Toen ik hersteld was van mijn dubbele longontsteking en verwondingen geloofde ik nog steeds dat het Tom Gordon was die mij uit het bos heeft geleid. Nu pas, zoveel jaren later, weet ik dat dat gewoon verbeelding was. Maar het blijft moeilijk om te aanvaarden dat het allemaal ingebeeld was.
Ik heb echt gepraat met die mensen, ik heb ze gevoeld. Ze hebben mij geholpen om de moed niet te verliezen. Ik kan er alleen maar uit afleiden dat de mens sterker is dan hij denkt.
Waar ik 's nachts soms nog nachtmerries over heb, is de bruine beer die mij op het einde aanviel. Tijdens mijn herstel heb ik beseft dat die beer mij vanaf het begin heeft achtervolgd. Ik heb mij nooit afgevraagd toen ik 's morgens uit mijn schuilplekje kroop waarom er zoveel gebroken takjes en krassen aan de bomen waren. Natuurlijk was het die beer die mij in mijn slaap wou aanvallen maar het is hem nooit gelukt. Ik krijg er een heel benauwd gevoel over als ik er aan denk. wat ik mij ook afvraag is waarom dat die beer mij niet eerder heeft aangevallen. Waarom is hij mij blijven achtervolgen tot het einde?
Toen ik een autoweg had gevonden, kwam dat beest tevoorschijn. Maar ik was zodanig uitgeput en ziek dat ik hallucineerde dat die beer een monster was waar bijen uit kropen. Ik dacht dat ik dat monster met mijn walkman had doodgeslaan maar een man had mij op tijd gezien en heeft de beer neergeschoten. Zoveel vragen zonder antwoord...
Ik was nog maar net 9 jaar oud en mijn ouders waren gescheiden. Mijn broer, Pete, had het moeilijk met de scheiding en de verhuizing naar een andere stad. Maar mama deed er alles aan om elke week iets met ons te doen.
Papa zag ik maar om de zoveel weken maar als ik bij hem was, leerde ik steeds zoveel bij. Vooral over de natuur.
Op een dag wou mama een boswandeling gaan maken. Ik vond dat wel een leuk idee maar ik wist dat Pete en mama zouden ruziemaken.
En mijn voorspelling kwam uit, ze waren zo hard aan het ruziemaken dat ze mij helemaal vergeten waren. Ik moest heel nodig naar het toilet maar er was geen andere optie dan het bos in te duiken om daar rustig mijn plasje te kunnen doen. Ik wou mama en Pete inhalen door een stuk van het pas af te snijden door het bos. Ik dacht bij mezelf dat ik gewoon rechtdoor moest blijven lopen. Na een half uur stappen door het bos begon ik langzaamaan te begrijpen dat ik waarschijnlijk verloren was gelopen. Ik kreeg een afgrijselijk gevoel van paniek, werd gestoken door allerlei insecten en moest helemaal alleen de nacht doorbrengen in dat grote bos. En toen begon ik te denken aan wat mijn idool Tom zou doen... Na enkele dagen in het bos doorgebracht te hebben zag ik hem echt naast mij lopen samen met mijn beste vriendin Pepsi. Hij leidde mij de weg naar een rivier want waar water is, zijn mensen. Tom hielp me toen ik het niet meer zag zitten, toen ik bang werd of toen ik pijn had.
Mijn walkman zat in mijn tas en toen ik ontvangst had en kon luisteren naar de wedstrijden van Tom, voelde ik mij niet meer alleen in dit grote bos vol gevaar.
De eerste dagen dat ik verloren was gelopen, bleef alles nog realistisch. Ik kon nog helder denken. Maar op het einde zag ik Tom Gordon en ik voelde hem ook. Ik weet dat ik mijn weg helemaal zelf terug heb gevonden maar zonder hem zou ik het opgegeven hebben.
Mijn idool is Tom Gordon, de pitcher bij Boston Red Sox. Ik kijk vaak naar zijn wedstrijden en heb zelf een shirt en een pet met zijn handtekening. Toen ik 9 jaar oud was, heeft hij mij een groot avontuur helpen overleven. Het klinkt misschien wat raar in de oren maar mijn verbeelding heeft mijn leven gered.