Dit verhaal die jullie nu te zien zullen krijgen heeft een
grote indruk op me nagelaten. Het gaat over mijn familie. Het is een zeer
droevig verhaal, maar ik wil het niet meer voor mezelf houden, dus voor de
mensen die dit lezen, dit is echt gebeurd!
Het begon allemaal toen ik nog een klein babytje was, ik
zelf kan me van het incident niets meer herinneren, maar mijn mama heeft me dit
verhaal al zoveel verteld, dat ik het van buiten ken. Het was het jaarfeest van
Dartmouth. Ik was nog een baby en lag in de kinderwagen, mijn oudere broer
Michael was toen vier jaar en was met een hond aan het spelen. Het begon plotseling
zeer hard te waaien, papieren en schaaltjes waaiden over het grasveld en opeens
zag mijn mama de hond waarmee Michael aan het spelen was helemaal alleen op het
einde van het grasveld, Micheal was nergens meer te bespeuren. Hij was
ontvoerd.
Jaren verstreken zonder Michael, maar mijn mama bleef
zoeken. Nooit ging er één dag voorbij dat ze niet aan hem dacht. Het was de
eerste schooldag van de lagere school, ik was zo zenuwachtig om naar school te
gaan! Mama had me gewaarschuuwd voor eventuele pestkoppen op school, ze had me
gewaarschuuwd dat ze op school misschien iets zouden zeggen over Michael en dat
deden ze ook. Ik wou wel wenen toen ze me uitlachten omdat mijn broer ontvoerd
was. Gelukkig was Lucy er om me te uit de nood te helpen. Lucy een meisje die
ik nog nooit eerder had gezien, nam het voor me op tegen die pestkoppen. Toen
ik mama over het voorval van op school praatte was ze vol van woede. Zij ging
naar school en voor ik het wist, had mijn mama ervoor gezorgt dat ik vanaf nu
thuis zou onderwezen worden. Jammer net nu ik Lucy ontmoet had. Mama hoorde dat
Lucys mama frans kon spreken, dus toen wij naar Lucy gingen om te gaan spelen,
regelde mijn mama franse bijles van mevrouw Zingler, wat eigenlijk ook goed
voor mij uitkwam, nu kon ik Lucy veel meer zien.
De middelbare school, een periode van verandering: we
veranderden van een meisje naar een vrouw, begonnen meer naar de jongens te
kijken, Maar dit wou niet zeggen dat het mocht. Overal waar ik ook naartoe wou
gaan, moest mijn mama meegaan, alleen maar om te controleren of ik wel veilig
was en dat niemand me zou ontvoeren. Ik haatte echt dat ze zo overbezorgd was.
Maar ik begreep haar wel, ze zat nog altijd met Michael in haar hoofd. Maar het
werd wel eens tijd dat ze zou beseffen dat ik groter en ouder werd en dus niet
haar kleine, hulpeloze meid ben.
Ik ben nu negentien jaar oud. Ik woon nu samen met mijn
vriend Will en zoontje in Helena in Montana. Mijn zoontje heet Ryan, hij is,
zeg maar, een ongelukje, de vader, -de oudere broer van Lucy, Benjamin- woont
nog altijd in Dartmounth, maar hij kijkt niet echt naar ons om. We zijn naar
Helena verhuist voor mijn baan, maar ook voor Wills studies. Hij studeert nog,
maar aangezien ik thuis onderwezen ben geweest door mijn mama, was ik veel
sneller met de middelbare school gedaan dan anderen. Ik begon al vroeg te
studeren aan de universiteit en nu als negentienjarige ben ik al afgestudeerd
en heb ik een baan bij de politie, ik schets het gelaat van criminelen.
Mama komt logeren. Aan de ene kant vind ik het super, dat ze
Ryan komt bezoeken, maar aan de andere kant krijg ik het gevoel dat ze hier
alleen maar voor Ryan is en niet voor mij. Ik denk dat ze Ryan ziet als een
vervanger voor Micheal. Nu ze zoveel bezig is met Ryan, kan ik verder werken
aan mijn schets van de ontvoerder van een jongentje dat Aaron heet. De zus die
namelijk in dezelfde kamer lag, heeft de ontvoerder gezien, nu moest ik aan de
hand van haar herinneringen het gezicht van de dader schetsen. Na veel
geklieder en geklader had ik eindelijk een beeld gekregen van de ontvoerder.
Deze ging ik de volgende dag doorgeven aan de politie. De volgende dag toen ik
de tekening wou nemen, zag ik dat iemand ze bekeken had, waarschijnlijk zou het
mijn moeder wel geweest zijn. Die avond 15 oktober herinner ik me nog zeer
goed. Mama en ik waren bezig met te koken. Maar we hadden geen melk meer en dus
ging mama melk gaan halen in de winkel drie straten verder op. Ik begon me
zorgen te maken, ze was al drie uren weg en de winkel was niet zo ver. Toen
opeens kreeg ik telefoon van de politie, met de melding dat mijn mama een man
met een ijzeren pook tot moes geslagen had. Die man was dezelfde man, waarvan
ik een tekening had gemaakt enkele dagen geleden. Mijn moeder had dus een
kinderlokker tot moes geslagen. Het rare was dat ze zich niets meer kon
herinneren. Men besloot om haar naar het gekkenhuis te sturen, zodat daar
deskundigen haar konden helpen het haar terug te laten herinneren. Helaas
boekte ze niet veel vooruit gang. Ze wist dat ze iets had gedaan en ze wilde
het haar wel herinneren maar kon het gewoon niet.
Nadat dr. Ashley (hij obseveert mijn mama) mij in de
behandeling van mij mama betrokken had, kwamen de resultaten zienderogen
sneller. Wat er precies gebeurt is, ligt nogal moeilijk voor mij en mijn mama
en zal ik dus niet vermelden. Hiervoor vraag ik alvast een beetje begrip.
Uiteindelijk is men tot het besluit gekomen dat mijn mama te kampen had met
tijdelijk ontoerekeningsvatbaarheid. De rechtbank besliste dat ze in het
gekkenhuis opgesloten zou zitten tot dr. Ashley zou verklaren dat ze volledig
hersteld is.
Dit is dan het verhaal van mijn leven. Alles weten jullie nu
wel niet, maar toch wel genoeg om te besluiten hoe moeilijk we het allemaal
niet hebben gehad. Gelukkig hebben we veel steun gekregen van onze familie en
vrienden en ik hoop dit zoiets niemand overkomt.