Officiële landstaal: Noors
Hoofdstad: Oslo
Regeringsvorm: Parlementaire constitutionele monarchie
Oppervlakte: 385.155 km²
Inwoners: 4.660.539

Overige
Volkslied: Ja, vi elsker dette landet
Munteenheid: Noorse kroon (NOK)
Nationale feestdag: 17 mei

Oslo is de hoofdstad en grootste stad van Noorwegen. Het is ook de naam van een provincie
en gemeente; de gemeente en provincie Oslo overlappen elkaar volledig. Oslo heeft circa
575.475 inwoners is gelegen in het zuidoosten van het land, aan het begin van de Oslofjord.
De stad is gesticht rond 1048 door koning Harald III van Noorwegen. In 1624 werd de stad
door een brand grotendeels verwoest. De Deens-Noorse koning Christiaan IV liet de stad iets
meer naar het westen herbouwen en veranderde de naam van de stad naar zichzelf in
Christiania. De naam werd in 1877 naar de officiële spelling in Kristiania veranderd. In 1925
werd de naam naar de oude iets oostelijker gelegen stad weer terug veranderd in Oslo, wat
"vlakte van de goden" betekent.

Tijdrekening
CEST (Central European Summer Time), idem als in België.

Klimaat
Er zijn verschillende klimaten in Noorwegen. De westkust, het fjordengebied, heeft een zacht
gematigd zeeklimaat, iets koeler dan Nederland. In het hoge noorden is een toendraklimaat.
Ten oosten van de bergketens heerst een landklimaat. In sommige gebieden in de westelijke
fjorden en het midden valt meer dan 4000 mm neerslag per jaar, terwijl de neerslag in het
noorden en achter de bergen niet meer dan 600 mm per jaar bedraagt.

Noors voor beginners
Hallo - Hei!
Goedemorgen - Godt morgen
Goedemiddag - God dag
Goedenavond - God kveld
Tot ziens! - Ha det bra/adjø
Ja/nee - ja/nei
Bedankt! - Takk!
Heel erg bedankt! - Tusen takk
Sorry - Jeg beklager
Spreek je Noors? - Snakker du Norsk?
Ja, ik spreek Noors - Ja, jeg snakker Norsk
Ja, ik spreek een beetje Noors - Ja, jeg snakker litt Norsk
Nee, ik spreek geen Noors - Nei, jeg snakker ikke Norsk...
Hoe gaat het? - Hvordan står det til?
Het gaat goed! - Det går bra, takk!
Uitstekend! - Utmerket, takk!
Hoe heet je? - Hva heter du?
Ik heet... - Jeg heter...
Waar kom je vandaan - Hvor kommer de fra?
Ik kom uit... - Jeg kommer fra...