In Los Arcos, bij de Vlaamse hospitalero's, was ik een beetje een geprivilegieerde pelgrim. Ik ga ontbijten in hotel 'Monaco' voor 3,60 euro. Nog snel terug naar de herberg want ik heb er mijn schoenovertrekken laten hangen aan de wasdraad. En in zo'n seizoen ... Even na achten ben ik al op weg richting Logroño. Het is ijskoud, wind op kop en af en toe een fikse bui. Het gaat heel traag en het reliëf valt niet mee. Ik ontmoet een stel Nederlanders. Ze zijn handiger met de reisgids en de kaart als ik en ik laat me begeleiden door Logroño. De kathedraal is er op slot en we zetten onze weg voort via het stapperspad. Dat is hier breed genoeg zodat de fietsers er niet in de weg rijden. In Navarrete kunnen we eindelijk weer op de gewone weg rijden. Ik ontmoet een Canadees die van Amsterdam naar Malaga wou fietsen. Maar omdat het weer in België en Nederland te slecht is, nam hij het vliegtuig in Zaventem, richting Malaga. Nu is hij aan dezelfde rit in omgekeerde zin bezig, van Malaga over Santiago naar de Pyreneeën en vervolgens via Bordeaux naar Nantes. Maar ook nu nog valt het weer erg tegen. Op de markt in Navarrete maak ik kennis met een stel Bruggelingen. Ze zijn op 2 mei vertrokken in Aartrijke en hebben al allerlei technische problemen gehad met de fietsen. In Frankrijk werden ze overal met plezier en zelfs gratis gedepanneerd. De Nederlanders willen de routebeschrijving van hun boekje volgen en ik wil op de hoofdweg blijven. Het is heel lastig en ik moet tegen een koude kopwind vechten tot boven de 700 m. Om kwart voor drie kom ik aan in Santo Domingo de la Calzada, na 80 km afzien. In de eerste herberg ben ik welkom, zelfs al ben ik fietser. Mijn natte kledij hang ik te drogen op het binnenplein van de cisterciënzerabdij. Een overnachting kost hier maar 5 euro. Ik neem de tijd om de stad te verkennen. Voor de kathedraal moet je betalen. Ik koop een combiticket voor kathedraal, museum en toren voor  4,-. Het museum staat vol religieuze kunstschatten waarvan vele van Vlaamse oorsprong: beeldhouwwerken, wandtapijten, zilverwerk, schilderijen, ... In deze kerk zitten ook levende kippen en een haan in een ren, hoog boven een preekstoel. De oorsprong van dit gebruik gaat terug tot een middeleeuwse pelgrimslegende. Het spreekt erg tot de verbeelding als je die witte kippen in een kerk aantreft. Dan beklim ik de losstaande barokke kerktoren: 134 treden. Boven heb je een mooi uitzicht over de stad en de omringende bergen. 's Avonds ga ik een pelgrimsmaaltijd eten in een klein restaurantje waar ik de Nederlanders terug tref die me deze ochtend door Logroño loodsten. Als ik mijn verslag van de dag schrijf in mijn schriftje, krijg ik het gezelschap van een jonge Italiaan die een beetje 'à l'improviste' aan zijn pelgrimstocht is begonnen. Hij prbeert het te doen met een minimaal budget maar is toch heel gul met de fles cider: mijn glas wordt meermaals bijgevuld.