Het was december van het jaar 2013. Een zeer stressvol jaar lag achter mij: een uitputtende, veeleisende job als leidinggevende in de zorgsector in combinatie met familiale problemen hadden mij enkele maanden doen overleven in plaats van te leven. Gewoon maar doorgaan. Omdat je, dacht ik, geen keus had. Het was niet iets dat ik plots kon oplossen, toch niet de familiale problemen. Al ben ik niet zo'n voorstander om een stempel ergens op te drukken of een diagnose, toch was ik er de laatste maanden van overtuigd dat ik naar een burn-out aan het afstevenen was of er midden inzat. Het voelde alsof ik volledig op was, ik moest wég, weg van die job en op zoek gaan naar iets nieuws. Een job met minder stress, gewoon werk waar ik niet teveel bij moest nadenken. Het solliciteren bracht nog eens extra stress met zich mee, maar in augustus had ik prijs en werd ik beloond met een nieuwe job, een volledige nieuwe uitdaging in de hotelsector. Psychisch veel minder zwaar, leuke collega's, veel contact met mensen. Kortom, aanvankelijk veel beter dan waar ik vandaan kwam. Ik was slechts 2 weken bezig toen ik me plots niet zo best voelde. Grieperig. Ik was nog volop in mijn opleiding, vond het ook niet kunnen om nu al thuis te blijven, ik was daar pas begonnen, dat durfde ik niet. Gewoon maar wéér blijven doorgaan. Ik werd moe, kon mij moeizaam concentreren, alles wat me werd uitgelegd moest ik verschillende malen terug vragen, waarvoor ik me toch wel schaamde. Toen was me al heel duidelijk: ik heb eigenlijk rust nodig. Dringende rust die ik me eigenlijk nu niet kan/mag permitteren. Uiteindelijk toch een lichtpuntje. De problemen binnen ons gezin (waar ik niet verder op wil ingaan) hadden zich spontaan opgelost. Voor het eerst sinds maanden had ik momenten dat ik me heel gelukkig voelde. Waarbij ik soms met tranen toe heel dankbaar was. Ik durfde amper deze gevoelens beleven, uit angst dat dit te mooi was om waar te zijn. Met volle vertrouwen in de toekomst ging ik de feestdagen tegemoet! Het afgelopen jaar had ik geregeld bij de dokter gezeten; griepje, duizeligheid, hartkloppingen. Allemaal een gevolg, denk ik, van mijn toenmalige job. Maar tussen kerst en nieuwjaar kreeg ik plots een vreemd gevoel in mijn linkervoet. Aanvankelijk besteedde ik hier weinig aandacht aan. Ik was er van overtuigd dat dit wel weer zou voorbijgaan, net zo snel als het was gekomen. Ik herinner me nog goed toen ik met oudjaar met mijn beentjes onder de feestdis zat en me meer en meer realiseerde dat er toch iets niet in de haak was. Het voze, rare gevoel had zich plots uitgebreid tot de hoogte van mijn knieën. Ondertussen in beide benen. Na het feestgedruis en wat uitstelgedrag (als het binnen een week niet beter is...) ben ik dan toch naar mijn huisarts geweest. Deze dacht in de eerste plaats niet aan iets ernstig maar eerder aan een tekort aan vitamine B. Ik werd naar huis gestuurd met een voorschrift Befact Forte, dat me na een week waarschijnlijk wel beterschap zou brengen. De klachten bleven zich echter uitbreiden en na nog een week was ik volledig gevoelloos tot aan mijn onderbuik. Lastig om mijn behoeften te doen. Ik voelde wel de drang, en had gelukkige nog controle over de desbetreffende spieren. Maar verder was alles verdoofd, ik voelde me net een Michelin-manneke, ik had het gevoel dat alles was opgezwollen en als ik mijn benen aanraakte was dit net of dit de benen van iemand anders waren. Moeilijk om uit te leggen! Na me opnieuw bij mijn huisarts te hebben aangemeld heeft deze me aangeraden toch eens bij de neuroloog langs te gaan. Dus afspraak gemaakt en na nog eens een week kon ik terecht. Deze heeft me uitgebreid getest, en ik moest onder de MRI voor mijn hersenen en ruggenmerg te controleren. Hieruit bleek dat ik verscheidene stofletsels en kleine actieve letsels had in mijn hersenen en een ontsteking in mijn ruggenmerg van ongeveer 2 centimeter. Ze raadde me een opname aan, voor een lumbaalpunctie en 3 baxters Solu-Medrol. In het totaal 3g (!) cortisone die ze door mijn lijf gingen jagen. Ik was hier eigenlijk allemaal nogal gerust in. Het zou gaan om een ruggenmergontsteking, ze zouden snel de oorzaak vinden, ik zou behandeld worden en de kous was af. End of story. Na enkele dagen, toen de eerste uitslagen van de onderzoeken bekend waren, werd ik tijdens mijn opname nog, op haar bureau geroepen. Toen kreeg ik voor het eerst HET woord te horen dat de rest van mijn leven ging bepalen. Ze vertelde me voorzichtig dat ze dacht dat het om MS ging. Ze had nog niet de volledige uitslagen, ik moest binnen 2 weken nog eens langskomen, en dan had ze meer zekerheid. Plots sprongen de tranen me in de ogen. Ik, achter het bureau bij de dokter, nietsvermoedend, kreeg plots als een donderslag bij heldere hemel, deze boodschap rond mijn oren geslingerd. Ik weet niet of ik het me toen inbeeldde, maar het leek of de dokter zelf ook tranen moest wegslikken. Ze was nog jong en misschien nog niet zo vertrouwd en gehard in het geven van slechte boodschappen. Dacht ik. Wat ze verder nog gezegd heeft weet ik niet. In een roes heb ik me van het consultatiebureau naar mijn ziekenhuiskamer begeven, mijn tranen bedwingend toen ik over de gang liep. Eenmaal aangekomen binnen de 'veilige' muren van mijn kamertje liet ik alles de vrije loop. Al snel kwam er een verpleegster binnen, die naar ik vermoed, het nieuws al wist, om te horen hoe het was gegaan en die dan de tijd nam om naar mijn verhaal te luisteren. Daarna wisselden gevoelens van hoop (Het zal wel niet zo erg zijn en het is ook nog niet zeker en dit is onmogelijk dat mij dit overkomt) zich af met negatieve gevoelens (Wat als het toch zo is? Wat gaat de toekomst brengen?) Ik probeerde me in ieder geval sterk te houden, mijn echtgenoot kwam mij zo dadelijk halen om naar huis te gaan. Ik zou er heel luchtig mee omgaan. Hem niet ongerust maken. Hij schrok toch toen ik hem het nieuws vertelde maar relativeerde alles direct, ik moest ook nog niet van het ergste uitgaan. Zijn vrouwtje ziek? Dat kon toch niet?! Toen ik met mijn valiesje bij de auto aankwam maakte ik een cynische grap, dat we binnenkort dan toch een nieuwe wagen moeten aanschaffen waar ik makkelijk met mijn rolstoel kon inrijden... Dat vond hij niet grappig. Binnenkort het vervolg op mijn verhaal: De definitieve uitlag!