Gisteren was onverwacht een leuke dag: een vriend op bezoek. Lekker kletsen en uit eten gaan. Blij zijn dat iemand de moeite doet om bij me langs te komen. Het bekende recept dus. Maar nu ben ik kwaad op mezelf. Ik ben kwaad op mijn dorp. Het dorp waar ik geboren ben en al generaties voorouders woonden. Maar ook de plaats waar ik me nooit mezelf kan voelen, nooit de spontane madame die in volle openheid mensen tegemoet treedt en mensen ontmoet om wie ze zijn, niet om wat ze maatschappelijk betekenen. Dat ik dit dorp telkens weer toelaat om me af te remmen is gewoon fout. Ik besef dat ik daarmee mensen minder geef dan ik wil. Ik besef dat ik daarmee ook hem die me ooit uit deze bekrompenheid deed ontwaken en me niet alleen een huis maar ook "leven" gaf verloochen. Een vriend is toch een mens voor wie ik me open stel; een mens naar wie ik luister - verder dan zijn woorden - ook naar wat hij niet zegt. Vrienden moeten niets. Ze mogen met mij "zijn"... zoals ze zich voelen...in goede en kwade uren... Vrienden gaan niet weg. Ze mogen hun eigen weg gaan. Maar ze blijven altijd...in het hart... Ik heb het geluk een paar zeer hechte vrienden te hebben. Hun foto's staan alom in mijn huis. Maar ik zie ze altijd en overal...van binnen uit...
Mijn vriend, daar zo ver weg, ik hoop dat ook jij iemand kent van wie je geen foto nodig hebt.