Er is een spoorlijn met daarop een wissel. Uit beide richtingen komt een trein met elk 10 wagons naar de wissel toegereden. Op de wissel kunnen slechts 9 wagons staan.
Hoe slagen beide treinen er in (op de kortste wijze) elkaar te passeren en verder te rijden. De treinen moeten hun eigen wagons blijven behouden?
Louis is hondenfokker en heeft niet lang meer te leven. Hij wil het rustig aan doen en besluit nog voor zijn dood al zijn honden (39) te verdelen over zijn vier zonen. De oudste zoon krijgt de helft, de tweede een kwart, de
derde een achtste en de jongste een tiende van de honden. Buurman Tuur, die zelf een hond heeft, brengt de oplossing.
Hoe gebeurt de verdeling zonder de honden te slachten en zonder dat de buurman zijn hond moet afstaan
Een kruidenier heeft een weegschaal waarvan de beide balansarmen niet precies gelijk zijn. De kruidenier is hiervan niet op de hoogte en benadeelt daardoor nu eens zijn klante, dan weer zichzelf.
Een klant vraagt 450 gram suiker. De kruidenier plaatst 450 gram aan gewichten op de linkse schaal en legt suiker op de rechtse schaal tot de balans in evenwicht is. De klant vraagt om de weging opnieuw te doen maar met de suiker in de linkse schaal. Nu moet op de rechtse schaal 512 gram tegengewicht geplaatst worden om een evenwicht te bekomen; dit alles tot grote verbazing van de winkelier.
Er is een spoorweglijn in de vorm van een negen (zie figuur 1 hiernaast). U ziet een Tunnel - locomotief 'L' - wagon 'A' - wagon 'B' - wagon 'C'. Enkel de locomotief kan door de tunnel. De locomotief kan duwen en trekken.
Hoe slaagt de locomotief er in wagon B en wagon C op de kortst mogelijke wijze van plaats te verwisselen en terug te keren naar zijn beginpositie?