Een ja/neen-
vraagzin
Een ja/neen vraagzin wordt ingeleid door het vraagwoord wäsh
Door het gebruik van dit vraagwoord maken we zinnen vragend (cfr in het Frans
est-ce-que)
Voorbeeld:
nta kliti xobza; Jij hebt brood gegeten
wäsh nta kliti xobza? Heb jij brood gegeten?
Inhoudsvraag
Het vraagwoord staat vooraan in de zin:
Ë3laash : waarom?
Kifääsh : hoe?
Weqtääsh, foqääsh, imtä : wanneer?
Shhääl : hoeveel?
bësshhal : hoeveel kost
..?
Fiin, fayn : waar?
Shkuun : wie?
Shnu : wat?
Ashnu : wat?
yakmä : je hebt toch niet
?
|