dit het geval is met alles rond Notre Dame du Laus, is er eveneens grote hoop op komst: Onze Lieve Vrouw heeft er beloofd dat Laus een "veilige schuilplaats" zou zijn en een "toevluchtsoord voor zondaars" tegen elk kwaad, zowel geestelijk als lichamelijk, dat aan de wereld zal toegebracht worden, en zelfs in de eindtijden zal Laus gespaard blijven, beloofde Maria.. Laus kwam ongedeerd uit de afgrijselijke terreur en vernietiging van de schandelijke Franse Revolutie, net zoals het de beide Wereldoorlogen heeft overleefd. Voor diegenen die in de eindtijden, op de één of andere manier naar haar bijzonder Heiligdom, hoog in de Alpen, kunnen reizen, is er de belofte van Onze-Lieve-Vrouw van de bevrijding van de krachten der hel. Laat ons hopen dat iedereen die een bijzondere verering heeft voor Notre Dame du Laus, ook zal kunnen genieten van de voordelen van deze bijzondere belofte, vervuld van hoop, die drie eeuwen geleden aan de wereld werd gegeven door Onze genadevolle Moeder aan het Benoite.

Rencurel werd geboren op 16 september 1647 uit een boerenfamilie nabij het dorpje Laus in het bisdom van Grenoble, Frankrijk. Haar vader stierf toen ze zeven jaar oud was, wat aanleiding gaf tot grote armoede en ellende in het huis van weduwe. Moeder Rencurel huwde nooit meer, maar besteedde haar tijd volledig aan de opvoeding van haar drie dochters. Om er tenminste zeker van te zijn dat Benoite goed te eten te krijgen, ging zij als herderin werken op de leeftijd van 12 jaar.

Terwijl ze op de schapen paste, hield Benoite ervan de Rozenkrans te bidden. Tegen dat ze was, nam ze het Evangelie heel ernstig en toen het dorp grote ellende kende door mislukte oogsten, onthield ze zichzelf van eten en gaf haar eten aan de kinderen die niets te eten hadden.



Op een bepaalde ogenblik probeerden twee karrenvoerders, die algemeen bekend stonden om hun slechte leven, om voordeel te halen uit Benoite’s jeugd en onschuld, maar eerder dan zich aan hen te geven, vluchtte ze weg in een voor haar gevaarlijk en onbekend moerassig gebied. De grond begaf het niet onder haar gewicht, maar toen de twee mannen haar poogden te achtervolgen, zakten ze onmiddellijk in de grond en moesten ze alles in het werk stellen om terug op het droge te geraken. Onze Lieve Vrouw beschermt allen hen voor wie een groot werk is weggelegd.

Op de leeftijd van 17 jaar, in 1664, hoedde zij de schapen in de Vallon des Fours, nabij het dorpje Saint-Etienne, toen een onbekende dame aan haar verscheen. Blijkbaar wou Onze Lieve Vrouw zich voorstellen aan deze kleine herderin, zonder eerst haar ware identiteit te onthullen, precies op dezelfde wijze als aan Bernadette Soubirous te Lourdes. Benoite voelde zich enorm aangetrokken door de verschijning en elke dag keerde ze terug naar de Vallon des Fours. Onze Lieve Vrouw wenste het geestelijke leven van Benoite te versterken, en om haar te leren om volledig edelmoedig te zijn vroeg ze het meisje om een geit. Benoite was in het bijzonder gehecht aan het dier, dat zij reeds als kind hoedde. Ondanks de genegenheid voor de dame, weigerde Benoite dit verzoek. Zij had nog niet de geestelijke rijpheid ontwikkeld om afstand te doen van alles.

De onbekende dame onthulde haar naam tijdens de laatste verschijning in de Vallon des Fours: "Ik ben Maria, de Moeder van Jezus. Mijn Zoon wenst in deze vallei, maar niet op deze plek te worden vereerd."

Benoite kreeg nu een grote liefde voor Onze Lieve Vrouw en sprak tot Haar in alle openheid en Onze Lieve Vrouw maakte Haarzelf in alle glorie bekend, in schitterend licht, maar zonder haar bevreesd te maken. Tijdens deze verschijning kon Benoite amper het gelaat van de Heilige Maagd waarnemen, zo sterk was het licht.

Onze Lieve Vrouw zei tot Benoite "Als u Mij opnieuw wenst te zien, ga dan naar Laus. U zult daar een mooie kapel vinden van waaruit een aangename geur komt."

De dag hierop ging Benoite naar Laus en kwam spoedig op de aangename geur uit, afkomstig uit de verlaten "Chapel du Bon Rencontre". Zij kroop letterlijk naar binnen en op het stoffige altaar zag ze Haar geliefde Moeder Maria opnieuw. Zij bood onmiddellijk haar schort aan om de voeten van de Dame af te schermen voor het stof.

Onze Lieve Vrouw kreeg nu een volledig vertrouwen in Benoite en begon haar opdracht te onthullen die Zij diende toe te vertrouwen aan de herderin.

"Ik heb aan Mijn Zoon gevraagd om Mij Laus te schenken, en Hij ging akkoord," legde de Heilige Maagd uit. Zij vertelde aan Benoite dat het Haar innigste wens was dat de mensen de liefde zou worden bijgebracht die God voor hen had. Benoite kwam regelmatig naar de kapel tijdens de winter van 1644-1645. Onze Lieve Vrouw onderrichtte haar verder en vroeg haar om te bidden voor hen die een slecht leven leiden zodat ze zich in berouw opnieuw tot Haar Zoon zouden richten.

Ondertussen had het nieuws over de verschijningen zich in de streek verspreid en overal begonnen de mensen te spreken over de visioenen van Benoite. In de lente van 1665 kwamen er vele bedevaarders naar Laus en teksten uit die tijd getuigen ervan dat er in een periode van enkele maanden meer dan 50 genezingen geschiedden. Al spoedig kwam men tot de ontdekking dat de genezingen voornamelijk plaatsvonden bij pelgrims die vurig baden en gezalfd werden met de olie van de lamp dat zich bij het tabernakel bevond in de kapel. Deze olie is nog steeds beschikbaar in de basiliek van Laus voor de mensen die erom vragen.

Onze Lieve Vrouw had aan Benoite gevraagd om te bidden voor de zondaars, maar nu ging Zij nog een stapje verder en vroeg aan haar elk van hen individueel aan te spreken en hen te vragen zich open te stellen voor Gods vergiffenis. Maria zou de pelgrims van Laus smeken om hun zonden te biechten en dankzij Haar pleidoor ondergingen velen van hen, zowel mannen als vrouwen, een verandering in hun harten en verzoenden zichzelf met God in het sacrament van de biecht. Het plan van Onze Lieve Vrouw werd aldus verwezenlijkt en nu sprak Zij tot Benoite: "Ik wens dat hier een kerk wordt gebouwd, waar velen zullen worden bekeerd."

Om de enorme hoeveelheid aan pelgrims te kunnen opvangen, werd er een mooie kerk gebouwd, waarin de volledige "Chapelle du Bonne Rencontre" werd verwerkt. De nieuwe kerk werd "Notre Dame du Laus" genoemd.



Op een dag stuurde Maria, tijdens een visioen, twee heiligen naar Benoite met het verzoek om haar te doen kiezen tussen twee kronen. De eerste kroon bestond uit rozen en stond symbool voor een gemakkelijke en aangename manier van leven in vrede en geluk. De tweede kroon bestond uit doornen, symbool voor zelfverloochening en een leven vol van moeilijkheden en lijden dat ze zou ondervinden bij haar pogingen om God en de medemens te dienen. Benoite twijfelde geen seconde en koos voor het tweede pad, dat zij reeds was begonnen en aanvaardde de kroon van doornen die haar werd aangeboden door de Heilige Catharina van Siëna.

Op een dag bevond ze zich biddend voor het kruis van Chris d’Avançon, voelde Benoite zo’n diepe liefde voor de Gekruisigde Redder dat ze er vurig naar verlangde om te worden verenigd met Zijn lijden dat Hij onderging voor de redding van de zondaars. Vanaf die dag, en dit gedurende negen jaar, kreeg ze vanaf donderdagavond tot zaterdagmorgen de pijnlijke lichamelijke ervaring van de passie van de Heer.

Toen Benoite 46 jaar oud was overleden er twee priesters waarmee ze sinds de eerste jaren van de bedevaarten mee samenwerken. Ze werden opgevolgd door twee Jansenisten, wat negentien jaar durende periode van groot lijden voor Benoite tot gevolg had.

Samen met haar uiterlijk lijden, beleefde ze een periode van een groot spiritueel lijden en onderging ze een hevige innerlijke smart. Om dit lijden draaglijker te maken werden er engelen naar haar toe gezonden om haar de Heilige Communie te brengen.

Gesterkt door het Hemelse Brood, waarin de Heer zichzelf geeft als voedsel, bleef Benoite trouw aan haar opdracht tijdens deze lange en pijnlijke periode van lijden.

Op de avond van 15 augustus 1698 kreeg Benoite, die zichzelf zo vurig en nauw had vereenzelvigd met het lijden van Jezus Christus, een verheven ervaring van het Hemelse geluk. Zij zag Onze Lieve Vrouw en de Heiligen volledig verenigd in de vreugde en liefde van God. Dit visioen bekoorde haar zo in lichaam en ziel, dat ze alle contact met de wereld rondom haar verloor. Zij bevond zich in vervoering. Deze kennis van de Hemel bleef voortdurend in haar gedachten en ondanks al haar lijden, verschafte dit haar vreugde en zekerheid in de Goddelijke Barmhartigheid.

Benoîte raakte echter uitgeput door haar voortdurende strijd tegen de geest van het kwade en daarnaast moest zij steeds ter beschikking van de pelgrims zijn. Hierdoor kwam het op een punt dat zij deze spanningen die werden veroorzaakt door de eindeloze menigte pelgrims die haar wensten te zien, aan te spreken en aan te raken, niet langer meer kon verdragen. Daarom volgde zij voortaan de Heilige Mis in een huiskapel op de eerste verdieping, weg van de menigte.

Benoîte stierf op 28 december1718, op 72-jarige leeftijd. Zij verliet deze aarde bij volledig bewustzijn, haar aangezicht stralend van vreugde. Om 8 uur ’s avonds werd zij herenigd met de Heilige Maagd Maria, die zij 54 jaar eerder voor het eerst had ontmoet in het dal van Vallon des Fours. Zij werd begraven in de basiliek, die rond de kapel was gebouwd, om de grote menigten pelgrims te kunnen opvangen.

Alhoewel een van de minder bekende heiligdommen van Frankrijk, is Laus doordrongen van een bijzonder atmosfeer die men niet vindt in de gecommercialiseerde beter gekende heiligdommen. Laus werd door Onze Lieve Heer aan Zijn Gezegende Moeder geschonken en dit wordt ook zo aangevoeld door elke bezoeker. Buiten een heel eenvoudig winkeltje aan de basiliek, vindt men er geen enkele souvenirwinkel en de enige handel in het dorp is een kleine restaurantbar, eigendom van een zeer gelovige katholieke dame. Elkeen die naar Laus komt is het over één ding eens: ze vonden er vrede en wensen er ooit nog eens terug te keren.



Op 4 mei 2008 erkende Rome het heiligdom Notre-Dame du Laus in het Franse departement Hautes-Alpes officieel als bedevaartplaats. Deze erkenning werd tijdens een plechtige hoogmis in Laus uitgesproken door bisschop Jean-Michel di Falco Léandri van het diocees Gap en Embrun. Aan de viering namen de apostolische nuntius in Frankrijk, een twintigtal kardinalen en bisschoppen, enkele politici en duizenden gelovigen deel.

"Ik erken hierbij de bovennatuurlijke oorsprong van de verschijningen en van de feiten die betrekking hebben op de jonge herderin Benoîte Rencurel", aldus Mgr. Di Falco Léandri. "Ik moedig de gelovigen aan om in dit heiligdom te komen bidden en spiritueel tot herbronning te komen."

Het heiligdom van Laus trekt jaarlijks zo'n 120.000 pelgrims. De officiële erkenning bleef zo lang achterwege omdat men al die tijd ervan uit was gegaan dat die al gegeven was. Totdat het Vaticaan in 2003 de bisschop van Gap inlichtte dat zulks niet het geval was.

Er zijn nu in Frankrijk vijf bedevaartplaatsen waarvan de Maria-verschijningen officieel door de Kerk zijn erkend: Pontmain, Pellevoisin, La Salette, Lourdes en St.-Etienne-Le-Laus.


26-01-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Garabandal: Interview met Conchita Conzalez door Fr. Francis Benac (Juni 1978)
Garabandal: Interview met Conchita Conzalez door Fr. Francis Benac (Juni 1978)

Fr. Francis: Hoe hoog bevond Maria zich toe Zij aan u verscheen?

Conchita: Soms konden we haar een kruis geven om te kussen, maar we moesten steeds omhoog kijken.

Fr. Francis: In een aantal foto's zien we dat jullie elkaar moeten opheffen?

Conchita: Ja, omdat we Haar soms niet konden bereiken toen Zij zich boven onze aangezichten bevond.

Fr. Francis: Was u zich bewust van wat u deed?

Conchita: Ja, we waren ons hier heel goed van bewust en toen we dit deden was de andere gewoon gewichteloos.

Fr. Francis: Is het waar dat Onze Lieve Vrouw jullie kuste, vooraleer ze wegging? Voelde u dit?

Conchita: Uiteraard voelden we dat, net zoals u een andere persoon zou kussen.

Fr. Francis: Onze Lieve Vrouw verscheen dikwijls tijdens de nacht aan jullie vier. Denkt u dat ze dit tijdstip heeft gekozen voor een bijzondere reden?

Conchita: Ik zou zeggen dat hier, buiten wat Zij zelf zei, namelijk dat het tijdens de nacht was dat er zoveel zonden werden begaan, geen andere reden achter zit.

Fr. Francis: Vroeg Maria aan jullie vier om opofferingen te doen?

Conchita: Wat ons betreft, maakten we reeds opofferingen. We werkten de hele dag op het veld en toen het tijd werd om naar bed te gaan, dan konden we niet slapen, omdat de Maagd ons reeds de "Hamadas" gegeven had [de "Hamadas" is het speciale teken dat door de meisjes werd herkend en dat de verschijningen voorafging]. Dit gold ook voor alle mensen uit het dorp en voor onze families. Zeker waren dit jaren van grote opofferingen, door overdag te werken en 's nachts te wachten op de Maagd.

Fr. Francis: Wat de boete betreft, verwees Maria dan naar iets in het bijzonder?

Conchita: Ik herinner mij dat ik de eerste dag een boetegordel droeg en Zij vertelde mij dat dit niet datgene was dat Zij wou, maar eerder dat wij dagelijks alles zouden aanvaarden zoals het kwam en dit dan op te offeren met liefde en geloof, vooral wat de gehoorzaamheid betrof en nog andere zaken die kinderen zoal doen.

Fr. Francis: Wat verlangde Zij het meest van jullie tijdens Haar bezoeken?

Conchita: Zij drong er steeds op aan om te bidden voor de priesters. We begrepen niet waarom. Dit klonk zo vreemd om Haar dit verzoek te horen zeggen, omdat Zij ons op een dag vertelde: "Als u ooit een priester ziet en een engel, groet dan eerst de priester en daarna de engel." Door dit begrepen we dat het God [vertegenwoordigd door de priesters] was die kwam en daarom begrepen we haar voortdurende verzoeken om voor de priesters te bidden niet.
 
Fr. Francis: Wanneer wist u dat Vader Luis Andreu en jullie iets gezamenlijks hadden in de extasen en het zien van het Mirakel?

Conchita: Dat kan ik mij niet meer herinneren.

Fr. Francis: Maar u zei later dat de Maagd u had verteld dat Hij van vreugde was gestorven?

Conchita: Ik weet dat Zij dat zei, maar ik herinner mij niet meer wanneer.

Fr. Francis: Klopt het dat Onze Lieve Vrouw u vertelde dat Vader Luis, na zijn dood, samen met Haar zou verschijnen en dat hij met jullie vier zou praten?

Conchita: Ja, en wij hoorden hem op een natuurlijke wijze praten.

Fr. Francis: Heeft hij u een persoonlijke boodschap nagelaten voor zijn broer Ramon?

Conchita: Dat weet ik niet meer. Wat ik me wel nog herinner is dat hij ons het Weesgegroet in het Grieks heeft geleerd. We herhaalden alles wat hij zei en de mensen rondom ons hoorden onze woorden ook.

Fr. Francis: Herinnert u zich hier nog iets van? Kunt u hiervan iets opzeggen?

Conchita: [Zonder te twijfelen zegt ze de eerste regel van het Weesgegroet in het Grieks] ... Meer herinner ik mij niet.

Fr. Francis: U hebt u gezegd dat het lichaam van Vader Luis Andreu na het Mirakel ongeschonden zou worden teruggevonden!

Conchita: Ja. De Maagd zei dat, na het Mirakel, het lichaam van Vader Luis Andreu, ongeschonden zou teruggevonden worden. Ik ben er van op de hoogte dat, toen het graf werd geopend om het lichaam naar Loyola over te brengen, het lichaam ontbonden was.

Fr. Francis: Wat was uw reactie hierop?

Conchita: Laat me hierop opnieuw antwoorden dat het Onze Lieve Vrouw was die mij heeft gezegd dat, na het Mirakel, het lichaam ongeschonden zou worden teruggevonden. Hoe dat zal gebeuren, weet ik niet.

Fr. Francis: Maar, toen Onze Lieve Vrouw dit heeft gezegd, moet Zij toch hebben geweten dat het lichaam reeds ontbonden was?

Conchita: Ja, uiteraard weet Zij alles. Misschien weet zijn broer meer [Vader Ramon Andreu].

Fr. Francis: Wat uw bezoeken aan Rome betreft, wie heeft u voor de eerste maal uitgenodigd?

Conchita: Dat herinner ik mij moeilijk, maar ik ben er zeker van dat het Kardinaal Ottaviani was. Ik weet dat er enkele boodschappen thuis werden afgeleverd met een uitnodiging van Rome. Ik denk dat de uitnodiging van Kardinaal Ottaviani kwam.

Fr. Francis: En zo hebt u Kardinaal Ottaviani in Rome ontmoet in Rome?

Conchita: Ik denk dat het Kardinaal Ottaviani, samen met andere bisschoppen was, maar precies kan ik mij dit niet meer herinneren.

Fr. Francis: Er is veel gesproken geweest over uw eventuele ontmoeting met de Heilige Vader en ik heb woorden hierover van Kannunik Porro. Kunt u ons vertellen of deze verklaring doeltreffend is?

Conchita: Ik kan hierover niet praten [Conchita heeft geheimhouding gezworen van haar gesprek tijdens haar ontmoeting met Paus Paulus VI].

Vader Francis: Op de kaft van het boek van Sanchez Ventura over de verschijningen te Garabandal, staat er dat Paus Paulus VI zou hebben gezegd: "Ik zegen u en met mij de hele Kerk." Zijn deze woorden juist?

Conchita: Ja! Hij zei precies deze woorden.

Vader Francis: Konden de aanwezigen deze woorden ook horen?

Conchita: Iedereen rondom ons kon deze woorden horen.

Vader Francis: Bevond er zich een kardinaal of bisschop bij de Heilige Vader, toen u voor hem verscheen?

Conchita: Je, er was een bisschop bij die zijn uiterste best deed om te Heilge Vader er van te weerhouden om dicht bij mij te komen. Toen de Paus voorbijkwam op zijn 'gestatoria' [gedragen stoel] maakte de Paus er een bisschop attent op dat hij mij gezien had, maar deze probeerde tussen de Paus en mij te gaan staan. Niettemin kwam de Heilige Vader dichter en zei deze woorden tot mij.

Vader Francis: De Paus, naar ik begrijp, zou volgens Onze Lieve Vrouw, van eender waar hij zich zou bevinden, het Mirakel kunnen waarnemen? Is dit zo? Verwees zij naar de huidige Paus?

Conchita: Neen. Toen ik dat zei, was de Paus Johannes XXIII. Zij zei niet welke Paus, maar eenvoudig "de Paus."

Fr. Francis: Wat de eerste boodschap betreft, waar hebt u deze ontvangen en wanneer hebt u deze neergeschreven?

Conchita: Ik ontving de boodschap op "la Calleja" [het stenen pad dat naar de Pijnbomen leidt en waar de eerte verschijningen plaatsvonden]. Nadat de Heilige Michaël mij deze boodschap gaf, ging ik naar huis en alle mensen volgden mij. Terwijl iedereen buiten bleef wachten, ging ik binnen en ik denk niet dat het meer dan een minuut in beslag nam om de boodschap neer te schrijven. Ik wens hier iets aan toe te voegen. Uit de tijd van onze ontkenningen [de Heilige Maagd had de zienertjes in 1961 voorzegd dat ze over de verschijningen zouden beginnen te twijfelen en ze zelfs zouden ontkennen nadat deze zouden stoppen] herinner ik me nog dat ik de bisschop zag om hem te zeggen dat de verschijningen niet authentiek waren. Ik vertelde hem: "Ik ben er zeker van dat de Boodschap door een engel werd gegeven." Zelfs als voelde ik toen dat de verschijningen niet echt waren, bleef de Boodschap in mijn geest gegrift.

Fr. Francis: Herinnert u zich dit nog heel goed?

Conchita: O ja! Het was dit dat het meeste indruk maakte op mij en ik vroeg mezelf af: "Als de verschijningen niet waar zouden zijn, wie gaf mij dan deze Boodschap?"

Fr. Francis: Ik weet dat er twee versies zijn van de Boodschap. Hoeveel exemplaren hebt u neergschreven?

Conchita: In de eerste versie schreef ik "Vele priesters begeven zich op het slechte pad."

Fr. Francis: Waarom hebt u dan "kardinalen, bisschoppen en priesters" geschreven?

Conchita: Ik durfde er  eerst "kardinalen en bisschoppen" niet bijvoegen, omdat de Boodschap te sterk zou klinken. Toen ik ze opschreef, zei ik tegen mezelf: ik voel niet dat ik ongehoorzaam ben aan de engel, aangezien kardinalen en bisschoppen ook priesters zijn. Daarom schreef ik later de boodschap opnieuw op. Ik voelde dat ik echt moest neerschrijven wat de Heilige Michaël mij had verteld, kardinalen en bisschoppen, inbegrepen. Er zijn niet meer dan twee versies, maar in de eerste versie schreef ik enkel "priesters".

Fr. Francis: Ik weet dat Vader Marcelino Andreu de eerste vertaling naar het Engels maakte. Schreef hij de volledige versie of schreef hij enkel "priesters"?
Conchita: Dat weet ik niet, maar ik voel dat hij enkel "priesters" neerschreef en ik denk dat Vader Luna de vertaling naar het Frans deed.

Fr. Francis: Hebben de geestelijke overheden u, omwille van deze zin, benaderd?

Conchita: O ja, velen, maar enkel individueel, niet officiëel. Een priester vertelde me zelf dat ik zou geëxcommuniceerd worden om op deze wijze over de priesters te hebben gesproken.

Fr. Francis: Maar een gewone priester bezit de macht niet om dit te doen.

Conchita: Misschien deed hij dit om mij schrik aan te jagen. En ja, het was ook erg aangezien de mensen uit het dorp de priesters aanzagen als iets goddelijks. Toen er een priester naar het dorp kwam was het alsof God Zelve naar het dorp kwam. Dit is hoe wij over de priesters dachten en daarom was het zo bijzonder moeilijk voor mij om dat gedeelte van de Boodschap te schrijven. In die dagen kwam er geen nieuws over priesters vanuit de binnenwereld in ons dorp. Daarom noemden ze me een leugenaar en zeiden ze dat ze mij gingen doden.

Fr. Francis: Hebben de Heilige Maagd of de Heilige Michaël u bij gelegenheid in het bijzonder gevraagd om de Boodschap te verspreiden?

Conchita: Wat mij betreft zijn de Boodschappen de enige reden voor de verschijningen, voor mij en voor iedereen.

Fr. Francis: Was het daarom dat de Heilige Maagd bij het begin van Haar Tweede Boodschap erover kloeg dat de Eerste Boodschap niet was verspreid?

Conchita: Ja, precies.

Fr. Francis: Dan kunnen we hieruit besluiten dat dit uw bijzondere opdracht is: leven naar de boodschappen en anderen hierbij helpen.

Conchita: Zeker; Waarom zou Zij anders vanuit de hemel op aarde zijn gekomen?

Fr. Francis: Bent u gelukkig dat de boodschappen over de hele wereld worden verspreid, ondanks zovele moeilijkheden?

Conchita: Ja, en ik ontvang heel bemoedigende brieven van mensen die zeggen dat ze naar de boodschappen leven en deze verspreiden.

Fr. Francis: Er blijft nog een moeilijke vraag om u te stellen, namelijk over de kapel ter ere van de Heilige Michaël. Heeft Onze Lieve Vrouw hier ooit naar gevraagd?

Conchita: Ja, Onze Lieve Vrouw vertelde ons dat ze wou dat er een kapel zou gebouwd worden aan de Pijnbomen, maar nà het Mirakel. [De huidige kleine kapel is letterlijk op één nacht gebouwd, rond 1968]

Fr. Franics: Heeft Onze Lieve Vrouw, zoals bij Haar overige verschijningen, ooit gevraagd om een Heiligdom te bouwen ter ere van Haar?

Conchita: Neen, Zij vroeg enkel om een kapel voor de Heilige Michaël.

Fr. Francis: Hoe zou u dit gebaar van Onze Lieve Vrouw interpreteren?

Conchita: Ik heb dit op geen enkele manier geïnterpreteerd. Ik heb steeds aanvaard wat Zij zei, maar nu ben ik er mij van bewust dat de Heilige Michael Gods verdediger is tegen satan. De Heilige Moeder denkt dat de mensen hem meer zouden moeten vereren, maar ik weet het werkelijk niet.

Fr. Francis: Heeft de Maagd u ooit iets gezegd over uw toekomst?

Conchita: Neen. Ik heb het haar dikwijls gevraagd, maar Zij sprak nooit over ons privéleven tegen ons. Als ik haar hieromtrent vragen stelde, gaf Zij geen antwoord. Ik heb haar meerdere malen verteld dat, wanneer ik 15 jaar zou worden, ik naar een klooster zou gaan om kloosterlinge te worden op mijn zestiende, maar Zij geeft mij, noch de andere meisjes hierop ooit geantwoord.

Fr. Francis: Voelde u een drang om een kloosterleven te leiden?

Conchita: Ja, ik wou eerst binnentreden in het klooster, omdat ik dacht dat dit, na de Maagd te hebben gezien, de normale weg was om een kloosterlinge te worden.

Fr. Francis: Wanneer begon u dan een andere richting uit te gaan?

Conchita: Na een gesprek met Onze Heer [in de kloosterschool van Pamplona], maar ik herinner mij het volledige gesprek niet meer, maar ik herinner wel nog dat Hij zei dat ik hier op aarde was om zelf te kiezen. Uit deze zin en de rest van het gesprek kon ik opmaken dat mijn leven niet bestemd was voor het klooster. Hierna dacht ik dat de Heer misschien wou zeggen dat mijn plaats niet in dat welbepaalde klooster was en daarom heb ik gedacht om mij bij een aantal zusters te voegen die een kluizenaarsleven leidden. Ik ben daar ook zo'n maand geweest en voelde een sterke drang om zo'n leven te leiden. Maar vreemd genoeg, iedere keer dat ik eraan dacht om mij bij hen te voegen, kwam er direct hierna een andere gedachte dat ik niet bekwaam zou zijn om dit vol te blijven houden.

Fr. Francis: Waarom?

Conchita: Ik veronderstel dat de reden hiervoor is dat ik geen echte roeping heb gekend zoals de Heer de mensen roept.

Fr. Francis: Hierna voelde u zich aangetrokken tot een huwelijksleven?

Conchita: Neen, ik dacht toen ook nog niet aan een huwelijk.

Fr. Francis: U hebt mij verteld dat Patrick, uw echtgenoot, u een voor het grootste gedeelte heeft geholpen in uw spirituele leven. Hoe?

Conchita: Ik kan mij niemand anders indenken die mij zo mooi geleid heeft. En ik zeg dit niet omdat hij mijn echtgenoot is, maar gewoon omdat het zo is.


25-01-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Garabandal: Interview met Conchita Conzalez door Mgr. Francisco Garmendia (1980)
Garabandal: Interview met Conchita Conzalez door Mgr. Francisco Garmendia (1980)

Mgr. Garmendia: Onder dezen die van u houden, en iedereen houdt van u, Conchita, is er een achtenswaardige man in Santander die u kent en die heel hard werkt voor Garabandal en die alle gegevens heeft over Garabandal. Zijn naam is Placido. Kent u hem?

Conchita: Ja, ik heb hem heel graag. Ik herinner mij heel goed dat hij Garabandal verdedigde en nu een belangrijk getuige is. Hij is één van de gekozenen door Onze Lieve Vrouw. Er zijn er niet zoveel die van in het begin hebben blijven volharden in Garabadal en daarom zeg ik tot Placido: "Proficiat, omdat u steeds blijft volharden in de Heilige Maagd."

Mgr. Garmendia: Hoe vond u de audio-opname die u door Placido werd toegezonden? Hebt u alles begrepen? [Placido Ruiloba was een zakenman uit Santander die regelmatig naar Garabandal ging om getuige te zijn van de verschijningen. Hij had steeds een bandopnemer bij zich en heeft zo'n veertig banden uit die tijd, waarop de zienertjes zingen, bidden en spreken tot Maria tijdens de verschijningen. Het was een dubbel van zo'n opname dat Placido naar Conchita zond).

Conchita: Ik begreep dat over de Rozenkransen, maar niet het gesprek met de Maagd. Ik herinnerde maar een aantal zaken, maar het bracht een aantal aangename herinneringen terug.

Mgr. Garmendia: Het bracht een aantal aangename herinneringen terug?

Conchita: Ja, en ik zal er ongetwijfeld nog naar luisteren om te horen of ik er meer uit kan opmaken.

Mgr. Garmendia: Het brengt u terug naar jongere dagen, niet? Hoe mooi moeten die dagen zijn geweest. Ongetwijfeld wakkert deze uw innerlijke leven opnieuw aan en ik veronderstel dat u zich stilaan vele dingen begint te herinneren.

Conchita: Toen ik ernaar luisterde, was het alsof ik naar een andere Conchita luisterde die praatte met Onze Lieve Vrouw. Ik had niet het gevoel dat ik het was.

Mgr. Garmendia: Kon u uw stem herkennen?

Conchita: Neen, het was alsof ik het niet was. Het klonk als een andere Conchita. Ik weet niet waarom.

Mgr. Garmendia: Wenst u wat meer van de opname te horen?

Conchita: Uiteraard.

Mgr. Garmendia: Goed.

Conchita: Ik denk dat Onze Lieve Vrouw één en al liefde is, de grootste en de mooiste liefde. Zij komt liefdevol uit de Hemel om ons te vertellen wat te doen en ons eraan te herinneren. Zij is een Moeder en Zij toont dit door tot ons te komen.

Mgr. Garmandia: Hebben de gewone mensen twijfels over de verschijningen?

Conchita: De Maagd heeft ons verteld dat vele mensen zullen ophouden te geloven alvorens het Mirakel zal plaatsvinden.

Mgr. Garmandia: Hebt u hier veel aan gedacht dat de mensen zouden ophouden te geloven?

Conchita: Neen. Ik denk hier niet veel aan.

Mgr. Garmandia: U gelooft blindelings in Onze Lieve Vrouw en u zegt ons steeds wat Zij u heeft verteld. Nu over een ander onderwerp, Conchita, de Heilige Communie. Ik heb begrepen dat de engel u enkel de Heilige Communie gaf wanneer er geen priesters aanwezig waren. Maar op de dag van het zichtbare Mirakel van de Hostie, die u gegeven werd, waren er zo'n dertig priesters aanwezig. Hoe verklaart u dat?

Conchita: Maria heeft ons nooit verteld dat er geen engel zou komen wanneer er geen priesters zouden zijn. Het was de engel zelf die niet kwam wanneer er priesters aanwezig waren. Uitsluitend op die dag kwam de engel wel, ook al waren er priesters aanwezig. Ik weet niet waarom.

Mgr. Garmandia: De Maagd heeft u dus niet verteld dat de engel u de Communie zou brengen, als er geen priesters aanwezig waren?

Conchita: Neen, want alles wat de Maagd vertelt, gebeurt zoals Zij vertelt.

Mgr. Garmandia: Conchita, kunt u ons vertellen wie u de opdracht gaf om een dagboek bij te houden?

Conchita: Ja, de bisschop van Leon.

Mgr. Garmandia: Het was dus de bisschop van Leon?

Conchita: De bisschop was in het huis van senor [Emilio] del Valle en via deze heer vernam ik om een dagboek te beginnen. Hij kocht mij een aantal boeken?

Mgr. Garmandia: De bisschop kocht u een aantal notitieboeken?

Conchita: Neen, het was senor del Valle.

Mgr. Garmandia: Een leek?

Conchita: Ja, maar een nauwe vriend van de Bisschop van Leon.

Mgr. Garmandia: En wat moest de Bisschop van Leon hiermee aanvangen?

Conchita: Ik weet het niet

Mgr. Garmandia: Hoe verscheen hij in Garabandal?

Conchita: Ik weet het niet, hij bevond zich ten huize van senor del Valle?

Mgr. Garmandia: Kwam senor del Valle uit Garabandal?

Conchita: Neen, Emilio del Valle was van Reinosa, maar leefde in Leon.

Mgr. Garmandia: De bisschop vroeg u dus om het dagboek te schrijven. Is er één enkel dagboek of zijn er meerdere?

Conchita: Deze die is uitgegeven is het dagboek dat ik van de bisschop moest schrijven. Ik heb nog mijn eigen dagboek en ook een zuster uit de school waarheen ik ging heeft er een.

Mgr. Garmandia: Moeder Nieves?

Conchita: Ja, Moeder Nieves. Ik denk dat er ooit iets is uit gepubliceerd dat enkel privé bedoeld was.

Mgr. Garmandia: Gaat de huidige bisschop van Santandar een speciaal teken krijgen vóór het Mirakel? Zal het iets te maken hebben met de natuur of meer in het algemeen?

Conchita: De Maagd zei me dat Zij een bewijs ging sturen naar de bisschop van Santander, zodat deze opnieuw priesters zou toelaten in Garabandal [sedert een tweetal jaren mogen priesters opnieuw de mis opdragen in Garabandal, Chris De Bodt]

Mgr. Garmandia: Welk bewijs?

Conchita: Dat zei Ze niet. Het bewijs van de echtheid van de verschijningen zal iets privé zijn voor wie er ooit bisschop zal zijn in Santandar ten tijde van het Mirakel.

Mgr. Garmandia: Het zal dus diegene zijn die Bisschop zal zijn als het Mirakel er komt?

Conchita: Ja, hij zal het teken ontvangen

Mgr. Garmandia: De bisschop zal dus een teken van echtheid ontvangen. Dit is nu duidelijk. U weet Conchita, dat wij ons aangetrokken voelen tot Garabandal omdat we Maria graag zien. We weten dat Zij nederige mensen gebruikt zoals te Lourdes, Fatima en overige verschijningen. Maria heeft u verteld dat het Mirakel zal plaatsvinden of een donderdag, is het niet?

Conchita: Ja. De Maagd zei dat het een donderdag ging zijn en Zij gaf ook het jaar, de maand en de dag.

Mgr. Garmandia: Bent u zeker? Hebt u dit nagekeken op de kalender?

Conchita: Neen, dat hoeft niet, omdat Zij mij de donderdag, het jaar, de maand en de dag heeft verteld.

Mgr. Garmandia: Ik ben zo gelukkig om dit te mogen horen. Er is mij verteld dat u reeds wist dat het een donderdag was en dat u de jaartallen begon te raden, tot Onze Lieve Vrouw het u vertelde. En zo is er geen enkele twijfel meer nu. Als alles in het leven zo duidelijk zou zijn, zouden er geen problemen zijn. Ik heb vernomen dat u in Rome was?

Conchita: Kardinaal Ottaviani heeft mij via Prinses Cecilia de Bourbon-Parma een brief geschreven en daarop ging ik met mijn moeder naar Rome.

Mgr. Garmandia: Ik wil mij niet opdringen, maar wat gebeurde er?

Conchita: Ze hebben mij gedurende een aantal uren geïnterviewd en dat het beter was om alles wat ik had verteld geheim te houden. Ik herinner mij niet meer alle vragen die mij werden gesteld, maar wel dat het twee uur duurde.

Mgr. Garmandia: Kunt u ons uw indruk geven over Rome? Ik kan mij voorstellen dat een meisje uit Garabandal, een afgelegen bergdorpje, heel wat te zeggen heeft over Rome, is het niet?

Conchita: Neen, niet echt. Ik ben ginds geweest op verzoek. Ze stelden me vragen en ik heb ze beantwoord, dat is alles. Na Onze Lieve Vrouw te hebben gezien is het nog moeilijk om onder de indruk te raken van Rome.

Mgr. Garmandia: Dus is de Maagd mooier dan geheel Rome?

Conchita: Ja, dat is zo. Alhoewel ik nu wel eens graag zou terugkeren, maar dan om de stad te bezichtigen. Ik ben wat nieuwsgierig.

Mgr. Garmandia: Wenst u de Heilige Vader te bezoeken?

Conchita: Ja.

Mgr. Garmandia: Ik hoop dat u op een dag terugkeert om de Heilige Vader te kunnen zien. Niets is onmogelijk. We hebben allemaal onvervulde wensen, maar als u wenst naar Rome te gaan, zal dit misschien ook zo verlopen. Is er een ander verband tussen Rome, de Heilige Vader en het Mirakel waarover u wenst te spreken?

Conchita: Ja, de Heilige Moeder vertelde ons iets over de Paus, nl. dat er vóór het Mirakel nog drie pausen restten.

Mgr. Garmandia: Ik wens dat dit duidelijk op band staat. U was heel precies. De Maagd vertelde u dat er voor het Mirakel...?

Conchita: Op dat ogenblik leefde Paus Johannes XXIII nog. Maria zei: "Nu resten er nog drie Pausen, er komen maar drie Pausen meer." Daarna sprak ze over de eindtijden.

Mgr. Garmandia: De Heilige Moeder sprak u dus over de eindtijden? [Opmerking: dit mag niet verward worden met het einde der tijden, maar eerder over het einde van onze tijden. Hoe dit zal gebeuren, wat dit inhoudt en wal zal volgen is op dit ogenblik niet gekend].

Conchita: Ja.

Mgr. Garmandia: Na Johannes XXIII kwam Paulus VI en daarna Johannes Paulus I en II. Het begint dus te spannen, volgens Maria's woorden.

Conchita: De Maagd sprak over de eindtijden. Ze sprak ook over Frankrijk. Ik weet niet of u zich dit herinnert, maar door de Cuba-crisis was er in 1962 opnieuw sprake van een nakende wereldoorlog. Iedereen was toen bevreesd hiervoor, ook ik. Maar toen verscheen Maria en toen Ze onze bezorgdheid zag, zei Ze: "Wees niet bevreesd. Er komt geen nieuwe wereldoorlog."

Mgr. Garmandia: Onze Lieve Vrouw zei dus dat er geen nieuwe wereldoorlog komt. Er zijn vele plaatselijke conflicten geweest en meermaals sprak men over het uitbreken van een nieuwe wereldoorlog. De situatie is erg gespannen en een nieuwe wereldoorlog zou het einde van alle naties betekenen.

Conchita: Ik herinner me dit niet meer zo precies. Ik wens hier echter aan toe te voegen, onder verwijzing naar Rome, dat vele priesters en mensen te veel druk leggen op Rome om Garabandal goed te keuren. Ik geloof dat het beter zou zijn om dit in Gods handen over te laten. Laat het over de Boodschap van Maria spreken en deze verspreiden, maar de rest overlaten in Gods handen.

Mgr. Garmandia: U waarschuwt tegen het overhaast zijn en berekeningen. U verkiest om dit in Gods handen over te laten. U vertrouwt volledig op hem?

Conchita: Ja. Vroeger was ik bezorgd of Rome in Garabandal zou geloven of niet. De Heer zelf vertelde me: "Maak u u hier geen zorgen over, vooral over Rome, Ik zal alles wel in goede banen leiden." Ik wens dit aan iedereen te vertellen die de Bisschop en Rome in deze aangelegenheid opjagen.

24-01-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Garabandal: Interview met Conchita Conzalez door Dr. Jeronima Dominguez (Mei 1973).
Garabandal: Interview met Conchita Conzalez door Dr. Jeronima Dominguez (Mei 1973)

Dr. Dominguez: Wat voelde u toen u de Maagd zag? Was u bevreesd of was Zij eerder een vriendin?

Conchita
: Om het even wanneer Zij kwam voelden wij een grote vreugde. Het was alsof Zij op reis was geweest en juist terugkwam.

Dr. Dominguez
: Hoe voelde u zich tegenover Haar?

Conchita
: Ik voelde mij tegenover haar als een vriendin, of juist zoals Zij mijn Moeder was.

Dr. Dominguez
: Verscheen Zij altijd met een wit kleed en een blauwe mantel, of was Zij soms anders gekleed?

Conchita
: Zij droeg altijd een wit kleed en een blauwe mantel. Ik herinner me dat wij Haar op een dag vroegen waarom Zij zo gekleed was omdat we gewoon waren om Onze Lieve Vrouw van de Berg Karmel in het bruin gekleed te zien. De volgende dag of een paar dagen later, dat herinner ik mij niet juist meer, kwam Zij in een bruin kleed en hierna verscheen Zij altijd met een wit kleed en een blauwe mantel.

Dr. Dominguez
: Droeg de Maagd het scapulier altijd om haar pols, of enkel bij gelegenheid?

Conchita
: Altijd. Zij droeg dit altijd.

Dr. Dominguez
: Vroeg de Maagd u om religieuze voorwerpen tot Haar te brengen om ze te kussen?

Conchita
: Ja, gewoonlijk vroeg Zij om deze mee te brengen zodat Zij ze kon kussen. Zij zei dat deze die Haar voorwerpen droegen hun vagevuur op aarde zouden beleven. Zij zei ook dat door deze voorwerpen mirakelen en wonderen zouden geschieden. Ik denk dat ze "wonderen" zei, geen "mirakelen".

Dr. Dominguez:
Kunt u zich een wonder of mirakel herinneren dat het gevolg was van een Rozenkrans die Onze Lieve Vrouw had gekust?

Conchita
: Ik heb weet van een wonder met een medaille. Een klein meisje in coma wachtte enkel nog op haar dood. Een dame bracht haar een stukje van de pijnboom waar de Maagd verscheen en een medaille. Het meisje genas die nacht en de daaropvolgende morgen volledig. Ze is nu getrouwd, heeft kinderen en is volkomen normaal.

Dr. Dominguez
: Sprak de Maagd ooit over de Rozenkrans?

Conchita
: Elke keer toen we de Maagd zagen, baden we samen de Rozenkrans. Ze leerde ons hoe deze te bidden.

Dr. Dominguez
: Hoe deed Zij dat? Nam zij de leiding over?

Conchita
: Ja, Zij zei het gebed voorop en wij zegden Haar na.

Dr. Dominguez
: Bad Zij vlug of traag?

Conchita
: Traag, heel traag.

Dr. Dominguez
: Is "dat" de juiste manier om de Rozenkrans te bidden?

Conchita
: Toen dachten we dat het de juiste manier was.

Dr. Dominguez
: Herinnert u zich de ringen? Vroeg de Maagd om trouwringen te kussen?

Conchita
: Ja, de mensen brachten trouwringen mee om te laten kussen door de Maagd. Soms droegen we een ring aan elke vinger en dan gaf ze ons de instructies: "Deze ring is voor die persoon...". We konden de ringen en de personen van wie ze waren niet kennen, wij volgden enkel haar aanwijzingen.

Dr. Dominguez:
Dit is ongebruikelijk omdat jullie tijdens een verschijning altijd omhoog keken. Hoe kon u weten dat u de juiste ring had, daar u een ring aan elke vinger droeg?

Conchita
: Ze zei tegen ons: "niet deze ring, maar die rond uw pink" en zo verder. Ik zal u een voorval vertellen over de ringen. Een koppel gaf me twee ringen om te laten kussen door de Maagd, maar Zij kuste deze niet en in de plaats hiervan gaf ze me een persoonlijke boodschap voor dit koppel.

Dr. Dominguez:
Wat was de boodschap?

Conchita
: De boodschap was dat ze niet gehuwd waren, maar enkel samenleefden. Toen ik hen dit vertelde begonnen ze te wenen. Later huwden ze.

Dr. Dominguez
: Herinnert u zich gebeurtenissen als deze waarbij u het kruisbeeld voor u houdt (terwijl hij aan Conchita een foto toont waarop ze in extase een kruisbeeld geeft aan een man)?

Conchita
: Ja, op een dag gaf een man me een klein kruisbeeld ter grootte van een vingernagel. Toen ik het aan de Maagd gaf om het te kussen, viel het op de grond en was ik het verloren. Toen de man me ernaar kwam vragen, zei ik dat ik het verloren had, maar hierover niet verontrust te zijn omdat ik het aan Maria zou vragen waar het zich bevond. Enkele avonden later vond ik het, tijdens een verschijning. Maria vertelde me: "buig u voorover en raap dat voorwerp op." Ik deed dat en ik zag dat het voorwerp vol modder was, maar het was wel het kleine kruisbeeld dat ik verloren had.

Dr. Dominguez:
Wat hebt u er mee gedaan?

Conchita
: Aan die man teruggegeven.

Dr. Dominguez
: Wat herinnert u zich van de priesters tijdens de verschijningen?

Conchita
: Ik herinner me dat er vele priesters naar het dorp kwamen om de gebeurtenissen te volgen en velen waren gekleed in burgerkledij. Ik weet niet hoe, maar we wisten steeds wie de priesters waren, zelfs als er veel volk was. Op een keer waren er veel mensen aanwezig tijdens een verschijning. De Maagd vertelde ons om het kruisbeeld vooruit te houden met de armen, wat we deden. Toen dit voorbij was, wisten we dat al diegenen aan wie we het beeld gegeven hadden om te kussen, priesters in burgerkledij waren.

Dr. Dominguez
: Wat was dat met de kerkdeur (terwijl hij haar een foto toont van de meisjes in extase voor een gesloten kerkdeur)?

Conchita
: In het begin van de verschijningen gingen we de kerk binnen. Maar door de verstoring omwille van het vele volk die eerst wilden zijn, toen we het uitgestoken kruisbeeld vereerden, zei de bisschop dat we niet langer konden binnengaan in extase. Van toen af aan, liet Maria ons niet meer binnen.

Dr. Dominguez
: U bedoelt dat u van toen af door Onze Lieve Vrouw enkel tot de deur geleid werd?

Conchita
: Ja

Dr. Dominguez: Was dit Haar manier om te vertellen dat de bisschop moest worden gehoorzaamd.

Conchita
: Ja, het was een voorbeeld van de gehoorzaamheid die we de bisschop verschuldigd zijn alsook aan iedereen aan wie we gehoorzaam moeten zijn.

Dr. Dominguez: Op welk tijdstip van de dag verscheen Maria? Als er mensen aanwezig waren?

Conchita
: Zij verscheen op alle uren van de dag of nacht: 23 of 24 uur, 4 of 5 uur 's ochtends. Er was geen vooropgesteld tijdstip. Soms waren er zelfs om vijf uur 's morgens reeds veel mensen, soms waren er weinig. Soms verscheen ze enkel als we alleen waren, met niemand rondom ons.

Dr. Dominguez: Hoe wist u dat Zij 's nachts ging verschijnen?

Conchita: We kregen drie innerlijke oproepen, maar vraag me hierover niets alstublief. Het is iets wat ik zelf nooit heb kunnen begrijpen, dat is alles wat ik kan zeggen.

Dr. Dominguez: Was het iets dat u van binnen voelde?

Conchita: Ik heb hier nooit een verklaring kunnen aan geven. Het was zoals een enorme vreugde dat u tot een plaats brengt, zonder dat u weet waar u heen gaat, enkel dat u er moet zijn.

Dr. Dominguez:: Tijdens al deze opvallende gebeurtenissen waren er boodschappen. Er was er een in 1961. Kunt u herhalen wat de Heilige Maagd zei in de Haar eerste boodschap?

Conchita: Ja, de woorden van de Maagd waren: "Breng vele offers, doe veel boete. We moeten vaak het Heilige Sacrament bezoeken, maar voor alles moeten we zeer goed zijn. Als we dat niet doen, dan zal een straf ons treffen. De beker vult zich reeds. Als wij niet veranderen zullen wij gestraft worden."

Dr. Dominguez: Over boete en opofferingen. Vond er ooit geen incident plaats over een stuk kauwgom?

Conchita: Ja. Op de dag van de laatste verschijning, op 13 november 1965, had ik een stuk kauwgom in de mond. Op het ogenblik dat ik Maria zag, hield ik het stuk kauwgom stil tegen mijn wang. Maar Zij zei: "Waarom die kauwgom niet weggooien en als offer opdragen aan Mij?" (pas na de verschijningen herinnerde ze zich nog meer en zei Conchita deze woorden: Waarom die kauwgom niet weggooien en als offer opdragen aan de glorie van Mijn Zoon?"). Zo nam ik het stuk kauwgom uit mijn mond. Ik begreep dat Onze Lieve Vrouw geen grote opofferingen vraagt, maar kleine, zodat we deze voortdurend kunnen opdragen uit liefde voor Haar.

Dr. Dominguez: Zo zijn kleine opofferingen goed als deze in Gods aanwezigheid gemaakt worden. Tenslotte is kauwgom niet slechts, niet?

Conchita: Absoluut niet, maar het opgeven is een daad uit liefde tot God.

Dr. Dominguez: Maria zei ook in Haar Boodschap dat we boven alles goed moeten zijn. Wat denkt u dat Zij hiermee bedoelde?

Conchita
: Ik weet niet wat de Maagd bedoelde, maar ik begreep het als leven per moment en alles opdragen aan God. Ik denk dat ze "met volle bewustzijn die wijze te leven dat ons geweten ons vertelt, als Christen" bedoelde.

Dr. Dominguez: En zo kan iedereen goed zijn.

Conchita: Jazeker. Iedereen weet hoe in hun godsdienst, in hun omgeving, familie, werk goed te zijn om iedereen een geweten heeft en God spreekt tot ons door ons geweten.

Dr. Dominguez: Elke man of vrouw weet wat goed of slecht is of ze zich nu in New York bevinden of in een kleine plaats, zoals Garabandal?

Conchita
: Ik ben er zeker van dat iedereen weet wanneer ze iets goed of slecht doen.

Dr. Dominguez: De Boodschap was dus het belangrijke tijdens al deze verschijningen. Wat hebt u gedaan of wat hebt u gepoogd te doen om de Boodschap na te leven?

Conchita: Wat Onze Lieve Vrouw grote vreugde verschaft is heel moeilijk voor mij. Dat is elk ogenblik van de dag alles doen voor God.

Dr. Dominguez: Denkt u dat u en ik naar de Boodschappen leven?

Conchita
: Ik denk dat ik dat doe, maar voor u moet u zelf antwoorden.

Dr. Dominguez: U werkt als een verpleegster. Vervult u op deze wijze de Boodschappen en hoe?

Conchita
: Ik probeer mijn werk naar eer en geweten zo goed mogelijk te doen binnen mijn mogelijkheden en door de patiënten goed te behandelen.

Dr. Dominguez: En wat over een huisvrouw met drie of vier kinderen die de hele dag bezig is? Kan zij de Boodschap vervullen?

Conchita
: Uiteraard. In overeenstemming met de schoonheid waarin zij haar taken volbrengt, kan zij al haar handelingen opdragen aan God.

Dr. Dominguez: Wat met een persoon die op kantoor werkt?

Conchita: U kan de boodschap overal vervullen. U kan altijd goed zijn en eer aan God bewijzen.

Dr. Dominguez: Een van de dingen die u hebt gedaan is het uitdelen van scapulieren in New York. Waarom doe je dat? Houdt u ervan om scapulieren uit te delen in kantoren en op de straten?

Conchita: Ik draag het scapulier sinds ik klein ben. Het is een toewijding die ik geleerd heb van mijn moeder. Maar bovenal draag ik het omdat Maria altijd het scapulier droeg bij Haar verschijningen.

Dr. Dominguez: Al wat u tot nu toe hebt gezegd handelt meer over de eerste Boodschap. Was er geen andere Boodschap op 18 juni 1965? Kunt u ons over deze Boodschap vertellen?

Conchita
: De Boodschap van Onze Lieve Vrouw, afgeleverd door de Aartsengel Michaël luidde: Omdat men Mijn Boodschap van 18 oktober 1961 niet vervuld heeft en men er geen grote bekendheid aan heeft gegeven in de wereld, wil Ik u zeggen dat de nu volgende, de laatste Boodschap is. Eerder vulde de beker zich, nu loopt hij over. Vele kardinalen, bisschoppen en priesters volgen een verloren pad en nemen vele zielen mee. Aan de Eucharistie wordt steeds minder waarde gehecht. Wij moeten alle nodige pogingen in het werk stellen om Gods toorn, die zwaar op ons drukt, te ontwijken. Als gij Hem vergiffenis vraagt, met een oprecht gemoed, dan zal Hij u vergeven. Ik, uw moeder, wil u zeggen,
door de bemiddeling van de Heilige Michaël, dat ge u moet bekeren. Gij zijt al in de tijd der laatste waarschuwingen. Ik hou veel van u en ik wil uw veroordeling niet. Vraag het ons oprecht en Wij zullen het u geven. Gij zult u opofferen. Denk aan het Lijden van Jezus."

Dr. Dominguez: Wat denkt u over deze verklaring over de kardinalen, bisschoppen en priesters die een verloren pad volgen?

Conchita: Elke keer als Onze Lieve Vrouw de priesters vernoemde vroeg Zij ons om voor hen te bidden. Wij begrepen nooit waarom, want voor ons waren priesters als heiligen, omdat er voor de verschijningen heel weinig priesters naar Garabandal kwamen. We beschouwden het als een voorrecht als er een priester kwam. Dat over de kardinalen en bisschoppen vonden we erg vreemd, maar we kunnen enkel maar herhalen wat Zij zei.

Dr. Dominguez: Hier ziet u de foto terwijl u de Communie ontvangt van de Aartsengel Michaël. U kon de Hostie niet zien. De engel bracht u vele malen de Heilige Communie. Weet u nog hoeveel keer?

Conchita
: Niet zoveel, misschien een veertigtal keer. Gewoonlijk was er een priester in het dorp en de Aartsengel gaf ons enkel de Communie wanneer er gen priester was. Wat de Heilige Communie betreft leerde Onze Lieve Vrouw ons de waarde en het belang van de Eucharistieviering. Nadat de verschijningen begonnen, misten we nooit een dag zonder de Heilige Communie te ontvangen.

Dr. Dominguez: Daar enkel de priesters ingewijd zijn, hebt u nooit aan Maria gevraagd waar de engelen de Hosties vandaan haalden?

Conchita: Ja, we vroegen dit omdat een priester ons dit vertelde en de Heilige Maagd zei de Aartsengel de gewijde hosties uit de tabernakels haalde.

23-01-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Esther en Mordechai
Het verhaal van Esther

Esther en Mordechai: Een koningin redt haar volk

Hadassah, Esthers Joodse naam, komt van het woord voor 'mirte', een boom waarvan de bladeren hun geurstoffen pas vrijgeven zodra ze geplet worden. Esthers mogelijkheden kwamen pas ten volle tot hun recht toen zij en haar mensen in verschrikkelijke gevaar verkeerden. De naam "Esther" betekent "verborgen": Esthers ware identiteit als Jodin bleef jarenlang verborgen. Vashti betekent "Lieverd" of "de geliefde".

De namen Esther en Mordechai zijn wellicht ontstaan uit de Perzische verhalen over goden Ishtar en Marduk. Ishtar (stareh, een ster) is de Babylonische godin van liefde en oorlog, dochter van de maangod Sin. Ze heette Astarte in Kanaan. Marduk was de belangrijkste mannelijke god van Babylon. De namen Haman en Vashti zouden kunnen overeenkomen met de goden Elamitisch Humman en Mashti.

Deze overeenkomsten lijken erop te wijzen dat het boek Esther was gebaseerd op een veel ouder Babylonisch verhaal.

Waar gaat het verhaal over?

Het boek Esther is geschreven voor de diaspora, joden [die leefden joden buiten Israël], om te tonen hoe in ballingschap te leven. Geconfronteerd met onverdraagzaamheid en vooroordelen, dient men te handelen met moed en integriteit. Het verhaal heeft eveneens de oorsprong van het feest van Purim verklaard, een belangrijke joodse feestdag. Verder was het verhaal ook een politieke satire, waarin het gevaar aan de kaak gesteld werd van absolute macht te geven aan een dwaze monarch. De Perzische koning uit het verhaal, Ahasuerus, heerst meer op basis van willekeur dan op basis van wijsheid. Hij wordt een instrument in de handen van iemand die pienter genoeg is om hem te exploiteren.

De les is duidelijk! Geef niet te veel macht aan een mens want op lange termijn zal het alleen God zijn die ons regeert.

Het christendom wordt er vaak van beschuldigd aan de basis te liggen van het vreselijke antisemitisme dat een schande vormt in onze moderne wereld. In feite toont dit verhaal aan dat antisemitisme al lang voor de geboorte van Jezus van Nazareth bestond.

Opmerking: het verhaal op deze pagina is gebaseerd op het 'Boek van Esther ", niet op 'Esther met Additions'. Er zijn grote verschillen tussen de twee: het Boek van Esther bevat geen rechtstreekse verwijzingen naar God, Esther volgt de regels die een Joodse vrouw in acht dient te nemen niet op, noch in haar voeding of in haar kleding, enz.. Het Joodse volk wordt afgeschilderd als een volk dat zich zeer brutaal gedraagt ten opzichte van zijn vijanden. Veel mensen voelen zich hier ongemakkelijk bij, vooral bij het weglaten van een directe verwijzing naar God. Om deze reden werden er "Toevoegingen" aan de eerdere versie van het verhaal gerealiseerd. Toevoegingen met belangrijke gebeden tot God en met een afzwakking van de wraakzucht van de joodse bevolking. Deze toevoegingen worden niet geaccepteerd door de protestantse kerken, wel door het katholicisme en het jodendom.

Het verhaal van Esther bevat drie verschillende episodes:

Vashti werd verbannen en Esther werd koningin (Esther 1 en 2)

Koningin Vashti weigerde de bevelen te volgen van haar echtgenoot koning Ashasuerus. Daarom scheidde hij van haar en zocht een nieuwe koningin. Deze nieuwe koningin moest de mooiste vrouw van het land zijn. Een jong joodse meisje, Esther, werd gekozen. Haar oom, Mordechai, hoorde over een complot tegen de koning en waarschuwde hem via Esther.

Esther redde Mordechai van Haman (Esther 3-8:14)

Mordechai beledigt een hoge ambtenaar van justitie, die besloot om niet alleen hem te doden, maar alle joden in het Perzische rijk. Esther organiseerde twee banketten en pleitte daarbij bij de koning. Mordechai werd gered van de dood en Haman werd gestraft.

Esther redt het joodse volk in Perzië (Esther 8:15-10)

Brieven waarin de intrekking van het doodvonnis van alle Joden in het koninkrijk werd meegedeeld, werden in het ganse koninkrijk verspreid. Er heerste grote vreugde en jaarlijks werd een festival gevierd ter herdenking van de moed van Esther en de verlossing van de Joden. Dit festival werd Purim genoemd.

Deel 1: Vashit werd verbannen, Esther werd koningin (Esther 1 en 2)

Het verhaal van Esther begint met een prachtig banket aan het hof van de Perzische koning, Ahasuerus, veelal beschouwd als keizer Xerxes (486-465VC). Susa, de oude stad waar het verhaal plaatsvond, bevatte het winterpaleis van de koning.

Er werden twee aparte banketten gehouden: één voor de koning, zijn raadgevers en alle mannen van Susa, een ander gegeven door Koningin Vashti, voor de vrouwen van het hof en voor de adel.

Na te veel wijn gedronken te hebben, ontbood Koning Ahasuerus de koningin. Hij wou met haar pronken tegenover de mannen op zijn banket. Ze stond immers bekend om haar schoonheid en hij wilde haar tonen aan de mannen uit de stad.

Maar de koningin van het Perzische Rijk was gekozen geweest uit één van de zeven oudste en adellijkste families van het rijk. Vashti was dus van oude en adellijke afkomst. Het vooruitzicht te moeten paraderen voor een zaal vol dronken mannen beviel haar allerminst. Dit was ongepast voor een koningin. Mannen en vrouwen dineerden vaak samen in het oude Perzië, maar naarmate het diner vorderde en er meer wijn verbruikt werd, verliet de vrouw de eethoek en liet zich vervangen door concubines. De koningin weigerde dus te komen.

Op de zevende dag, toen de koning onder invloed van de wijn was, beval hij de zeven eunuchen om hem koningin Vashti te brengen. Zij moest de koninklijke kroon dragen om haar schoonheid te tonen aan de volkeren en de ambtenaren, want ze was heerlijk om te aanschouwen. Maar koningin Vashti weigerde te komen. De koning reageerde woest en zijn woede verteerde hem. [Lees Esther 1:1-22].

Vashti voelde zich wellicht behandeld als een concubine in plaats van als echtgenote en koningin. Ze weigerde met hautaine waardigheid het bevel van de koning op te volgen. Helaas werd haar antwoord doorgegeven in het bijzijn van de officieren van het rijk en ze moest de prijs betalen voor het vernederen van de koning.

Ahasuerus, nog half dronken, reageerde overhaast. Op advies van laffe en onbekwame raadgevers, werd de situatie nog verergerd door openbaar de verbanning van Vashti te decreteren. Dit verhoogde nog de aandacht op het feit dat Vashti zijn bevel had genegeerd, en stelde hem als een sukkel te kijk bij al zijn onderdanen. In dit stadium van het verhaal wordt het duidelijk dat het niet om een traditioneel verhaal over een goede koning gaat. Ahasuerus was een despoot, maar ook een idioot. Aldus ontstaat stilaan een thema: onbeperkte macht uitgeoefend zonder wijsheid, is een gevaarlijke toestand.

Na een tijd voelde Ahasuerus zich eenzaam zonder Vashti, "zijn geliefde". Hij kon haar niet terugroepen omdat zijn woord, eenmaal uitgesproken, wet was. Daarom stelden zijn hovelingen hem voor een andere koningin te zoeken, een jonge, mooie vrouw die Vashti’s plaats zou innemen.

Dan zeiden zijn dienaren hem: "Laat mooie jonge maagden gezocht worden in opdracht van de Koning. Laat de Koning zijn boodschappers in al de provincies van zijn koninkrijk alle mooie jonge maagden verzamelen in de harem van de citadel van Susa onder het gezag van Hegai, de eunuch van de koning, die verantwoordelijk is voor de vrouwen. Laat hun cosmetische behandelingen schenken. Laat het meisje dat de koning behaagt, koningin worden in plaats van koninginVashti. " Dit voorstel stond de koning aan en hij handelde aldus. [zie Esther 2:1-23].

In de ganse natie startte een zoektocht naar een nieuwe koningin, historisch gezien de eerste registratie van een schoonheidswedstrijd ter wereld. Een jonge Jodin was één van de kandidaten. Haar schoonheid was zo vreemd dat ze zelfs de chef-eunuch Hegai "behaagde" die als jongen gecastreerd was [enige ironie dus hier]. Men kan zich ook afvragen of Hegai op de achtergrond een rol gespeeld had in de afzetting van Vashti.


Esther nadert het koninklijk paleis

Esther werd met alle andere jonge maagden opgenomen in de harem en begonnen twaalf maanden van zorgvuldige voorbereiding. Ze was pienter genoeg om het advies in te winnen van Hegai, die de smaak van de koning kende. Uiteindelijk trok zij naar de koning en beviel hem zo goed dat hij de koninklijke kroon op haar hoofd plaatste. Ze werd koningin in Vashti's plaats, met alle rijkdom en macht van een oosterse koningin nu plotseling tot haar beschikking.


Koningin Esther voor Koning Ahasuerus

Esther stond symbool voor de joden die succesvol leefden in een vreemde cultuur. Als vrouw was ze niet in een machtspositie, evenmin als diaspora Joden geen lid waren van de machtselite. Bovendien was ze als een wees, gescheiden van haar ouders, net zoals diaspora Joden gescheiden zijn van hun moederland. Met deze twee handicaps was ze genoodzaakt ieder talent en ieder voordeel dat ze wel had, te gebruiken, net zoals diaspora Joden dat deden. Zij, net als Esther, hadden zich aan te passen aan de situatie.

Vanaf het begin werd Esther had geholpen door haar oom Mordechai, maar niemand wist van hun verwantschap, noch dat Esther een Jodin was. Esther hield zich niet aan de voedselwetten van het Jodendom, noch aan het volgen van de praktijken van een orthodoxe Jodin. God wordt nooit direct genoemd in het verhaal. Het verhaal is dus niet religieus als dusdanig, maar wel seculier, een verhaal over pragmatisme in tijden van tegenspoed.

Niet lang na haar instauratie als koningin, hoorde haar oom Mordechai over een complot om de koning te vermoorden. Hij vertelde het aan Esther die de koning waarschuwde. De samenzweerders werden opgehangen en de waarschuwing van Mordechai werd genoteerd in de annalen van het hof.

Deel 2. Esther redde Mordechai van Haman (Esther 3-8:14)

Het verhaal dat in de hoofdstukken 3-8 volgt geeft details weer van een persoonlijk conflict dat escaleert tot een natiewijd doodvonnis tegen het Joodse volk.

Mordechai weigerde te buigen voor de hoogste ambtenaar van justitie, Haman de Agagite. In een gerecht met een strenge protocol, was die weigering een ernstige belediging die natuurlijk de woede van Haman opwekte, en er begon een vete tussen de twee mannen.

Toen Haman zag dat Mordechai niet voor hem wou buigen en hem niet wou gehoorzamen, werd hij woedend. Maar hij beschouwde het beneden zijn waardigheid de hand te leggen op Mordechai alleen. Nadat hij te horen had gekregen wie het volk van Mordechai was, plande Haman de vernietiging van alle Joden. [zie Esther 3:1-15].

Er wordt geen reden gegeven voor de weigering van Mordechai om te buigen voor Haman. Het was niet tegen de normale joodse praktijk om niet te gehoorzamen aan een heerser of diens vertegenwoordiger [zie Jozef en zijn broers in Egypte, Genesis 43:26], maar Mordechai's voorouder Saul was een vijand van Haman’s voorouder Agag, de koning van de Amalekites [zie 1 Samuel 15], en dit zou Mordechai’s reden kunnen vormen. In alle geval volgde hij niet de algemeen aanvaarde praktijk en bracht daardoor zichzelf en anderen in gevaar.

Haman’s woede was anders gericht. Nadat hij ontdekt had dat Mordechai een Jood was, breidde zijn woede zich uit tot het gehele Joodse volk. In een scène die een blauwdruk vormde voor de antisemitische propaganda, bestookt Haman het hoofd van de koning met ideeën over een volk dat anders was, dat andere wetten gehoorzaamde en dat een gevaar was voor het koninkrijk. Hij zocht "een endlösung". [Lees Esther 4:1-17]

De Joden, zei Haman, moeten worden geëlimineerd in het belang van het koninkrijk. De koning ging akkoord, niet wetende dat Esther, zijn geliefde koningin, en Mordechai, de man aan wie hij zijn leven verschuldigd was, beide Joden waren. Er werd een dag gereserveerd voor de slachting en een decreet werd uitgevaardigd tot in iedere uithoek van het imperium.

De absolute macht van de koning lijkt ons vreemd, gewend als we zijn aan de democratische rechtsstaat. Maar in Kanaän en Egypte, werd een koning gezien als een levende god. Hij was een heilig persoon die in zijn persoon, de staat of een koninkrijk dat hij regeerde, belichaamde. Zijn fysieke lichaam was duidelijk niet onsterfelijk, maar hij werd gezien als iemand die meer was dan een mens, met een speciale en unieke band met de onsterfelijke goden. Hierdoor kon hij doen wat hij wilde, zelfs wanneer dat zoals in dit geval duidelijk onrechtvaardig was.


Esther en Mordechai

Dit concept van heilig koningschap werd door Israel verworpen. Vanaf de eerste tijden zag het God als zijn heerser. De wetten die Israel volgde kwamen van God, niet van de staat. Onder koningen als David of Salomon benadrukte het hun menselijkheid. Vanuit Israëlitisch standpunt stond koninkschap zeer dicht bij tirannie en moest het daarom constant bewaakt worden om niet despotisch te worden.

In de crisis die hem dreigde te verzwelgen, wendde Mordechai zich tot Esther. Zij alleen kon het Joodse volk redden van de domheid en de wreedheid van haar echtgenoot, de koning. Maar er was een probleem: Esther was niet in de koninklijke aanwezigheid geroepen sedert dertig dagen, een onheilspellend teken dat zij wellicht zelf op een wat minder hoge plank beland was. Haar man benaderen zonder door hem ontboden te zijn was strijdig met de wet, en zou worden bestraft met de onmiddellijke dood. Ze was zich hiervan natuurlijk bewust, maar haar reactie was fatalistisch: "Als ik verloren ga, ga ik verloren".

Dan antwoordde Esther Mordechai "Ga en verzamel alle Joden uit Susa, en vast te mijnen behoefte. Eet noch drink gedurende drie dagen, nacht noch dag. Ik en mijn dienstmaagden zullen eveneens vasten zoals jij. Daarna ga ik naar de koning, al is het tegen de wet, en als ik verloren ga, ga ik verloren ". Mordechai vertrok vervolgens en deed zoals Esther hem had bevolen.

Met een enorm persoonlijke risico overtrad Esther de wet en ging naar de kamer van de troon Ahasuerus. Ahasuerus leek gecharmeerd door haar onverwachte verschijning. Gebruik makend van zijn onverwachte goede humor, vroeg ze hem of hij en Haman naar een banket wouden komen dat ze zou organiseren. Hij ging akkoord en ook Haman vermoedde niets, hij voelde zich vereerd door haar uitnodiging. Hij en de koning woonden het banket bij en Ahasuerus beloofde Esther dat ze alles kon krijgen wat ze wou, zelfs de helft van zijn koninkrijk. Dit was een extravagant aanbod en het belicht de dwaze roekeloosheid van de koning.

Esther vroeg de koning en Haman voor een tweede banket de volgende dag. De koning ging akkoord. Verkerend in hogere sferen keerde Haman terug naar zijn huis en gelastte de bouw van een galg om de vijand die hij haatte, Mordechai, te laten hangen. Maar tijdens de nacht kon Ahasuerus niet slapen. Hij vroeg zijn dienaren om te lezen uit de annalen van zijn bewind.

Tijdens dit lezen werd hij herinnerd aan de goede daad van Mordechai. Hij besefte dat hij hem nooit beloond had en besloot dit te regelen. Toen dat gebeurde was Haman aanwezig en de koning vroeg hem hoe hij een opmerkelijke dienaar kon belonen. Dus kwam Haman en de koning vroeg hem: "Wat moet worden gedaan voor een man aan wie de koning eer wenst te brengen?"

Haman, denkend dat de Koning naar hem verwees, bevool extravagante beloningen aan. De koning ging akkoord, maar verbijsterde dan Haman door hem te vertellen dat hij wou dat Mordechai die beloning kreeg. Haman vervloekte zijn fout en haatte Mordechai nog meer. Zeresh, de vrouw van Haman, waarschuwde hem, maar hij was nu zo door haat verteerd, dat hij het pad dat hij volgde, niet meer kon verlaten [zie Esther 7:1-10].

Ondertussen was Esthers banket bereid. Ahasuerus was zo blij dat hij opnieuw Esther alles beloofde wat ze wou. [Een vergelijkbare situatie kunt u vinden en lezen in Herodotus Boek 9.109-113, waar de Perzische koning Xerxes een soortgelijke belofte aan zijn vrouw Amestris doet. Dit verhaal eindigt met een marteling en een bloedvergieten]. Als reactie daarop vroeg Esther dat haar leven zou worden gespaard en dat haar volk gered zou worden.

"Van wie?", vroeg de koning.
"Van Haman", antwoordde Esther.
Toen de koning terugkeerde uit de paleistuin naar de banketzaal, had Haman zichzelf neergelegd op de bank waar Esther lag, en de koning zei: "Zal hij zelfs de Koningin aanranden in mijn aanwezigheid, in mijn eigen huis? "

Haman werd gevangen meegenomen door de dienaren van de koning en opgehangen aan de galg die hij liet bouwen voor Mordechai. Hij had geen berouw over zijn haat voor de joodse bevolking. Hij smeekte voor zijn leven, maar gaf geen blijk van enige verandering in zijn hart.

Esther had Mordechai gered van Haman, maar de Joodse bevolking was nog altijd in gevaar.

Deel 3. Esther red de Joodse bevolking van Perzië (Esther 8: 1-17)

Esther pleitte bij de Koning. De Koning reikte de gouden staf aan Esther en Esther stond op en ging voor de Koning staan. Ze sprak: "Als het de koning behaagt en als ik zijn voorkeur gewonnen heb, en als de koning het rechtvaardig toeschijnt en als hij mij goedkeuring verleent, laat dan een bevel worden geschreven voor de intrekking van de brieven bedacht door Haman, zoon van Hammedatha de Agagite . Brieven waarin hij opdracht gaf voor de vernietiging van de joden in alle provincies van de Koning. Want hoe kan ik de ramp verdragen die mijn volk treft? Of hoe kan ik toezien op de vernietiging van mijn familieleden? "

Dus werden opnieuw brieven verstuurd naar alle uithoeken van het rijk die de uitvoering van de uitroeiing van de joodse bevolking stopten.

Gedurende het hele verhaal, maakt Esther geen enkele fout, noch in de harem tijdens haar training als jong meisje om echtgenote en koningin te worden, noch in het gevaar: ze hield het hoofd koel in plaats van te panikeren. Haar speech in 8:5-6 bewijst haar diplomatische talenten.

De Joden waren niet alleen gered van de dood: ze konden ook die mensen aanvallen die hun vijanden waren, en aanspraak maken op hun eigendommen. Op de dag dat ze verondersteld werden te worden vernietigd, werden de rollen omgekeerd en konden zij al diegenen vernietigen die geprobeerd hadden hen te vermoorden. Duizenden werden gedood, met inbegrip van de tien zonen van Haman [Lees Esther 9:1-32].

Vanaf die dag onderhoudt het joodse volk een bijzonder festival genaamd Purim. Het was een dag waarop geschenken werden uitgewisseld tussen de leden van elk gezin, en geschenken werden gegeven aan de armen. Op het Purim feest wordt herdacht dat Esther het Joodse volk redde.

Ballingschap en terugkeer

De mensen die zich in Kanaän vestigden tijdens de invasie/vestigingsperiode werden Israëlieten genoemd. Ze vormden de twaalf stammen van Israël. Maar na de periode van de ballingschap in Babylon, werd het volk van Israël Joden genoemd. Ze stammen uit de twee stammen van het koninkrijk van Juda, en hun nakomelingen.

Deze periode, uit 586VC tot de Romeinse bezetting van Palestina in 63VC, omvat de ballingschap in Babylon, de terugkeer naar Jeruzalem, en de bouw van de Tweede Tempel. Het is een belangrijke periode in de joodse geschiedenis, aangezien de gebeurtenissen van die tijd een grote invloed hadden op het latere joodse denken.

Nebukadnezar, de koning van Babylon, verwoestte Jeruzalem en de Tempel in 586VC en voerde de aristocratie, de leden van de bovenste klassen, en alle vooraanstaande families van Juda, weg. Ze leefden in ballingschap in Babylon voor een periode van ongeveer vijftig jaar.In Babylon mochten deze families samen wonen, in gebieden hen gegeven door de Babylonische autoriteiten. Ze werden niet gedwongen om onder mekaar te huwen of om slaven te worden. Ze waren in staat geacht bruikbaar te zijn als gerespecteerde leden van het Babylonische rijk. Ze namen Babylonische namen aan, namen de Babylonische kalender en de Aramese taal over (dit was de taal die de spraken ten tijde van Jezus). Ze integreerden zich goed in de Babylonische samenleving, maar behielden hun Joodse identiteit.

Deze Joodse gevangenen probeerden een theologische betekenis te hechten aan de rampen die hen overkwamen. Ze hadden geleefd in de veronderstelling dat zij als het door Jahweh volk zij zouden worden beschermd evenals hun tempel. Deze veronderstelling bleek onjuist. Ze vroegen: Waarom had Jahweh heeft ervoor gezorgd dat ze moesten lijden? Wat hadden ze gedaan opdat deze ramp hen overkwam? Hoe kon een dergelijke gebeurtenis worden voorkomen in de toekomst?

De profeten verklaarden dat de ramp hen had getroffen omdat ze het verbond met Jahweh geschonden hadden. Ze hadden de vruchtbaarheidsgoden Asherah en Baal niet afgezworen, zoals ze hadden moeten doen. Daarom had Jahweh hen aan hun lot overlaten. Hieruit volgde dat als zij berouw betoonden, Jahweh hen zou vergeven. Hopelijk zouden ze op die manier worden herenigd, eerst met Hem, nadien met hun geboorteland. Met dit in gedachten, bewerkten en herschreven hun priesters Oude Testament, zodat de focus lag op radicaal monotheïsme, de exclusieve aanbidding van één God.

Intussen was het Babylonische rijk onder de voet gelopen door de Perzen. In 538VC vaardigde Cyrus de Grote van Perzië een bevelschrift uit op grond waarvan bepaalde leden van de Joodse bevolking in gevangenschap konden terugkeren naar Jeruzalem, om zich daar te vestigen en om de tempel weer op te bouwen. Dit was onderdeel van programma voor het ganse rijk, maar de joodse gevangenen zagen het als een duidelijk bewijs dat Jahweh hun berouw had aanvaard.

Gedurende een zekere tijdsperiode keerden de Joden terug naar Jeruzalem. Zij stelden zich tot de taak Jeruzalem en de Tempel weder op te bouwen. Die tempel zou de Tweede Tempel genoemd worden (de eerste tempel werd gebouwd door Salomo). Zij hadden geen koningen meer om zich te laten leiden en te regeren - Esthers verhaal laat maar al te duidelijk zien wat zij dachten van koningen en despoten. In plaats daarvan lieten ze zich leiden door de profeten. Twee van deze profeten, Ezra en Nehemia, voerden ingrijpende sociale hervormingen door die een rechtstreekse invloed hadden op het leven van veel vrouwen.

Het leven van de vrouwen in dit tijdperk

Ezra had geëist dat de aanbidding van de goden vruchtbaarheid zou worden gestaakt; alleen Jahweh zou worden aanbeden. Dit was niet zo moeilijk te handhaven als het misschien voorheen was. Verering van de krachten van de natuur en vruchtbaarheid was het grootst in de noordelijke agrarische provincies en de verspreiding van deze mensen door de Assyrische veroveraars had geleid tot een daling van de populariteit van de vruchtbaarheid religies.

Het probleem voor vrouwen was nu dat religie gecentreerd werd op een god waarvan de essentie macht en majesteit was. Dit was een geslachtloze godheid, een geestkracht, noch man, noch vrouw. Maar omdat macht en kracht in menselijke termen werden gezien als mannelijke kenmerken, werd de godheid in toenemende mate beschreven in mannelijke termen.

Poëtische beelden van Jahweh hadden voorheen vrouwelijke referenties, Jahweh had moederlijke kenmerken verwijzend naar de liefde van Jahweh zo intens als moederliefde. Deze beelden kwamen nu in toenemende mate onder druk te staan ten voordele van het mannelijke beeld van Jahweh.

Zonde werd nu gekoppeld aan onreinheid en dat werd ondersteund met voor vrouwen vernederend beeldmateriaal. Bijvoorbeeld de verwijzing in Ezechiël 37:17 naar menstruatie. Wanneer boosheid in menselijke vorm werd voorgesteld, was het een vrouwelijke voorstelling, bijvoorbeeld Zacharia 5:7-11.

Nehemia had geëist dat alle buitenlandse vrouwen die met hun Joodse echtgenoten teruggekeerd waren naar Jeruzalem moesten scheiden. Het doel van dit edict was de joodse identiteit te benadrukken en te zuiveren. Vrouwen werden beoordeeld op hun clan achtergrond in plaats van op hun persoonlijke verdiensten, hetgeen het respect voor vrouwen als menselijke wezens ondermijnde.

De sociale hervormingen van Ezra en Nehemia werden aanvaard door de mensen, maar niet zonder protest. Bijvoorbeeld de verhalen van Ruth en Esther, geschreven in deze periode, leggen er in het bijzonder de nadruk op dat vrouwen krachtig staan in hun eigen recht en niet als wegwerpartikelen kunnen beschouwd worden en dat zij even bekwaam waren om Gods instrumenten te zijn als mannen, en soms, zoals bij Esther, zelfs betere.

Slotbeschouwing

Het verhaal van Esther is zowel een politieke satire en een inspirerend verhaal. Het hekelt de instelling van de absolute monarchie met zijn gevaren van de macht aan een dwaas. Het hekelt ook de minderwaardigheid van vrouwen in die tijd, en was gericht tot een breed publiek, zowel geografisch als sociaal.

22-01-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Beeld van de Verrezen Christus
Medjugorje

Beeld van de Verrezen Christus
Achter de kerk, in de richting van het kerkhof Kovačica en langs het paadje met de mozaïekafbeeldingen van de Rozenkransmysteries van het Licht, bevindt zich het beeld van de Verrezen Christus. Het beeld is gemaakt door Andrej Ajdic uit Slovenië. Het beeld werd geplaatst met Pasen 1998 en rond Pasen 2002 werd het gebied errond ingericht voor een persoonlijk gebed of voor een groepsgebed. Wie niet in de mogelijkheid is om de Kruisberg te bestijgen, kan hier de kruisweg bidden. Dit uitbreidingsproject van Medjugorje was een idee van de inmiddels overleden Vader Slavko Barbaric.



Het was rond de twintigste verjaardag van de verschijningen, in juni 2001, dat bedevaarders begonnen op te merken dat er uit dit beeld een afscheiding ontstond aan de rechterknie (links als je voor het beeld staat). Het lijkt een oplossing te zijn die het midden houdt tussen zoutwater en olie. Druppel na druppel komen uit het brons te voorschijn. Dit verschijnsel kan tot op heden wetenschappelijk niet worden verklaard. Brons kan niet "zweten" en het beeld is tot aan het midden gevuld met beton. Bedevaarders reageren op dit onverklaarbare fenomeen door geduldig wachtend één of enkele druppeltjes op te vangen en er een kruisteken mee te maken.



Het kijken naar het bronzen beeld in een verzengende zomerhitte en waarbij plots een druppel vocht uit het niets te voorschijn komt, is dan ook een zeer wonderlijk fenomeen. Op 25 september 2008 liepen de eerste berichten binnen dat dit fenomeen is opgehouden. Sinds dan komt er geen oplossing meer uit de rechterknie van het beeld van de Verrezen Christus. Is dit een teken dat er dingen op komst zijn in Medjugorje, want de 25ste van elke maand is niet zomaar een dag in Medjugorje. Het is de dag van de maandelijkse boodschap van Onze Lieve Vrouw aan Marija Pavlovic-Lunetti voor de wereld èn in de tweede helft van 2008 gebeurden er nog een aantal merkwaardige zaken in Medjugorje. Zo werd in de nacht van 29 augustus het Mariabeeld op de Podbrdo gedeeltelijk vernietigd, waarbij de neus van het gelaat werd beschadigd en de linkerhand werd afgebroken. Op 8 september brak er dan de brand uit op de Verschijningsberg, waarbij de wind wonderlijk van richting veranderde, juist voor het bereiken van het Mariabeeld. Het fenomeen van het droogstaan van het beeld is niet nieuw, het is in het verleden nog gebeurd, maar dan gedurende korte perioden.



Het verschijnsel van wenende beelden is niet nieuw. Verbonden aan Medjugorje is vooral de wenende Madonna van Civitavecchia, een beeld afkomstig uit Medjugorje, dat op 2 februari 1995, de dag toen Jezus werd opgedragen in de tempel, een eerste maal begon te huilen. Ook een klein beetje gerelateerd aan Medjugorje is de zaak van de inmiddels overleden Little Audrey Santo uit Worchester, Massachusetts, een meisje dat, toen ze drie was in een zwembad viel en langzaam herstelde uit een coma-toestand, maar door overmedicatie daarna in een definitieve comateuze toestand raakte. Ook in de kamer van de hulpeloze meisje begonnen beelden meerdere malen te wenen. Aan Little Audrey Santo zal volgende maand een artikel gewijd worden, maar ze was wel tweemaal aanwezig in de verschijningskamer toen Ivan een verschijning had. Onmiddellijk na de verschijning, leunde Ivan zich toen voorover, over het kleine meisje, knielde naast haar neer en fluisterde enkele woorden in haar oor. Niemand weet wat Ivan toen heeft gezegd. Ook het fenomeen rond de wenende Madonna van Civitavecchia wordt volgende maand in dit blog besproken.

Update Mei 2012: Beeld "weent nu uit beide benen."


Het bronzen beeld van de Verrezen Christus, dat reeds jaren vocht afgeeft uit één knie, is reeds een raadsel in Medjugorje vanaf 2001. Terwijl de aard van de substantie op zichzelf al een raadsel is, is alles nu nog raadselachtiger geworden, want de ongekende substantie vloeit nu uit beide benen van het beeld.

Bijna elf jaar nadat de eerste knie van de Verrezen Christus, een soort tranenvocht afgeeft, zijn zelfs de meest fervente bedevaarders verbaasd van dit nieuw keerpunt in de bijna 31-jarige geschiedenis van de verschijningen te Medjugorje, want tot ieders verbazing komt de vloeistof nu uit beide knieën.


"Ja, het is inderdaad zo. Het water komt nu uit beide benen. Het nieuwe vochtafscheidend punt bevindt zich onderaan de rechterdij en de stroom is sterker dan bij het eerste punt," zegt filmmaker en stichter van Queen of Peace Productions, Sean Bloomfield, vanuit Medjugorje.

"De bedevaarders zullen tevreden zijn, want de rij wachtenden zal verminderen, nu het beeld uit beide knieën weent," grapt Sean.

De vochtafscheiding uit de knie van het beeld was eerder al onvoorspelbaar want soms stopte het fenomeen voor een bepaalde periode, zowel bij heel droog als bij heel vochtig weer, wat het raadsel alleen maar groter maakte. Op een ander moment veranderde de kleur van het vocht naar rood en was het niet langer helder.

Er wordt beweerd dat het Vaticaan het beeld heeft laten onderzoeken door deskundigen, maar noch Rome, noch de parochie, heeft ooit bevestigd dat een dergelijke analyse ooit heeft plaatsgevonden.

Het beeld is een replica van de 277 centimeter zilveren beeld "De Verrijzenis," gebeeldhouwd door Andrej Ajdic en werd aan Paus Johannes II voorgesteld bij zijn bezoek aan Slovenië in 1996.

Vertaling: Chris De Bodt


21-01-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boodschappen van Garabandal
Boodschappen van Garabandal

Tijdens Haar verschijningen gaf Onze Lieve Vrouw twee "openbare" boodschappen door aan de kinderen te Garabandal.

Eerste boodschap van 18 oktober 1961

Breng vele offers,
Doe veel boete,
We moeten vaak het Heilige Sacrament bezoeken,
Maar vooral moeten we zeer goed zijn.
Als we dat niet doen,
Dan zal een straf ons treffen.
De beker vult zich reeds.
Als wij niet veranderen zullen wij gestraft worden.

Tweede boodschap van 18 juni 1965

Omdat men Mijn Boodschap van 18 oktober 1961 niet vervuld heeft,
En men er geen grote bekendheid aan heeft gegeven in de wereld,
Wil Ik u zeggen dat de nu volgende, de laatste Boodschap is.
Eerder vulde de beker zich.
Nu loopt hij over.
Vele kardinalen, bisschoppen en priesters
volgen een verloren pad en nemen vele zielen mee.
Aan de Eucharistie wordt steeds minder waarde gehecht.
Wij moeten alle nodige pogingen in het werk stellen om Gods toorn,
die zwaar op ons drukt, te ontwijken.
Als gij Hem vergiffenis vraagt, met een oprecht gemoed,
dan zal Hij u vergeven.
Ik, uw moeder, wil u zeggen,
door de bemiddeling van de Heilige Michaël,
dat ge u moet bekeren.
Gij zijt al in de tijd der laatste waarschuwingen.
Ik hou veel van u en ik wil uw veroordeling niet.
Vraag het ons oprecht en Wij zullen het u geven.
Gij zult u opofferen.
Mediteer het Lijden van Jezus.

Toelichting bij de tweede boodschap en dit omdat de hele wereld het zou weten

Uit het boek "Der Zeigefinger Gottes" geschreven door Albrecht Weber

Conchita Gonzalez: "Kunt u zich inbeelden dat iemand kinderen in de schoot van de moeder kan doden, zonder daarbij de moeder te doden?"
Albrecht Weber: "Neen. Hoe komt u op dit idee, Conchita?"
Conchita Gonzaler: "Wel, onze Heilige Moeder sprak mij hierover en vertelde mij dat dit de reden was waarom de beker nu overloopt."


Foto




Weetjes over Medjugorje

Geografie

Kroatië

Bosnië en Herzegovina

Godsdienst

Wetenschap

Portret van de zieners

Maria's uiterlijk

De 5 pijlers van het geloof

Vragen en antwoorden

Standpunt van het Vaticaan

Ratzinger bezocht ooit Medjugorje "incognito"

1e onderzoekscommissie

2e onderzoekscommissie

3e onderzoekscommissie

4e onderzoekscommissie

De kwestie Herzegovina 1

De kwestie Herzegovina 2

De kwestie Herzegovina 3

Profetieën nemen hun tijd

Mirjana meer en meer op de voorgrond

Bestemming van de ziel

De Podbrdo [Verschijningsberg]

De Krizevac [Kruisberg]

Het Votiefkruis

Parochiekerk Jacobus de Meerdere

Uitbreiding biechtgelegenheid

Kapel der Twee Harten

Oasi delle Pace

Verrezen Christus

Cumunità Cenacolo

Mother's Village

Vr. Slavko Barbaric

Vr. Jozo Zovko

Vr. Pétar Ljubicic

Ratko Perics toorn

Heeft Zanic Medjugorje verraden?

Vr. Amorthe betreurt apathie

Siroki Brijeg

Retraîtekasteel

Zr. Emmanuel Maillard

Ivans gebedsgroep

Nedjo Brecic

Christoph Schönborn

St. Stephansdom, Wenen 2012

Scalambra & Casale Monferetto

Madonna van Civitavecchia

Little Audrey Santo

Maria's verjaardag

Medjugorje en Moederdag

De IIPG [1]

De IIPG [2]

De IIPG [3]

De IIPG [4]

De IIPG [5]

De weide van Gumno

De priester die verdween

Nieuwe taksen op logies

Mirakel van de Maan

Documentaire 1983

BBC Documentaire 2010

Documentaire Mary TV

The Miracle of Medjugorje


Interviews Medjugorje

Mirjana Dragicevic [2008]

Mirjana Dragicevic [1998]

Mirjana Dragicevic [1983]

Mirjana Dragicevic [1989]

Mirjana Dragicevic [1]

Mirjana Dragicevic [2]

Mirjana Dragicevic [2009]

Vicka Ivankovic [2008]

Vicka Ivankovic [1983]

Vicka Ivankovic [2007]

Vicka Ivankovic [1988]

Vicka Ivankovic

Ivan Dragicevic [2003]

Ivan Dragicevic [2004]

Ivan Dragicevic

Ivanka Ivankovic [1983]

Ivanka Ivankovic [1989]

Ivanka Ivankovic

Pétar Ljubicic [2004]

Pétar Ljubicic [2006]

Pétar Ljubicic [2008]

Slavko Barbaric [1987]

Gabriele Amorth [2002]

Jakov Colo

Jakov Colo

Jakov Colo [2007]

Marija Pavlovic [2008]

Marija Pavlovic [1989]

Marinko en Dragico Ivankovic [1983]

Damir Coric [1983]

Marica Kvesic [1983]

John en Andja Setka [1983]

Jelena Vasilj [2002]

Jelena Vasilj en
Marijana Vasilj [1]

Jelena Vasilj en
Marijana Vasilj [1]

Zlatko Zudac [1999]

Bisschop Hnilica [2004]





Overige Weetjes

Bestemming van de Ziel

Theresia van Lisieux
over het Vagevuur

Maria Simma

De invloedrijkste vrouw

Engelen

Twaalf stappen voor een gelukkig heengaan

Twaalf fabels over het Katholieke geloof

Pater Pio en Karol Woijtyla

San Nicolàs de los Arroyos

La Madonna del Ghisallo

O.L.V. Van den Oudenberg

Fatima:
Reeds eeuwen Mirakels

Jacinto Marto uit Fatima
door Fr. Robert J. Fox

Profetieën nemen hun tijd

Jacinto Marto uit Fatima
door Zr. Lucia Dos Santos

Ingrid Betancourt

Dikwijls gewichtige feiten
nà verschijningen

satans opzet

De Graal van Valencia

Notre-Dâme du Laus

Kibeho, Rwanda

Esther en Mordechai

Monte Cassino

Gods adres

Jezus' geboortekerk [1]

Jezus' geboortekerk [2]

De Komeet Lulin

De Komeet Elenin

De Komeet Honda

Samuel Alexander Armas

De Geur van Regen

Jaar van de Priesters

Dr. Gloria Polo's terugkeer

Ian McCormack: Een blik
in de eeuwigheid

Middel tegen komende pandemie

Kim Phuc

Michael Anderson

Zeven kenmerken
van een goede vader

O.L.V. van Las Lajas

Vaders Liefdesbrief

O.L.V. van Ocatlàn

Elena Desserich

Rom Houben

Overlijden Mari-Loli Mazon

Advent

Gered door een engel?

Kerst in de loopgraven

Mgr. Peter Savelbergh

Ontdekking v/d sarcofaag v/d H. Philomena

De Heilige Mis

Petrus Lombardus

Oscar, de kat

Tieners, geef hen nooit op!

Ontdekking te Nazareth

Efeze: Maria's Huis

Wonderdadige Medaille

De rivier Kwai

De Exodus

Valentino Mora

Het vijfde Maria Dogma

Elizabeth Kindelmann

H. Louis de Montfort

H. Clelia Barbieri's
miraculeuze stem

Steven en Djaingo

Het wonder van San José

Aalst, België's 9/11

Het getal 11

Maria en het getal 101

Sterven op 33

Is dit St. Jozef's graf?

Het Kerstverhaal
en Koning Herodes

De Kardinale Climax

Winterzonnewende 2010

En de maan werd rood

Schoonheid van Wijwater

De dag die ontbrak

Het celibaat

De vierde ruiter van de Apocalyps

De maagdelijke geboorte

Jordanië claimt oudste christelijke vondst

Colton Burpo versus Stephen Hawking

H. Gelaat van Manoppello

Padre Pio: under investigation

Grace

Michael Browns retreat

7 niveau's van het liegen

De dood van Sint Jozef

De dood van Maria

Betekenis van Maria's naam

Het Aramees in opmars

De Bosnische pyramiden

Brugge, het Jeruzalem van het Noorden

Wonder te Skopje


Diverse Profetieën
Miscellanous Prophecies

Profetieën nemen hun tijd

Is dit de tijd waarover ze spraken?

Garabandal [1961-65]

Israël en Bijbelse Profetie

Pinksterprofetieën 1975

Quito [17de eeuw]

Kenmerken v/d antichrist

A.C. Emmerich [1]

A.C. Emmerich [2]

De Kremna Profetieën

Hildegard van Bingen

Belpasso [1986-88]

2 Noorse profetieën

La Salette [1846]

Anna Maria Taigi

Diversen

Heilige Mechtildis

Non van Tours

Heilige Nilus

Bernardine Von Busto

Non van Bellay

Kloosterling Hilarion

Don Giovanni Bosco

Elizabeth Canori Mora

Judah Ben Samuel

Jeanne Le Royer

Giacchino di Fiore

Bartholomeüs Holzhauser

Madeleine Porsat

De profeet Daniël

Kibeho, Rwanda

Ida Peerdeman

H. Ireneüs van Lyon

Methodius van Olympus

H. Hippolytus van Rome

Firmanus Lactantius

De Berkenboomprofetieën

Dr. Arnold Fruchtenbaum

H. Ephraïm de Syriër

H. Cesarius van Arles

Columba van Ierland

Elena Aiello

Beda, de eerbiedwaardige

Odilia van de Elzas

Johannes Damascenus

Adso, de Monnik

Anselmus van Canterbury

H. Vincent Ferrer

Joachim van Fiore

Johannes Friede

Thomas van Aquino

John of the Cleft Rock

Franciscus van Paola

H. Birgitta van Zweden

Robertus Ballarminus

Dionysus van Luxemburg




















Het Laatste Geheim

1. Een enorm mysterie

2. Sterk en zedig

3. Dagen van duisternis

4. Moeder van de Heer

5. Boven de zon

6. Gog en Magog?

7. Door de straten van de stad

8. Vanop de hoogste bergen

9. Kleine geheimen

10. Klokslag twaalf

11. Lichten, geluiden, graven

12. De klokken luiden

13. Donderslag in de verte

14. Geheime aanwezigheid

15. Vuurzuil

16. Geheimen van de Rozenkrans

17. Het voorteken

18. De zeven

19. Het voorgevoel

20. Signalen en vloeken

21. Afschuwelijke wonderen

22. De kastijding

23. Naschok

24. Waar duivels beefden

25. Geheime Martelaren

26. Geheim van de gehoorzaamheid

27. Geheim van het vertrouwen

28. Ik wacht op u

29. De geest van opstand

30. Genade en rechtvaardigheid

31. De Profetie

32. Voorbij de grenzen
van de kennis

33. Geheimen in
Amerika en Europa

34. Geboren in de hel

35. Cathérina's geheim

36. Geleende tijd

37. Ik zal uw Moeder zijn

38. Het grote Teken

39. Koningin van de Eeuwigheid











Thomas à Kempis
De navolging van Christus

Boek 1.1

Boek 1.2

Boek 2

Boek 3.1

Boek 3.2

Boek 3.3

Boek 4.1

Boek 4.2



Novenen

Maria Onbevlekte Ontvangenis

OLV van Lourdes

OLV Van Fatima

OLV Van Banneux

OLV van de Berg Carmel

OLV Hemelvaart

H. Maagd van de Wonderdadige Medaille

Maria Lichtmis

Don Bosco

Maria Boodschap

Sint Jozef

Heilige Familie

Goddelijke Barmhartigheid

Heilige Geest

Kindje Jezus

Engelbewaarder

Aartsengel Michaël

Aartsengel Gabriël

Franciscus van Assisi

Antonius van Padua

Pater Pio

Heilige Benedictus

Heilig Hart van Jezus

Heilige Rita

Sint Valentijn

OLV van Altijddurende Bijstand

Jean Marie Vianney

Theresia van Lisieux

Maria, die de knopen ontwart

OLV van de Bezoeking

Zielen in het Vagevuur

Kracht van het Kruis
tegen het kwade

H. Gelaat van Jezus

Hart van Jezus en Maria

Kindje Jezus van Praag

OLV van Genezing

Miraculeuze Maagd

Pater Damiaan

Heilige Anna

H. Maria Goretti

Heilige Peregrinus

Heilige Expeditus

Sint Joris

H. Margareta van Cordoba



Films

Padre Pio

The Miracle of Our Lady of Fatima

The 13th Day

Het Lied van Bernadette

One Night with the King

Faustina

Docu: Faustina Kowalska

Docu: Mariaverschijningen

Docu: OLV van Guadalupe

Vincentius a Paolo

Sint Paulus

Sint Petrus

Docu: Pater Damiaan

Passion de Jeanne d'Arc

Story of Father Damien

Docu: Garabandal

Exorcism of Emily Rose

The Nativity Story

Don Johannes Bosco

The Passion of The Christ

King David

Romero

Jean de Florette

Manon des Sources

Abraham

Mozes

Solomon

Jacob

Francesco

A man for all seasons

The Apocalypse

Docu: H. Maria Goretti

Docu: The birth of Israël

Docu: The six-day war

Docu: Ghosts of Rwanda

Becket

Gospel of Luke

Gospel of Matthew

Gospel of John

Acts

Unsolved mysteries

Joseph

Samson and Delilah

H. Rita van Cascia

Thérèse de Lisieux

Isaak, Jacob & Esau

Fray Martin de Porres

Lourdes [2000]

Clara & Francisco

Maria Goretti

Mother Theresa




Astronomische verschijnselen

28/11/2011



Blog tegen de wet? Klik hier.
Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs

 

Real Time Web Analytics

Page Content

Page Content