Gisteravond lag ik op de
bevroren grond naar
een heldere lucht te kijken die alleen een beetje werd bedorven door
lichtvervuiling en de mist die door mijn eigen adem werd gevormd - geen
telescoop of zo, alleen ik en de eindeloze lucht - en ik moest er de
hele tijd
aan denken dat lucht enkelvoud is, alsof het één ding is. Maar de lucht
is niet
één ding, de lucht is alles. En gisteravond was dat genoeg. Je verleden
zien - of iemand uit je verleden zien - kan, voor mij tenminste,
letterlijk pijn doen. Ik word overweldigd door een melancholieke pijn -
en ik wil koste wat kost het verleden terug. Maakt niet uit dat het niet
echt terugkeert, dat het zelfs nooit echt heeft bestaan zoals ik het me
herinner - ik wil het terug. Ik wil dat alles weer als vroeger wordt,
of zoals het in mijn herinnering was: ongeschonden. Maar om de een of
andere reden herinnert zij me niet aan het verleden. Zij voelt als
tegenwoordige tijd. Ik vraag me af of ik het verpest heb. Maar als ik
het niet had gedaan zou ik me iets anders hebben afgevraagd. Het leven
is een reeks keuzes tussen wonderen.
|